Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2020/1672 van gewijzigde begroting nr. 6 van de EU voor het begrotingsjaar 2020

1.

Wettekst

13.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 380/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING

(EU, Euratom) 2020/1672

van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

gezien Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (1),

gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2),

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, definitief vastgesteld op 27 november 2019 (5),

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, goedgekeurd door de Commissie op 28 augustus 2020,

gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2020, vastgesteld door de Raad op 11 september 2020 en dezelfde dag toegezonden aan het Europees Parlement,

gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 17 september 2020,

gezien de artikelen 94 en 96 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

de procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 september 2020.

De voorzitter

  • D. 
    M. SASSOLI
 

 

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2020 moeten worden gedekt op grond van artikel 1 van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2020  (1)

Begroting 2019  (2)

Verschil (in %)

       
  • 1. 
    Slimme en inclusieve groei

77 453 828 442

67 556 947 173

  • 14,65%
  • 2. 
    Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

57 904 492 439

57 399 857 331

  • 0,88
  • 3. 
    Veiligheid en burgerschap

6 368 527 141

3 527 434 894

  • 80,54
  • 4. 
    Europa als wereldspeler

9 112 061 191

9 358 295 603

-2,63

  • 5. 
    Administratie

10 274 196 704

9 944 904 743

  • 3,31
  • 6. 
    Compensatie

p.m.

p.m.

Speciale instrumenten

690 998 208

705 051 794

  • – 
    1,99

Totaal uitgaven  (3)

161 804 104 125

148 492 491 538

  • 8,96

 (1)  (2)  (3)

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2020  (4)

Begroting 2019  (5)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 928 450 061

1 894 392 136

  • 1,80

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

3 218 373 955

1 802 988 329

+78,50

Saldi en aanpassingen (hoofdstukken 3 1, 3 2, 3 3 en 39)

p.m.

p.m.

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

5 146 824 016

3 697 380 465

+39,20

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

22 156 900 000

21 471 164 786

  • 3,19

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

18 945 245 250

17 738 667 150

  • 6,80

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

115 555 134 859

105 585 279 137

  • 9,44

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2014/335/EU, Euratom te dekken kredieten  (6)

156 657 280 109

144 795 111 073

  • 8,19

Totaal ontvangsten  (7)

161 804 104 125

148 492 491 538

  • 8,96

 (4)  (5)  (6)  (7)

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag  (8)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

2 064 785 000

4 828 731 000

50

2 414 365 500

2 064 785 000

 

Bulgarije

294 223 000

619 079 000

50

309 539 500

294 223 000

 

Tsjechië

954 547 000

2 157 592 000

50

1 078 796 000

954 547 000

 

Denemarken

1 236 816 000

3 248 081 000

50

1 624 040 500

1 236 816 000

 

Duitsland

15 101 735 000

36 775 058 000

50

18 387 529 000

15 101 735 000

 

Estland

137 193 000

280 639 000

50

140 319 500

137 193 000

 

Ierland

960 910 000

2 784 713 000

50

1 392 356 500

960 910 000

 

Griekenland

766 480 000

1 973 712 000

50

986 856 000

766 480 000

 

Spanje

5 902 319 000

12 978 152 000

50

6 489 076 000

5 902 319 000

 

Frankrijk

11 424 424 000

25 387 121 000

50

12 693 560 500

11 424 424 000

 

Kroatië

353 644 000

551 259 000

50

275 629 500

275 629 500

Kroatië

Italië

7 379 229 000

18 340 730 000

50

9 170 365 000

7 379 229 000

 

Cyprus

147 038 000

219 566 000

50

109 783 000

109 783 000

Cyprus

Letland

127 770 000

328 766 000

50

164 383 000

127 770 000

 

Litouwen

201 136 000

483 628 000

50

241 814 000

201 136 000

 

Luxemburg

322 993 000

442 746 000

50

221 373 000

221 373 000

Luxemburg

Hongarije

612 612 000

1 437 840 000

50

718 920 000

612 612 000

 

Malta

94 154 000

132 750 000

50

66 375 000

66 375 000

Malta

Nederland

3 436 775 000

8 302 270 000

50

4 151 135 000

3 436 775 000

 

Oostenrijk

1 867 511 000

4 131 641 000

50

2 065 820 500

1 867 511 000

 

Polen

2 664 822 000

5 358 014 000

50

2 679 007 000

2 664 822 000

 

Portugal

1 102 521 000

2 105 933 000

50

1 052 966 500

1 052 966 500

Portugal

Roemenië

804 913 000

2 266 156 000

50

1 133 078 000

804 913 000

 

Slovenië

236 104 000

507 667 000

50

253 833 500

236 104 000

 

Slowakije

363 409 000

999 569 000

50

499 784 500

363 409 000

 

Finland

1 051 297 000

2 487 111 000

50

1 243 555 500

1 051 297 000

 

Zweden

2 102 533 000

4 888 140 000

50

2 444 070 000

2 102 533 000

 

Verenigd Koninkrijk

12 053 669 000

25 863 586 000

50

12 931 793 000

12 053 669 000

 

Totaal

73 765 562 000

169 880 250 000

 

84 940 125 000

73 471 339 000

 

 (8)

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen "btw" (in %)

Eigen middelen "btw" tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

2 064 785 000

0,30

619 435 500

Bulgarije

294 223 000

0,30

88 266 900

Tsjechië

954 547 000

0,30

286 364 100

Denemarken

1 236 816 000

0,30

371 044 800

Duitsland

15 101 735 000

0,15

2 265 260 250

Estland

137 193 000

0,30

41 157 900

Ierland

960 910 000

0,30

288 273 000

Griekenland

766 480 000

0,30

229 944 000

Spanje

5 902 319 000

0,30

1 770 695 700

Frankrijk

11 424 424 000

0,30

3 427 327 200

Kroatië

275 629 500

0,30

82 688 850

Italië

7 379 229 000

0,30

2 213 768 700

Cyprus

109 783 000

0,30

32 934 900

Letland

127 770 000

0,30

38 331 000

Litouwen

201 136 000

0,30

60 340 800

Luxemburg

221 373 000

0,30

66 411 900

Hongarije

612 612 000

0,30

183 783 600

Malta

66 375 000

0,30

19 912 500

Nederland

3 436 775 000

0,15

515 516 250

Oostenrijk

1 867 511 000

0,30

560 253 300

Polen

2 664 822 000

0,30

799 446 600

Portugal

1 052 966 500

0,30

315 889 950

Roemenië

804 913 000

0,30

241 473 900

Slovenië

236 104 000

0,30

70 831 200

Slowakije

363 409 000

0,30

109 022 700

Finland

1 051 297 000

0,30

315 389 100

Zweden

2 102 533 000

0,15

315 379 950

Verenigd Koninkrijk

12 053 669 000

0,30

3 616 100 700

Totaal

73 471 339 000

 

18 945 245 250

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen "aanvullende grondslag"

Eigen middelen "aanvullende grondslag" tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

4 828 731 000

 

3 284 576 411

Bulgarije

619 079 000

 

421 106 970

Tsjechië

2 157 592 000

 

1 467 626 958

Denemarken

3 248 081 000

 

2 209 394 194

Duitsland

36 775 058 000

 

25 014 954 870

Estland

280 639 000

 

190 894 924

Ierland

2 784 713 000

 

1 894 204 219

Griekenland

1 973 712 000

 

1 342 548 980

Spanje

12 978 152 000

 

8 827 936 765

Frankrijk

25 387 121 000

 

17 268 706 579

Kroatië

551 259 000

 

374 974 772

Italië

18 340 730 000

 

12 475 644 041

Cyprus

219 566 000

 

149 352 139

Letland

328 766 000

0,6802152  (9)

223 631 643

Litouwen

483 628 000

 

328 971 136

Luxemburg

442 746 000

 

301 162 576

Hongarije

1 437 840 000

 

978 040 679

Malta

132 750 000

 

90 298 573

Nederland

8 302 270 000

 

5 647 330 572

Oostenrijk

4 131 641 000

 

2 810 405 170

Polen

5 358 014 000

 

3 644 602 774

Portugal

2 105 933 000

 

1 432 487 719

Roemenië

2 266 156 000

 

1 541 473 845

Slovenië

507 667 000

 

345 322 830

Slowakije

999 569 000

 

679 922 066

Finland

2 487 111 000

 

1 691 770 803

Zweden

4 888 140 000

 

3 324 987 318

Verenigd Koninkrijk

25 863 586 000

 

17 592 805 333

Totaal

169 880 250 000

 

115 555 134 859

 (9)

TABEL 4

Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Denemarken, Nederland en Zweden op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 6)

 

Lidstaat

Brutovermindering

Percentage in de bni-grondslagen

Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

Financiering van de vermindering

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (3)

België

 

2.84

32 315 590

32 315 590

Bulgarije

 

0.36

4 143 098

4 143 098

Tsjechië

 

1.27

14 439 375

14 439 375

Denemarken

  • 146 333 564

1.91

21 737 317

  • 124 596 247

Duitsland

 

21.65

246 111 806

246 111 806

Estland

 

0.17

1 878 136

1 878 136

Ierland

 

1.64

18 636 293

18 636 293

Griekenland

 

1.16

13 208 785

13 208 785

Spanje

 

7.64

86 854 423

86 854 423

Frankrijk

 

14.94

169 899 670

169 899 670

Kroatië

 

0.32

3 689 222

3 689 222

Italië

 

10.80

122 742 708

122 742 708

Cyprus

 

0.13

1 469 414

1 469 414

Letland

 

0.19

2 200 219

2 200 219

Litouwen

 

0.28

3 236 611

3 236 611

Luxemburg

 

0.26

2 963 014

2 963 014

Hongarije

 

0.85

9 622 538

9 622 538

Malta

 

0.08

888 410

888 410

Nederland

  • 782 321 749

4.89

55 561 753

  • 726 759 996

Oostenrijk

 

2.43

27 650 415

27 650 415

Polen

 

3.15

35 857 741

35 857 741

Portugal

 

1.24

14 093 655

14 093 655

Roemenië

 

1.33

15 165 924

15 165 924

Slovenië

 

0.30

3 397 489

3 397 489

Slowakije

 

0.59

6 689 472

6 689 472

Finland

 

1.46

16 644 634

16 644 634

Zweden

  • 208 243 919

2.88

32 713 177

  • 175 530 742

Verenigd Koninkrijk

 

15.22

173 088 343

173 088 343

Totaal

  • 1 136 899 232

100,00

1 136 899 232

0

Bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2019): (a) 2011 EU-27 = 100,0000 / (b) 2013 EU-27 = 102,9958 (c) 2013 EU-28 = 102,9874 / (d) 2020 EU-28 = 112,5551

Forfaitair bedrag voor Nederland: in prijzen 2020: 695 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 782 321 749 EUR

Forfaitair bedrag voor Zweden: in prijzen 2020: 185 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 208 243 919 EUR

Forfaitair bedrag voor Denemarken: in prijzen 2020: 130 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 146 333 564 EUR

TABEL 5

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2019 op grond van artikel 4 van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt  (10) (%)

Bedrag

  • 1. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

16,3037

 
  • 2. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven

7,3015

 
  • 3. 
    (1) – (2)

9,0022

 
  • 4. 
    Totale toegewezen uitgaven
 

130 008 765 143

  • 5. 
    Met de uitbreiding verband houdende uitgaven  (11)
 

30 694 725 929

  • 6. 
    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)
 

99 314 039 214

  • 7. 
    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66
 

5 900 699 546

  • 8. 
    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk  (12)
 

690 825 371

  • 9. 
    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)
 

5 209 874 175

  • 10. 
    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen  (13)
 
  • 44 494 806
  • 11. 
    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)
 

5 254 368 981

 (10)  (11)  (12)  (13)

TABEL 6

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op – 5 254 368 981 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Percentage in de bni-grondslagen

Percentage zonder het Verenigd Koninkrijk

Percentage zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het percentage van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,84

3,35

5,37

 

1,51

4,87

255 665 342

Bulgarije

0,36

0,43

0,69

 

0,19

0,62

32 778 186

Tsjechië

1,27

1,50

2,40

 

0,68

2,17

114 237 363

Denemarken

1,91

2,26

3,61

 

1,02

3,27

171 975 150

Duitsland

21,65

25,54

0,00

-19,15

0,00

6,38

335 429 452

Estland

0,17

0,19

0,31

 

0,09

0,28

14 858 907

Ierland

1,64

1,93

3,10

 

0,87

2,81

147 441 346

Griekenland

1,16

1,37

2,19

 

0,62

1,99

104 501 525

Spanje

7,64

9,01

14,43

 

4,07

13,08

687 150 240

Frankrijk

14,94

17,63

28,23

 

7,95

25,58

1 344 164 122

Kroatië

0,32

0,38

0,61

 

0,17

0,56

29 187 341

Italië

10,80

12,74

20,40

 

5,75

18,48

971 081 015

Cyprus

0,13

0,15

0,24

 

0,07

0,22

11 625 294

Letland

0,19

0,23

0,37

 

0,10

0,33

17 407 073

Litouwen

0,28

0,34

0,54

 

0,15

0,49

25 606 504

Luxemburg

0,26

0,31

0,49

 

0,14

0,45

23 441 937

Hongarije

0,85

1,00

1,60

 

0,45

1,45

76 128 874

Malta

0,08

0,09

0,15

 

0,04

0,13

7 028 674

Nederland

4,89

5,76

0,00

-4,32

0,00

1,44

75 725 942

Oostenrijk

2,43

2,87

0,00

-2,15

0,00

0,72

37 685 164

Polen

3,15

3,72

5,96

 

1,68

5,40

283 689 127

Portugal

1,24

1,46

2,34

 

0,66

2,12

111 502 190

Roemenië

1,33

1,57

2,52

 

0,71

2,28

119 985 468

Slovenië

0,30

0,35

0,56

 

0,16

0,51

26 879 289

Slowakije

0,59

0,69

1,11

 

0,31

1,01

52 923 874

Finland

1,46

1,73

2,77

 

0,78

2,51

131 684 305

Zweden

2,88

3,39

0,00

-2,55

0,00

0,85

44 585 277

Verenigd Koninkrijk

15,22

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

-28,17

28,17

100,00

5 254 368 981

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 7

Overzicht van de financiering  (14) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

 

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totaal eigen middelen  (15)

Nettobijdragen van de suikersector (80 %)

Nettodouanerechten (80 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (80 %)

Inningskosten (20 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Vermindering ten voordele van: Denemarken, Nederland en Zweden.

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Percentage (%) in totaal "nationale bijdragen"

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

  • (9) 
    = (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

  • (11) 
    = + (3) + (9)

België

0

2 264 600 000

2 264 600 000

566 150 000

619 435 500

3 284 576 411

32 315 590

255 665 342

4 191 992 843

3.12

6 456 592 843

Bulgarije

0

113 700 000

113 700 000

28 425 000

88 266 900

421 106 970

4 143 098

32 778 186

546 295 154

0.41

659 995 154

Tsjechië

0

316 800 000

316 800 000

79 200 000

286 364 100

1 467 626 958

14 439 375

114 237 363

1 882 667 796

1.40

2 199 467 796

Denemarken

0

372 700 000

372 700 000

93 175 000

371 044 800

2 209 394 194

  • 124 596 247

171 975 150

2 627 817 897

1.95

3 000 517 897

Duitsland

0

4 257 000 000

4 257 000 000

1 064 250 000

2 265 260 250

25 014 954 870

246 111 806

335 429 452

27 861 756 378

20.72

32 118 756 378

Estland

0

36 900 000

36 900 000

9 225 000

41 157 900

190 894 924

1 878 136

14 858 907

248 789 867

0.18

285 689 867

Ierland

0

333 400 000

333 400 000

83 350 000

288 273 000

1 894 204 219

18 636 293

147 441 346

2 348 554 858

1.75

2 681 954 858

Griekenland

0

193 100 000

193 100 000

48 275 000

229 944 000

1 342 548 980

13 208 785

104 501 525

1 690 203 290

1.26

1 883 303 290

Spanje

0

1 660 500 000

1 660 500 000

415 125 000

1 770 695 700

8 827 936 765

86 854 423

687 150 240

11 372 637 128

8.46

13 033 137 128

Frankrijk

0

1 823 600 000

1 823 600 000

455 900 000

3 427 327 200

17 268 706 579

169 899 670

1 344 164 122

22 210 097 571

16.51

24 033 697 571

Kroatië

0

41 300 000

41 300 000

10 325 000

82 688 850

374 974 772

3 689 222

29 187 341

490 540 185

0.36

531 840 185

Italië

0

1 998 200 000

1 998 200 000

499 550 000

2 213 768 700

12 475 644 041

122 742 708

971 081 015

15 783 236 464

11.73

17 781 436 464

Cyprus

0

27 100 000

27 100 000

6 775 000

32 934 900

149 352 139

1 469 414

11 625 294

195 381 747

0.15

222 481 747

Letland

0

47 000 000

47 000 000

11 750 000

38 331 000

223 631 643

2 200 219

17 407 073

281 569 935

0.21

328 569 935

Litouwen

0

108 500 000

108 500 000

27 125 000

60 340 800

328 971 136

3 236 611

25 606 504

418 155 051

0.31

526 655 051

Luxemburg

0

16 800 000

16 800 000

4 200 000

66 411 900

301 162 576

2 963 014

23 441 937

393 979 427

0.29

410 779 427

Hongarije

0

223 900 000

223 900 000

55 975 000

183 783 600

978 040 679

9 622 538

76 128 874

1 247 575 691

0.93

1 471 475 691

Malta

0

14 700 000

14 700 000

3 675 000

19 912 500

90 298 573

888 410

7 028 674

118 128 157

0.09

132 828 157

Nederland

0

2 758 500 000

2 758 500 000

689 625 000

515 516 250

5 647 330 572

  • 726 759 996

75 725 942

5 511 812 768

4.10

8 270 312 768

Oostenrijk

0

222 900 000

222 900 000

55 725 000

560 253 300

2 810 405 170

27 650 415

37 685 164

3 435 994 049

2.55

3 658 894 049

Polen

0

844 800 000

844 800 000

211 200 000

799 446 600

3 644 602 774

35 857 741

283 689 127

4 763 596 242

3.54

5 608 396 242

Portugal

0

199 900 000

199 900 000

49 975 000

315 889 950

1 432 487 719

14 093 655

111 502 190

1 873 973 514

1.39

2 073 873 514

Roemenië

0

206 000 000

206 000 000

51 500 000

241 473 900

1 541 473 845

15 165 924

119 985 468

1 918 099 137

1.43

2 124 099 137

Slovenië

0

90 700 000

90 700 000

22 675 000

70 831 200

345 322 830

3 397 489

26 879 289

446 430 808

0.33

537 130 808

Slowakije

0

107 700 000

107 700 000

26 925 000

109 022 700

679 922 066

6 689 472

52 923 874

848 558 112

0.63

956 258 112

Finland

0

163 500 000

163 500 000

40 875 000

315 389 100

1 691 770 803

16 644 634

131 684 305

2 155 488 842

1.60

2 318 988 842

Zweden

0

538 600 000

538 600 000

134 650 000

315 379 950

3 324 987 318

  • 175 530 742

44 585 277

3 509 421 803

2.61

4 048 021 803

Verenigd Koninkrijk

0

3 174 500 000

3 174 500 000

793 625 000

3 616 100 700

17 592 805 333

173 088 343

-5 254 368 981

16 127 625 395

11.99

19 302 125 395

Totaal

0

22 156 900 000

22 156 900 000

5 539 225 000

18 945 245 250

115 555 134 859

0

0

134 500 380 109

100,00

156 657 280 109

 (14)  (15)

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
 

Titel

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

1

EIGEN MIDDELEN

150 467 280 109

6 190 000 000

156 657 280 109

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

3 218 373 955

 

3 218 373 955

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 651 322 700

 

1 651 322 700

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

15 050 000

 

15 050 000

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

130 000 000

 

130 000 000

7

ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

115 000 000

 

115 000 000

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

2 076 361

 

2 076 361

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

15 001 000

 

15 001 000

 

TOTAAL-GENERAAL

155 614 104 125

6 190 000 000

161 804 104 125

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

p.m.

 

p.m.

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

 

p.m.

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

p.m.

 

p.m.

1 1 7

Productieheffing

p.m.

 

p.m.

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

p.m.

 

p.m.

1 1 9

Overschotheffing

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

22 156 900 000

 

22 156 900 000

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

22 156 900 000

 

22 156 900 000

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

18 945 245 250

 

18 945 245 250

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

18 945 245 250

 

18 945 245 250

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

109 365 134 859

6 190 000 000

115 555 134 859

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

109 365 134 859

6 190 000 000

115 555 134 859

 

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom

0

 

0

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

0

 

0

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom

0

 

0

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

0

 

0

 

Titel 1 — Totaal

150 467 280 109

6 190 000 000

156 657 280 109

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM)

 

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 5 —

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

AAN BEPAALDE LIDSTATEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

109 365 134 859

6 190 000 000

115 555 134 859

Toelichting

De bni-middelenbron is een "aanvullende" bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor begrotingsjaar 2020 op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6802%.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

België

3 108 629 856

175 946 555

3 284 576 411

Bulgarije

398 549 321

22 557 649

421 106 970

Tsjechië

1 389 009 847

78 617 111

1 467 626 958

Denemarken

2 091 042 464

118 351 730

2 209 394 194

Duitsland

23 674 966 204

1 339 988 666

25 014 954 870

Estland

180 669 160

10 225 764

190 894 924

Ierland

1 792 736 429

101 467 790

1 894 204 219

Griekenland

1 270 631 984

71 916 996

1 342 548 980

Spanje

8 355 046 238

472 890 527

8 827 936 765

Frankrijk

16 343 665 093

925 041 486

17 268 706 579

Kroatië

354 888 310

20 086 462

374 974 772

Italië

11 807 354 945

668 289 096

12 475 644 041

Cyprus

141 351 718

8 000 421

149 352 139

Letland

211 652 255

11 979 388

223 631 643

Litouwen

311 348 973

17 622 163

328 971 136

Luxemburg

285 030 049

16 132 527

301 162 576

Hongarije

925 649 483

52 391 196

978 040 679

Malta

85 461 504

4 837 069

90 298 573

Nederland

5 344 817 177

302 513 395

5 647 330 572

Oostenrijk

2 659 858 784

150 546 386

2 810 405 170

Polen

3 449 370 505

195 232 269

3 644 602 774

Portugal

1 355 752 929

76 734 790

1 432 487 719

Roemenië

1 458 900 941

82 572 904

1 541 473 845

Slovenië

326 824 748

18 498 082

345 322 830

Slowakije

643 500 339

36 421 727

679 922 066

Finland

1 601 146 866

90 623 937

1 691 770 803

Zweden

3 146 876 051

178 111 267

3 324 987 318

Verenigd Koninkrijk

16 650 402 686

942 402 647

17 592 805 333

Totaal van artikel 1 4 0

109 365 134 859

6 190 000 000

115 555 134 859

 

  • (1) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus gewijzigde begrotingen nr. 1 tot en met 6/2020.
  • (2) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de gewijzigde begrotingen nrs. 1 t/m 3/2019.
  • (3) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (4) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus gewijzigde begrotingen nr. 1 tot en met 6/2020.
  • (5) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1), plus met die van de gewijzigde begrotingen nrs. 1 t/m 3/2019.
  • (6) 
    De eigen middelen voor de begroting 2020 worden bepaald op grond van de begrotingsramingen aangenomen op de 175e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 24 mei 2019.
  • (7) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (8) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • (9) 
    Berekening van het percentage: (115 555 134 859) / (169 880 250 000) = 0,680215239022782.
  • Afgeronde percentages.
  • Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in 13 lidstaten (die tot de Unie zijn toegetreden na 30 april 2004), uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling.
  • Het "voordeel voor het Verenigd Koninkrijk" komt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling op afgetopte btw en de introductie van de bni-gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 20 % sinds 1 januari 2014 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totaal ontvangsten = totaal uitgaven); (156 657 280 109 + 5 146 824 016 = 161 804 104 125 = 161 804 104 125).
  • Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (156 657 280 109) / (16 988 025 000 000) = 0,92 %; maximum van de eigen middelen als percentage van het bni: 1,20 %.
 

AFDELING III

COMMISSION

UITGAVEN

 

Titel

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

550 910 219

1 501 374 219

   

550 910 219

1 501 374 219

02

INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF

3 203 612 540

2 706 787 634

   

3 203 612 540

2 706 787 634

03

CONCURRENTIE

116 380 398

116 380 398

   

116 380 398

116 380 398

04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

14 881 605 545

13 394 134 411

 

1 500 000 000

14 881 605 545

14 894 134 411

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

58 698 932 091

57 007 767 922

   

58 698 932 091

57 007 767 922

06

MOBILITEIT EN VERVOER

4 871 268 495

3 065 461 523

   

4 871 268 495

3 065 461 523

07

MILIEU

555 989 653

410 691 242

   

555 989 653

410 691 242

08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

7 987 937 964

7 093 573 238

   

7 987 937 964

7 093 573 238

09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

2 684 291 569

2 310 507 713

   

2 684 291 569

2 310 507 713

10

EIGEN ONDERZOEK

452 584 121

446 424 944

   

452 584 121

446 424 944

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

1 096 734 831

904 804 693

   

1 096 734 831

904 804 693

 

Reserves (40 02 41)

67 843 000

64 300 000

   

67 843 000

64 300 000

   

1 164 577 831

969 104 693

   

1 164 577 831

969 104 693

12

FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE

114 419 241

115 165 918

   

114 419 241

115 165 918

13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

42 744 008 381

36 327 905 306

 

3 600 000 000

42 744 008 381

39 927 905 306

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

177 055 750

170 293 750

   

177 055 750

170 293 750

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

4 828 897 829

4 457 288 075

   

4 828 897 829

4 457 288 075

16

COMMUNICATIE

219 381 095

216 738 095

   

219 381 095

216 738 095

17

GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

668 839 926

625 083 932

   

668 839 926

625 083 932

18

MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

5 727 715 528

4 186 600 656

0

1 090 000 000

5 727 715 528

5 276 600 656

 

Reserves (40 02 41)

1 003 000

1 003 000

   

1 003 000

1 003 000

   

5 728 718 528

4 187 603 656

0

1 090 000 000

5 728 718 528

5 277 603 656

19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

907 036 746

808 717 831

   

907 036 746

808 717 831

20

HANDEL

119 662 291

118 971 291

   

119 662 291

118 971 291

21

INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING

3 819 395 952

3 320 689 539

   

3 819 395 952

3 320 689 539

22

NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN

4 449 309 007

3 479 739 705

   

4 449 309 007

3 479 739 705

23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

2 225 017 691

1 604 881 622

   

2 225 017 691

1 604 881 622

24

FRAUDEBESTRIJDING

84 569 600

80 879 853

   

84 569 600

80 879 853

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

261 638 248

262 663 248

   

261 638 248

262 663 248

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

1 169 128 790

1 168 977 000

   

1 169 128 790

1 168 977 000

27

BEGROTING

72 732 451

72 732 451

   

72 732 451

72 732 451

28

AUDIT

20 254 041

20 254 041

   

20 254 041

20 254 041

29

STATISTIEK

162 101 479

159 101 479

   

162 101 479

159 101 479

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

2 133 215 000

2 133 215 000

   

2 133 215 000

2 133 215 000

31

TALENDIENSTEN

410 651 078

410 651 078

   

410 651 078

410 651 078

32

ENERGIE

2 399 423 663

1 870 314 222

   

2 399 423 663

1 870 314 222

33

JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

285 532 215

281 548 093

   

285 532 215

281 548 093

34

KLIMAATACTIE

180 975 805

114 778 918

   

180 975 805

114 778 918

40

RESERVES

537 763 000

358 500 000

   

537 763 000

358 500 000

 

Totaal

168 887 818 233

151 388 902 040

0

6 190 000 000

168 887 818 233

157 578 902 040

 

Waarvan reserves (40 02 41)

68 846 000

65 303 000

   

68 846 000

65 303 000

TITEL 04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2019)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

100 653 552

100 653 552

   

100 653 552

100 653 552

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

13 938 716 897

12 614 900 000

 

1 430 000 000

13 938 716 897

14 044 900 000

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

263 527 350

246 380 859

   

263 527 350

246 380 859

 

Reserves (40 02 41)

           
   

263 527 350

246 380 859

   

263 527 350

246 380 859

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

p.m.

10 000 000

   

p.m.

10 000 000

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

p.m.

11 300 000

   

p.m.

11 300 000

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

578 707 746

410 900 000

 

70 000 000

578 707 746

480 900 000

 

Titel 04 — Totaal

14 881 605 545

13 394 134 411

 

1 500 000 000

14 881 605 545

14 894 134 411

 

Reserves (40 02 41)

           
   

14 881 605 545

13 394 134 411

 

1 500 000 000

14 881 605 545

14 894 134 411

HOOFDSTUK 04 02 —   EUROPEES SOCIAAL FONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 09

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 17

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 18

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 19

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 20

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

7 961 315 166

6 800 000 000

 

771 562 000

7 961 315 166

7 571 562 000

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

1 975 113 878

1 700 000 000

 

192 891 000

1 975 113 878

1 892 891 000

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

3 844 787 853

3 500 000 000

 

397 128 000

3 844 787 853

3 897 128 000

04 02 63

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

04 02 63 01

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

1.2

12 500 000

10 000 000

   

12 500 000

10 000 000

04 02 63 02

Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1.2

p.m.

1 900 000

   

p.m.

1 900 000

 

Artikel 04 02 63 — Subtotaal

 

12 500 000

11 900 000

   

12 500 000

11 900 000

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

1.2

145 000 000

603 000 000

 

68 419 000

145 000 000

671 419 000

04 02 65

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Sociaal Fonds

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

13 938 716 897

12 614 900 000

 

1 430 000 000

13 938 716 897

14 044 900 000

Toelichting

In artikel 175 VWEU is voorzien dat de verwezenlijking van de in artikel 174 aangegeven doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang ondersteund moet worden door het optreden van de Unie via de structuurfondsen, waaronder het Europees Sociaal Fonds (ESF). De taken, prioritaire doelstellingen en organisatie van de structuurfondsen worden bepaald overeenkomstig artikel 177 VWEU.

Artikel 101 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffende criteria voor financiële correcties door de Commissie zijn specifieke regels vastgelegd voor financiële correcties in verband met het ESF.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement.

Artikel 12, lid 4, onder b), van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

In artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zijn specifieke regels voor terugbetaling van voorfinanciering vastgelegd die van toepassing zijn op het ESF.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit hoofdstuk.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 1 200 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 inzake het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 12, lid 4, artikel 21, leden 3 en 5, en artikel 101.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 961 315 166

6 800 000 000

 

771 562 000

7 961 315 166

7 571 562 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de minder ontwikkelde regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces voor deze economisch en sociaal achteropgeraakte regio’s vereist aanhoudende inspanningen op de lange termijn. Deze categorie regio’s omvat regio’s met een bbp per inwoner van minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU.

Het bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen, zowel horizontaal als door specifieke acties, moet deel uitmaken van de steun uit hoofde van het ESF, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder c).

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 975 113 878

1 700 000 000

 

192 891 000

1 975 113 878

1 892 891 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de programmeringsperiode 2014-2020 in een nieuwe categorie regio’s, de „overgangsregio’s”, die in de plaats komen van het systeem van in- en uitfaseren in de periode 2007-2013. Deze categorie omvat alle regio’s met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de EU-27.

Specifieke acties op het gebied van gendermainstreaming en gendergelijkheid moeten deel uitmaken van de steun uit hoofde van het EUROPEES SOCIAAL FONDS, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder b).

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 844 787 853

3 500 000 000

 

397 128 000

3 844 787 853

3 897 128 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de meer ontwikkelde regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Hoewel steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio’s de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om te kunnen reageren op belangrijke uitdagingen waarmee alle lidstaten geconfronteerd worden, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en de sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie heeft betrekking op de regio’s met een bbp per inwoner van meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Specifieke acties op het gebied van gendermainstreaming en gendergelijkheid moeten deel uitmaken van de steun uit hoofde van het Europees Sociaal Fonds, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder a).

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

145 000 000

603 000 000

 

68 419 000

145 000 000

671 419 000

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor aanvullende steun voor maatregelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid die door het Europees Sociaal Fonds worden gefinancierd. Het vertegenwoordigt de specifieke toewijzing voor het werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” in regio’s waar de jeugdwerkloosheid in 2012 meer dan 25 % bedroeg of — voor lidstaten waar het werkloosheidspercentage onder jongeren in 2012 met meer dan 30 % is gestegen — in regio’s waar de jeugdwerkloosheid in 2012 meer dan 20 % bedroeg. Dit krediet dient ter financiering van het scheppen van volwaardige werkgelegenheid.

Bij het bevorderen van gendergelijkheid moet speciale aandacht worden besteed aan de situatie van jonge vrouwen die met genderspecifieke obstakels kunnen worden geconfronteerd, opdat zij kunnen profiteren van hoogwaardige werkgelegenheid, vervolgopleidingen, leerlingplaatsen of stages.

Dit krediet dient onder andere ter ondersteuning van het opzetten van onderwijsstructuren waarin niet-formeel onderwijs, taalcursussen, democratisch bewustzijn en beroepsopleiding worden gecombineerd in de regio’s met de hoogste jeugdwerkloosheid, zowel door overheidsinstanties als door niet-gouvernementele organisaties.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

HOOFDSTUK 04 06 —   FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

1.2

577 707 746

410 000 000

 

70 000 000

577 707 746

480 000 000

04 06 02

Operationele technische bijstand

1.2

1 000 000

900 000

   

1 000 000

900 000

 

Hoofdstuk 04 06 — Totaal

 

578 707 746

410 900 000

 

70 000 000

578 707 746

480 900 000

Toelichting

Artikel 174 VWEU geeft de doelstelling van de Unie van economische, sociale en territoriale samenhang aan, en artikel 175 VWEU zet de rol van de structuurfondsen bij de verwezenlijking van deze doelstelling uiteen en voorziet in de mogelijkheid van vaststelling van specifieke maatregelen buiten de structuurfondsen om.

Artikel 101 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

De artikelen 56 en 57 van Verordening (EU) nr. 223/2014 betreffende de criteria voor financiële correcties door de Commissie voorzien in specifieke regels voor op het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) toe te passen financiële correcties.

Ontvangsten uit op die basis verrichte financiële correcties worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement.

Artikel 12, lid 4, onder b), van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

Artikel 44 van de FEAD-verordening voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die op het FEAD van toepassing zijn.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

In artikel 19 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de herziening van het meerjarig financieel kader om de toegewezen bedragen die in 2014 niet zijn gebruikt over te dragen naar daaropvolgende jaren, boven de vastgestelde uitgavenmaxima, indien na 1 januari 2014 nieuwe regels of programma’s worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 175.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 12, lid 4, artikel 21, leden 3 en 5, en artikel 101.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

577 707 746

410 000 000

 

70 000 000

577 707 746

480 000 000

Toelichting

Het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) vervangt de regeling voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie, die eind 2013 afliep.

Met het oog op de continuïteit tussen de twee programma’s zullen de uitgaven in aanmerking komen voor steun uit een operationeel programma van het FEAD indien deze door een begunstigde zijn gedaan en tussen 1 december 2013 en 31 december 2023 werden betaald.

Het FEAD bevordert de sociale samenhang, versterkt de sociale inclusie en draagt daarmee uiteindelijk bij aan de uitbanning van de armoede in de Unie doordat het een bijdrage levert aan de verwezenlijking van de doelstelling van de Europa 2020-strategie om ten minste 20 miljoen minder mensen bloot te stellen aan het risico op armoede en sociale uitsluiting, en vormt een aanvulling op de structuurfondsen. Aangezien meer vrouwen dan mannen risico op armoede of sociale uitsluiting lopen, zal het FEAD een genderbewuste benadering toepassen door maatregelen aan te passen aan de groepen die daadwerkelijk risico lopen, zoals vrouwen, ouderen, migranten en minderheden (met inbegrip van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma). Het FEAD draagt bij tot de verwezenlijking van het specifieke doel van verlichting en uitroeiing van de ergste vormen van armoede door het verstrekken van niet-financiële bijstand aan de meest behoeftigen: voedselhulp en/of fundamentele materiële bijstand en sociale-inclusieactiviteiten die gericht zijn op de sociale integratie van de meest behoeftigen.

Dit doel en de resultaten van de uitvoering van het FEAD worden kwalitatief en kwantitatief beoordeeld.

Het FEAD wordt gebruikt ter aanvulling, en niet ter vervanging of afzwakking, van nationale beleidsmaatregelen op het gebied van armoedebestrijding en sociale re-integratie, die de verantwoordelijkheid van de lidstaten blijven.

Voor vastlegging in de begroting voor de periode 2014-2020 is voor het FEAD een bedrag van 3 395 684 880 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2011, beschikbaar.

Armoede is een probleem met vele dimensies en de aanpak ervan moet een van onze hoofddoelen worden. Er moet in alle strategieën grotere nadruk worden gelegd op armoede, aangezien armoede een complex probleem is met vele oorzaken. Het heeft niet alleen uitwerking in het heden, maar ook verstrekkende gevolgen voor de toekomst. Mensen die in armoede leven, met name kinderen, lopen een groter risico later in hun leven te mislukken en van de maatschappij te worden uitgesloten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

TITEL 13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2019)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

93 498 974

93 498 974

   

93 498 974

93 498 974

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

32 036 715 121

27 453 357 448

 

2 760 674 000

32 036 715 121

30 214 031 448

13 04

COHESIEFONDS

10 089 302 692

8 323 164 696

 

839 326 000

10 089 302 692

9 162 490 696

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

81 436 386

43 585 980

   

81 436 386

43 585 980

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

322 498 208

322 498 208

   

322 498 208

322 498 208

13 07

STEUNVERORDENING

35 762 000

37 000 000

   

35 762 000

37 000 000

13 08

STEUNPROGRAMMA VOOR STRUCTURELE HERVORMINGEN — OPERATIONELE TECHNISCHE BIJSTAND

84 795 000

54 800 000

   

84 795 000

54 800 000

 

Titel 13 — Totaal

42 744 008 381

36 327 905 306

 

3 600 000 000

42 744 008 381

39 927 905 306

HOOFDSTUK 13 03 —   EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma’s — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Convergentie

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Peace

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Minder ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

20 801 122 934

18 613 726 293

 

1 882 287 000

20 801 122 934

20 496 013 293

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Overgangsregio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

3 988 795 518

3 076 711 765

 

311 128 000

3 988 795 518

3 387 839 765

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Meer ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

4 977 523 735

4 198 026 179

 

424 520 000

4 977 523 735

4 622 546 179

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

235 627 457

201 595 787

 

20 386 000

235 627 457

221 981 787

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

1.2

1 884 632 310

1 209 939 975

 

122 353 000

1 884 632 310

1 332 292 975

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan Europese territoriale samenwerking van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

4

9 971 331

8 448 599

   

9 971 331

8 448 599

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan Europese territoriale samenwerking van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

4

p.m.

22 000

   

p.m.

22 000

 

Artikel 13 03 64 — Subtotaal

 

1 894 603 641

1 218 410 574

 

122 353 000

1 894 603 641

1 340 763 574

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

1.2

78 101 757

66 249 783

   

78 101 757

66 249 783

13 03 65 02

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1.2

p.m.

2 700 000

   

p.m.

2 700 000

 

Artikel 13 03 65 — Subtotaal

 

78 101 757

68 949 783

   

78 101 757

68 949 783

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

1.2

56 340 079

65 283 528

   

56 340 079

65 283 528

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1.2

p.m.

811 000

   

p.m.

811 000

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 77 17

Voorbereidende actie — Samenwerking EU-CELAC inzake territoriale samenhang

1.2

p.m.

1 817 890

   

p.m.

1 817 890

13 03 77 18

Voorbereidende actie — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: De trap naar topkwaliteit — De weg vooruit

1.2

p.m.

2 000 000

   

p.m.

2 000 000

13 03 77 19

Voorbereidende actie — Ondersteuning van groei en bestuur in achterstandsregio’s

1.2

p.m.

2 100 000

   

p.m.

2 100 000

13 03 77 20

Voorbereidende actie — Economisch concurrentievoordeel en mogelijkheden voor slimme specialisatie op regionaal niveau in Roemenië

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 77 21

Proefproject — Strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair): ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten met echte meerwaarde voor de regio als geheel

1.2

p.m.

785 000

   

p.m.

785 000

13 03 77 22

Voorbereidende actie — Macroregionale strategie 2014-2020: strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied

1.2

p.m.

527 199

   

p.m.

527 199

13 03 77 23

Voorbereidende actie — Stedelijke agenda voor de EU

1.2

p.m.

960 868

   

p.m.

960 868

13 03 77 24

Proefproject — Meten wat er voor de Unieburgers toe doet: sociale vooruitgang in Europese regio’s

1.2

p.m.

351 582

   

p.m.

351 582

13 03 77 25

Proefproject — Het crowdfundingpotentieel voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) vrijmaken

1.2

p.m.

150 000

   

p.m.

150 000

13 03 77 27

Proefproject — Bevordering van partnerschappen tussen steden op mondiale schaal voor de uitvoering van de nieuwe stedelijke agenda van de Verenigde Naties, met bijzondere nadruk op samenwerking inzake kwesties en beleid in verband met de circulaire economie, alsmede luchtkwaliteit, energietransitie en integratie van migranten en vluchtelingen

1.2

1 500 000

375 000

   

1 500 000

375 000

13 03 77 28

Voorbereidende actie — Spin-off van het Adriatisch-Ionisch Netwerk van universiteiten, regio’s, kamers van koophandel en steden

1.2

1 200 000

300 000

   

1 200 000

300 000

13 03 77 29

Voorbereidende actie — De Europese strategie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair): ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten ter ondersteuning van multilevel governance en partnerschappen met meerwaarde voor de regio

1.2

900 000

225 000

   

900 000

225 000

13 03 77 30

Proefproject — BEST Cultuur: programma ter ondersteuning van de culturele diversiteit in de ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee van de Unie

1.2

1 000 000

250 000

   

1 000 000

250 000

 

Artikel 13 03 77 — Subtotaal

 

4 600 000

10 653 539

   

4 600 000

10 653 539

 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

32 036 715 121

27 453 357 448

 

2 760 674 000

32 036 715 121

30 214 031 448

Toelichting

Artikel 175 VWEU bepaalt dat de doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang van artikel 174 worden ondersteund door haar optreden via de structuurfondsen, waartoe het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) behoort. Overeenkomstig artikel 176 is het EFRO bedoeld om een bijdrage te leveren aan het ongedaan maken van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Unie. De taken, de prioritaire doelstellingen en de organisatie van de structuurfondsen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 177.

Artikel 101 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffen criteria voor financiële correcties door de Commissie en voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het EFRO.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement.

Artikel 12, lid 4, onder b), van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het EFRO.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit hoofdstuk.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 2 929 603 000 EUR.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 174, 175, 176 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), en met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 21, leden 3 en 5, artikel 101 en artikel 12, lid 4, onder b).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Minder ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 801 122 934

18 613 726 293

 

1 882 287 000

20 801 122 934

20 496 013 293

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in minder ontwikkelde regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces van deze regio’s met een economische en sociale achterstand vraagt ook op de lange termijn om voortdurende inspanningen. Deze categorie omvat de regio’s waarin het bbp per inwoner minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Overgangsregio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 988 795 518

3 076 711 765

 

311 128 000

3 988 795 518

3 387 839 765

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de periode 2014-2020 in een nieuwe categorie van regio’s — „overgangsregio’s” — die het systeem van „phasing-out” en „phasing-in” van 2007-2013 vervangt. Deze categorie omvat regio’s met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Meer ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 977 523 735

4 198 026 179

 

424 520 000

4 977 523 735

4 622 546 179

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in meer ontwikkelde regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Terwijl steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio’s de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om de belangrijke uitdagingen aan te pakken waarmee alle lidstaten worden geconfronteerd, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie omvat de regio’s waarin het bbp per inwoner meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

235 627 457

201 595 787

 

20 386 000

235 627 457

221 981 787

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van specifieke extra steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Deze extra financiering dient om rekening te houden met de specifieke uitdagingen waarmee de in artikel 349 VWEU genoemde ultraperifere gebieden en de noordelijke dunbevolkte regio’s die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij het Verdrag betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden voldoen, worden geconfronteerd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking (ETS) in de programmeringsperiode 2014-2020. Het krediet wordt gebruikt voor de financiering van grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio’s, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking. In het kader van het Europees nabuurschapsinstrument en het instrument voor pretoetredingssteun wordt met dit krediet ook financiële steun verleend aan samenwerkingsactiviteiten aan de buitengrenzen van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 884 632 310

1 209 939 975

 

122 353 000

1 884 632 310

1 332 292 975

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020. Het krediet wordt gebruikt voor de financiering van grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio’s, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

HOOFDSTUK 13 04 —   COHESIEFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 04

COHESIEFONDS

13 04 01

Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 04 02

Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

10 064 646 374

8 300 000 000

 

839 326 000

10 064 646 374

9 139 326 000

13 04 61

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

1.2

24 656 318

22 814 696

   

24 656 318

22 814 696

13 04 61 02

Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1.2

p.m.

350 000

   

p.m.

350 000

 

Artikel 13 04 61 — Subtotaal

 

24 656 318

23 164 696

   

24 656 318

23 164 696

 

Hoofdstuk 13 04 — Totaal

 

10 089 302 692

8 323 164 696

 

839 326 000

10 089 302 692

9 162 490 696

Toelichting

Artikel 177 VWEU, tweede alinea, bepaalt dat een Cohesiefonds wordt opgericht om een financiële bijdrage te leveren aan projecten op het gebied van het milieu en trans-Europese netwerken in de sfeer van de vervoersinfrastructuur.

Artikel H van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006, en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, die financiële correcties door de Commissie betreffen, voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het Cohesiefonds.

Artikel 101 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht. Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 12, lid 4, punt b), van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het Cohesiefonds.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit hoofdstuk.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 1 051 597 000 EUR.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177.

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name de artikelen 82, 100 en 102.

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name Artikel 21, leden 3 en 5, Artikel 101 en Artikel 12, lid 4, onder b).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 064 646 374

8 300 000 000

 

839 326 000

10 064 646 374

9 139 326 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de programmeringsperiode 2014-2020. Het Cohesiefonds zal lidstaten met een bruto nationaal inkomen (bni) per hoofd van minder dan 90 % van het gemiddelde van de Unie blijven steunen. Met inachtneming van een passend evenwicht en rekening houdende met de specifieke behoeften aan investeringen en infrastructuur van iedere lidstaat, is dit krediet bedoeld ter ondersteuning van:

 

investeringen in het milieu, met inbegrip van gebieden die verband houden met duurzame ontwikkeling en energie waaraan milieuvoordelen zijn verbonden;

 

trans-Europese netwerken op het gebied van vervoersinfrastructuur, overeenkomstig de bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1) goedgekeurde richtsnoeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

TITEL 18

MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2019)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

129 646 240

129 646 240

–53 750 000

–53 750 000

75 896 240

75 896 240

18 02

INTERNE VEILIGHEID

1 374 438 016

1 448 316 397

   

1 374 438 016

1 448 316 397

 

Reserves (40 02 41)

1 003 000

1 003 000

   

1 003 000

1 003 000

   

1 375 441 016

1 449 319 397

   

1 375 441 016

1 449 319 397

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

1 344 517 703

1 068 431 663

   

1 344 517 703

1 068 431 663

 

Reserves (40 02 41)

           
   

1 344 517 703

1 068 431 663

   

1 344 517 703

1 068 431 663

18 04

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

28 344 000

27 030 751

   

28 344 000

27 030 751

 

Reserves (40 02 41)

           
   

28 344 000

27 030 751

   

28 344 000

27 030 751

18 05

HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

185 504 220

168 609 256

   

185 504 220

168 609 256

18 06

ANTIDRUGSBELEID

19 265 349

18 566 349

   

19 265 349

18 566 349

18 07

INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

2 646 000 000

1 326 000 000

53 750 000

1 143 750 000

2 699 750 000

2 469 750 000

 

Titel 18 — Totaal

5 727 715 528

4 186 600 656

0

1 090 000 000

5 727 715 528

5 276 600 656

 

Reserves (40 02 41)

1 003 000

1 003 000

   

1 003 000

1 003 000

   

5 728 718 528

4 187 603 656

0

1 090 000 000

5 728 718 528

5 277 603 656

HOOFDSTUK 18 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

18 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

5.2

54 395 721

 

54 395 721

18 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

5.2

3 830 516

 

3 830 516

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5.2

2 782 524

 

2 782 524

 

Artikel 18 01 02 — Subtotaal

 

6 613 040

 

6 613 040

18 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

5.2

3 607 559

 

3 607 559

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

3

2 500 000

 

2 500 000

18 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

3

2 500 000

 

2 500 000

18 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

3

188 000

 

188 000

18 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding

3

100 000

 

100 000

18 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie

3

54 000 000

–53 750 000

250 000

 

Artikel 18 01 04 — Subtotaal

 

59 288 000

–53 750 000

5 538 000

18 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1.1

2 304 334

 

2 304 334

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1.1

568 673

 

568 673

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1.1

588 913

 

588 913

 

Artikel 18 01 05 — Subtotaal

 

3 461 920

 

3 461 920

18 01 06

Uitvoerende agentschappen

18 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

3

2 280 000

 

2 280 000

 

Artikel 18 01 06 — Subtotaal

 

2 280 000

 

2 280 000

 

Hoofdstuk 18 01 — Totaal

 

129 646 240

–53 750 000

75 896 240

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

54 000 000

–53 750 000

250 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de noodhulp binnen de Unie. Het gaat hierbij onder meer om:

 

voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatiewerkzaamheden,

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, het beheer en de ondersteuning van informatiesystemen, bestemd voor intern gebruik of ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, agentschappen, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van noodhulp en deskundigen op dit gebied,

 

studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van de noodhulp,

 

andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 07 01.

HOOFDSTUK 18 07 —   INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 07

INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

18 07 01

Noodhulp binnen de Unie

3

2 646 000 000

1 326 000 000

53 750 000

1 143 750 000

2 699 750 000

2 469 750 000

 

Hoofdstuk 18 07 — Totaal

 

2 646 000 000

1 326 000 000

53 750 000

1 143 750 000

2 699 750 000

2 469 750 000

18 07 01

Noodhulp binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 6/2020

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 646 000 000

1 326 000 000

53 750 000

1 143 750 000

2 699 750 000

2 469 750 000

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van noodhulpoperaties om te voorzien in de urgente en uitzonderlijke behoeften in de lidstaten als gevolg van natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen, zoals de plotselinge en massale instroom van onderdanen van derde landen (vluchtelingen en migranten) op hun grondgebied.

Noodhulp voorziet in op de behoeften afgestemde noodmaatregelen, in aanvulling op de reactie van de getroffen lidstaten, gericht op het redden van levens, het voorkomen en verlichten van menselijk lijden en het bewaren van de menselijke waardigheid. De noodmaatregelen kunnen bijstand, hulpverlening en waar nodig beschermingsoperaties omvatten teneinde levens te redden en te sparen in geval van rampen of in de onmiddellijke nasleep daarvan. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van noodhulpoperaties noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de getroffen groepen personen, werkzaamheden op korte termijn in verband met het herstel en de wederopbouw, van met name voorzieningen, opslag, vervoer, logistiek en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties nodig zijn.

Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen en aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding, en die voor een grotere transparantie zorgt.

Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

Referentiebesluiten

Door de Commissie op 1 april 2020 ingediend voorstel voor een verordening van de Raad tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 en tot wijziging van de bepalingen ervan naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19 (COM(2020) 175).

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.