Verordening 1972/616 - Wijze van toepassing van de restituties en de heffingen bij uitvoer van olijfolie

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31972R0616

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31972R0616

Verordening (EEG) nr. 616/72 van de Commissie van 27 maart 1972 betreffende de wijze van toepassing van de restituties en de heffingen bij uitvoer van olijfolie

Publicatieblad Nr. L 078 van 31/03/1972 blz. 0001 - 0002

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0096

Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0242

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0096

Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0246

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0165

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0172

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0172

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 616/72 VAN DE COMMISSIE

van 27 maart 1972

betreffende de wijze van toepassing van de restituties en de heffingen bij uitvoer van olijfolie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2727/71 ( 2 ) ,

Gelet op Verordening nr . 162/66/EEG van de Raad van 27 oktober 1966 betreffende het handelsverkeer in oliën en vetten tussen de Gemeenschap en Griekenland ( 3 ) ,

Gelet op Verordening nr . 171/67/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de restituties en heffingen bij uitvoer van olijfolie ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 444/72 ( 5 ) , en met name op artikel 11 ,

Overwegende dat het ten einde de juiste toepassing van het stelsel van restituties bij uitvoer te waarborgen , wenselijk is geen restitutie te verlenen voor olie met een hoog gehalte aan vrije vetzuren , waarvan de produktie en handel geringe omvang hebben ; dat met hetzelfde doel onderverdeling 15.07 A II van het gemeenschappelijk douanetarief verder onderverdeeld dient te worden in bij eerste persing verkregen olijfolie en andere soorten olie van dezelfde onderverdeling ;

Overwegende dat , wil de heffing bij uitvoer volledig haar doel bereiken , er zorg voor dient te worden gedragen dat het bedrag van deze heffing gelijk is aan de maximumbedragen die voortvloeien uit artikel 10 , lid 2 , van Verordening nr . 171/67/EEG ; dat de heffing echter slechts wordt vastgesteld ingeval het verschil tussen de c.i.f.-prijs en de marktrichtprijs van olijfolie die niet aan een raffinageproces onderworpen is geweest , aanleiding kan geven tot uitvoer die de markt van de Gemeenschap kan verstoren ;

Overwegende dat , daar de omvang van de traditionele uitvoer in kleine verpakkingen niet aanzienlijk wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de wereldmarktprijzen , voor deze uitvoer in een vrijstelling van heffing dient te worden voorzien ; dat een vrijstelling welke uitgaat boven het bedrag van de minimumkosten voor verpakking evenwel speculatieve uitvoer in kleine verpakkingen zou kunnen veroorzaken ; dat het derhalve noodzakelijk blijkt de vrijstelling tot dat bedrag te beperken ;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

De restitutie bij uitvoer wordt slechts verleend voor olijfolie waarvan het gehalte aan vrije vetzuren , uitgedrukt in oliezuur , ten hoogste 30 gram per 100 gram bedraagt .

Artikel 2

Met het oog op het toekennen van de restitutie bij uitvoer worden de produkten van onderverdeling 15.07 A II van het gemeenschappelijk douanetarief als volgt onderverdeeld :

  • 15.07 A II ( a ) : bij eerste persing verkregen olijfolie ,
  • 15.07 A II ( b ) : andere .

Artikel 3

De bedragen van de heffingen bij uitvoer van olijfolie zijn gelijk aan de uit artikel 10 , lid 2 , van Verordening nr . 171/67/EEG voortvloeiende maximumbedragen .

Voor olijfolie van onderverdeling 15.07 A I van het gemeenschappelijk douanetarief en van de in artikel 2 , eerste streepje , bedoelde onderverdeling 15.07 A II ( a ) , in directe verpakking met een netto-inhoud van ten hoogste 5 kg olie , wordt echter vrijstelling van de heffing bij uitvoer verleend tot een bedrag van 7 rekeneenheden per 100 kg nettogewicht uitgevoerde olie .

Artikel 4

1 . De Commissie stelt de heffingen bij uitvoer vast , wanneer het in artikel 10 , lid 2 , eerste alinea , van Verordening nr . 171/67/EEG bedoelde verschil gelijk is aan of hoger dan 2,5 rekeneenheden per 100 kg .

Deze heffingen worden zo vaak vastgesteld als dit voor de stabiliteit van de markt noodzakelijk blijkt en wel zodanig dat wordt verzekerd dat zij ten minste eenmaal per week van toepassing worden .

2 . Behoudens het bepaalde in lid 1 , blijven de voordien vastgestelde heffingen bij uitvoer gehandhaafd , wanneer de berekeningsgegevens van het in lid 1 bedoelde verschil wijzigingen ondergaan , waardoor deze heffingen met minder dan 0,50 rekeneenheid per 100 kg zouden worden verhoogd of verlaagd .

3 . De Commissie deelt aan de Lid-Staten het bedrag van de heffingen bij uitvoer per 100 kg uitgevoerde olie mede , zodra dit bedrag is vastgesteld .

Artikel 5

Verordening ( EEG ) nr . 154/69 van de Commissie van 27 januari 1969 betreffende de wijze van toepassing van de restituties en de heffingen bij uitvoer van olijfolie ( 6 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2219/70 ( 7 ) , wordt ingetrokken .

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op 1 april 1972 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 27 maart 1972 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

S . L . MANSHOLT

( 1 ) PB nr . 172 van 30 . 9 . 1966 , blz . 3025/66 .

( 2 ) PB nr . L 282 van 23 . 12 . 1971 , blz . 8 .

( 3 ) PB nr . 197 van 29 . 10 . 1966 , blz . 3393/66 .

( 4 ) PB nr . 130 van 28 . 6 . 1967 , blz . 2600/67 .

( 5 ) PB nr . L 54 van 3 . 3 . 1972 , blz . 6 .

( 6 ) PB nr . L 22 van 29 . 1 . 1969 , blz . 4 .

( 7 ) PB nr . L 240 van 31 . 10 . 1970 , blz . 72 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.