Verordening 1995/1422 - Vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31995R1422

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31995R1422

Verordening (EG) nr. 1422/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68

Publicatieblad Nr. L 141 van 24/06/1995 blz. 0012 - 0015

VERORDENING (EG) Nr. 1422/95 VAN DE COMMISSIE van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1101/95 (2), en met name op artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 4, artikel 15 bis, artikel 16, lid 4, en artikel 39,

Overwegende dat als gevolg van de overeenkomst inzake de landbouw, gesloten in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde, hierna "overeenkomst" genoemd, in de sector suiker tegen 1 juli 1995 met name de bepalingen inzake de invoer moeten worden aangepast, vooral voor melasse;

Overwegende dat voor de toepassing van de overeenkomst, op grond waarvan alle maatregelen die de invoer van landbouwprodukten beperken, in een recht van het gemeenschappelijk douanetarief, hierna "recht van het douanetarief" genoemd, moeten worden omgezet, de variabele invoerheffingen waarin de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker voorziet, moeten worden opgeheven; dat wegens deze opheffing bijzondere uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld voor de schorsing van de invoerrechten, de vaststelling van aanvullende invoerrechten, hierna "aanvullende rechten" genoemd, en de constatering van de cif-prijzen voor melasse van suikerbieten en suikerriet; dat het in dit verband wenselijk is dat de uitvoering van deze bepalingen, een taak van de Lid-Staten, zo gecentraliseerd mogelijk gebeurt;

Overwegende dat, voor een optimaal beheer en met het oog op de voor de melassehandelaren vereiste doorzichtigheid, enerzijds, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 van de Commissie van 26 juni 1968 betreffende de standaardkwaliteit en de wijze van berekening van de cif-prijs voor melasse (3), elke week de in artikel 15, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 bedoelde cif-prijzen voor melasse, hierna "representatieve prijzen" genoemd, op de wereldmarkt voor melasse moeten worden geconstateerd en vastgesteld en, anderzijds, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de overeenkomst de aanvullende rechten moeten worden vastgesteld; dat het in dit verband, mede gezien het tekort in de Gemeenschap, wenselijk is te bepalen dat, wanneer de voorwaarden van artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 zijn vervuld, de invoerrechten onmiddellijk worden geschorst, tenzij dit anders wordt beslist wanneer die schorsing de communautaire markt voor melasse zou kunnen verstoren;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1389/90 van de Commissie (4) de wijze van beheer is vastgesteld van een communautair contingent van 600 000 ton melasse van oorsprong uit de Staten van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee, waarbij een verlaagde heffing bij invoer in de Gemeenschap wordt toegepast; dat deze heffing om de vorengenoemde redenen in een invoerrecht moet worden omgezet, maar dat de bestaande bepalingen inzake het beheer behouden moeten blijven; dat, aangezien het invoerrecht voor melasse vanaf 1 juli 1995 lager is dan de heffing die vóór die datum kon worden toegepast, het invoerrecht voor het genoemde contingent moet worden vastgesteld op nul, zonder aanvullend recht;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1411/70 van de Commissie (5) en Verordening (EEG) nr. 1389/90 bijgevolg per 1 juli 1995 moeten worden ingetrokken;

Overwegende dat uit de ontwikkeling van de invoer van melasse in de Gemeenschap blijkt dat de haven van Amsterdam de plaats van grensoverschrijding van de Gemeenschap is geworden; dat Verordening (EEG) nr. 785/68 bijgevolg dienovereenkomstig moet worden gewijzigd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 bedoelde aanvullende rechten zijn van toepassing op melasse van de GN-codes 1703 10 00 en 1703 90 00.
  • 2. 
    Voor de toepassing van deze verordening worden onder representatieve prijzen voor melasse op de wereldmarkt of op de markt van invoer in de Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 15, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1785/81, de cif-prijzen voor deze produkten verstaan die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 door de Commissie worden geconstateerd en vastgesteld.

Deze prijzen worden in principe elke week vastgesteld volgens de procedure van artikel 41 van Verordening (EEG) nr. 1785/81. Zij blijven van toepassing totdat een nieuwe vaststelling in werking treedt.

  • 3. 
    Als de Commissie voor een bepaalde week geen representatieve prijs voor melasse van suikerbieten van GN-code 1703 90 00 kan vaststellen omdat er niet genoeg gegevens over de aankoopmogelijkheden voor die melasse voorhanden zijn, blijft de vorige representatieve prijs van toepassing.

Deze representatieve prijs mag echter niet langer dan vier weken gelden. Daarna wordt de representatieve prijs voor melasse van suikerbieten van GN-code 1703 90 00 bepaald op basis van de representatieve prijs voor melasse van suikerriet van GN-code 1703 10 00, vermeerderd met een vast bedrag van 0,30 ecu per 100 kg en rekening houdend met de reactieprijs voor melasse van suikerbieten.

Artikel 2

De in artikel 15, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 bedoelde reactieprijs bedraagt voor 100 kg melasse van de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68 bedoelde standaardkwaliteit:

  • a) 
    7,90 ecu voor melasse van GN-code 1703 10 00;
  • b) 
    8,20 ecu voor melasse van GN-code 1703 90 00.

Artikel 3

  • 1. 
    Voor elke in artikel 1, lid 1, bedoelde soort melasse worden tegelijk met de representatieve prijzen overeenkomstig lid 2 de aanvullende rechten vastgesteld die uit de toepassing van de betrokken representatieve prijs voortvloeien.
  • 2. 
    Als het verschil tussen de betrokken reactieprijs als bedoeld in artikel 2 en de cif-invoerprijs op basis waarvan het aanvullend recht overeenkomstig artikel 4 moet worden berekend:
  • a) 
    niet groter is dan 10 % van de reactieprijs, is het aanvullend recht gelijk aan nul;
  • b) 
    groter is dan 10 %, maar niet groter dan 40 % van de reactieprijs, bedraagt het aanvullend recht 30 % van het verschil boven 10 %;
  • c) 
    groter is dan 40 %, maar niet groter dan 60 % van de reactieprijs, bedraagt het aanvullend recht 50 % van het verschil boven 40 %, plus het aanvullend recht op grond van het bepaalde onder b);
  • d) 
    groter is dan 60 %, maar niet groter dan 75 % van de reactieprijs, bedraagt het aanvullend recht 70 % van het verschil boven 60 %, plus de aanvullende rechten op grond van het bepaalde onder b) en c);
  • e) 
    groter is dan 75 % van de reactieprijs, bedraagt het aanvullend recht 90 % van het verschil boven 75 %, plus de aanvullende rechten op grond van het bepaalde onder b), c) en d).

Artikel 4

  • 1. 
    Als er geen in lid 2 bedoelde aanvraag wordt ingediend of als de in lid 2 bedoelde cif-invoerprijs van de betrokken zending lager is dan de betrokken representatieve prijs zoals vastgesteld door de Commissie, is de cif-invoerprijs van de betrokken zending op basis waarvan het aanvullend recht wordt vastgesteld, de representatieve prijs zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 of lid 3.
  • 2. 
    Als de importeur bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat van invoer daartoe een aanvraag indient, ter gelegenheid van de aanvaarding van de invoeraangifte, kan worden toegestaan dat het aanvullend recht wordt vastgesteld op basis van de cif-invoerprijs van de betrokken zending, omgerekend naar de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68 bedoelde standaardkwaliteit voor melasse, indien de genoemde cif-prijs hoger is dan de betrokken representatieve prijs zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 of lid 3.

De cif-invoerprijs van de betrokken zending wordt in de overeenkomstige prijs voor melasse van de standaardkwaliteit omgerekend door aanpassing op grond van artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 785/68.

Het aanvullend recht wordt slechts op basis van de cif-invoerprijs van de betrokken zending vastgesteld indien de belanghebbende aan de bevoegde instanties van de Lid-Staat van invoer binnen 30 dagen na de aanvaarding van de invoeraangifte ten minste de volgende bewijsstukken overlegt:

  • het koopcontract of een ander, gelijkwaardig bewijsstuk;
  • de verzekeringspolis;
  • de factuur;
  • de vervoerovereenkomst (in voorkomend geval);
  • het certificaat van oorsprong;
  • bij vervoer over zee, het connossement.

De betrokken Lid-Staat kan daarnaast nog andere inlichtingen of bewijsstukken ter staving van deze aanvraag verlangen.

Zodra de aanvraag wordt ingediend, geldt het betrokken aanvullend recht dat de Commissie heeft vastgesteld.

Wegens het verschil tussen het betrokken aanvullend recht dat door de Commissie wordt vastgesteld, en het aanvullend recht dat op basis van de cif-invoerprijs van de betrokken zending wordt vastgesteld, moet de belanghebbende evenwel, als hij een aanvraag indient, een zekerheid stellen op grond van artikel 248 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (6).

Deze zekerheid wordt onmiddellijk vrijgegeven nadat de bevoegde instantie van de Lid-Staat van invoer de aanvraag heeft goedgekeurd op basis van door de belanghebbende overgelegde bewijsstukken.

De bevoegde instantie van de Lid-Staat wijst de aanvraag af als zij van oordeel is dat de overgelegde bewijsstukken de aanvraag onvoldoende staven.

Als de bevoegde instantie de aanvraag niet aanvaardt, wordt de zekerheid verbeurd.

  • 3. 
    De Lid-Staten delen de Commissie, elke week voor de voorafgaande week, de invoeren mee die voortvloeien uit de aanvaarding van de in lid 2 bedoelde aanvraag, met vermelding van de betrokken hoeveelheden en rechten.

Artikel 5

Als de in artikel 1, lid 2, bedoelde representatieve prijs, vermeerderd met het invoerrecht voor, naar gelang van het geval, melasse van suikerriet van GN-code 1703 10 00 of melasse van suikerbieten van GN-code 1703 90 00, voor het betrokken produkt hoger is dan de prijs op basis waarvan voor het betrokken verkoopseizoen de ontvangsten uit de verkoop van melasse zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1785/81, worden de invoerrechten geschorst en vervangen door het bedrag van het door de Commissie geconstateerde verschil. Dit bedrag wordt vastgesteld tegelijk met de in artikel 1, lid 2, bedoelde representatieve prijzen.

Als de schorsing van de invoerrechten evenwel nadelige gevolgen voor de melassemarkt in de Gemeenschap kan hebben, kan volgens dezelfde procedure worden bepaald dat die schorsing gedurende een bepaalde periode niet wordt toegepast.

Artikel 6

  • 1. 
    Het invoerrecht voor, naar gelang van het geval, melasse van suikerriet van GN-code 1703 10 00 of melasse van suikerbieten van GN-code 1703 90 00 van oorsprong uit de ACS-Staten wordt voor een contingent van maximaal 600 000 ton per verkoopseizoen tot nul verminderd.
  • 2. 
    Voor de toepassing van dit artikel wordt uitgegaan van de definitie van de begrippen "produkt van oorsprong" en "methoden van administratieve samenwerking" die is opgenomen in Protocol nr. 1 bij de Vierde ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé.
  • 3. 
    Importeurs die in aanmerking willen komen voor de preferentiële regeling, moeten bij de bevoegde instanties van de Lid-Staat van invoer een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen indienen met een desbetreffende aanvraag voor het in deze verordening bedoelde produkt. Als de bevoegde instanties van deze Lid-Staat deze aangifte aanvaarden, stellen zij de Commissie in kennis van de betrokken aanvragen voor opneming uit het contingent.
  • 4. 
    De aanvraag voor opneming uit het contingent met de datum van aanvaarding van de bijbehorende aangifte tot het in het vrije verkeer brengen worden onverwijld aan de Commissie meegedeeld.
  • 5. 
    De opnemingen worden door de Commissie toegestaan uitgaande van de datum waarop de aangiften tot het in het vrije verkeer brengen door de bevoegde instanties van de Lid-Staat van invoer zijn aanvaard, en van de nog beschikbare hoeveelheden.

Opnemingen waarvan geen gebruik wordt gemaakt, worden zo spoedig mogelijk teruggeboekt naar het contingent van het verkoopseizoen waarvoor zij waren toegestaan.

Wanneer de gevraagde hoeveelheden groter zijn dan het beschikbare saldo van het contingent, worden de opnemingen toegestaan pro rata van de aanvragen. De Lid-Staten worden zo spoedig mogelijk door de Commissie in kennis gesteld van de verrichte opnemingen.

  • 6. 
    Elke Lid-Staat garandeert de importeurs van het betrokken produkt dat zij te allen tijde gelijke toegang krijgen tot het desbetreffende contingent, zolang dit niet is opgebruikt.

Artikel 7

In artikel 5, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 785/68 wordt "Rotterdam" vervangen door "Amsterdam".

Artikel 8

De Verordeningen (EEG) nr. 1411/70 en (EEG) nr. 1389/90 worden ingetrokken.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 23 juni 1995.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB nr. L 177 van 1. 7. 1981, blz. 4.
  • (2) 
    PB nr. L 110 van 17. 5. 1995, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. L 145 van 27. 6. 1968, blz. 12.
  • (4) 
    PB nr. L 133 van 24. 5. 1990, blz. 41.
  • (5) 
    PB nr. L 156 van 17. 7. 1970, blz. 29.
  • (6) 
    PB nr. L 253 van 11. 10. 1993, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.