Uitvoeringsbesluit 2019/1594 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/805/EU waarbij Polen wordt gemachtigd af te wijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

27.9.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 248/71

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1594 VAN DE RAAD

van 24 september 2019

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/805/EU waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG is een belastingplichtige gerechtigd de btw af te trekken ter zake van aan hem geleverde goederen en diensten die hij voor zijn belaste activiteiten bestemt. Krachtens artikel 26, lid 1, onder a), van die richtlijn wordt het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor privédoeleinden van de belastingplichtige of van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden, gelijkgesteld aan een levering van diensten.

 

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit 2013/805/EU (2) van de Raad werd Polen gemachtigd om, tot en met 31 december 2016, het recht op aftrek van de btw tot 50 % te beperken ter zake van de aankoop, intracommunautaire verwerving, invoer, huur of leasing van bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen en de daarmee samenhangende uitgaven wanneer deze voertuigen niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, en belastingplichtigen te ontheffen van de verplichting om het niet-zakelijke gebruik van deze voertuigen gelijk te stellen aan een dienst overeenkomstig artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG (de “afwijkingen”).

 

(3)

De afwijkingen werden bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1837 (3) van de Raad verlengd tot en met 31 december 2019.

 

(4)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 14 januari 2019, heeft Polen verzocht om machtiging tot verlenging tot en met 31 december 2022 van de afwijkingen die het mocht toepassen.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie bij brief van 15 april 2019 de overige lidstaten van het verzoek van Polen in kennis gesteld. Bij brief van 16 april 2019 heeft de Commissie Polen meegedeeld dat zij over alle nodige gegevens beschikte om het verzoek te beoordelen.

 

(6)

Bij het verzoek van Polenging was een verslag gevoegd over de toepassing van Uitvoeringsbesluit 2013/805/EU, met daarin een evaluatie van het percentage van de aftrekbeperking. Op basis van actuele gegevens acht Polen een tarief van 50 % nog altijd gerechtvaardigd. Ook de machtiging om af te wijken van de verplichting van artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG is volgens Polen nog altijd nodig om dubbele belasting te voorkomen. Deze afwijkingen zijn gerechtvaardigd door de behoefte om de belastinginning te vereenvoudigen en belastingontduiking door onjuiste administratie en valse aangifte te voorkomen.

 

(7)

De verlenging van de afwijkingen moet worden beperkt tot de tijd die nodig is om te evalueren of deze maatregelen doeltreffend zijn en het percentage passend is. Polen mag derhalve worden gemachtigd de afwijkingen te blijven toepassen tot en met 31 december 2022.

 

(8)

Er moet een uiterste termijn worden vastgesteld waarbinnen in voorkomend geval om een verdere verlenging van de afwijkingen na 2022 kan worden verzocht. Als het een dergelijk verzoek zou indienen, dient Polen tevens een verslag voor te leggen met daarin ook een evaluatie van het toegepaste percentage van de aftrekbeperking van de btw.

 

(9)

De verlenging van de afwijkingen zullen geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

 

(10)

Uitvoeringsbesluit 2013/805/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 3 van Uitvoeringsbesluit 2013/805/EU wordt vervangen door:

“Artikel 3

Dit besluit vervalt op 31 december 2022.

Een verzoek om machtiging tot verlenging van de in dit besluit vervatte afwijkingen dient de Commissie uiterlijk op 1 april 2022 te worden voorgelegd. Bij dit verzoek dient een verslag te worden gevoegd dat ook een evaluatie omvat van het op basis van dit besluit toegepaste percentage van de aftrekbeperking van de btw.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van kennisgeving.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel, 24 september 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    KULMUNI
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit 2013/805/EU van de Raad van 17 december 2013 waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 51).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1837 van de Raad van 11 oktober 2016 waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd maatregelen te blijven toepassen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 280 van 18.10.2016, blz. 28).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.