Uitvoeringsbesluit 2021/922 - 7 juni 2021 Machtiging van Denemarken een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd

1.

Wettekst

9.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 203/3

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/922 VAN DE RAAD

van 7 juni 2021

waarbij Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name artikel 19,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Door middel van Uitvoeringsbesluit(EU) 2015/993 van de Raad (2) werd Denemarken overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG gemachtigd tot 18 juni 2021 een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen, anders dan particuliere pleziervaartuigen, die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd (“walstroom”).

 

(2)

In zijn brief van 5 mei 2020 heeft Denemarken machtiging verzocht om op grond van artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG een verlaagd tarief van elektriciteitsbelasting op walstroom te mogen blijven toepassen. In hun brief van 16 februari 2021 hebben de Deense autoriteiten aanvullende informatie verstrekt.

 

(3)

Met het verlaagde belastingtarief wil Denemarken het gebruik van walstroom blijven stimuleren. Dergelijke stroom wordt beschouwd als een minder milieubelastende manier om schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd, van stroom te voorzien dan de verbranding van bunkerbrandstoffen door die schepen.

 

(4)

Voor zover het gebruik van walstroom de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen voorkomt als gevolg van de verbranding van bunkerbrandstoffen, draagt de maatregel bij tot verbetering van de lokale luchtkwaliteit in havensteden en tot minder geluidsoverlast. Er wordt bijgevolg verwacht dat een voortgezette toepassing van een verlaagd belastingtarief op walstroom zal bijdragen aan de doelstellingen van het milieu-, gezondheids- en klimaatbeleid van de Unie.

 

(5)

De machtiging van Denemarken om een verlaagd belastingtarief te blijven toepassen op walstroom, gaat niet verder dan wat nodig is om het gebruik van die elektriciteit te bevorderen, aangezien stroomopwekking aan boord vanuit het oogpunt van concurrentie in de meeste gevallen nog altijd het interessantste alternatief zal zijn. Om dezelfde reden, en ook omdat de technologie momenteel nog niet wijdverbreid is op de markt, valt niet te verwachten dat het verlaagde belastingtarief gedurende de toepassingsperiode ervan tot grote concurrentieverstoringen zal leiden en de goede werking van de interne markt zal belemmeren.

 

(6)

Iedere uit hoofde van artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG verleende machtiging dient strikt beperkt in de tijd te zijn. Om ervoor te zorgen dat de machtiging lang genoeg geldt om de betrokken marktdeelnemers er niet van te weerhouden de noodzakelijke investeringen te doen, is het passend de gevraagde machtiging van 18 juni 2021 tot en met 17 juni 2027 te verlenen. De machtiging komt echter te vervallen vanaf de datum van toepassing van algemene bepalingen betreffende belastingvoordelen voor walstroom die de Raad op grond van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zou vaststellen, indien die bepalingen vóór 17 juni 2027 van toepassing worden.

 

(7)

Om marktdeelnemers rechtszekerheid te bieden en een mogelijke toename van administratieve lasten voor elektriciteitsdistributeurs of -herdistributeurs te voorkomen, moet de gevraagde machtiging naadloos volgen op voorgaande regelingen die uit hoofde van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/993 waren gemachtigd.

 

(8)

Dit besluit laat de toepassing van de Unieregels betreffende staatssteun onverlet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen, met uitzondering van particuliere pleziervaartuigen, die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd, mits de in artikel 10 van Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde minimumbelastingniveaus in acht worden genomen.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 18 juni 2021 tot en met 17 juni 2027.

Mocht de Raad evenwel, handelend op basis van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, algemene regels betreffende belastingvoordelen voor walstroom vaststellen, dan komt dit besluit te vervallen met ingang van de dag waarop die algemene regels van toepassing worden.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.

Gedaan te Luxemburg, 7 juni 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    VAN DUNEM
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/993 van de Raad van 19 juni 2015 waarbij Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op elektriciteit die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven, overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 68).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.