Hervormingsprogramma 2017 en stabiliteitsprogramma 2017 van Malta

1.

Wettekst

9.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 261/75

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 11 juli 2017

over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Malta en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2017 van Malta

(2017/C 261/17)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 16 november 2016 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2017 voor coördinatie van het economisch beleid. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 9-10 maart 2017 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 16 november 2016 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2) ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Malta niet heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen, die op 9-10 maart 2017 door de Europese Raad is bekrachtigd. Op 21 maart 2017 heeft de Raad de aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone („aanbeveling voor de eurozone”) vastgesteld (3).

 

(2)

Als lidstaat die de euro als munt heeft en in het licht van de grote onderlinge verwevenheid tussen de economieën van de Economische en Monetaire Unie, moet Malta ervoor zorgen dat volledig en tijdig uitvoering wordt gegeven aan de aanbeveling voor de eurozone, zoals in de onderstaande aanbeveling 2 is weergegeven.

 

(3)

Op 22 februari 2017 is het landverslag 2017 voor Malta gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Malta bij de tenuitvoerlegging van de op 12 juli 2016 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat is gegeven aan de landspecifieke aanbevelingen die in eerdere jaren werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Malta in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt.

 

(4)

Malta heeft op 18 april 2017 zijn nationaal hervormingsprogramma 2017 en op 2 mei 2017 zijn stabiliteitsprogramma 2017 ingediend. Teneinde met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

 

(5)

De relevante landspecifieke aanbevelingen zijn meegenomen in de programmering van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) voor de periode 2014-2020. Op grond van artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de betrokken programma’s te evalueren en wijzigingen voor te stellen, wanneer dit nodig is om de uitvoering van betrokken aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft nadere gegevens verstrekt over de wijze waarop zij gebruik zal maken van die bepaling in richtsnoeren over de toepassing van de maatregelen die de doeltreffendheid van de ESI-fondsen koppelen aan gezond economisch bestuur.

 

(6)

Malta valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact. Voor de periode 2017-2020 stelt de regering zich in haar stabiliteitsprogramma 2017 ten doel een begrotingsoverschot in nominale termen te handhaven. Malta zal gedurende de gehele programmaperiode met een positieve marge blijven voldoen aan zijn begrotingsdoelstelling op middellange termijn, namelijk een begroting in evenwicht in termen van het bbp. Volgens het stabiliteitsprogramma zal de overheidsschuldquote naar verwachting onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het bbp blijven en geleidelijk dalen van 58,3 % van het bbp in 2016 tot 47,6 % in 2020. Het macro-economische scenario dat aan die begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is aannemelijk voor 2017 en voorzichtig voor de periode 2018-2020. Tegelijkertijd zijn er aan de uitvoering van de begroting mogelijke implementatierisico’s verbonden.

 

(7)

Op 12 juli 2016 heeft de Raad Malta voor 2017 aanbevolen een jaarlijkse budgettaire aanpassing in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn te realiseren van ten minste 0,6 % van het bbp. Volgens de begrotingsgegevens heeft Malta reeds in 2016 zijn begrotingsdoelstelling op middellange termijn gehaald. Op basis van de voorjaarsprognoses 2017 van de Commissie zal het structurele saldo stijgen van een overschot van 0,4 % van het bbp in 2017 tot 0,7 % van het bbp in 2018 en daarmee boven de begrotingsdoelstelling op middellange termijn blijven. Al met al is de Raad van oordeel dat Malta volgens de projecties in 2017 en 2018 aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact zal voldoen.

 

(8)

Ondanks het feit dat de middellangetermijndoelstelling drie jaar eerder dan gepland is bereikt, overtrof de toename van de uitgaven de potentiële productiegroei. Als die trend zich doorzet, komt de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het gedrang, vooral in het geval van een onverwachte plotse daling van de inkomsten. De Maltese autoriteiten hebben evaluaties verricht van bepaalde overheidsuitgaven die van bijzonder belang zijn voor de houdbaarheid, zoals die voor gezondheidszorg, onderwijs en opleiding en sociale zekerheid. De daaruit voortvloeiende aanbevelingen zullen maar hun doel bereiken als ze tijdig en doeltreffend worden geïmplementeerd. Daarnaast blijft er een risico bestaan voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Malta op lange termijn ten gevolge van de verwachte kosten in verband met de vergrijzing van de bevolking, zoals die voor gezondheidszorg, langdurige zorg en pensioenen. De forse stijging van de verwachte leeftijdsgebonden uitgaven is vooral te wijten aan de pensioenuitgaven, die volgens het Vergrijzingsverslag 2015 tegen 2060 met 3,2 procentpunten van het bbp zouden toenemen. Een aantal van de onlangs ingevoerde maatregelen zullen naar verwachting besparingen opleveren, die echter waarschijnlijk niet zullen volstaan om de toenemende bestedingsdruk te compenseren en de houdbaarheid op lange termijn op doorslaggevende wijze te verbeteren. Mogelijk zullen er dus verdere maatregelen moeten worden genomen.

 

(9)

Malta heeft een aantal maatregelen voorgesteld in het kader van de dubbele uitdaging om een houdbaar pensioensysteem te combineren met toereikende pensioeninkomens. In de begroting 2017 zijn maatregelen ingevoerd waarvan wordt verwacht dat zij het armoederisico voor ouderen matig zullen verlagen en de nettovervangingsratio van het gegarandeerde minimumpensioen licht zullen verhogen. Globaal genomen blijkt uit indicatoren voor de toereikendheid van de pensioenen dat er nog veel ruimte voor verbetering is, onder meer wat betreft de grote pensioenkloof tussen vrouwen en mannen.

 

(10)

De verkeerscongestie is uitgegroeid tot een obstakel voor het bedrijfsleven, met externe kosten (op economisch en milieugebied) die worden geraamd op 274 miljoen EUR per jaar en die naar verwachting nog zullen toenemen. Bovendien worden in het verkeer steeds meer broeikasgassen uitgestoten en zal Malta waarschijnlijk zijn emissiedoelstellingen voor 2020 niet halen. Malta heeft een ambitieuze nationale vervoersstrategie met een tijdhorizon tot 2050 vastgesteld, alsmede een operationeel masterplan vervoer tot 2025. Daartoe behoren een gevarieerde reeks van maatregelen met het oog op een rationeler gebruik van particuliere auto’s, het bevorderen van alternatieve mobiliteitsoplossingen en een efficiënter gebruik van multimodale en openbare vervoerssystemen. Hoewel die maatregelen waarschijnlijk tot duidelijke verbeteringen zullen leiden, wordt verwacht dat de verkeerscongestie nog zal toenemen en dat de van het vervoer afkomstige broeikasgasemissies tot 2030 slechts licht zullen afnemen.

 

(11)

Het financiële stelsel wordt gekenmerkt door een groot aantal buitenlandse instellingen die onder meer worden aangetrokken door het gunstige belastingklimaat. Malta maakt als enige lidstaat gebruik van een belastingstelsel waarbij de vennootschapsbelasting volledig wordt verrekend, en biedt een terugbetaalbaar belastingkrediet aan. Het beschikt over een uitgebreid netwerk van dubbelbelastingverdragen en biedt particulieren een aantrekkelijk fiscaal inwonerschap. Het toezicht op internationaal georiënteerde transacties is echter een hele opgave. De financiële sector is vooral actief buiten Malta. In dit verband heeft Malta het IMF en de Wereldbank verzocht om tegen eind 2018 een Financial Sector Assessment Programme (FSAP) uit te voeren. Voorts is Malta partij bij het besluit van de EIOPA van januari 2017 inzake samenwerking van de met het toezicht op verzekeringsondernemingen belaste autoriteiten. De ECB heeft recentelijk, op basis van haar eigen beoordeling en van het ontwerpbesluit van de Maltese autoriteit voor financiële diensten, besloten de bankvergunning in te trekken van een kleine aanbieder van internetbankieren die ook buiten Malta deposito’s aantrekt.

 

(12)

Ondanks de geboekte vooruitgang moet het justitiële stelsel nog efficiënter worden. Hoewel de regering nieuwe maatregelen op het gebied van tweede kansen en insolventie heeft voorgesteld, heeft het ondernemingsklimaat in Malta te lijden onder de lange insolventie- en kwijtingsprocedures. Bovendien is in het kader voor schuldbevrijding geen tijdslimiet ingebouwd, met een gebrek aan rechtszekerheid tot gevolg. Om de tekortkomingen aan te pakken zijn door een wijziging van de vennootschapswet aanzienlijke aanpassingen in het rechtskader inzake insolventie aangebracht, zoals de mogelijkheid van bemiddeling. De impact van die aanpassingen moet nog worden onderzocht.

 

(13)

Voor alle mogelijke vaardigheden dreigt een tekort aan arbeidskrachten en daarnaast is het aanbod van vaardigheden nog niet volledig afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt. Nog steeds is een groot deel van de Maltese beroepsbevolking te laag gekwalificeerd. Het opleidingsniveau stijgt weliswaar, maar het percentage vroegtijdige schoolverlaters blijft hoog. Jongeren beschikken nog steeds over te weinig basisvaardigheden. De toegang tot en deelname aan een leven lang leren gaat — dankzij de betrokkenheid van de werkgevers — in stijgende lijn, ook voor laaggeschoolden, maar gezien de omvang van het probleem zijn volgehouden inspanningen nodig. Er wordt verwacht dat de aanzienlijke investeringen in het onderwijs- en opleidingssysteem hun vruchten zullen afwerpen, vooral indien de maatregelen in de toekomst worden volgehouden en verbeterd. De arbeidsparticipatie neemt geleidelijk toe, met een werkloosheidspercentage dat onder de 5 % is gezakt. Desondanks behoort de arbeidsmarktparticipatie nog steeds tot de laagste in de Unie, met name bij oudere en laaggeschoolde vrouwen, wat er ook op wijst dat er nog steeds een risico op sociale uitsluiting bestaat voor wie niet beschikt over de vaardigheden om zich aan te passen aan een snel veranderende economie. Daarom moeten de huidige beleidsinvesteringen worden voortgezet, met name via de onlangs opgerichte nationale raad voor vaardigheden, en moet nauwgezet worden toegezien op de verdere ontwikkelingen.

 

(14)

In de context van het Europees Semester 2017 heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Malta verricht. Die analyse is gepubliceerd in het landverslag 2017. Voorts heeft zij zowel het stabiliteitsprogramma 2017 als het nationale hervormingsprogramma 2017 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Malta zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaaleconomisch beleid in Malta, maar is zij ook nagegaan of de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

 

(15)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2017 onderzocht en zijn advies (5) daarover is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven,

BEVEELT AAN dat Malta in 2017 en 2018 de volgende actie onderneemt:

 

1.

Uitbreiden van de omvang van de lopende uitgaventoetsingen tot de bredere publieke sector en invoeren van op prestaties gebaseerde overheidsuitgaven.

 

2.

Zorgen voor effectief nationaal toezicht op internationaal georiënteerde transacties door financiële instellingen met een vergunning in Malta, door betere samenwerking met de toezichthouders van het land van ontvangst waar die instellingen actief zijn.

Gedaan te Brussel, 11 juli 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

  • T. 
    TÕNISTE
 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).
  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
  • (5) 
    Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.