Verordening 2017/355 - Procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo *

1.

Wettekst

3.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 57/59

 

VERORDENING (EU) 2017/355 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 februari 2017

betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo (*1), anderzijds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo (*1), anderzijds (2) („de overeenkomst”), is op 27 oktober 2015 ondertekend. De overeenkomst is op 1 april 2016 in werking getreden.

 

(2)

Er moeten regels worden vastgesteld voor de uitvoering van enkele bepalingen van de overeenkomst, alsook procedures voor de goedkeuring van gedetailleerde uitvoeringsvoorschriften.

 

(3)

Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3). Overeenkomstig deze verordening moet de onderzoeksprocedure met name worden gevolgd voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen met betrekking tot het gemeenschappelijk handelsbeleid. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan evenwel de raadplegingsprocedure worden gevolgd. Indien de overeenkomst de mogelijkheid biedt om in uitzonderlijke en kritieke omstandigheden onmiddellijk maatregelen toe te passen om de situatie aan te pakken, dient de Commissie die uitvoeringshandelingen onmiddellijk vast te stellen. De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met maatregelen betreffende landbouw- en visserijproducten, om dwingende redenen van urgentie vereist is.

 

(4)

Op grond van de overeenkomst kunnen bepaalde landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit Kosovo tegen verlaagd recht in de Unie worden ingevoerd, binnen de beperkingen van de tariefcontingenten. Er moeten derhalve bepalingen worden vastgesteld om het beheer en de evaluatie van deze tariefcontingenten te regelen teneinde een grondige beoordeling ervan mogelijk te maken.

 

(5)

Indien handelsbeschermende maatregelen noodzakelijk zijn, moeten deze worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad (4), Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (5) of, in voorkomend geval, Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad (6).

 

(6)

Wanneer een lidstaat de Commissie informatie verstrekt over eventuele fraude of niet-verlening van administratieve medewerking, moet de desbetreffende Uniewetgeving van toepassing zijn, met name Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad (7).

 

(7)

Deze verordening bevat uitvoeringsbepalingen voor de overeenkomst en is dus van toepassing vanaf de dag van inwerkingtreding van de overeenkomst,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden regels en procedures vastgelegd voor de vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van enkele bepalingen van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo (*1), anderzijds (de „overeenkomst”).

Artikel 2

Concessies voor vis en visserijproducten

De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, gedetailleerde voorschriften vast voor de uitvoering van artikel 31 van de overeenkomst, dat betrekking heeft op de tariefcontingenten voor vis en visserijproducten. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 3

Tariefverlagingen

  • 1. 
    De preferentiële rechten worden, met inachtneming van lid 2, naar beneden afgerond op één decimaal.
  • 2. 
    Het preferentiële recht wordt gelijkgesteld met volledige vrijstelling, indien de berekening van het preferentiële recht overeenkomstig lid 1 een van de volgende resultaten geeft:
 

a)

1 % of minder in het geval van rechten ad valorem;

 

b)

1 EUR of minder per afzonderlijke hoeveelheid in het geval van specifieke rechten.

Artikel 4

Technische aanpassingen

De Commissie stelt wijzigingen en technische aanpassingen van krachtens deze verordening vastgestelde bepalingen vast wanneer die nodig zijn ten gevolge van wijzigingen van de codes van de gecombineerde nomenclatuur of van de onderverdelingen van het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschappen, of vanwege de sluiting van nieuwe of gewijzigde overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen of andere handelingen tussen de Unie en Kosovo, door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 5

Algemene vrijwaringsclausule

Wanneer de Unie een maatregel moet nemen als bedoeld in artikel 43 van de overeenkomst, stelt de Commissie die maatregel vast door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure, tenzij anders is bepaald in artikel 43 van de overeenkomst.

Artikel 6

Clausule inzake tekorten

Wanneer de Unie een maatregel moet nemen als bedoeld in artikel 44 van de overeenkomst, stelt de Commissie die maatregel vast door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 7

Uitzonderlijke en kritieke omstandigheden

In uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 43, lid 5, punt b), en artikel 44, lid 4, van de overeenkomst kan de Commissie volgens de procedure van artikel 12, lid 4, van deze verordening onmiddellijk toepasselijke maatregelen als bedoeld in de artikelen 43 en 44 van de overeenkomst treffen.

Artikel 8

Vrijwaringsclausule voor landbouw- en visserijproducten

  • 1. 
    Wanneer de Unie een maatregel met betrekking tot landbouw- en visserijproducten moet nemen uit hoofde van artikel 34 of 43 van de overeenkomst, neemt de Commissie, onverminderd de procedures van de artikelen 5 en 6 van deze verordening, op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, een besluit over de te nemen maatregelen na, in voorkomend geval, de bij artikel 43 van de overeenkomst vastgestelde voorleggingsprocedure te hebben gevolgd. Deze maatregelen worden door de Commissie vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Zijn er terdege gemotiveerde dwingende redenen van urgentie, met inbegrip van het in lid 2 van dit artikel bedoelde geval, dan stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 12, lid 4, van deze verordening onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

  • 2. 
    Indien de Commissie het in lid 1 bedoelde verzoek van een lidstaat ontvangt, neemt zij daarover een besluit:
 

a)

binnen drie werkdagen na ontvangst van dat verzoek, indien de voorleggingsprocedure van artikel 43 van de overeenkomst niet van toepassing is, of

 

b)

binnen drie werkdagen na het einde van de in artikel 43, lid 5, punt a), van de overeenkomst bedoelde termijn van 30 dagen, indien de voorleggingsprocedure van artikel 43 van de overeenkomst van toepassing is.

De Commissie deelt de Raad mee welke maatregelen zij heeft genomen.

Artikel 9

Dumping en subsidiëring

Wanneer zich praktijken voordoen die voor de Unie aanleiding kunnen zijn om de bij artikel 42, lid 2, van de overeenkomst vastgestelde maatregelen te nemen, wordt over de instelling van antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen, of beide, besloten overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1036, respectievelijk Verordening (EU) 2016/1037.

Artikel 10

Concurrentie

  • 1. 
    In geval van een praktijk die de Commissie onverenigbaar acht met artikel 75 van de overeenkomst, neemt de Commissie, na de aangelegenheid op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat te hebben onderzocht, een besluit over de gepaste maatregel als bedoeld in artikel 75 van de overeenkomst.

De in artikel 75, lid 9, van de overeenkomst bedoelde maatregelen worden in geval van steun genomen volgens de procedures van Verordening (EU) 2016/1037.

  • 2. 
    Praktijken die aanleiding kunnen geven tot het nemen van maatregelen door Kosovo ten aanzien van de Unie op grond van artikel 75 van de overeenkomst, worden door de Commissie onderzocht, waarna zij besluit of die praktijken verenigbaar zijn met de beginselen van de overeenkomst. Indien nodig neemt de Commissie passende besluiten op grond van criteria die voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 101, 102 en 107 van het Verdrag.

Artikel 11

Fraude of niet-verlening van administratieve medewerking

  • 1. 
    Indien de Commissie, op grond van gegevens van een lidstaat of op eigen initiatief, vaststelt dat de in artikel 48 van de overeenkomst bedoelde omstandigheden zich voordoen, doet zij onverwijld het volgende:
 

a)

zij informeert het Europees Parlement en de Raad, en

 

b)

zij stelt het stabilisatie- en associatiecomité in kennis van haar bevindingen, samen met de objectieve informatie waarop die zijn gebaseerd, en pleegt overleg binnen het stabilisatie- en associatiecomité.

  • 2. 
    Alle bekendmakingen op grond van artikel 48, lid 5, van de overeenkomst worden door de Commissie gedaan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 3. 
    De Commissie kan, door middel van uitvoeringshandelingen, de preferentiële behandeling van producten tijdelijk schorsen, in overeenstemming met artikel 48, lid 4, van de overeenkomst. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 12

Comitéprocedure

  • 1. 
    Voor de toepassing van de artikelen 2, 4 en 11 van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (8) ingestelde Comité douanewetboek. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Voor de toepassing van de artikelen 5 tot en met 8 van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 3 van Verordening (EU) 2015/478 ingestelde Comité vrijwaringsmaatregelen. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 3. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
  • 4. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8, leden 1 tot en met 4, van Verordening (EU) nr. 182/2011, in combinatie met artikel 5 van die verordening, van toepassing.

Artikel 13

Kennisgeving

De krachtens de overeenkomst vereiste kennisgevingen aan respectievelijk de stabilisatie- en associatieraad en het stabilisatie- en associatiecomité worden namens de Unie gedaan door de Commissie.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 15 februari 2017.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • I. 
    BORG
 

(*1)  Deze verwijzing laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 19 januari 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 7 februari 2017.
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (4) 
    Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).
  • (5) 
    Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176, 30.6.2016, blz. 21).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55).
  • (7) 
    Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).
  • (8) 
    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.