Onderwijs en opleiding als belangrijke motor voor de strategie van Lissabon

1.

Wettekst

12.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 300/1

 

RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 15 november 2007

over onderwijs en opleiding als belangrijke motor voor de strategie van Lissabon

(2007/C 300/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

GELET OP:

 

1.

het door de Europese Raad van Lissabon in maart 2000 (1) voor de Europese Unie geformuleerde strategische doel om „de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang” en het specifieke mandaat dat de Europese Raad aan de Raad Onderwijs heeft gegeven om „over de concrete doelstellingen die de onderwijsstelsels in de toekomst moeten nastreven, een algemene gedachtewisseling te houden, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar gemeenschappelijke toekomstige vraagstukken en prioriteiten en tegelijk rekening wordt gehouden met de nationale diversiteit”;

 

2.

de gemeenschappelijke doelstellingen uit hoofde van het in maart 2002 door de Europese Raad van Barcelona aangenomen (2) gedetailleerde werkprogramma voor de follow-up inzake de doelstellingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels in Europa (het werkprogramma „Onderwijs en Opleiding 2010”), en de ontwikkeling van de open coördinatiemethode die vooruitzichten heeft geopend voor verdere samenwerking binnen de Unie op het gebied van onderwijs en opleiding;

 

3.

de resolutie van de Raad van 27 juni 2002 inzake levenslang leren (3), waarin de lidstaten werd verzocht levenslang leren voor allen te bevorderen door alomvattende en coherente strategieën inzake levenslang leren uit te werken;

 

4.

de tussentijdse evaluatie van de Lissabonstrategie door de voorjaarsbijeenkomst 2005 van de Europese Raad en, met name, de vervolgens voor de periode 2005-2008 aangenomen geïntegreerde richtsnoeren waarin wordt aangedrongen op meer investeringen in menselijk kapitaal en de aanpassing van onderwijs- en opleidingsstelsels aan nieuwe vaardigheidsvereisten (4);

 

5.

de conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 14 november 2006, over doelmatigheid en rechtvaardigheid in onderwijs en opleiding, waarin werd benadrukt dat het ontwikkelen van doelmatige en rechtvaardige onderwijs- en opleidingsstelsels van hoge kwaliteit aanmerkelijk bijdraagt tot verlaging van het risico op werkloosheid, sociale uitsluiting en verspilling van menselijk potentieel in een moderne kenniseconomie (5);

 

6.

de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst 2007 van de Europese Raad (6), waarin onderstreept werd dat onderwijs en opleiding randvoorwaarden zijn voor een goed werkende kennisdriehoek (onderwijs-onderzoek-innovatie) en een sleutelrol spelen als stimulerende factor voor groei en werkgelegenheid.

NOTA NEMENDE VAN de recente Commissiemededeling (7) waarin de eerste drie jaar worden beoordeeld van de herziene Lissabonstrategie die op versterkte groei, concurrentievermogen en innovatie is gericht, en waarin enkele cruciale uitdagingen voor de toekomst worden geformuleerd.

MET HET OOGMERK ervoor te zorgen dat onderwijs en opleiding vanuit het oogpunt van een leven lang leren ten volle worden erkend vanwege de onontbeerlijke rol die zij spelen in de Lissabonstrategie, bij te dragen tot de komende voorstellen over de volgende cyclus van de Lissabonstrategie, alsmede sterkere banden te smeden tussen de nieuwe cyclus en het gerelateerde werkprogramma „Onderwijs en opleiding 2010”.

TEVENS MET HET OOGMERK de waardevolle bijdrage van onderwijs en opleiding te benadrukken, niet alleen voor de Lissabondoelstellingen inzake groei en werkgelegenheid, maar ook voor het aangaan van andere uitdagingen waarmee de Europese samenlevingen worden geconfronteerd, zoals toenemende mondialisering, veranderende demografische trends en migratie, technologische vooruitgang, klimaatverandering en duurzame ontwikkeling.

BENADRUKT hetgeen volgt:

 

1.

onderwijs en opleiding vormen één punt van de kennisdriehoek en zijn van essentieel belang om onderzoek en innovatie de ruime vaardigheidsbasis en creativiteit te bieden die deze vereisen. Zij vormen de hoeksteen waarvan de toekomstige groei van Europa en het welzijn van zijn burgers afhankelijk zijn;

 

2.

de uitvoering van alomvattende en coherente strategieën voor een leven lang leren moet aan de doelstellingen doelmatigheid en rechtvaardigheid voldoen, en excellentie, innovatie en creativiteit bevorderen. Onderwijs- en opleidingsstelsels moeten niet alleen de fundamenten vormen voor meer economisch concurrentievermogen en individuele inzetbaarheid, maar ook zorgen voor sterkere sociale samenhang, duurzame ontwikkeling, persoonlijke ontplooiing en de actievere betrokkenheid van burgers bij de samenleving;

 

3.

met een beter aanbod van onderwijs voor jonge kinderen, de aanmoediging van de verwerving van nieuwe sleutelcompetenties, de vergroting van de aantrekkelijkheid van beroepsonderwijs en -opleiding, de ontwikkeling van een levenslange begeleiding, de vergroting van de toegang tot en excellentie in voortgezet en hoger onderwijs, de uitbreiding van het volwassenenonderwijs en de verbetering van de kwaliteit van de lerarenopleiding worden effectieve middelen aangereikt om ervoor te zorgen dat alle burgers beter gekwalificeerd zijn en aldus beter in staat zijn om actief aan de sociale en economische ontwikkeling deel te nemen;

 

4.

In het licht van de toenemende verscheidenheid in de achtergrond van leerlingen vormen onderwijs en opleiding een essentieel instrument voor de integratie in de Europese economieën en samenlevingen en voor de bevordering van de interculturele dialoog;

 

5.

De randvoorwaarden voor een leven lang leren kunnen worden versterkt door het opzetten van leerorganisaties en partnerschappen, waarbij werkgevers en andere belanghebbenden betrokken zijn, aan te moedigen, de infrastructuren voor e-leren te ontwikkelen, vaardigheidsbehoeften te bepalen, leerresultaten en levenslange begeleiding te valideren, alsmede door mogelijke nieuwe financiële regelingen te onderzoeken.

VERZOEKT DERHALVE DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE OM binnen hun respectieve bevoegdheden:

 

1.

de aandacht te vestigen op het belang van onderwijs en opleiding in de algemene strategie van Lissabon, met name door in het deel „concurrentievermogen” van de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid de nadruk te leggen op hun essentiële plaats in de kennisdriehoek, naast onderzoek en innovatie, en door in het deel „werkgelegenheid” van de richtsnoeren te benadrukken dat een leven lang leren van fundamenteel belang is om de Europese burgers in staat te stellen succesvol te zijn en volledig deel te nemen aan de kenniseconomie, alsmede om ervoor te zorgen dat alle groepen, ook die welke een risico op uitsluiting lopen, de kennis, vaardigheden en competenties kunnen ontwikkelen om zulks te doen;

 

2.

te wijzen op de bijdrage van onderwijs en opleiding, niet alleen aan het bevorderen van werkgelegenheid, concurrentievermogen en innovatie, maar ook aan het stimuleren van sociale samenhang, actief burgerschap en persoonlijke ontplooiing, en aan het inspelen op de andere uitdagingen waarmee Europese samenlevingen thans worden geconfronteerd;

 

3.

ervoor te zorgen dat het onderwijs- en opleidingsbeleid aansluit op het beleid op andere gebieden, zoals onderzoek, bedrijfsleven en innovatie, de informatiemaatschappij, werkgelegenheid, sociale zaken, jongeren, cultuur, volksgezondheid, migratie en externe betrekkingen, alsmede de samenwerking tussen de Onderwijsraad en andere Raadsformaties te versterken en na te gaan hoe er meer rekening kan worden gehouden met de standpunten van belanghebbenden;

 

4.

de strategische rol van de Onderwijsraad in de open coördinatiemethode op het gebied van onderwijs en opleiding te versterken, met name door de resultaten te verwerken in de beleidsvormingsprocessen op zowel Europees als nationaal niveau, en door een stevige kennisbasis voor het onderwijs- en opleidingsbeleid te ontwikkelen;

 

5.

te zorgen voor duidelijke koppelingen tussen het werkprogramma „onderwijs en opleiding” en de geïntegreerde richtsnoeren van Lissabon voor groei en werkgelegenheid, waarbij de organisatie van de gezamenlijke werkzaamheden van de lidstaten en de Commissie op dit gebied wordt verbeterd, en — met betrekking tot het werkprogramma na 2010 —, zich te blijven beraden op de hoofdprioriteiten van het programma en op manieren om een meer geïntegreerde aanpak van onderwijs en opleiding te ontwikkelen vanuit het oogpunt van een leven lang leren.

 

  • (1) 
    SN 100/1/00 REV 1.
  • (4) 
    Aanbeveling 2005/601/EG van de Raad inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (2005-2008) en Beschikking 2005/600/EG van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten.
  • (6) 
    Doc. 7224/07, punt 15.
  • (7) 
    COM(2007) 581 def. — Commissiemededeling over het Europese belang: Slagen in een tijd van mondialisatie.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.