Besluit 2020/2061 - Standpunt EU in het Handelscomité dat is opgericht krachtens de tussentijdse partnerschapsovereenkomst met de Stille Oceaanstaten met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het Handelscomité en het reglement van orde van de speciale comités

1.

Wettekst

15.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 424/25

 

BESLUIT (EU) 2020/2061 VAN DE RAAD

van 7 december 2020

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Handelscomité dat is opgericht krachtens de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Stille Oceaanstaten, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het Handelscomité en het reglement van orde van de speciale comités

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 30 juli 2009 heeft de Unie een tussentijdse partnerschapsovereenkomst ondertekend tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Stille Oceaanstaten, anderzijds (1), (de “overeenkomst”), die een kader vaststelt voor een economische partnerschapsovereenkomst. De overeenkomst wordt sinds 20 december 2009 door Papoea-Nieuw-Guinea, sinds 28 juli 2014 door Fiji, sinds 31 december 2018 door Samoa en sinds 17 mei 2020 door de Salomonseilanden voorlopig toegepast.

 

(2)

Bij artikel 68 van de overeenkomst wordt een Handelscomité (het “Handelscomité EU-Stille Oceaan”) opgericht dat alle aangelegenheden moet behandelen die voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst noodzakelijk zijn.

 

(3)

Op grond van artikel 68 van de overeenkomst moet het Handelscomité EU-Stille Oceaan zijn reglement van orde vaststellen en kan het speciale comités oprichten waaraan het specifieke uitvoerende beslissingsbevoegdheden zal delegeren, zoals bepaald in de desbetreffende bepalingen van de overeenkomst.

 

(4)

Het Handelscomité EU-Stille Oceaan zal tijdens zijn achtste vergadering zijn reglement van orde en dat van de speciale comités vaststellen.

 

(5)

De Unie moet het standpunt bepalen dat moet worden ingenomen in het Handelscomité EU-Stille Oceaan aangaande de vaststelling van die reglementen van orde,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in de achtste vergadering van het Handelscomité dat is opgericht uit hoofde van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Stille Oceaanstaten, anderzijds, in te nemen standpunt met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het Handelscomité EU-Stille Oceaan en van de speciale comités wordt gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Handelscomité EU-Stille Oceaan (2).

Artikel 2

Het besluit van het Handelscomité EU-Stille Oceaan wordt na de vaststelling ervan bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 7 december 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (2) 
    Zie document ST 11960/20 op http://register.consilium.europa.eu
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.