Besluit 2013/275 - Ondertekening van het Verdrag van Peking inzake audiovisuele uitvoeringen - Hoofdinhoud
12.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 160/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 10 juni 2013
betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van Peking inzake audiovisuele uitvoeringen
(2013/275/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114 in samenhang met artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 7 november 2000 machtigde de Raad de Commissie om binnen het kader van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom („WIPO”) onderhandelingen te voeren met het oog op de deelname van de Europese Gemeenschap aan de van 7 tot 20 december 2000 te Genève gehouden Diplomatieke Conferentie, die beoogde een instrument op te stellen ter bescherming van de rechten van uitvoerende kunstenaars inzake hun audiovisuele uitvoeringen. |
(2) |
De onderhandelingen werden met succes afgerond tijdens een opnieuw bijeengeroepen Diplomatieke Conferentie, die van 20 tot 26 juni 2012 plaatsvond in Peking en op 24 juni 2012 resulteerde in de vaststelling van het Verdrag van Peking van de WIPO inzake audiovisuele uitvoeringen (het „Verdrag van Peking”). |
(3) |
Met het Verdrag van Peking wordt op het gebied van naburige rechten een reeks nieuwe internationale regels vastgesteld, die gericht zijn op de adequate bescherming en beloning van uitvoerende kunstenaars in de audiovisuele sector. |
(4) |
Het Verdrag van Peking staat gedurende een jaar na de aanneming ervan, open voor ondertekening door iedere in aanmerking komende partij. |
(5) |
De Unie heeft uitsluitende bevoegdheid voor een aantal bepalingen van het Verdrag van Peking waarover overeenkomstige Uniewetgeving is vastgesteld. Het Verdrag van Peking dient dan ook namens de Unie te worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip. |
(6) |
Door het Verdrag van Peking te ondertekenen zal de Unie geen gedeelde bevoegdheid uitoefenen; daarom behouden de lidstaten hun bevoegdheid op de door het Verdrag van Peking bestreken gebieden die geen gevolgen hebben voor gemeenschappelijke voorschriften of die de werkingssfeer van die voorschriften niet wijzigen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De ondertekening, namens de Unie, van het Verdrag van Peking van de WIPO inzake audiovisuele uitvoeringen (het „Verdrag van Peking”) is hierbij goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van dit verdrag (1).
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om, namens de Unie, het Verdrag van Peking te ondertekenen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Luxemburg, 10 juni 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
-
L.VARADKAR
-
De tekst van het Verdrag van Peking zal samen met het besluit betreffende de sluiting ervan worden bekendgemaakt.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.