Nationale hervormingsprogramma 2016 van Slovenië met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2016 van Slovenië

1.

Wettekst

18.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 299/90

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 12 juli 2016

over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Slovenië met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2016 van Slovenië

(2016/C 299/22)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 26 november 2015 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2016 voor coördinatie van het economisch beleid. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 17-18 maart 2016 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 26 november 2015 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Slovenië heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen. De aanbeveling van de Raad is op 18-19 februari 2016 door de Europese Raad bekrachtigd en op 8 maart 2016 door de Raad goedgekeurd (3). Als land dat de euro als munt heeft, en gelet op de nauwe verwevenheid van de economieën in de economische en monetaire unie, moet Slovenië ervoor zorgen dat de aanbeveling tijdig en volledig wordt opgevolgd.

 

(2)

Op 26 februari 2016 is het landverslag 2016 voor Slovenië gepubliceerd. Daarin werden de vorderingen beoordeeld die Slovenië bij de uitvoering van de op 14 juli 2015 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt, alsmede de vooruitgang die de lidstaat in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt. Het bevatte ook de diepgaande evaluatie die op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 is uitgevoerd. Op 8 maart 2016 heeft de Commissie de resultaten van de diepgaande evaluatie gepresenteerd. Op basis van haar analyse concludeert de Commissie dat Slovenië met macro-economische onevenwichtigheden wordt geconfronteerd. Zwakke punten in de banksector, de schuldenlast van het bedrijfsleven, het gebrek aan investeringen en de risico's voor de budgettaire houdbaarheid op lange termijn zijn kwetsbare aspecten die moeten worden verholpen. Het vertrouwen is teruggekeerd in de Sloveense banksector. Toch blijft de kredietgroei negatief en is het niveau van probleemleningen nog steeds relatief hoog. Het is belangrijk dat Slovenië de risico's voor de budgettaire houdbaarheid ten gevolge van de toenemende druk op de gezondheidszorg en de pensioenstelsels aanpakt en de toegenomen overheidsschuld terugdringt. Belemmeringen voor investeringen moeten verder worden verminderd, met name bij de overheid. Men moet de sociale partners sterker betrekken bij het vormgeven en uitvoeren van structurele hervormingen, in het bijzonder op het gebied van pensioenen, gezondheidszorg, langdurige zorg en arbeidsmarktbeleid.

 

(3)

Op 15 april 2016 heeft Slovenië zijn nationale hervormingsprogramma 2016 en zijn stabiliteitsprogramma 2016 ingediend. Op grond van de onderlinge verbanden tussen beide programma's zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

 

(4)

De betrokken landspecifieke aanbevelingen zijn meegenomen in de programmering van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de periode 2014-2020. Op grond van artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de desbetreffende programma's te herzien, en wijzigingen daarop voorstellen indien dit nodig is om de uitvoering van de betrokken aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft nader toegelicht hoe zij deze bepaling zal toepassen in richtsnoeren inzake de toepassing van maatregelen om de doeltreffendheid van de Europese structuur- en investeringsfondsen te koppelen aan gezond economisch bestuur.

 

(5)

In het stabiliteitsprogramma 2016 van Slovenië wordt aangegeven dat de uitzonderlijke instroom van vluchtelingen aanzienlijke gevolgen heeft voor de begroting en wordt afdoende bewijs geleverd voor de omvang en de aard van die extra kosten voor de begroting. Volgens de Commissie bedroegen de in aanmerking komende extra uitgaven 0,06 % van het bbp in 2015 en worden deze momenteel voor 2016 op 0,07 % van het bbp geschat. Op grond van de bepalingen van artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 worden deze extra uitgaven toegestaan, voor zover de instroom van vluchtelingen een uitzonderlijke gebeurtenis is, de gevolgen ervan voor de Sloveense overheidsfinanciën aanzienlijk zijn en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën niet in gevaar wordt gebracht wanneer een tijdelijke afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn wordt toegestaan. Terwijl deze bepaling voor 2015 niet van toepassing is aangezien Slovenië zich in de buitensporigtekortprocedure bevond, zal voor 2016 in het voorjaar van 2017 een definitieve beoordeling, met inbegrip van de in aanmerking komende bedragen, worden gemaakt op grond van de waargenomen gegevens die de Sloveense autoriteiten zullen verstrekken.

 

(6)

Ingevolge de intrekking van de buitensporigtekortprocedure is Slovenië aan het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en aan de overgangsregel voor de schuld onderworpen. In zijn stabiliteitsprogramma 2016 rekent de regering met een geleidelijke verbetering van het nominale saldo van 2,2 % van het bbp in 2016 naar 0,4 % van het bbp in 2019. De begrotingsdoelstelling op middellange termijn — een begroting in structureel evenwicht, die niet in overeenstemming is met de vereisten van het stabiliteits- en groeipact — zal naar verwachting worden bereikt in 2020, buiten de prognoseperiode van het programma. Het herberekende structurele saldo (5) wijst echter op een structureel tekort van 1,2 % van het bbp in 2019. Volgens het stabiliteitsprogramma zal de overheidsschuldquote naar verwachting dalen tot 80,2 % van het bbp in 2016 en verder tot 73,8 % van het bbp in 2019. Het macro-economische scenario dat aan deze begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is plausibel. De maatregelen die nodig zijn om vanaf 2017 de geplande tekortdoelstellingen te ondersteunen, zijn echter niet voldoende gespecificeerd. Volgens de voorjaarsprognose 2016 van de Commissie wordt de outputgap van Slovenië in 2017 geraamd op 1,8 % van het bbp, terwijl de potentiële groei naar verwachting 1,1 % en de reële groei naar verwachting 2,3 % van het bbp zal bedragen. Op deze basis luidt de evaluatie dat voor Slovenië in 2017 „goede tijden” aanbreken, waarbij een structurele aanpassing van 1 % van het bbp vereist is. In het specifieke geval van Slovenië bestaat echter significante onzekerheid over de berekening van de potentiële groei en van de outputgap wegens de specifieke situatie van de arbeidsmarkt, de bijzonder sterke economische recessie in 2008-2013 en de structurele hervormingen die in uitvoering zijn. Alternatieve ramingen van de outputgap die betrekking hebben op een langere prognoseperiode, waarin de lopende herziening van de ramingsmethode tot uiting komt, zouden wijzen op een rustiger profiel van outputgap voor Slovenië, hetgeen betekent dat het voorbarig is te oordelen dat de Sloveense economie in 2017 „goede tijden” tegemoetgaat. Het zou derhalve meer aangewezen zijn om in de huidige situatie voor 2017 een structurele inspanning in overeenstemming met „normale tijden” te vragen. Er blijkt een risico te zijn op enige afwijking van de aanbevolen aanpassing in de richting van de middellangetermijndoelstelling in 2016 en, bij ongewijzigd beleid, een significante afwijking in 2017. De conclusie voor 2016 zou niet veranderen ingeval de gevolgen voor de begroting van de uitzonderlijke instroom van vluchtelingen van de evaluatie werden uitgesloten. Verwacht wordt dat Slovenië in 2016 zal voldoen aan de overgangsregel voor de schuld, en daar in 2017 in grote lijnen aan zal voldoen. Op basis van zijn beoordeling van het stabiliteitsprogramma en rekening houdend met de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie is de Raad van oordeel dat het risico bestaat dat Slovenië niet aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact zal voldoen. Daarom zullen verdere maatregelen nodig zijn om de naleving in 2016 en 2017 te garanderen.

 

(7)

In juli 2015 heeft het parlement de wet inzake de budgettaire regels aangenomen. Er moet echter nog een onafhankelijke begrotingsraad worden benoemd die toezicht zal houden op de uitvoering van de regels. Voorts moet nog werk worden gemaakt van de herziening van de wet inzake de overheidsfinanciën hetgeen noodzakelijk is om volledig uitvoering te geven aan de wet inzake de budgettaire regels, om een wettelijke status te verlenen aan de meerjarige aanpak van het begrotingswerk.

 

(8)

Met het hoge niveau van overheidsschuld van ruim boven de 60 % van het bbp is Slovenië kwetsbaar voor groei- en renteschokken. Tegelijkertijd vergrijst de bevolking van Slovenië sneller dan in de meeste lidstaten. Slovenië heeft af te rekenen met hoge risico's voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn; de indicator voor het houdbaarheidstekort op lange termijn is immers de hoogste van alle lidstaten, als gevolg van de verwachte stijging van de overheidsuitgaven in verband met pensioenen, gezondheidszorg en langdurige zorg. De verwachte overheidsuitgaven voor pensioenen liggen hoger dan in alle andere lidstaten en zullen volgens de ramingen toenemen van 11,8 % in 2013 tot 15,3 % van het bbp in 2060. De afhankelijkheidsratio van ouderen zal naar verwachting meer dan verdubbelen tussen 2013 en 2060, wat aanzienlijke druk op de pensioenstelsels meebrengt. De te verwachten impliciete verplichtingen in verband met de vergrijzingskosten tonen welke uitdagingen de verouderende bevolking op lange termijn meebrengt. Daarnaast kunnen wat de toereikendheid betreft in de toekomst problemen worden verwacht voor werknemers met een onvolledige loopbaan; een groeiend aantal personen heeft nl. een onvolledige of korte loopbaan, mede vanwege hun late toetreding tot de arbeidsmarkt, hun arbeidsprestaties in tijdelijke banen en het lage niveau van bijdragen. Een witboek over pensioenen werd in april 2016 gepubliceerd en zal dienen als basis voor een brede openbare raadpleging. De resultaten van de raadpleging zullen worden verwerkt in een nieuwe pensioenhervorming die binnen de huidige zittingsperiode van het parlement dient te worden goedgekeurd, onmiddellijk startend met een overeenkomst met de sociale partners over belangrijke onderdelen van de hervorming, zijnde de pensioengerechtigde leeftijd, het niveau van de pensioenen, de indexering en de optimalisering van de tweede pijler.

 

(9)

De overheidsuitgaven voor langdurige zorg zullen volgens de verwachtingen tegen 2060 meer dan verdubbelen als gevolg van de vergrijzing. Dit vormt voor Slovenië een grote uitdaging voor de budgettaire houdbaarheid. Het aandeel van de bevolking van 80 jaar en ouder zal naar verwachting verdrievoudigen, van 4,6 % in 2013 tot 12,4 % in 2060. Tussen 2003 en 2013 zijn de totale uitgaven voor langdurige zorg met 85 % gestegen, waarbij de particuliere uitgaven sneller stijgen dan de overheidsuitgaven. Er is geen geïntegreerd stelsel voor langdurige zorg in Slovenië. Slovenië spitst zijn uitgaven toe op formele voordelen in natura en de meeste uitgaven gaan naar institutionele zorg meer dan naar thuiszorg, hoewel beide cijfers onder het EU-gemiddelde liggen. Er is aanzienlijke speelruimte om de kosteneffectiviteit van de gezondheidszorg te verbeteren door striktere maatregelen om de eerstelijnszorg beter te laten functioneren als „poortwachter”, met een verschuiving van intramurale naar extramurale gezondheidszorg, meer efficiëntie en beter beheer van ziekenhuizen, vlotter verloop van de processen voor gunning en betaling van contracten, ontwikkeling van betere kosteninformatie voor de aanpassing van de ingevoerde diagnosegerelateerde groepen en verdere uitwerking van het kader voor kwaliteitsbewaking. Aanbestedingen gebeuren niet vaak gezamenlijk en er wordt sterk gefocust op het gunningscriterium „laagste prijs”. De algemene evaluatie van het stelsel voor gezondheidszorg werd afgerond en de regering en het parlement keurden respectievelijk einde 2015, maart 2016 een resolutie goed met het plan 2016-2025 voor nationale gezondheidszorg. De resolutie behelst een strategisch plan voor de ontwikkeling van de gezondheidszorg. Een aantal van de erin vervatte maatregelen worden nu uitgevoerd terwijl voorstellen voor andere belangrijke bindende uitvoeringsmaatregelen in voorbereiding zijn en nog moeten worden ingediend. Voorts blijft het onduidelijk of de hervorming aandacht zal hebben voor belangrijke vraagstukken zoals ingebouwde automatische stabilisatieregelingen, die inkomstenschommelingen in de conjunctuurcyclus zouden opvangen, en de toegang tot en de kwaliteit van de dienstverlening. De goedkeuring van de wet langdurige zorg en de wet gezondheidszorg en zorgverzekering is herhaaldelijk uitgesteld en de huidige routekaart voor de vaststelling van deze wetgeving blijkt optimistisch voor de tweede helft van 2016.

 

(10)

De arbeidsmarktprestaties verbeteren geleidelijk en de sociale omstandigheden zijn gestabiliseerd. De creatie van banen is goed op gang gekomen en de werkloosheid is aan het dalen. De arbeidsparticipatie van oudere en laaggeschoolde werknemers blijft echter een uitdaging. Langdurig werklozen vertegenwoordigen nog steeds meer dan de helft van alle werklozen en een aanzienlijk deel onder hen is laaggeschoold of ouder dan 50 jaar. De richtsnoeren voor maatregelen inzake actief arbeidsmarktbeleid 2016-2020 vormen een voortzetting van de tot nog toe gevolgde aanpak, maar de uitgaven voor dit beleidsterrein blijven laag. In november 2015 werden tijdelijke vrijstellingen van sociale premies ten laste van werkgevers goedgekeurd voor nieuw aangeworven werknemers van meer dan 55 jaar. Verdere maatregelen om het arbeidsleven te verlengen, onder meer door aanpassing van de werkomgeving, die eveneens van belang zijn voor de houdbaarheid van het pensioenstelsel, zullen naar verwachting in 2016 worden voorgesteld. De groei van de lonen is gelijke tred blijven houden met de productiviteitswinsten en is het externe concurrentievermogen blijven ondersteunen. In november 2015 heeft het parlement een door de vakbonden voorgestelde wet aangenomen waarin het minimumloon opnieuw werd gedefinieerd met uitsluiting van bepaalde bonussen. Ten gevolge daarvan hebben werkgeversorganisaties zich uit het sociaal pact teruggetrokken, hetgeen de sociale dialoog aanmerkelijk verzwakt.

 

(11)

Er is vooruitgang geboekt bij de herschikking van oninbare leningen, ook al blijven deze op een hoog niveau in vergelijking met de periode vóór de crisis. Slovenië heeft een aantal beleidsmaatregelen genomen om de houdbaarheid van de banksector te verbeteren. De maatregelen hebben onder meer betrekking op de versterking van de capaciteit van banken om oninbare leningen weg te werken en actiemodellen met specifieke streefdoelen voor het terugdringen van oninbare leningen. Slovenië heeft ook diverse maatregelen ingevoerd ter beheersing van het kredietrisico. Medio 2016 worden positieve resultaten verwacht. Toch blijft het beleid op de korte termijn prioritair gericht op de verdere afwikkeling van de oninbare leningen en het beheer van kredietrisico's. De operationele en financiële herstructurering van grote ondernemingen is voltooid en de raamovereenkomsten voor herstructurering staan onder voortdurende controle. De Bank Asset Management Company (BAMC) is volledig operationeel en haar strategie voor 2017-2022 is vastgesteld. Hoewel de BAMC vorderingen heeft gemaakt in de sanering van haar leningenportefeuille, blijft er een significant risico voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën bestaan. In 2015 droegen haar activiteiten met 1 % van het bbp bij tot het overheidstekort van 2,9 %. Het toezicht op de activiteiten van de BAMC blijkt ontoereikend omdat de autoriteiten het tekort van deze onderneming in 2015 met 0,7 % van het bbp aanzienlijk hebben onderschat en niet op de hoogte bleken van het niveau van de door de BAMC gerealiseerde afschrijvingen. Er zijn ook aanvullende herstructureringsinstrumenten beschikbaar. Samen met aanzienlijke vorderingen bij de herstructurering van grote ondernemingen heeft Slovenië een aanvang gemaakt met de herstructurering van een aantal kleine en middelgrote ondernemingen. De richtsnoeren voor de herstructurering van kmo's worden momenteel door de banken uitgevoerd. Wat de toegang tot financiering voor kleine, middelgrote en micro-ondernemingen betreft, is er vooruitgang geboekt. De toegang tot alternatieve financieringsbronnen zoals durfkapitaal is niettemin beperkt. Ondanks de toenemende beschikbaarheid van schuld- en vermogensinstrumenten op de markt zijn kleine bedrijven nog steeds te afhankelijk van bankleningen. Dat segment is daarom zeer gevoelig voor ontwikkelingen op de kredietmarkt.

 

(12)

De groei van de investeringen is de afgelopen jaren stilgevallen, hetgeen de economische output en de vooruitzichten op toekomstige groei in Slovenië beperkt. De particuliere investeringen zijn tijdens de economische crisis sterk teruggelopen en het aandeel daarvan in het bbp is sindsdien gedaald. Terwijl de overheidsinvesteringen sterk afhankelijk zijn van de dynamiek van EU-fondsen, zijn meer productieve investeringen noodzakelijk om economische groei te stimuleren en te ondersteunen. De buitenlandse directe investeringen zijn de afgelopen twee jaar sterk gegroeid in Slovenië, hetgeen hoofdzakelijk te danken is aan intensievere privatiseringsinspanningen. Toch wordt het ondernemingsklimaat in Slovenië nog gehinderd door de lopende schuldafbouw en een hoog niveau van administratieve lasten, met name in de bouwsector en op het gebied van ruimtelijke ordening en naleving van de belastingwetgeving, maar ook ten gevolge van de restrictieve regeling voor toegang tot en uitoefening van gereglementeerde beroepen, hetgeen de instroom van investeringen belemmert. Om het zakendoen in Slovenië te vergemakkelijken moet het vertrouwen van de ondernemingswereld worden versterkt en moeten inefficiënties binnen het overheidsapparaat en bureaucratie ten gevolge van de grote aantallen wetten en regels en de talrijke wetswijzigingen, verder worden weggewerkt. Van de maatregelen ter vermindering van de administratieve lasten die in het enig document van de regering zijn vermeld, is ongeveer de helft uitgevoerd maar hebben een aantal relevante maatregelen, in het bijzonder met betrekking tot bouwvergunningen en ruimtelijke ordening, vertraging opgelopen.

 

(13)

De strategie 2015-2020 voor de ontwikkeling van het openbaar bestuur, die is aangenomen als onderdeel van Sloveniës naleving van de voorwaarden voor toegang tot Europese structuur- en investeringsfondsen voor de periode 2014-2020, heeft betrekking op verschillende portefeuilles, waardoor interministeriële coördinatie van essentieel belang is, wil de strategie naar behoren en tijdig worden uitgevoerd. In februari 2016 heeft de regering het tweede tussentijds verslag over de uitvoering van het programma „nultolerantie voor corruptie” goedgekeurd. Bij de uitvoering van dat programma is enige vooruitgang geboekt. Bepaalde maatregelen van het programma (gezamenlijke overheidsaanbestedingen voor gezondheidszorg, onderzoek van criminaliteit in de banksector en vaststelling van de wet voor integriteit en preventie van corruptie) hebben echter vertraging opgelopen. De voorgenomen wijziging van de wet inzake integriteit en corruptiepreventie zal een kans bieden om de werking van de commissie voor corruptiepreventie te verbeteren, omdat kwesties met betrekking tot geloofwaardigheid en efficiënte werking aandacht krijgen. In het justitiële stelsel is de duur van rechtszaken verder ingekort en is het aantal hangende zaken, komende van zeer hoge niveaus, teruggedrongen, hetgeen deels te danken is aan een kleiner aantal binnenkomende zaken. De daling is tot op zekere hoogte ook toe te schrijven aan wijzigingen in de procedurele en statistische behandeling van handhavingszaken. Het Hooggerechtshof gaat verder met het actualiseren van bedrijfsprocessen in rechtbanken en met het hervormen van casemanagementsystemen. Ondanks een verbeterd insolventiekader, dat bedrijven meer kansen tot reorganisatie biedt, blijven liquidatieprocedures slepend lang en inefficiënt.

 

(14)

De staatsinmenging in de economie blijft groot. De overheid is de grootste werkgever, vermogensbeheerder en houder van bedrijfsschuld in Slovenië. Als reactie op de aanbevelingen die dienaangaande tussen 2012 en 2015 tot de lidstaat werden gericht, heeft Slovenië een nieuw kader voor de Sloveense overheidsholding opgesteld. Dit bevat een strategie voor het beheer van staatseigendom, een reeks prestatiecriteria voor activa en een beheersplan voor 2016. Dit stelsel vormt een aanvulling op de nieuwe code corporate governance voor staatsbedrijven die eind 2014 werd goedgekeurd. De strategie bevestigt de omvang van de huidige overheidsinmenging in de economie en spitst zich in sterkere mate toe op het verbeteren van prestaties van staatsbedrijven. Daarom is het des te belangrijker dat de herziene kaderregeling door de Sloveense overheidsholding wordt geïmplementeerd om te zorgen voor scheiding van de eigendoms- en regulerende functies van de overheid en het professionele beheer van staatsbedrijven. Dit moet samen met de verdere privatisering van geselecteerde activa de voorwaardelijke verplichtingen verminderen voor de begroting op dit gebied. De privatisering van de Nova Ljubljanska Banka (NLB) moet in 2016 worden gelanceerd in overeenstemming met het beheersplan van de Sloveense overheidsholding.

 

(15)

In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Slovenië verricht. Deze analyse is gepubliceerd in het landverslag 2016. Voorts heeft zij zowel het stabiliteitsprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Slovenië zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Slovenië, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op EU-niveau in toekomstige nationale besluiten. De aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 4 weergegeven.

 

(16)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma onderzocht en zijn advies (6) daarover is met name in de onderstaande aanbeveling (1) weergegeven.

 

(17)

In het licht van de diepgaande evaluatie door de Commissie en van deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma en het stabiliteitsprogramma onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1, 3 en 4 weergegeven.

BEVEELT AAN dat Slovenië in 2016 en 2017 de volgende actie onderneemt:

 

1.

Na de correctie van het buitensporig tekort een jaarlijkse budgettaire aanpassing van 0,6 % van het bbp realiseren in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn in 2016 en in 2017. Een middellangetermijnbegrotingsdoelstelling vaststellen in overeenstemming met de vereisten van het stabiliteits- en groeipact. Het begrotingskader versterken, onder meer door de aanstelling van een onafhankelijke begrotingsraad en de wijziging van de wet inzake de overheidsfinanciën. De hervorming van de stelsels voor langdurige zorg en gezondheidszorg voltooien en implementeren, door deze kostenefficiënter te maken om zo de houdbaarheid op lange termijn van toegankelijke, hoogwaardige gezondheidszorg te garanderen. Uiterlijk eind 2017 de nodige maatregelen nemen om te zorgen voor de houdbaarheid en de toereikendheid van het pensioenstelsel op de lange termijn.

 

2.

In overleg met de sociale partners de inzetbaarheid van laaggeschoolde en oudere werknemers vergroten, onder meer via gerichte maatregelen voor een leven lang leren en activering.

 

3.

De financieringsvoorwaarden voor kredietwaardige bedrijven verbeteren, onder meer door duurzame afwikkeling van oninbare leningen en toegang tot alternatieve financieringsbronnen te bevorderen. Zorgen voor correcte uitvoering van de strategie van het agentschap voor het beheer van bankactiva.

 

4.

Maatregelen nemen om de overheidsdiensten te moderniseren en de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen. De governance en de prestaties van staatsbedrijven verbeteren.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    KAŽIMÍR
 

  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
  • (5) 
    Het structurele saldo zoals de Commissie dat op basis van de informatie in het stabiliteitsprogramma heeft herberekend volgens de algemeen aanvaarde methode.
  • (6) 
    Uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.