Geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Finland, 2006-2010

1.

Wettekst

28.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 71/1

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 27 februari 2007

over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Finland, 2006-2010

(2007/C 71/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 5, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

 

(1)

Op 27 februari 2007 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Finland voor de periode 2006-2010 behandeld.

 

(2)

In het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, wordt ervan uitgegaan dat de reële BBP-groei zal vertragen van een conjuncturele top van 4

% in 2006 tot gemiddeld 2

Formula

% gedurende de rest van de programmaperiode. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario te berusten op plausibele groeihypothesen, die voor 2006 en 2010 evenwel aan de voorzichtige kant zijn. De inflatieprognoses lijken realistisch.

 

(3)

Het overheidsoverschot voor 2006 wordt in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie en in de huidige actualisering geraamd op 2,9 % van het BBP, tegen een streefcijfer van 1,6 % van het BBP in het vorige geactualiseerde stabiliteitsprogramma. Dit komt met name door de overdracht van het meevallende resultaat over 2005 en door de verrassend hoge groei in 2006 waardoor de overheidsontvangsten werden opgestuwd, terwijl de uitgaven onder controle bleven.

 

(4)

De budgettaire strategie voor de middellange termijn in het programma is er vooral op gericht de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen en de financiën van de centrale overheid bij een normale economische groei in evenwicht te houden. Voor het nominale en het primaire saldo wordt gerekend op een licht neerwaartse trend: tot 2010 vertonen beide een daling van een

Formula

% van het BBP. De daling van de uitgavenquote, die te danken is aan de budgettaire uitgavenplafonds bij de overheid en aan de hervormingsinitiatieven voor de publieke sector, weegt niet volledig op tegen de daling van de ontvangstenquote als gevolg van de tot 2007 geleidelijk doorgevoerde belastingverlagingen. Hoewel de begrotingsstrategie in vergelijking met de vorige actualisering ongewijzigd is gebleven, zijn de budgettaire doelstellingen voor elk jaar met 1 % van het BBP naar boven bijgesteld in verband met de overdracht van het meevallende resultaat over 2005 en met de vooruitzichten op een hogere groei.

 

(5)

Het volgens de algemeen aanvaarde methode berekende structurele saldo (d.w.z. het voor de conjunctuur gecorrigeerde saldo ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) blijft gedurende de gehele programmaperiode stabiel op een overschot van bijna 3 % van het BBP. De in het programma gepresenteerde middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie is een in de gehele programmaperiode vast te houden structureel overschot van 2 % van het BBP. In het vorige programma werd nog niet expliciet een MTD genoemd, maar in het advies van de Raad werd op grond van de in dat programma geprognosticeerde structurele overschotten uitgegaan van een overschot van 1

Formula

% van het BBP. Aangezien de MTD ambitieuzer is dan de minimumbenchmark (geraamd op een tekort van circa 1

Formula

% van het BBP), mag worden aangenomen dat de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge biedt die ruim genoeg is om een buitensporig tekort te voorkomen. De MTD ligt binnen de marge die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld voor de lidstaten die tot de eurozone en tot WKM II behoren, en is duidelijk ambitieuzer dan in het licht van de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn noodzakelijk is. Volgens het programma ligt de MTD ligt ruim boven het vereiste minimumniveau omdat de overheidsfinanciën op lange termijn houdbaar moeten blijven en de gevolgen van de vergrijzing in Finland al vroeg merkbaar zullen worden.

 

(6)

De risico's voor de begrotingsprognoses van het programma lijken elkaar min of meer in evenwicht te houden. De macro-economische hypothesen van het programma, alsook de prognoses van de belastingontvangsten zijn plausibel. Bij de prognoses van de belastingontvangsten staan tegenover de risico's die uit de samenstelling van de groei voortvloeien, conservatieve aannames van de belastingelasticiteit. Afwijkingen van het beoogde groeitraject kunnen de begrotingsresultaten sterk beïnvloeden. Voorts wordt ervan uitgegaan dat bepaalde ontwikkelingen in de uitgaven van de decentrale overheid aanzienlijke risico's met zich meebrengen.

 

(7)

In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingskoers toereikend om in de gehele programmaperiode ruimschoots te voldoen aan de MTD van het programma. Bovendien verschaft deze koers over de gehele programmaperiode een veiligheidsmarge die ruim genoeg is om te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3 % van het BBP overschrijdt. De budgettaire beleidskoers die uit het programma blijkt, strookt volledig met het stabiliteits- en groeipact.

 

(8)

Volgens de ramingen is de bruto overheidsschuld in 2006 gedaald tot 39 % van het BBP, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het BBP. Volgens het programma zal de schuldquote in de programmaperiode nog met 5

Formula

procentpunt dalen.

 

(9)

Van de vergrijzing gaat in Finland een groter langetermijneffect op de begroting uit dan gemiddeld in de EU het geval is, hoewel de pensioenhervormingsmaatregelen ertoe hebben bijgedragen dat de stijging van de pensioenuitgaven als percentage van het BBP in de komende decennia dicht bij het EU-gemiddelde blijft. De langetermijngevolgen van de vergrijzing voor de begroting kunnen dankzij een budgettaire uitgangspositie met een fors structureel overschot voor een aanzienlijk deel worden opgevangen. Voorts zal de stijging van de pensioenuitgaven deels gefinancierd kunnen worden met de omvangrijke activa in het pensioenfonds van de overheid. Door het primaire overschot op middellange termijn op een hoog niveau te houden, zouden de risico's voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën evenwel nog beter in de hand gehouden kunnen worden. Al met al lijkt Finland weinig risico te lopen wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën betreft.

 

(10)

Het stabiliteitsprogramma bevat een kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het uitvoeringsverslag van oktober 2006 van het nationale hervormingsprogramma in het kader van de budgettaire middellangetermijnstrategie. Daarnaast verschaft het systematisch informatie over de rechtstreekse budgettaire kosten of besparingen van de voornaamste hervormingen waarin het nationale hervormingsprogramma voorziet, en wordt in de begrotingsprognoses expliciet rekening gehouden met de gevolgen van de in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen voor de openbare financiën. De in het stabiliteitsprogramma opgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën lijken aan te sluiten bij de in het kader van het nationale hervormingsprogramma voorgenomen acties. Met name is het volgens beide programma's de bedoeling dat maatregelen ten uitvoer worden gelegd om de productiviteit van de centrale en de decentrale overheid op te voeren, en dat ook na de huidige kabinetsperiode wordt vastgehouden aan de budgettaire uitgavenplafonds van de centrale overheid.

 

(11)

De in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie is grotendeels in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen.

 

(12)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enkele lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens (2).

De Raad is van mening dat de budgettaire situatie op middellange termijn solide is en de begrotingsstrategie een goed voorbeeld is van een begrotingsbeleid waarbij het stabiliteits- en groeipact in acht wordt genomen. Toch zal uitgavenbeheersing de komende jaren van essentieel belang blijven, wanneer de voorspelde afkoeling van de economie tot een geringere toename van de belastinggrondslag zal leiden en het effect van de vergrijzing merkbaar wordt.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 
 

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Reëel BBP

(Verandering in %)

SP nov 2006

2,9

4,5

3,0

2,9

2,6

2,1

COM nov 2006

2,9

4,9

3,0

2,6

n.b.

n.b.

SP nov 2005

2,1

3,2

2,6

2,3

2,1

n.b.

HICP-inflatie

(%)

SP nov 2006

0,9

1,5

1,3

1,7

1,7

1,7

COM nov 2006

0,8

1,3

1,5

1,6

n.b.

n.b.

SP nov 2005

1,0

1,3

1,5

1,8

1,8

n.b.

Output gap

(% van het potentiële BBP)

SP nov 2006  (3)

  • – 
    1,3

0,1

0,2

0,1

  • – 
    0,2
  • – 
    0,8

COM nov 2006 (7)

  • – 
    1,5

0,1

0,2

  • – 
    0,2

n.b.

n.b.

SP nov 2005

  • – 
    0,7
  • – 
    0,2
  • – 
    0,2
  • – 
    0,5
  • – 
    0,9

n.b.

Overheidssaldo

(% van het BBP)

SP nov 2006

2,7

2,9

2,8

2,7

2,7

2,4

COM nov 2006

2,7

2,9

2,9

2,9

n.b.

n.b.

SP nov 2005

1,8

1,6

1,6

1,5

1,5

n.b.

Primair saldo

(% van het BBP)

SP nov 2006

3,9

4,5

4,3

4,2

4,1

3,7

COM nov 2006

4,1

4,3

4,2

4,1

n.b.

n.b.

SP nov 2005

3,4

3,1

2,9

2,8

2,8

n.b.

Voor de conjunctuur gecorrigeerd saldo

(% van het BBP)

SP nov 2006  (3)

3,3

2,9

2,7

2,7

2,8

2,8

COM nov 2006

3,4

2,9

2,8

2,9

n.b.

n.b.

SP nov 2005  (3)

2,1

1,7

1,7

1,7

2,0

n.b.

Structureel saldo (4)

(% van het BBP)

SP nov 2006  (5)

3,3

2,9

2,7

2,7

2,8

2,8

COM nov 2006 (6)

3,4

2,9

2,8

2,9

n.b.

n.b.

SP nov 2005

2,1

1,7

1,7

1,7

2,0

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het BBP)

SP nov 2006

41,3

39,1

37,7

36,2

35,0

33,7

COM nov 2006

41,3

38,8

37,3

35,8

n.b.

n.b.

SP nov 2005

42,7

41,7

41,1

40,6

40,1

n.b.

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm.

  • (2) 
    Met name ontbreken gegevens over de externe hypothesen voor de jaren 2008-2010.
  • (3) 
    Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie.
  • (4) 
    Voor de conjunctuur gecorrigeerd saldo (zoals in de voorgaande rijen), exclusief eenmalige operaties en andere tijdelijke maatregelen.
  • (5) 
    Er zijn geen eenmalige en tijdelijke maatregelen in het programma opgenomen.
  • (6) 
    Er zijn geen eenmalige en tijdelijke maatregelen in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie opgenomen.
  • (7) 
    Op basis van een geraamde potentiële groei van respectievelijk 3,2%, 3,1%, 3,0% en 2,9% in de periode 2005-2008.

Bronnen:

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.