Besluit 2019/2207 - Standpunt EU op de 39e zitting van het uitvoerend orgaan van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, wat betreft bepaalde wijzigingen van het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau

1.

Wettekst

23.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 332/17

 

BESLUIT (EU) 2019/2207 VAN DE RAAD

van 5 december 2019

over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen op de 39e zitting van het uitvoerend orgaan van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, wat betreft bepaalde wijzigingen van het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 191, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand uit 1979 (“het verdrag”) hoort een protocol: het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau (“het protocol”) uit 1999.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 13 bis van het protocol kunnen het protocol en de bijlagen daarbij worden gewijzigd door de partijen die aanwezig zijn op een zitting van het uitvoerend orgaan van het verdrag (“het uitvoerend orgaan”).

 

(3)

Het protocol is in 2012 gewijzigd door de partijen die aanwezig waren op de 30e zitting van het uitvoerend orgaan, met de vaststelling van Besluiten 2012/1 en 2012/2. De wijzigingen in Besluit 2012/1 traden in werking en werden van kracht volgens de versnelde procedure waarin het protocol voorziet. De wijziging in Besluit 2012/2 moest door de partijen bij het protocol worden aanvaard, en werd door de Unie goedgekeurd bij Besluit (EU) 2017/1757 van de Raad (1). Die wijziging trad in werking op 7 oktober 2019.

 

(4)

Het uitvoerend orgaan zal op zijn 39e zitting, van 9 tot en met 13 december 2019, beslissen over het aannemen van wijzigingen van artikel 3 bis van het protocol en van bijlage VII bij het protocol, die zijn voorgesteld door de Verenigde Staten van Amerika; het doel daarvan is om het voor niet-EU-partijen gemakkelijker te maken om het protocol te ratificeren.

 

(5)

Het namens de Unie in het uitvoerend orgaan in te nemen standpunt dient te worden vastgesteld, aangezien het onderwerp en de inhoud van het te wijzigen protocol onder het acquis van de Unie vallen, meer bepaald onder Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad (2).

 

(6)

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 39e zitting van het uitvoerend orgaan, moet inhouden dat het voorstel tot wijziging van bijlage VII bij het protocol wordt gesteund.

 

(7)

Indien de verdragspartijen uit Oost-Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië die op de 39e zitting van het uitvoerend orgaan aanwezig zijn aangeven dat het voorstel tot wijziging van artikel 3 bis van het protocol nuttig is, moet het standpunt van de Unie op de 39e zitting van het uitvoerend orgaan zijn dat het voorstel moet worden gesteund. Indien die partijen niet aangeven dat het voorstel tot wijziging van artikel 3 bis van het protocol nuttig is, moet het standpunt van de Unie luiden dat de Verenigde Staten van Amerika moet worden verzocht het voorstel in te trekken; als de Verenigde Staten van Amerika het voorstel niet intrekt, moet de Unie bezwaar kunnen maken tegen het voorstel,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 39e zitting van het uitvoerend orgaan van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (“de 39e zitting van het uitvoerend orgaan”), luidt als volgt:

 

a)

het voorstel van de Verenigde Staten van Amerika om bijlage VII bij het protocol te wijzigen om de flexibele tijdschema’s te verlengen van 2019 tot en met 2024, wordt gesteund;

 

b)

indien de verdragspartijen uit Oost-Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië die op de 39e zitting van het uitvoerend orgaan aanwezig zijn aangeven dat het voorstel tot wijziging van artikel 3 bis van het protocol, dat wil zeggen om de flexibele tijdschema’s te verlengen van 2019 tot en met 2024, nuttig is, wordt het door de Verenigde Staten van Amerika ingediende voorstel tot wijziging van dat artikel gesteund;

 

c)

indien de voorwaarde onder b) niet wordt vervuld, wordt de Verenigde Staten van Amerika verzocht het voorstel tot wijziging van artikel 3 bis van het protocol in te trekken;

 

d)

als de Verenigde Staten van Amerika het voorstel tot wijziging van artikel 3 bis van het protocol niet intrekt na een verzoek daartoe als bedoeld onder c), kan de Unie bezwaar maken tegen het voorstel.

Artikel 2

De vertegenwoordigers van de Unie kunnen op basis van ontwikkelingen tijdens de 39e zitting het in artikel 1 vermelde standpunt in overleg met de lidstaten nader uitwerken en goedkeuren in coördinatievergaderingen ter plaatse, zonder een nader besluit van de Raad.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 5 december 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    LINTILÄ
 

  • (1) 
    Besluit (EU) 2017/1757 van de Raad van 17 juli 2017 betreffende de aanvaarding namens de Europese Unie van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 248 van 27.9.2017, blz. 3).
  • (2) 
    Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG (PB L 344 van 17.12.2016, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.