Verordening 1982/32 - Voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer in de rundvleessector

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R0032

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R0032

Verordening (EEG) nr. 32/82 van de Commissie van 7 januari 1982 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer in de rundvleessector

Publicatieblad Nr. L 004 van 08/01/1982 blz. 0011 - 0014

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0190

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 24 blz. 0146

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0190

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 24 blz. 0146

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 32/82 VAN DE COMMISSIE

van 7 januari 1982

tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer in de rundvleessector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland, en met name op artikel 18, lid 6,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 885/68 van de Raad (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 427/77 (3), de algemene regels voor de toekenning van de restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag zijn vastgesteld;

Overwegende dat, gezien de marktsituatie in de Gemeenschap en de mogelijkheden voor afzet van bepaalde produkten in de sector rundvlees die momenteel bij interventie kunnen worden aangekocht, de voorwaarden dienen te worden vastgesteld waaronder voor deze produkten bijzondere restituties bij uitvoer kunnen worden toegekend wanneer deze produkten voor bepaalde derde landen zijn bestemd, zulks om de interventieaankopen te verminderen;

Overwegende dat het Comité van beheer voor rundvlees geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De produkten die voldoen aan de specifieke voorwaarden welke in deze verordening zijn vastgesteld, komen in aanmerking voor bijzondere restituties bij uitvoer.
  • 2. 
    Deze verordening is van toepassing op vers of gekoeld vlees, in de vorm van hele dieren, halve dieren, »compensated quarters", voorvoeten en achtervoeten, dat naar bepaalde derde landen wordt uitgevoerd.

Artikel 2

  • 1. 
    De toekenning van een bijzondere restitutie bij uitvoer is afhankelijk van de overlegging van het bewijs dat de uitgevoerde produkten afkomstig zijn van volwassen mannelijke runderen.
  • 2. 
    Dit bewijs wordt geleverd door overlegging van een attest waarvan het model is opgenomen in de bijlage en dat, op verzoek van de belanghebbende, wordt afgegeven door het interventiebureau of elke andere instantie die daartoe is aangewezen door de Lid-Staat waar de dieren zijn geslacht en waar de douaneformaliteiten bij uitvoer worden vervuld. Dit document moet bij de vervulling van de douaneformaliteiten bij uitvoer aan de douane-instanties worden voorgelegd.

Artikel 3

De Lid-Staten stellen de voorschriften vast voor de controle op de produkten en voor de afgifte van het in artikel 2 bedoelde attest. Deze voorschriften kunnen de vaststelling van een minimumhoeveelheid omvatten.

De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om te voorkomen dat de betrokken produkten in het tijdvak tussen de controle en het ogenblik waarop deze het geografische grondgebied van de Gemeenschap verlaten of worden geleverd aan de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2730/79 (4) bedoelde bestemmingen, door andere produkten worden vervangen. Deze maatregelen voorzien met name in de identificatie van elk produkt, hetzij door het aanbrengen van een onuitwisbaar merk op elke voet of door het aanbrengen van een loodje aan elke voet. Het slachten en de identificatie heeft plaats in het slachthuis dat door de belanghebbende is aangegeven in het in artikel 2, lid 2, bedoelde verzoek.

Artikel 4

De Lid-Staten stellen de Commissie uiterlijk op 20 januari 1982 in kennis van de bepalingen die zij voor de uitvoering van deze verordening hebben vastgesteld. De Commissie deelt de Lid-Staten vóór 20 februari 1982 haar eventuele opmerkingen mede.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 maart 1982.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 7 januari 1982.

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24.
  • (2) 
    PB nr. L 156 van 4. 7. 1968, blz. 2.
  • (3) 
    PB nr. L 61 van 5. 3. 1977, blz. 16.
  • (4) 
    PB nr. L 317 van 12. 12. 1979, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.