Verordening 1968/804 - Gemeenschappelijke marktordening in de sector melk en zuivelprodukten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31968R0804

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31968R0804

Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

Publicatieblad Nr. L 148 van 28/06/1968 blz. 0013 - 0023

Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0169

Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0176

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0082

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 2 blz. 0146

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 2 blz. 0146

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0052

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0052

++++

( 1 ) PB nr . C 18 van 9 . 3 . 1968 , blz . 4 .

( 2 ) PB nr . 34 van 27 . 2 . 1964 , blz . 549/64 .

( 3 ) PB nr . 218 van 28 . 11 . 1966 , blz . 3713/66 .

( 4 ) PB nr . 117 van 19 . 6 . 1967 , blz . 2269 .

( 5 ) PB nr . 30 van 20 . 4 . 1962 , blz . 991/62 .

( 6 ) PB nr . 14 van 29 . 1 . 1963 , blz . 153/63 .

( 7 ) PB nr . 130 van 16 . 7 . 1965 , blz . 2173/65 .

VERORDENING ( EEG ) Nr . 804/68 VAN DE RAAD

van 27 juni 1968

houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 42 en 43 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Overwegende dat de werking en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt voor landbouwprodukten gepaard moeten gaan met de totstandkoming van een gemeenschappelijk landbouwbeleid en dat dit beleid met name een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dient te omvatten , die verschillende vormen kan aannemen naar gelang van de produkten ;

Overwegende dat bij Verordening nr . 13/64/EEG ( 2 ) werd bepaald dat de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten met ingang van 1964 geleidelijk tot stand zou worden gebracht ; dat de aldus tot stand gebrachte marktordening hoofdzakelijk de jaarlijkse vaststelling omvat van een richtprijs voor melk , van drempelprijzen voor de hoofdprodukten van de in groepen ingedeelde zuivelprodukten , op het peil waarvan de prijs van de ingevoerde zuivelprodukten door een variabele heffing moet worden gebracht , en van een interventieprijs voor boter ;

Overwegende dat , ten gevolge van de bij Verordening nr . 13/64/EEG ingestelde prijsregelingen , de totstandkoming van één markt voor melk en zuivelprodukten voor de Gemeenschap niet uitsluitend afhangt van de opheffing van alle belemmeringen van het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap en van de totstandbrenging van een gelijke bescherming aan de buitengrenzen van de Gemeenschap ; dat deze totstandkoming immers ook afhangt van de invoering van een stelsel dat één enkele richtprijs voor melk , één enkele drempelprijs voor elk der hoofdprodukten en één enkele interventieprijs voor boter omvat ; dat derhalve in de bij Verordening nr . 13/64/EEG ingestelde regeling de nodige wijzigingen dienen te worden aangebracht ;

Overwegende dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid ten doel heeft de in artikel 39 van het Verdrag gestelde doeleinden te bereiken ; dat het , met name in de sector melk , ten einde de markten te stabiliseren en de betrokken landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren , noodzakelijk is dat de interventiebureaus voortgaan met het nemen van interventiemaatregelen op de markt , welke maatregelen evenwel uniform moeten zijn om het vrije verkeer van de betrokken produkten binnen de Gemeenschap niet te belemmeren ;

Overwegende dat de interventiemaatregelen zodanig moeten zijn dat de opbrengst van alle verkochte melk de gemeenschappelijke richtprijs voor melk francomelkfabriek zoveel mogelijk benadert ; dat het daarom noodzakelijk is om behalve de interventiemaatregelen voor boter en verse room ook andere communautaire interventiemaatregelen vast te stellen ten einde de valorisatie van het melkeiwit en de prijzen van die produkten welke van bijzondere betekenis zijn voor de vorming van de producentenprijzen voor melk te steunen ;

Overwegende dat de totstandbrenging van één markt voor de Gemeenschap voor melk en zuivelprodukten naast een uniforme prijsregeling de instelling van een uniforme regeling van het handelsverkeer aan de buitengrenzen van de Gemeenschap medebrengt ; dat naast het interventiestelsel een regeling van het handelsverkeer die een stelsel van heffingen en restituties bij de uitvoer omvat , eveneens tot stabilisatie van de gemeenschappelijke markt bijdraagt en met name voorkomt dat de schommelingen van de wereldmarktprijzen een terugslag hebben op de binnen de Gemeenschap toegepaste prijzen ; dat derhalve dient te worden voorzien in het opleggen van een heffing bij invoer uit derde landen en het toekennen van een restitutie bij uitvoer naar derde landen , beide ter overbrugging van het verschil tussen de buiten en binnen de Gemeenschap geldende prijzen ;

Overwegende dat het nog niet mogelijk is voor bepaalde produkten van post 04.01 van het gemeenschappelijk douanetarief een invoerregeling te treffen welke overeenkomt met die voor de andere zuivelprodukten ; dat het derhalve dienstig is het momenteel door de Lid-Staten toegepaste stelsel , wat de voornaamste punten betreft , tot en met 31 december 1969 te handhaven , maar daarbij wel , ten einde tot een zekere eenmaking te komen , te bepalen dat de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief moeten worden toegepast ;

Overwegende dat , ter aanvulling van het hierboven beschreven stelsel en voor zover nodig voor de goede werking ervan , de mogelijkheid dient te worden geschapen voorschriften vast te stellen voor de toepassing van het zogenaamde stelsel van het actieve veredelingsverkeer en deze toepassing uit te sluiten voor zover de marktsituatie zulks vereist ; dat bovendien de restitutie zodanig moet worden vastgesteld dat de door de verwerkende industrie van de Gemeenschap met het oog op de export gebruikte communautaire basisprodukten niet benadeeld worden door een stelsel van actief veredelingsverkeer dat deze industrie ertoe zou bewegen de invoer van basisprodukten uit derde landen te verkiezen ; dat de invoering van de gemeenschappelijke markt voor melk en zuivelprodukten een communautaire regeling voor het actieve veredelingsverkeer noodzakelijk maakt ;

Overwegende dat de bevoegde instanties in staat moeten worden gesteld de ontwikkeling van het handelsverkeer permanent te volgen ten einde de ontwikkeling van de markt te kunnen beoordelen en eventueel de bij deze verordening voorgeschreven maatregelen toe te passen die deze ontwikkeling vereist ; dat te dien einde behoort te worden voorzien in de afgifte van invoercertificaten , en eventueel , van uitvoercertificaten , waaraan het stellen van een waarborg wordt gekoppeld als garantie dat de in - of uitvoer waarvoor de certificaten worden aangevraagd , zal plaatsvinden ;

Overwegende dat het stelsel van heffingen het mogelijk maakt af te zien van iedere andere beschermende maatregel aan de buitengrenzen van de Gemeenschap ; dat het stelsel van gemeenschappelijke prijzen en heffingen echter in uitzonderlijke omstandigheden te kort kan schieten ; dat ten einde de markt van de Gemeenschap in dergelijke gevallen niet zonder bescherming te laten tegen verstoringen die hieruit dreigen voort te vloeien , aangezien de voorheen bestaande invoerbelemmeringen zullen zijn opgeheven , de Gemeenschap in staat dient te worden gesteld snel de vereiste maatregelen te nemen ;

Overwegende dat de totstandbrenging van een gemeenschappelijke markt in de sector melk en zuivelprodukten de opheffing medebrengt van alle aan de binnengrenzen van de Gemeenschap voor het vrije verkeer van de betrokken produkten bestaande belemmeringen ;

Overwegende dat de totstandbrenging van een gemeenschappelijke markt die berust op een stelsel van gemeenschappelijke prijzen door de toepassing van bepaalde steunmaatregelen in gevaar zou worden gebracht ; dat het derhalve dienstig is dat de bepalingen van het Verdrag , die het mogelijk maken de door de Lid-Staten verleende steun te beoordelen en die steunmaatregelen welke onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt te verbieden , van toepassing worden verklaard op de sector melk en zuivelprodukten ; dat het , om de totstandbrenging van , de gemeenschappelijke marktordening in de Bondsrepubliek Duitsland te vergemakkelijken , evenwel noodzakelijk is te voorzien in de mogelijkheid om tijdens een overgangsperiode voor bepaalde produkten degressieve nationale steun te verlenen ; dat het , gezien de bijzondere situatie van de landbouw in Luxemburg enerzijds en de versnelde verwezenlijking van het vrije verkeer van goederen in de Gemeenschap anderzijds , tevens dienstig is het Groothertogdom Luxemburg toe te staan de melkproducenten tijdens een periode van zes jaar degressieve steun te verlenen ; dat het verlenen van nationale steun voor het verbruik op scholen van produkten van tariefpost 04.01 dient te worden toegestaan ;

Overwegende dat de totstandbrenging van het vrije verkeer van boter kan worden bemoeilijkt door de verschillen in de voorschriften ter zake van de fabricage en het in de handel brengen van dit produkt , welke de Lid-Staten hebben kunnen handhaven ; dat het derhalve noodzakelijk is gemeenschappelijke kwaliteits - en handelsnormen vast te stellen ; dat het , om te vermijden dat de produkten van de Gemeenschap in een ongunstige positie komen te verkeren , noodzakelijk is de toepassing van deze bepalingen uit te breiden tot ingevoerde boter ;

Overwegende dat de overgang van de regeling van Verordening nr . 13/64/EEG naar die welke bij de onderhavige verordening wordt ingesteld onder de meest gunstige omstandigheden dient te verlopen ; dat daarom overgangsmaatregelen noodzakelijk kunnen blijken ;

Overwegende dat bij de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten gelijkelijk en op passende wijze rekening moet worden gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden ;

Overwegende dat , om de uitvoering van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken , dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een Comité van beheer een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

De gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten geldt ten aanzien van de volgende produkten :

Nr . van het

gemeen -

  • Omschrijving

schappelijk

douanetarief

a ) 04.01 * Melk en room , vers , niet ingedikt , zonder

  • toegevoegde suiker :

1 * A . met een vetgehalte van niet meer dan

  • 6 gewichtspercenten

2 * B . andere

b ) 04.02 * Melk en room , verduurzaamd , ingedikt

  • of met toegevoegde suiker

c ) 04.03 * Boter

d ) 04.04 * Kaas en wrongel

e ) 17.02 * Andere suikers ; suikerstroop ; kunsthonig

  • ( ook indien met natuurhonig vermengd ) ;
  • karamel :
  • A . Lactose ( melksuiker ) en melksuiker -
  • stroop :
  • II . andere ( dan die , bevattende , in
  • droge toestand , 99 of meer ge -
  • wichtspercenten zuivere lactose )

f ) 17.05 * Suiker , stroop en melasse , gearomatiseerd

  • of met toegevoegde kleurstoffen ( vanille -
  • suiker of vanillinesuiker daaronder
  • begrepen ) , met uitzondering van vruchte -
  • sap , waaraan suiker is toegevoegd ,
  • ongeacht in welke verhouding :
  • A . Lactose ( melksuiker ) en melksuiker -
  • stroop

g ) 23.07 * Veevoeder , samengesteld met melasse of

  • met suiker en ander bereid voedsel voor
  • dieren ; andere preparaten , gebezigd voor
  • het voederen van dieren ( veevoedersupple -
  • menten , enz . ) :
  • ex B . Preparaten en voedsel , bevattende
  • produkten waarop de onderhavige
  • verordening rechtstreeks of uit hoof -
  • de van Verordening nr . 189/66 /
  • EEG ( 1 ) van toepassing is , met uit -
  • zondering van preparaten en voedsel
  • waarop Verordening nr . 120/67 /
  • EEG van toepassing is ( 2 )

TITEL I

Prijsregeling

Artikel 2

Het melkprijsjaar begint voor alle in artikel 1 genoemde produkten op 1 april en eindigt op 31 maart van het daaropvolgende kalenderjaar , tenzij de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag anders besluit .

Het melkprijsjaar 1968/1969 begint evenwel op 29 juli 1968 .

Artikel 3

1 . Jaarlijks wordt voor de Gemeenschap v}}r 1 augustus een richtprijs voor melk vastgesteld welke geldt voor het melkprijsjaar dat het daaropvolgende jaar aanvangt .

De richtprijs voor het melkprijsjaar 1968/1969 wordt echter v}}r 29 juli 1968 vastgesteld .

2 . De richtprijs is de melkprijs welke wordt nagestreefd voor de totale hoeveelheid melk die door de producenten tijdens het melkprijsjaar wordt verkocht , in die mate waarin de afzetmogelijkheden op de markt van de Gemeenschap en op de markten daarbuiten dit toelaten .

3 . De richtprijs wordt vastgesteld voor melk met een vetgehalte van 3,7 % en wel in het stadium francomelkfabriek .

4 . De richtprijs wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

Artikel 4

Jaarlijks stelt de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag voor bepaalde van de in artikel 1 , sub a ) 2 en sub b ) tot en met g ) , genoemde produkten , hierna te noemen " hoofdprodukten " , de drempelprijzen van de Gemeenschap voor het volgende melkprijsjaar vast . De drempelprijzen worden zodanig vastgesteld dat de prijzen van de ingevoerde zuivelprodukten , rekening houdend met de voor de verwerkende industrie van de Gemeenschap noodzakelijke bescherming , op een niveau liggen dat overeenkomt met de richtprijs voor melk .

Artikel 5

1 . Jaarlijks worden tegelijk met de vaststelling van de richtprijs voor melk en volgens dezelfde procedure vastgesteld

a ) een interventieprijs voor boter .

b ) een interventieprijs voor mager melkpoeder ,

c ) interventieprijzen voor Grana-Padanokaas en Parmigiano-Reggianokaas .

2 . De interventieprijzen voor de in lid 1 , sub c ) , bedoelde kaassoorten worden op zodanige niveaus vastgesteld dat de , in de gebieden van de Gemeenschap waar deze kaassoorten worden geproduceerd en recht hebben op de benaming van oorsprong , gevestigde melkproducenten met betrekking tot de producentenprijs voor melk dezelfde duurzame waarborgen krijgen als worden geboden door de interventiemaatregelen voor ondermelk en boter .

TITEL II

Interventieregeling

Artikel 6

1 . Het door elke Lid-Staat aangewezen interventiebureau koopt tegen de interventieprijs onder overeenkomstig lid 6 vastgestelde voorwaarden de hem aangeboden , in de Gemeenschap geproduceerde , boter welke voorzien is van het in artikel 27 voorgeschreven controlemerk , indien deze boter aan bepaalde vereisten voldoet .

2 . Voor de particuliere opslag van in de Gemeenschap geproduceerde boter welke van het controlemerk is voorzien , en van in de Gemeenschap geproduceerde room , wordt onder overeenkomstig lid 6 vastgestelde voorwaarden steun verleend , indien deze produkten aan bepaalde vereisten voldoen .

3 . De afzet van de door het interventiebureau gekochte boter geschiedt zodanig dat het evenwicht op de markt niet wordt verstoord en aan de kopers een gelijke toegang tot de te verkopen produkten en een gelijke behandeling wordt gewaarborgd .

Voor die boter in openbare opslag die in de loop van een melkprijsjaar niet tegen normale voorwaarden kan worden afgezet , kunnen bijzondere maatregelen worden genomen . Voor zover de aard van voornoemde maatregelen zulks rechtvaardigt , worden eveneens bijzondere maatregelen genomen met het oog op de handhaving van de afzetmogelijkheden voor de produkten waarvoor de in lid 2 bedoelde steun werd verleend .

4 . De interventieregeling wordt zodanig toegepast dat

a ) de concurrentiepositie van boter op de markt gehandhaafd blijft ;

b ) de oorspronkelijke kwaliteit van de boter zoveel mogelijk behouden blijft ;

c ) de meest rationele wijze van opslag wordt verwezenlijkt .

5 . Tot de toepassing van de krachtens artikel 27 vast te stellen voorschriften , en uiterlijk tot en met 31 december 1968 , is voor de in de leden 1 en 2 bedoelde boter het in artikel 27 voorgeschreven controlemerk niet vereist .

Evenwel kan de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , afwijken van de in de vorige alinea gestelde datum .

6 . Volgens dezelfde procedure stelt de Raad de algemene voorschriften vast betreffende de in dit artikel bedoelde interventiemaatregelen , en met name de voorwaarden voor de toepassing daarvan .

7 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel , en met name het bedrag van de voor de particuliere opslag verleende steun , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 7

1 . Het door elke Lid-Staat aangewezen interventiebureau koopt tegen de interventieprijs onder overeenkomstig lid 4 vastgestelde voorwaarden het , hem aangeboden , in de Gemeenschap geproduceerde magere melkpoeder van eerste kwaliteit , indien dit poeder aan bepaalde vereisten voldoet .

2 . De afzet van het door de interventiebureaus gekochte magere melkpoeder geschiedt zodanig dat het evenwicht op de markt niet wordt verstoord en dat aan de kopers een gelijke toegang tot de te verkopen produkten en een gelijke behandeling wordt gewaarborgd .

Voor het mager melkpoeder dat in de loop van een melkprijsjaar niet tegen normale voorwaarden kan worden afgezet , kunnen bijzondere maatregelen worden genomen .

3 . Onder overeenkomstig lid 4 vastgestelde voorwaarden kan steun worden verleend voor de particuliere opslag van in de Gemeenschap geproduceerd mager melkpoeder van eerste kwaliteit , indien dit poeder aan bepaalde vereisten voldoet .

4 . De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , de algemene voorschriften vast betreffende de in dit artikel bedoelde interventiemaatregelen , en met name de voorwaarden voor de toepassing daarvan .

5 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 8

1 . Het interventiebureau , aangewezen door de Lid-Staat waar Grana-Padano-kaas en Parmigiano-Reggiano-kaas worden geproduceerd en deze kaassoorten recht hebben op de benaming van oorsprong , koopt deze kaassoorten tegen de interventieprijs onder overeenkomstig lid 4 vastgestelde voorwaarden , indien zij aan bepaalde vereisten voldoen .

2 . De afzet van de in lid 1 bedoelde , door het interventiebureau gekochte kaas geschiedt zodanig dat het evenwicht op de markt niet wordt verstoord en dat aan de kopers een gelijke toegang tot de te verkopen produkten en een gelijke behandeling wordt gewaarborgd .

Voor die hoeveelheden die in de loop van een melkprijsjaar niet tegen normale voorwaarden kunnen worden afgezet , kunnen bijzondere maatregelen worden genomen .

3 . Onder overeenkomstig lid 4 vastgestelde voorwaarden wordt steun verleend voor de particuliere opslag van

a ) Grana-Padano-kaas die ten minste 12 maanden oud is ,

b ) Parmigiano-Reggiano-kaas die ten minste 18 maanden oud is ,

indien deze kaassoorten voldoen aan bepaalde vereisten .

4 . De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , de algemene voorschriften vast betreffende de in dit artikel bedoelde interventiemaatregelen , en met name de voorwaarden voor de toepassing daarvan .

5 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 9

1 . In de jaren waarin zulks noodzakelijk blijkt kunnen voor bewaarkaas interventiemaatregelen worden genomen ten einde de markt te steunen , indien deze kaas aan bepaalde vereisten voldoet .

Deze maatregelen worden met name getroffen in de vorm van steun voor de particuliere opslag .

2 . De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de algemene voorschriften vast betreffende de in dit artikel bedoelde interventiemaatregelen .

3 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 10

1 . Onder overeenkomstig lid 2 vastgestelde voorwaarden wordt steun verleend aan in de Gemeenschap geproduceerde en als voeder voor dieren gebruikte ondermelk en mager melkpoeder , indien deze produkten aan bepaalde vereisten voldoen .

2 . Op voorstel van de Commissie , stelt de Raad , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de algemene voorschriften vast betreffende de in dit artikel bedoelde steun , en met name de voorwaarden voor de toepassing daarvan .

Volgens dezelfde procedure wordt jaarlijks tegelijk met de vaststelling van de richtprijs , de steun voor ondermelk en mager melkpoeder voor het volgende melkprijsjaar vastgesteld . Indien evenwel bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken , kan deze steun in de loop van een melkprijsjaar volgens dezelfde procedure worden gewijzigd .

3 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 11

1 . Onder overeenkomstig lid 2 vastgestelde voorwaarden wordt steun verleend aan in de Gemeenschap geproduceerde en tot caseine verwerkte ondermelk , indien deze melk en de daaruit vervaardigde caseine aan bepaalde vereisten voldoen .

2 . Op voorstel van de Commissie stelt de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de algemene voorschriften vast betreffende de in dit artikel bedoelde steun , en met name de voorwaarden voor de toepassing daarvan .

3 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel , en met name het bedrag van de steun , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 12

1 . Wanneer overschotten aan botervet ontstaan of dreigen te ontstaan , kunnen andere dan de in artikel 6 bedoelde maatregelen worden getroffen om de afzet te vergemakkelijken .

2 . De Raad besluit , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag tot de in dit artikel bedoelde maatregelen en stelt de algemene voorschriften voor de toepassing ervan vast .

3 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

TITEL III

Regeling van het handelsverkeer met derde landen

Artikel 13

1 . Voor invoer in de Gemeenschap van de in artikel 1 genoemde produkten moet een invoercertificaat worden overgelegd . Uitvoer van deze produkten uit de Gemeenschap kan afhankelijk worden gesteld van het overleggen van een uitvoercertificaat .

2 . Het certificaat wordt door de Lid-Staten afgegeven aan elke belanghebbende die daartoe het verzoek doet , ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap .

Dit certificaat is geldig voor invoer in of uitvoer uit de Gemeenschap welke plaatsvindt vanaf een , op voorstel van de Commissie door de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vast te stellen datum , doch uiterlijk vanaf

_ 1 januari 1970 voor de in artikel 1 , sub a ) 1 , genoemde produkten , en

_ 1 augustus 1969 voor de overige in artikel 1 genoemde produkten .

Tot deze data is dit certificaat slechts geldig voor de invoer in of uitvoer uit de Lid-Staat die het certificaat heeft afgegeven .

De afgifte van deze certificaten is afhankelijk van het stellen van een waarborg , als garantie dat zal worden voldaan aan de verplichting tot in - of uitvoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat ; deze waarborg wordt geheel of gedeeltelijk verbeurd indien de in - of uitvoer niet , respectievelijk slechts ten dele , binnen deze termijn plaatsvindt .

3 . De lijst van produkten waarvoor uitvoercertificaten worden vereist , wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Volgens dezelfde procedure worden de geldigheidsduur van de certificaten en de overige uitvoeringsbepalingen van dit artikel vastgesteld .

Artikel 14

1 . Tot en met 31 december 1969 worden op de invoer van de in artikel 1 , sub a ) 1 , genoemde produkten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief toegepast .

2 . Bij de invoer van de in artikel 1 , sub a ) 2 en sub b ) tot en met g ) , genoemde produkten wordt een heffing toegepast .

3 . De in lid 2 bedoelde produkten kunnen worden onderverdeeld in groepen . Voor iedere groep wordt een hoofdprodukt aangeduid . De andere produkten van een groep worden hierna " gekoppelde produkten " genoemd .

Voor zover de heffing voor de produkten van een groep niet volgens bijzondere bepalingen wordt vastgesteld , is deze gelijk aan de drempelprijs van het hoofdprodukt , verminderd met de prijs franco-grens .

In afwijking van het bepaalde in de tweede alinea wordt evenwel voor produkten waarvan het douanerecht in het kader van het G.A.T.T . is geconsolideerd , de heffing beperkt tot het uit deze consolidatie voortvloeiende bedrag .

4 . Voor ieder hoofdprodukt wordt op basis van de gunstigste aankoopmogelijkheden in de internationale handel voor produkten van de betrokken groep een prijs franco-grens van de Gemeenschap vastgesteld . Daarbij blijven echter de gekoppelde produkten waarvoor de heffing niet gelijk is aan de voor hun hoofdprodukt geldende heffing , buiten beschouwing .

Bij de vaststelling van de prijzen franco-grens wordt rekening gehouden met de eventuele verschillen tussen het produkt waarvoor een prijs wordt geconstateerd en het hoofdprodukt , voor zover deze verschillen van invloed zijn op de verhandeling van het betrokken produkt .

5 . De toe te passen heffing is die welke ge'dt op de dag van invoer .

6 . De Raad stelt op voorstel van de Commissie volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vast :

_ de produktengroepen en de onderscheidene hoofdprodukten ,

_ de bijzondere bepalingen inzake de berekening van de heffingen .

7 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel , met name die betreffende de vaststelling van de prijzen franco-grens en , eventueel , de marge waarbinnen de veranderingen van de berekeningselementen van de heffing geen wijziging van de heffing ten gevolge hebben , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

8 . De Commissie stelt de in dit artikel bedoelde heffingen vast .

Artikel 15

Tot en met 31 december 1969 handhaven de Lid-Staten ten opzichte van derde landen voor de in artikel 1 , sub a ) 1 , genoemde produkten de heffingen met gelijke werking als douanerechten , de kwantitatieve beperkingen en de maatregelen van gelijke werking , welke bij de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing zijn .

Artikel 16

1 . Vanaf het van toepassing worden van de overeenkomstig artikel 27 vastgestelde voorschriften mag in de Gemeenschap slechts boter worden ingevoerd , die voldoet aan de kwaliteitsnormen welke gelden voor in de Gemeenschap geproduceerde boter welke voorzien is van het in genoemd artikel voorgeschreven controlemerk .

De Raad kan , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag besluiten tot uitzonderingen op het bepaalde in de voorgaande alinea .

2 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel , met name de controlemaatregelen bij de invoer van boter , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 17

1 . In de mate nodig om de uitvoer van de in artikel 1 bedoelde produkten als zodanig of , wanneer het de sub a ) , b ) , c ) en e ) van artikel 1 bedoelde produkten betreft , in de vorm van in de bijlage opgenomen produkten , op basis van de prijzen van deze produkten in de internationale handel mogelijk te maken , kan het verschil tussen deze prijzen en de prijzen in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer .

2 . De restitutie is gelijk voor de gehele Gemeenschap . Zij kan naar gelang van de bestemming worden gedifferentieerd .

De vastgestelde restitutie wordt toegekend op verzoek van de belanghebbende .

Bij de vaststelling van de restitutie wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak een evenwicht tot stand te brengen tussen het gebruik van de basisprodukten uit de Gemeenschap met het oog op de uitvoer van verwerkte goederen naar derde landen en het gebruik van de tot het veredelingsverkeer toegelaten produkten van deze landen .

3 . De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de algemene voorschriften vast betreffende de toekenning van de restituties , het bepalen van het bedrag en de voorafgaande vaststelling ervan .

4 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Volgens dezelfde procedure worden periodiek de restituties vastgesteld .

5 . Indien hiertoe de noodzaak bestaat , kan de Commissie , op verzoek van een Lid-Staat of eigener beweging , de restituties tussentijds wijzigen .

Artikel 18

1 . Voor zover nodig voor de goede werking van de gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector melk en zuivelprodukten , kan de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag in bijzondere gevallen de toepassing van de regeling van het actieve veredelingsverkeer geheel of gedeeltelijk uitsluiten voor de in artikel 1 bedoelde produkten die bestemd zijn voor de vervaardiging van in artikel 1 bedoelde produkten of in de bijlage bedoelde goederen .

2 . De communautaire bepalingen ter regeling van het actieve veredelingsverkeer voor de in artikel 1 genoemde produkten worden uiterlijk 1 juli 1968 vastgesteld .

3 . Volgens de in lid 1 bedoelde procedure worden de bepalingen vastgesteld die tot de inwerkingtreding van de in lid 2 bedoelde regeling van toepassing zijn ten aanzien van :

a ) het opbrengstpercentage waarvan wordt uitgegaan voor het bepalen van de hoeveelheden in artikel 1 bedoelde produkten die verwerkt zijn in de door verwerking verkregen goederen welke worden uitgevoerd ;

b ) het bepalen , met het oog op de toepassing van het douanerecht of van de heffing , van de hoeveelheid bij de verwerking gebruikte produkten die overeenkomt met de door verwerking verkregen goederen welke in het vrije verkeer worden gebracht .

4 . Onder stelsel van actief veredelingsverkeer in de zin van dit artikel wordt verstaan : het samenstel van bepalingen waarbij de voorwaarden zijn vastgesteld , waaronder in de Gemeenschap de be - of verwerking plaatsvindt van produkten uit derde landen die vrijstelling genieten van de douanerechten of de heffingen waaraan zij zijn onderworpen en die noodzakelijk zijn ter verkrijging van goederen welke voor uitvoer bestemd zijn .

Artikel 19

1 . De algemene bepalingen en de bijzondere regels voor de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief zijn van toepassing voor de classificatie van de produkten die onder de onderhavige verordening vallen ; de tariefnomenclatuur die voortvloeit uit de toepassing van de onderhavige verordening wordt opgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief .

2 . Behoudens andersluidende bepalingen van deze verordening of afwijkingen waartoe de Raad op voorstel van de Commissie volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag besluit , zijn verboden :

_ de toepassing van enig douanerecht of enige heffing van gelijke werking ,

_ de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking , behoudens de bepalingen van het Protocol betreffende het Groothertogdom Luxemburg .

Als maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking wordt onder meer beschouwd de beperking van de toekenning van in - of uitvoercertificaten tot een bepaalde groep rechthebbenden .

Artikel 20

1 . Wanneer voor een of meer hoofdprodukten de prijs franco-grens aanmerkelijk hoger is dan de drempelprijs kunnen , indien deze toestand zou kunnen voortduren en de markt van de Gemeenschap als gevolg daarvan verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan , de nodige maatregelen worden getroffen .

2 . De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de algemene voorschriften voor de toepassing van dit artikel vast .

Artikel 21

1 . Indien in de Gemeenschap de markt voor een of meer van de in artikel 1 bedoelde produkten als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan , die de doeleinden van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen , kunnen in het handelsverkeer met derde landen passende maatregelen worden toegepast totdat deze verstoring opgeheven of het gevaar daarvoor geweken is .

De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de uitvoeringsbepalingen van dit lid vast en bepaalt in welke gevallen en binnen welke grenzen de Lid-Staten conservatoire maatregelen kunnen treffen .

2 . Indien de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet , neemt de Commissie op verzoek van een Lid-Staat of eigener beweging de noodzakelijke maatregelen , die aan de Lid-Staten worden medegedeeld en onmiddellijk van toepassing zijn . Indien bij de Commissie een dergelijk verzoek van een Lid-Staat wordt ingediend , beslist zij hierover binnen de vierentwintig uur na ontvangst van het verzoek .

3 . Iedere Lid-Staat kan de maatregel van de Commissie binnen de drie werkdagen volgende op de dag van de mededeling daarvan aan de Raad voorleggen . De Raad komt onverwijld bijeen . Hij kan de betreffende maatregel volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag wijzigen of vernietigen .

TITEL IV

Algemene bepalingen

Artikel 22

1 . In het handelsverkeer binnen de Gemeenschap zijn verboden :

_ de toepassing van enig douanerecht of enige heffing van gelijke werking ;

_ de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking , behoudens de bepalingen van het Protocol betreffende het Groothertogdom Luxemburg ;

_ het beroep op artikel 44 van het Verdrag .

2 . De communautaire regeling betreffende de aanvullende maatregelen met betrekking tot de produkten welke onder post 04.01 van het gemeenschappelijk douanetarief vallen , wordt v}}r 1 april 1969 vastgesteld en uiterlijk met ingang van 1 januari 1970 toegepast .

De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , overgangsmaatregelen vast die uiterlijk op 1 januari 1969 worden toegepast op het verkeer binnen de Gemeenschap van de in artikel 1 , sub a ) 1 , bedoelde produkten .

Totdat deze overgangsmaatregelen van toepassing worden , kunnen de Lid-Staten voor deze produkten de kwantitatieve beperkingen en de maatregelen van gelijke werking , welke op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening worden toegepast , handhaven .

Tot en met 31 december 1969 kan die Bondsrepubliek Duitsland de regeling van de verzamel - en afzetgebieden voor melk handhaven en kan de Italiaanse Republiek de maatregelen ter voorziening van bepaalde gebieden met consumptiemelk handhaven .

3 . Totdat de overeenkomstig artikel 27 vastgestelde voorschriften van toepassing worden , handhaaft elke Lid-Staat voor de invoer uit derde landen en de leveringen uit de andere Lid-Staten van boter de regeling die op 30 juni 1968 van toepassing was uit hoofde van artikel 2 , lid 6 , van Verordening nr . 13/64/EEG .

4 . De in artikel 1 bedoelde goederen waarin produkten welke noch in artikel 9 , lid 2 , noch in artikel 10 , lid 1 , van het Verdrag zijn bedoeld , verwerkt zijn , of die uit zodanige produkten zijn verkregen , worden niet toegelaten tot het vrije verkeer binnen de Gemeenschap .

Artikel 23

Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening , zijn de artikelen 92 tot en met 94 van het Verdrag van toepassing op de produktie van en de handel in de in artikel 1 bedoelde produkten .

Artikel 24

1 . Behoudens het bepaalde in artikel 92 , lid 2 , van het Verdrag , is die steun verboden waarvan het bedrag wordt vastgesteld in verhouding tot de prijs of de hoeveelheid van de in artikel 1 bedoelde produkten .

2 . Eveneens verboden zijn die nationale maatregelen waardoor een verevening van de prijzen van de in artikel 1 bedoelde produkten mogelijk is .

Artikel 25

1 . De Raad kan , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de Bondsrepubliek Duitsland op haar verzoek machtigen om voor boter en voor Goudse , Edammer en Tilsiter kaas tot en met 31 december 1969 een degressieve nationale steun voor de consumptie te verlenen welke de invoering van de gemeenschappelijke prijzen in de sector melk en zuivelprodukten kan vergemakkelijken .

2 . Het Groothertogdom Luxemburg wordt gemachtigd aan de melkproducenten tot het einde van het melkprijsjaar 1973/1974 steun te verlenen waarvan het bedrag per 100 kilogram tot het einde van het melkprijsjaar 1971/1972 ten hoogste 0,375 rekeneenheid , tijdens het melkprijsjaar 1972/1973 ten hoogste 0,300 rekeneenheid en tijdens het melkprijsjaar 1973/1974 ten hoogste 0,200 rekeneenheid mag bedragen .

3 . Indien de Bondsrepubliek Duitsland gebruik maakt van de in lid 1 bedoelde machtiging , heft zij , in afwijking van het bepaalde in artikel 22 , lid 1 , bij uitvoer naar derde landen en bij levering naar de Lid-Staten , op deze produkten een compenserend bedrag dat gelijk is aan het bedrag van de nationale steun , en verleent zij bij invoer uit derde landen en bij levering uit de Lid-Staten van dezelfde of soortgelijke produkten een subsidie die gelijk is aan het compenserende bedrag .

Bij het handelsverkeer in de in artikel 1 bedoelde goederen , voor de vervaardiging waarvan produkten worden gebruikt waarop het bepaalde in de eerste alinea van toepassing is , worden compenserende bedragen geheven en subsidies verleend die , per 100 kilogram , worden afgeleid van de bedragen die gelden voor de gebruikte produkten , en wel op basis van de verhouding tussen de gebruikte hoeveelheid en 100 kilogram van het gebruikte produkt .

4 . De algemene voorschriften voor de toepassing van lid 3 worden door de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vastgesteld .

5 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel , en met name het compenserende bedrag , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 26

De Lid-Staten kunnen , ten behoeve van leerlingen op scholen , nationale steun verlenen voor melk die verwerkt is tot produkten van de posten 04.01 of 22.02 van het gemeenschappelijk douanetarief .

Artikel 27

Volgens de procedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag worden voorschriften vastgesteld betreffende de fabricage en de verhandeling van boter , welke met name voorzien in een controlemerk voor boter die aan bijzondere vereisten voldoet .

Artikel 28

De Lid-Staten en de Commissie verstrekken elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens . De wijze waarop deze gegevens worden medegedeeld en verspreid , wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 .

Artikel 29

1 . Er is ingesteld een Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten , hierna te noemen het " Comité " , dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap staat van een vertegenwoordiger van de Commissie .

2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

Artikel 30

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de voorzitter deze procedure bij het Comité in , hetzij op eigen initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

2 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van twaalf stemmen .

3 . De Commissie stelt maatregelen vast , die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien echter deze maatregelen niet in overeenstemming zijn met het door het Comité uitgebrachte advies , worden zij door de Commissie onverwijld ter kennis van de Raad gebracht ; in dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten , tot ten hoogste een maand na deze kennisgeving uitstellen .

De Raad kan binnen een maand volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag een andersluidend besluit nemen .

Artikel 31

Het Comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat , aan de orde wordt gesteld .

Artikel 32

Aan het einde van de overgangsperiode besluit de Raad , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , op voorstel van de Commissie , gelet op de verworven ervaring , tot handhaving of wijziging van de bepalingen van artikel 30 .

Artikel 33

Deze verordening moet zodanig worden toegepast dat gelijkelijk en op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden .

Artikel 34

Verordening nr . 25 inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 1 ) en de desbetreffende uitvoeringsbepalingen zijn van toepassing zodra de onderhavige verordening wordt toegepast op de in artikel 1 genoemde produkten .

Artikel 35

Indien overgangsmaatregelen noodzakelijk zijn ter vergemakkelijking van de overgang van de bij Verordening nr . 13/64/EEG ingestelde regeling naar die van de onderhavige verordening , met name indien de toepassing van de nieuwe regeling met ingang van de vastgestelde datum voor bepaalde produkten op aanzienlijke moeilijkheden zou stuiten , worden deze maatregelen volgens de procedure van artikel 30 vastgesteld . Zij zijn uiterlijk tot en met 28 juli 1969 van toepassing .

Artikel 36

De algemene bepalingen voor de uitlegging en de bijzondere regels voor de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief zijn van toepassing voor de classificatie van de produkten die onder Verordening nr . 13/64/EEG vallen ; de tariefnomenclatuur die voortvloeit uit de toepassing van die verordening , wordt opgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief met ingang van de datum waarop dit volledig wordt toegepast .

Artikel 37

1 . Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

2 . De bij deze verordening ingestelde regeling is van toepassing met ingang van 29 juli 1968 , met uitzondering van

a ) de in artikel 35 bedoelde maatregelen , die reeds met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening van toepassing kunnen worden verklaard ;

b ) artikel 36 , dat van toepassing is met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening .

3 . Verordening nr . 13/64/EEG en haar uitvoeringsbepalingen , met uitzondering van

a ) Verordening nr . 3/63/EEG ( 2 ) , alsmede

b ) de artikelen 3 en 5 van Verordening nr . 116/65/EEG ( 3 ) en de op grond van genoemd artikel 3 vastgestelde bepalingen ,

worden met ingang van 29 juli 1968 ingetrokken .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 27 juni 1968 .

Voor de Raad

De Voorzitter

E . FAURE

BIJLAGE

Nr . van het

gemeenschappelijk * Omschrijving

douanetarief

17.02 * Andere suikers ; suikerstroop ; kunsthonig ( ook indien met natuur -

  • honig vermengd ) ; karamel :
  • A . Lactose ( melksuiker ) en melksuikerstroop :
  • 1 . bevattende , in droge toestand , 99 of meer gewichtspercenten
  • zuivere lactose

17.04 * Suikerwerk zonder cacao :

  • C . Witte chocolade
  • D . overige

18.06 * Chocolade en andere voedingsmiddelen , welke cacao bevatten :

  • B . Consumptie-ijs
  • C . Chocolade en chocoladewerken , ook indien gevuld ; suikerwerk
  • en overeenkomstige bereidingen op basis van suikervervangende
  • stoffen , welke cacao bevatten
  • D . overige

19.02 * Meel - , zetmeel - en moutextractpreparaten voor kindervoeding , voor

  • dieetvoeding of voor keukengebruik , zonder cacao of met minder
  • dan 50 gewichtspercenten cacao

19.08 * Banketbakkerswerk , gebak en biscuits , ook indien deze produkten

  • ( ongeacht in welke verhouding ) cacao bevatten

21.07 * Produkten voor menselijke consumptie , elders genoemd noch elders

  • onder begrepen

22.02 * Limonade ( gearomatiseerd mineraalwater en gearomatiseerd spuit -

  • water daaronder begrepen ) en andere alcoholvrije dranken , met
  • uitzondering van de vruchte - en groentesappen bedoeld bij post
  • 20.07 :
  • B . andere

35.01 * Caseine , caseinaten en andere derivaten van caseine ; lijm van caseine

35.02 * Albuminen , albuminaten en andere van albuminen :

  • A . Albuminen :
  • II . andere ( dan ongeschikt of ongeschikt gemaakt voor menselijke
  • consumptie ) :
  • ex a ) Lactoalbumine :
  • 1 . gedroogd ( in de vorm van bladen , schilfers , kristallen ,
  • poeders , enz . )
  • 2 . andere

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.