Besluit 2019/1179 - Standpunt EU betreffende een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst (Begrotingsonderdeel 02 04 77 03 - Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek)

1.

Wettekst

11.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 185/39

 

BESLUIT (EU) 2019/1179 VAN DE RAAD

van 8 juli 2019

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 02 04 77 03 — Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2), en met name artikel 58, lid 2, onder b), artikel 110, lid 1, en artikel 181,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (3) (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan onder meer Protocol 31 bij de EER-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

 

(3)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst bevat bepalingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

 

(4)

Het is passend de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst voort te zetten met betrekking tot acties van de Unie die worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Unie, met name wat de voorbereidende actie betreft inzake defensieonderzoek.

 

(5)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om het mogelijk te maken dat deze uitgebreide samenwerking vanaf 1 januari 2019 plaatsvindt.

 

(6)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER dient derhalve te worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

A.-K. PEKONEN

 

 

ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. …/2019

van …

tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het is passend de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst voort te zetten met betrekking tot acties van de Unie die worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Unie, met name wat de voorbereidende actie betreft inzake defensieonderzoek.

 

(2)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om het mogelijk te maken dat deze uitgebreide samenwerking vanaf 1 januari 2019 plaatsvindt,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1, lid 13, onder a), van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden de woorden “en 2018” vervangen door de woorden “, 2018 en 2019”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*1).

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2019.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER

 

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.