Verordening 1993/2959 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 3769/92 ter uitvoering en tot wijziging van Verordening 3677/90 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen - Hoofdinhoud

Avis juridique important

|

Verordening (EEG) nr. 2959/93 van de Commissie van 27 oktober 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3769/92 ter uitvoering en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3677/90 van de Raad houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen

Publicatieblad Nr. L 267 van 28/10/1993 blz. 0008 - 0009

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 13 blz. 0052

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 13 blz. 0052

VERORDENING (EEG) Nr. 2959/93 VAN DE COMMISSIE van 27 oktober 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3769/92 ter uitvoering en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3677/90 van de Raad houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3677/90 van de Raad van 13 december 1990 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 900/92 van de Commissie (2), inzonderheid op artikel 10, lid 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3769/92 van de Commissie (3) ter uitvoering en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3677/90, hierna "basisverordening" genoemd,

Overwegende dat bepaalde stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen en die voorkomen in de categorieën 2 en 3 van de bijlage van de basisverordening, onderwerp waren van een doelgerichte controle en, wanneer zij bestemd zijn voor bepaalde landen die als gevoelig zijn geïdentificeerd, onderworpen zijn aan een regeling van uitvoervergunningen;

Overwegende dat de lijsten met gevoelige bestemmingen, in functie van de geregistreerde stoffen, opgenomen zijn in de bijlagen II en III van Verordening (EEG) nr. 3769/92;

Overwegende dat de identificatie van gevoelige bestemmingen dient te geschieden vertrekkende vanuit het uitgangspunt dat een land is betrokken hetzij door de illegale vervaardiging van verdovende middelen en/of psychotrope stoffen hetzij door andere relevante factoren zoals de aardrijkskundige nabijheid van een land waar deze verdovende middelen of stoffen worden geproduceerd;

Overwegende dat voor de identificatie van deze gevoelige bestemmingen de Commissie, in overeenstemming met de delegaties van de Lid-Staten, de voorkeur heeft gegeven aan een afgestemde benadering met elk betrokken land;

Overwegende dat met een aantal van deze landen een dergelijke benadering heeft plaatsgehad opdat zij op de lijst van gevoelige bestemmingen zouden voorkomen en dat een eerste lijst van landen werd opgesteld en aan Verordening (EEG) nr. 3769/92 gehecht;

Overwegende dat deze lijst thans moet worden voltooid voor zover deze contacten, sinds de vaststelling van Verordening (EEG) nr. 3769/92, tot nieuwe concrete resultaten hebben geleid en dat, vanwege de duidelijkheid, de bijlagen II en III van deze verordening vervangen dienen te worden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité precursoren verdovende middelen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II en III van Verordening (EEG) nr. 3769/92 worden vervangen door de bijlage bij onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 27 oktober 1993.

Voor de Commissie

Christiane SCRIVENER

Lid van de Commissie

• (1) 

  PB nr. L 357 van 20. 12. 1990, blz. 1.

• (2) 

  PB nr. L 96 van 10. 4. 1992, blz. 1.

• (3) 

  PB nr. L 383 van 29. 12. 1992, blz. 17.

BIJLAGE

BIJLAGE " II

Stof Bestemming

Azijnzuuranhydride Colombia

Guatemala

Hong-Kong

India

Iran

Libanon

Maleisië

Myanmar (Birma)

Singapore

Syrië

Thailand

Turkije

BIJLAGE III

Stof Bestemming

Methylethylketon Tolueen Kaliumpermanganaat Zwavelzuur (1) Argentinië Bolivië Brazilië Chili Colombia Costa Rica El Salvador Ecuador Guatemala Honduras Hong-Kong Mexico Panama Peru Syrië Thailand Uruguay

Aceton Ethylether Zoutzuur (1) Argentinië Bolivië Brazilië Chili Colombia Costa Rica El Salvador Ecuador Guatemala Honduras Hong-Kong Iran Libanon Myanmar (Birma) Panama Paraguay Peru Singapore Syrië Thailand Turkije Uruguay

• (1) 

  Met inbegrip van de zouten van deze stoffen, met uitzondering van zwavelzuur en zoutzuur, in de gevallen waarin deze zouten kunnen bestaan.".

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.