Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2020/1077 van gewijzigde begroting nr. 3 van de EU voor het begrotingsjaar 2020

1.

Wettekst

4.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 254/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2020/1077

van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

gezien Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (1),

gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2),

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, definitief vastgesteld op 27 november 2019 (5),

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, goedgekeurd door de Commissie op 15 april 2020,

gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2020, vastgesteld door de Raad op 6 mei 2020 en de volgende dag toegezonden aan het Europees Parlement,

gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 18 juni 2020,

gezien de artikelen 94 en 96 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 juni 2020.

De voorzitter

  • D. 
    M. SASSOLI
 

 

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2020 moeten worden gedekt op grond van artikel 1 van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2020  (1)

Begroting 2019  (2)

Verschil (in %)

       

1.

Slimme en inclusieve groei

72 353 828 442

67 556 947 173

  • 7,10

2.

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

57 904 492 439

57 399 857 331

  • 0,88

3.

Veiligheid en burgerschap

5 278 527 141

3 527 434 894

  • 49,64

4.

Europa als wereldspeler

8 944 061 191

9 358 295 603

  • – 
    4,43

5.

Administratie

10 274 196 704

9 944 904 743

  • 3,31

6.

Compensatie

p.m.

p.m.

Speciale instrumenten

418 500 000

705 051 794

  • – 
    40,64

Totaal uitgaven  (3)

155 173 605 917

148 492 491 538

  • 4,50

 (1)  (2)  (3)

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2020  (4)

Begroting 2019  (5)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 928 450 061

1 894 392 136

  • 1,80

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

3 218 373 955

1 802 988 329

+78,50

Terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

p.m.

Nettosaldo van btw- en bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1, 3 2 en 3 3)

p.m.

p.m.

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

5 146 824 016

3 697 380 465

+39,20

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

22 156 900 000

21 471 164 786

  • 3,19

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

18 945 245 250

17 738 667 150

  • 6,80

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

108 924 636 651

105 585 279 137

  • 3,16

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2014/335/EU, Euratom te dekken kredieten  (6).

150 026 781 901

144 795 111 073

  • 3,61

Totaal ontvangsten  (7)

155 173 605 917

148 492 491 538

  • 4,50

 (4)  (5)  (6)  (7)

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag  (8)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

2 064 785 000

4 828 731 000

50

2 414 365 500

2 064 785 000

 

Bulgarije

294 223 000

619 079 000

50

309 539 500

294 223 000

 

Tsjechië

954 547 000

2 157 592 000

50

1 078 796 000

954 547 000

 

Denemarken

1 236 816 000

3 248 081 000

50

1 624 040 500

1 236 816 000

 

Duitsland

15 101 735 000

36 775 058 000

50

18 387 529 000

15 101 735 000

 

Estland

137 193 000

280 639 000

50

140 319 500

137 193 000

 

Ierland

960 910 000

2 784 713 000

50

1 392 356 500

960 910 000

 

Griekenland

766 480 000

1 973 712 000

50

986 856 000

766 480 000

 

Spanje

5 902 319 000

12 978 152 000

50

6 489 076 000

5 902 319 000

 

Frankrijk

11 424 424 000

25 387 121 000

50

12 693 560 500

11 424 424 000

 

Kroatië

353 644 000

551 259 000

50

275 629 500

275 629 500

Kroatië

Italië

7 379 229 000

18 340 730 000

50

9 170 365 000

7 379 229 000

 

Cyprus

147 038 000

219 566 000

50

109 783 000

109 783 000

Cyprus

Letland

127 770 000

328 766 000

50

164 383 000

127 770 000

 

Litouwen

201 136 000

483 628 000

50

241 814 000

201 136 000

 

Luxemburg

322 993 000

442 746 000

50

221 373 000

221 373 000

Luxemburg

Hongarije

612 612 000

1 437 840 000

50

718 920 000

612 612 000

 

Malta

94 154 000

132 750 000

50

66 375 000

66 375 000

Malta

Nederland

3 436 775 000

8 302 270 000

50

4 151 135 000

3 436 775 000

 

Oostenrijk

1 867 511 000

4 131 641 000

50

2 065 820 500

1 867 511 000

 

Polen

2 664 822 000

5 358 014 000

50

2 679 007 000

2 664 822 000

 

Portugal

1 102 521 000

2 105 933 000

50

1 052 966 500

1 052 966 500

Portugal

Roemenië

804 913 000

2 266 156 000

50

1 133 078 000

804 913 000

 

Slovenië

236 104 000

507 667 000

50

253 833 500

236 104 000

 

Slowakije

363 409 000

999 569 000

50

499 784 500

363 409 000

 

Finland

1 051 297 000

2 487 111 000

50

1 243 555 500

1 051 297 000

 

Zweden

2 102 533 000

4 888 140 000

50

2 444 070 000

2 102 533 000

 

Verenigd Koninkrijk

12 053 669 000

25 863 586 000

50

12 931 793 000

12 053 669 000

 

Totaal

73 765 562 000

169 880 250 000

 

84 940 125 000

73 471 339 000

 

 (8)

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

2 064 785 000

0,30

619 435 500

Bulgarije

294 223 000

0,30

88 266 900

Tsjechië

954 547 000

0,30

286 364 100

Denemarken

1 236 816 000

0,30

371 044 800

Duitsland

15 101 735 000

0,15

2 265 260 250

Estland

137 193 000

0,30

41 157 900

Ierland

960 910 000

0,30

288 273 000

Griekenland

766 480 000

0,30

229 944 000

Spanje

5 902 319 000

0,30

1 770 695 700

Frankrijk

11 424 424 000

0,30

3 427 327 200

Kroatië

275 629 500

0,30

82 688 850

Italië

7 379 229 000

0,30

2 213 768 700

Cyprus

109 783 000

0,30

32 934 900

Letland

127 770 000

0,30

38 331 000

Litouwen

201 136 000

0,30

60 340 800

Luxemburg

221 373 000

0,30

66 411 900

Hongarije

612 612 000

0,30

183 783 600

Malta

66 375 000

0,30

19 912 500

Nederland

3 436 775 000

0,15

515 516 250

Oostenrijk

1 867 511 000

0,30

560 253 300

Polen

2 664 822 000

0,30

799 446 600

Portugal

1 052 966 500

0,30

315 889 950

Roemenië

804 913 000

0,30

241 473 900

Slovenië

236 104 000

0,30

70 831 200

Slowakije

363 409 000

0,30

109 022 700

Finland

1 051 297 000

0,30

315 389 100

Zweden

2 102 533 000

0,15

315 379 950

Verenigd Koninkrijk

12 053 669 000

0,30

3 616 100 700

Totaal

73 471 339 000

 

18 945 245 250

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

4 828 731 000

 

3 096 108 992

Bulgarije

619 079 000

 

396 944 054

Tsjechië

2 157 592 000

 

1 383 415 227

Denemarken

3 248 081 000

 

2 082 620 215

Duitsland

36 775 058 000

 

23 579 608 759

Estland

280 639 000

 

179 941 465

Ierland

2 784 713 000

 

1 785 515 689

Griekenland

1 973 712 000

 

1 265 514 163

Spanje

12 978 152 000

 

8 321 393 988

Frankrijk

25 387 121 000

 

16 277 836 479

Kroatië

551 259 000

 

353 458 900

Italië

18 340 730 000

 

11 759 797 570

Cyprus

219 566 000

 

140 782 385

Letland

328 766 000

0,6411848  (9)

210 799 767

Litouwen

483 628 000

 

310 094 930

Luxemburg

442 746 000

 

283 882 012

Hongarije

1 437 840 000

 

921 921 174

Malta

132 750 000

 

85 117 284

Nederland

8 302 270 000

 

5 323 289 453

Oostenrijk

4 131 641 000

 

2 649 145 470

Polen

5 358 014 000

 

3 435 477 215

Portugal

2 105 933 000

 

1 350 292 261

Roemenië

2 266 156 000

 

1 453 024 815

Slovenië

507 667 000

 

325 508 371

Slowakije

999 569 000

 

640 908 464

Finland

2 487 111 000

 

1 594 697 806

Zweden

4 888 140 000

 

3 134 201 141

Verenigd Koninkrijk

25 863 586 000

 

16 583 338 602

Totaal

169 880 250 000

 

108 924 636 651

 (9)

TABEL 4

Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Denemarken, Nederland en Zweden op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 6)

 

Lidstaat

Brutovermindering

Percentage in de bni-grondslagen

Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

Financiering van de vermindering

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (3)

België

 

2,84

32 315 590

32 315 590

Bulgarije

 

0,36

4 143 098

4 143 098

Tsjechië

 

1,27

14 439 375

14 439 375

Denemarken

  • 146 333 564

1,91

21 737 317

  • 124 596 247

Duitsland

 

21,65

246 111 806

246 111 806

Estland

 

0,17

1 878 136

1 878 136

Ierland

 

1,64

18 636 293

18 636 293

Griekenland

 

1,16

13 208 785

13 208 785

Spanje

 

7,64

86 854 423

86 854 423

Frankrijk

 

14,94

169 899 670

169 899 670

Kroatië

 

0,32

3 689 222

3 689 222

Italië

 

10,80

122 742 708

122 742 708

Cyprus

 

0,13

1 469 414

1 469 414

Letland

 

0,19

2 200 219

2 200 219

Litouwen

 

0,28

3 236 611

3 236 611

Luxemburg

 

0,26

2 963 014

2 963 014

Hongarije

 

0,85

9 622 538

9 622 538

Malta

 

0,08

888 410

888 410

Nederland

  • 782 321 749

4,89

55 561 753

  • 726 759 996

Oostenrijk

 

2,43

27 650 415

27 650 415

Polen

 

3,15

35 857 741

35 857 741

Portugal

 

1,24

14 093 655

14 093 655

Roemenië

 

1,33

15 165 924

15 165 924

Slovenië

 

0,30

3 397 489

3 397 489

Slowakije

 

0,59

6 689 472

6 689 472

Finland

 

1,46

16 644 634

16 644 634

Zweden

  • 208 243 919

2,88

32 713 177

  • 175 530 742

Verenigd Koninkrijk

 

15,22

173 088 343

173 088 343

Totaal

-1 136 899 232

100,00

1 136 899 232

0

Bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2019): (a) 2011 EU-27 = 100,0000 / (b) 2013 EU-27 = 102,9958 (c) 2013 EU-28 = 102,9874 / (d) 2020 EU-28 = 112,5551

Forfaitair bedrag voor Nederland: in prijzen 2020: 695 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 782 321 749 EUR

Forfaitair bedrag voor Zweden: in prijzen 2020: 185 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 208 243 919 EUR

Forfaitair bedrag voor Denemarken: in prijzen 2020: 130 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 146 333 564 EUR

TABEL 5

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2019 op grond van artikel 4 van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt  (10) (%)

Bedrag

  • 1. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

16,3037

 
  • 2. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,3015

 
  • 3. 
    (1) – (2)

9,0022

 
  • 4. 
    Totale toegerekende uitgaven
 

130 008 765 143

  • 5. 
    Met de uitbreiding verband houdende uitgaven  (11)
 

30 694 725 929

  • 6. 
    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)
 

99 314 039 214

  • 7. 
    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66
 

5 900 699 546

  • 8. 
    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk  (12)
 

690 825 371

  • 9. 
    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)
 

5 209 874 175

  • 10. 
    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen  (13)
 

-44 494 806

  • 11. 
    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)
 

5 254 368 981

 (10)  (11)  (12)  (13)

TABEL 6

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op – 5 254 368 981 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Percentage in de bni-grondslagen

Percentage zonder het Verenigd Koninkrijk

Percentage zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het percentage van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,84

3,35

5,37

 

1,51

4,87

255 665 342

Bulgarije

0,36

0,43

0,69

 

0,19

0,62

32 778 186

Tsjechië

1,27

1,50

2,40

 

0,68

2,17

114 237 363

Denemarken

1,91

2,26

3,61

 

1,02

3,27

171 975 150

Duitsland

21,65

25,54

0,00

-19,15

0,00

6,38

335 429 452

Estland

0,17

0,19

0,31

 

0,09

0,28

14 858 907

Ierland

1,64

1,93

3,10

 

0,87

2,81

147 441 346

Griekenland

1,16

1,37

2,19

 

0,62

1,99

104 501 525

Spanje

7,64

9,01

14,43

 

4,07

13,08

687 150 240

Frankrijk

14,94

17,63

28,23

 

7,95

25,58

1 344 164 122

Kroatië

0,32

0,38

0,61

 

0,17

0,56

29 187 341

Italië

10,80

12,74

20,40

 

5,75

18,48

971 081 015

Cyprus

0,13

0,15

0,24

 

0,07

0,22

11 625 294

Letland

0,19

0,23

0,37

 

0,10

0,33

17 407 073

Litouwen

0,28

0,34

0,54

 

0,15

0,49

25 606 504

Luxemburg

0,26

0,31

0,49

 

0,14

0,45

23 441 937

Hongarije

0,85

1,00

1,60

 

0,45

1,45

76 128 874

Malta

0,08

0,09

0,15

 

0,04

0,13

7 028 674

Nederland

4,89

5,76

0,00

-4,32

0,00

1,44

75 725 942

Oostenrijk

2,43

2,87

0,00

-2,15

0,00

0,72

37 685 164

Polen

3,15

3,72

5,96

 

1,68

5,40

283 689 127

Portugal

1,24

1,46

2,34

 

0,66

2,12

111 502 190

Roemenië

1,33

1,57

2,52

 

0,71

2,28

119 985 468

Slovenië

0,30

0,35

0,56

 

0,16

0,51

26 879 289

Slowakije

0,59

0,69

1,11

 

0,31

1,01

52 923 874

Finland

1,46

1,73

2,77

 

0,78

2,51

131 684 305

Zweden

2,88

3,39

0,00

-2,55

0,00

0,85

44 585 277

Verenigd Koninkrijk

15,22

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

-28,17

28,17

100,00

5 254 368 981

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 7

Overzicht van de financiering  (14) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

 

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totaal eigen middelen  (15)

Nettobijdragen van de suikersector (80 %)

Nettodouanerechten (80 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (80 %)

Inningskosten (20 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Vermindering ten voordele van: Denemarken, Nederland en Zweden.

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Percentage (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

  • (9) 
    = (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

  • (11) 
    = (3) + (9)

België

p.m.

2 264 600 000

2 264 600 000

566 150 000

619 435 500

3 096 108 992

32 315 590

255 665 342

4 003 525 424

3.13

6 268 125 424

Bulgarije

p.m.

113 700 000

113 700 000

28 425 000

88 266 900

396 944 054

4 143 098

32 778 186

522 132 238

0.41

635 832 238

Tsjechië

p.m.

316 800 000

316 800 000

79 200 000

286 364 100

1 383 415 227

14 439 375

114 237 363

1 798 456 065

1.41

2 115 256 065

Denemarken

p.m.

372 700 000

372 700 000

93 175 000

371 044 800

2 082 620 215

  • 124 596 247

171 975 150

2 501 043 918

1.96

2 873 743 918

Duitsland

p.m.

4 257 000 000

4 257 000 000

1 064 250 000

2 265 260 250

23 579 608 759

246 111 806

335 429 452

26 426 410 267

20.67

30 683 410 267

Estland

p.m.

36 900 000

36 900 000

9 225 000

41 157 900

179 941 465

1 878 136

14 858 907

237 836 408

0.19

274 736 408

Ierland

p.m.

333 400 000

333 400 000

83 350 000

288 273 000

1 785 515 689

18 636 293

147 441 346

2 239 866 328

1.75

2 573 266 328

Griekenland

p.m.

193 100 000

193 100 000

48 275 000

229 944 000

1 265 514 163

13 208 785

104 501 525

1 613 168 473

1.26

1 806 268 473

Spanje

p.m.

1 660 500 000

1 660 500 000

415 125 000

1 770 695 700

8 321 393 988

86 854 423

687 150 240

10 866 094 351

8.50

12 526 594 351

Frankrijk

p.m.

1 823 600 000

1 823 600 000

455 900 000

3 427 327 200

16 277 836 479

169 899 670

1 344 164 122

21 219 227 471

16.59

23 042 827 471

Kroatië

p.m.

41 300 000

41 300 000

10 325 000

82 688 850

353 458 900

3 689 222

29 187 341

469 024 313

0.37

510 324 313

Italië

p.m.

1 998 200 000

1 998 200 000

499 550 000

2 213 768 700

11 759 797 570

122 742 708

971 081 015

15 067 389 993

11.78

17 065 589 993

Cyprus

p.m.

27 100 000

27 100 000

6 775 000

32 934 900

140 782 385

1 469 414

11 625 294

186 811 993

0.15

213 911 993

Letland

p.m.

47 000 000

47 000 000

11 750 000

38 331 000

210 799 767

2 200 219

17 407 073

268 738 059

0.21

315 738 059

Litouwen

p.m.

108 500 000

108 500 000

27 125 000

60 340 800

310 094 930

3 236 611

25 606 504

399 278 845

0.31

507 778 845

Luxemburg

p.m.

16 800 000

16 800 000

4 200 000

66 411 900

283 882 012

2 963 014

23 441 937

376 698 863

0.29

393 498 863

Hongarije

p.m.

223 900 000

223 900 000

55 975 000

183 783 600

921 921 174

9 622 538

76 128 874

1 191 456 186

0.93

1 415 356 186

Malta

p.m.

14 700 000

14 700 000

3 675 000

19 912 500

85 117 284

888 410

7 028 674

112 946 868

0.09

127 646 868

Nederland

p.m.

2 758 500 000

2 758 500 000

689 625 000

515 516 250

5 323 289 453

  • 726 759 996

75 725 942

5 187 771 649

4.06

7 946 271 649

Oostenrijk

p.m.

222 900 000

222 900 000

55 725 000

560 253 300

2 649 145 470

27 650 415

37 685 164

3 274 734 349

2.56

3 497 634 349

Polen

p.m.

844 800 000

844 800 000

211 200 000

799 446 600

3 435 477 215

35 857 741

283 689 127

4 554 470 683

3.56

5 399 270 683

Portugal

p.m.

199 900 000

199 900 000

49 975 000

315 889 950

1 350 292 261

14 093 655

111 502 190

1 791 778 056

1.40

1 991 678 056

Roemenië

p.m.

206 000 000

206 000 000

51 500 000

241 473 900

1 453 024 815

15 165 924

119 985 468

1 829 650 107

1.43

2 035 650 107

Slovenië

p.m.

90 700 000

90 700 000

22 675 000

70 831 200

325 508 371

3 397 489

26 879 289

426 616 349

0.33

517 316 349

Slowakije

p.m.

107 700 000

107 700 000

26 925 000

109 022 700

640 908 464

6 689 472

52 923 874

809 544 510

0.63

917 244 510

Finland

p.m.

163 500 000

163 500 000

40 875 000

315 389 100

1 594 697 806

16 644 634

131 684 305

2 058 415 845

1.61

2 221 915 845

Zweden

p.m.

538 600 000

538 600 000

134 650 000

315 379 950

3 134 201 141

  • 175 530 742

44 585 277

3 318 635 626

2.60

3 857 235 626

Verenigd Koninkrijk

p.m.

3 174 500 000

3 174 500 000

793 625 000

3 616 100 700

16 583 338 602

173 088 343

-5 254 368 981

15 118 158 664

11.82

18 292 658 664

Totaal

p.m.

22 156 900 000

22 156 900 000

5 539 225 000

18 945 245 250

108 924 636 651

0

0

127 869 881 901

100,00

150 026 781 901

 (14)  (15)

 

  • (1) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting van 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus met die van gewijzigde begrotingen nr.1 tot en met 3/2020.
  • (2) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de GB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.
  • (3) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (4) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting van 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus met die van gewijzigde begrotingen nr.1 tot en met 3/2020.
  • (5) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de GB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.
  • (6) 
    De eigen middelen voor de begroting 2020 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 172e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 24 mei 2019.
  • (7) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (8) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • (9) 
    Berekening van percentage: (108 924 636 651) / (169 880 250 000) = 0,641184814897553.
  • Afgeronde percentages.
  • Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in 13 lidstaten (die tot de Unie zijn toegetreden na 30 april 2004), uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling.
  • Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 20 % sinds 1 januari 2014 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (150 026 781 901 + 5 146 824 016 = 155 173 605 917 = 155 173 605 917).
  • Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (150 026 781 901) / (16 988 025 000 000) = 0,88 %; maximum van de eigen middelen als percentage van het bni: 1,20 %.
 

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
 

Titel

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 3/2020

Nieuw bedrag

1

EIGEN MIDDELEN

153 245 155 856

–3 218 373 955

150 026 781 901

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

p.m.

3 218 373 955

3 218 373 955

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 651 322 700

 

1 651 322 700

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

15 050 000

 

15 050 000

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

130 000 000

 

130 000 000

7

ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

115 000 000

 

115 000 000

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

2 076 361

 

2 076 361

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

15 001 000

 

15 001 000

 

TOTAAL-GENERAAL

155 173 605 917

0

155 173 605 917

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 3/2020

Nieuw bedrag

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

p.m.

 

p.m.

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

 

p.m.

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

p.m.

 

p.m.

1 1 7

Productieheffing

p.m.

 

p.m.

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

p.m.

 

p.m.

1 1 9

Overschotheffing

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

22 156 900 000

 

22 156 900 000

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

22 156 900 000

 

22 156 900 000

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

18 945 245 250

 

18 945 245 250

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

18 945 245 250

 

18 945 245 250

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

112 143 010 606

–3 218 373 955

108 924 636 651

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

112 143 010 606

–3 218 373 955

108 924 636 651

 

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom

0

 

0

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

0

 

0

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom

0

 

0

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

0

 

0

 

Titel 1 — Totaal

153 245 155 856

–3 218 373 955

150 026 781 901

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM)

 

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 5 —

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

AAN BEPAALDE LIDSTATEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 3/2020

Nieuw bedrag

112 143 010 606

–3 218 373 955

108 924 636 651

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor begrotingsjaar 2020 op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6412 %.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 3/2020

Nieuw bedrag

België

3 187 589 091

-91 480 099

3 096 108 992

Bulgarije

408 672 479

-11 728 425

396 944 054

Tsjechië

1 424 290 714

-40 875 487

1 383 415 227

Denemarken

2 144 154 968

-61 534 753

2 082 620 215

Duitsland

24 276 310 633

  • 696 701 874

23 579 608 759

Estland

185 258 159

-5 316 694

179 941 465

Ierland

1 838 271 956

-52 756 267

1 785 515 689

Griekenland

1 302 906 051

-37 391 888

1 265 514 163

Spanje

8 567 264 514

  • 245 870 526

8 321 393 988

Frankrijk

16 758 794 383

  • 480 957 904

16 277 836 479

Kroatië

363 902 478

-10 443 578

353 458 900

Italië

12 107 261 903

  • 347 464 333

11 759 797 570

Cyprus

144 942 053

-4 159 668

140 782 385

Letland

217 028 224

-6 228 457

210 799 767

Litouwen

319 257 241

-9 162 311

310 094 930

Luxemburg

292 269 816

-8 387 804

283 882 012

Hongarije

949 160 991

-27 239 817

921 921 174

Malta

87 632 227

-2 514 943

85 117 284

Nederland

5 480 575 598

  • 157 286 145

5 323 289 453

Oostenrijk

2 727 419 229

-78 273 759

2 649 145 470

Polen

3 536 984 557

  • 101 507 342

3 435 477 215

Portugal

1 390 189 070

-39 896 809

1 350 292 261

Roemenië

1 495 957 042

-42 932 227

1 453 024 815

Slovenië

335 126 101

-9 617 730

325 508 371

Slowakije

659 845 256

-18 936 792

640 908 464

Finland

1 641 816 016

-47 118 210

1 594 697 806

Zweden

3 226 806 741

-92 605 600

3 134 201 141

Verenigd Koninkrijk

17 073 323 115

  • 489 984 513

16 583 338 602

Totaal van artikel 1 4 0

112 143 010 606

-3 218 373 955

108 924 636 651

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 3/2020

Nieuw bedrag

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

3 218 373 955

3 218 373 955

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

p.m.

3 218 373 955

3 218 373 955

 

HOOFDSTUK 3 1

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 3 1 0 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 3 2 0 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 3

3 3 0

Verrekening van aanpassingen van de btw- en de bni-middelen van voorgaande begrotingsjaren

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 3 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 5

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 3 5 0 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 6

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 3 6 0 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 7

3 7 0

Aanpassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging van eigenmiddelenbesluiten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 8

3 8 0

Aanpassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het noodkader

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 8 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

Titel 3 — Totaal

p.m.

3 218 373 955

3 218 373 955

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

 

HOOFDSTUK 3 1 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

 

HOOFDSTUK 3 2 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

 

HOOFDSTUK 3 3 —

VERREKENING VAN AANPASSINGEN VAN DE BTW- EN DE BNI-MIDDELEN VAN VOORGAANDE BEGROTINGSJAREN

 

HOOFDSTUK 3 4 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

 

HOOFDSTUK 3 5 —

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

 

HOOFDSTUK 3 6 —

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

 

HOOFDSTUK 3 7 —

AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN EIGENMIDDELENBESLUITEN

 

HOOFDSTUK 3 8 —

AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN HET NOODKADER

HOOFDSTUK 3 0 —   OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

 

Begroting 2020

Gewijzigde begroting nr. 3/2020

Nieuw bedrag

p.m.

3 218 373 955

3 218 373 955

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend op grond van artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 1, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014.

Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 van de Raad van 26 mei 2014 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 29).

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39).

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 7.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1) en met name artikel 18.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.