Verordening 2007/893 - Sluiting van de visserijovereenkomst met Kiribati

1.

Wettekst

7.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 205/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 893/2007 VAN DE RAAD

van 23 juli 2007

betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kiribati, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Gemeenschap heeft met de Republiek Kiribati onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vaartuigen uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover Kiribati de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden bezit.

 

(2)

Deze onderhandelingen hebben geleid tot het paraferen, op 19 juli 2006, van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij.

 

(3)

Het is in het belang van de Gemeenschap die overeenkomst goed te keuren.

 

(4)

Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kiribati wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De in het protocol bij de overeenkomst vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

 

vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

Frankrijk:

Spanje:

27 % van de beschikbare vergunningen

73 % van de beschikbare vergunningen

vaartuigen voor de visserij met de beug

Spanje:

Portugal:

6 vaartuigen

6 vaartuigen

Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van de in artikel 1 bedoelde overeenkomst vissen, melden de in de visserijzone van Kiribati gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie op de wijze zoals bepaald bij Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee (1).

Artikel 4

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

  • L. 
    AMADO
 

 

PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST

inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kiribati, anderzijds

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd,

enerzijds,

en

DE REPUBLIEK KIRIBATI, hierna „Kiribati” genoemd,

anderzijds,

hierna „de partijen” genoemd,

GELET OP de nauwe samenwerking tussen de Gemeenschap en Kiribati, met name in het kader van de overeenkomst van Cotonou, en op de wens van beide partijen deze betrekkingen te intensiveren,

GELET OP de wens van beide partijen om de duurzame exploitatie van de visbestanden via samenwerking te bevorderen,

REKENING HOUDEND MET het Verdrag inzake het recht van de zee en de Overeenkomst inzake visbestanden van de Verenigde Naties,

ERKENNEND dat Kiribati overeenkomstig het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee zijn soevereiniteits- of jurisdictierechten uitoefent in de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl vanaf de basislijnen,

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de FAO goedgekeurde Gedragscode voor een verantwoorde visserij,

VASTBESLOTEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen,

ERVAN OVERTUIGD DAT deze samenwerking de vorm moet aannemen van door beide partijen samen of de partijen afzonderlijk genomen initiatieven en maatregelen die elkaar aanvullen en waarbij de coherentie van de beleidslijnen en de synergie van de inspanningen worden gegarandeerd,

VASTBESLOTEN daartoe een dialoog op gang te brengen over het door de regering van Kiribati vastgestelde sectorale visserijbeleid, en passende middelen te kiezen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van vaartuigen van de Gemeenschap die actief zijn in de wateren van Kiribati, en met betrekking tot de steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij in die wateren,

VASTBERADEN te streven naar een nog nauwere economische samenwerking op visserijgebied en in de daarvan afhankelijke sectoren door de totstandbrenging en ontwikkeling van joint ventures met ondernemingen van beide partijen,

ZIJN HIERBIJ HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Draagwijdte van de overeenkomst

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake:

 

a)

de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op visserijgebied, die tot doel heeft om, ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, de verantwoorde visserij in de wateren van Kiribati te bevorderen en de visserijsector van Kiribati te ontwikkelen;

 

b)

de voorwaarden voor de toegang van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap tot de wateren van Kiribati;

 

c)

de samenwerking betreffende de regelingen voor het toezicht op de visserij in de wateren van Kiribati, met als doel de naleving van de bovengenoemde voorschriften te garanderen, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van de instandhouding en het beheer van de visbestanden te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden;

 

d)

de partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de ontwikkeling, in het belang van beide partijen, van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

 

a)

„autoriteiten van Kiribati”: de regering van Kiribati;

 

b)

„communautaire autoriteiten”: de Europese Commissie;

 

c)

„wateren van Kiribati”: de wateren waarover Kiribati de soevereiniteit of de jurisdictie heeft;

 

d)

„vissen”: vissen op en vangen, doden of oogsten van vis, of een poging daartoe, met inbegrip van iedere andere activiteit die naar redelijkerwijs mag worden verwacht, leidt tot het vissen op en vangen, doden of oogsten van vis, of een poging daartoe, of elke actie ter ondersteuning of ter voorbereiding van een van de genoemde activiteiten;

 

e)

„vissersvaartuig”: elk vaartuig dat wordt gebruikt om commercieel te vissen of daartoe is uitgerust, met inbegrip van bijbehorende boten, ondersteuningsvaartuigen, helikopters en lichte vliegtuigen die bij de visserijactiviteiten worden gebruikt;

 

f)

„vaartuig van de Gemeenschap”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;

 

g)

„joint venture”: een commerciële vennootschap die op Kiribati door reders of nationale ondernemingen van de partijen is opgericht met het oog op de uitoefening van activiteiten in de visserijsector of daarmee verband houdende activiteiten;

 

h)

„gemengde commissie”: een commissie van vertegenwoordigers van de Gemeenschap en van Kiribati, waarvan de taken zijn beschreven in artikel 9 van deze overeenkomst;

 

i)

„overlading”: het overbrengen, in de haven, van alle vis aan boord van een vissersvaartuig of een gedeelte daarvan, naar een ander vissersvaartuig;

 

j)

„reder”: elke persoon die juridisch verantwoordelijk is voor een vissersvaartuig, de werking ervan controleert en de leiding erover heeft;

 

k)

„ACS-zeelieden”: elke zeeman uit een niet-Europees land dat de Overeenkomst van Cotonou heeft ondertekend. In die zin is een zeeman van Kiribati een ACS-zeeman.

Artikel 3

Beginselen en doelstellingen waarop de uitvoering van deze overeenkomst gebaseerd is

  • 1. 
    De partijen verbinden zich ertoe de verantwoorde visserij in de wateren van Kiribati te bevorderen overeenkomstig de beginselen van de gedragscode van de FAO voor een verantwoorde visserij, zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en zonder afbreuk te doen aan de overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden van één bepaald geografisch gebied, met inbegrip van wederzijdse visserijovereenkomsten.
  • 2. 
    De partijen werken samen bij de follow-up van de resultaten van het sectorale visserijbeleid van de regering van Kiribati en gaan een beleidsdialoog aan over de noodzakelijke hervormingen. Zij plegen vooraf onderling overleg met het oog op de vaststelling van eventuele maatregelen op dit gebied.
  • 3. 
    De partijen evalueren ook samen de maatregelen, programma’s en acties die op grond van deze overeenkomst worden uitgevoerd. De resultaten van de evaluaties worden in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie geanalyseerd.
  • 4. 
    De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur, en daarbij rekening te houden met de toestand van de visbestanden.
  • 5. 
    Als zeelieden van Kiribati en/of ACS-zeelieden op vaartuigen van de Gemeenschap worden aangemonsterd, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

Artikel 4

Wetenschappelijke samenwerking

  • 1. 
    Zolang deze overeenkomst van kracht is, doen de Gemeenschap en Kiribati het nodige om de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Kiribati te volgen.
  • 2. 
    De partijen plegen in de in artikel 9 bedoelde gemengde commissie overleg op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies en zij nemen, indien nodig, in onderlinge overeenstemming maatregelen om het duurzame beheer van de visbestanden te waarborgen.
  • 3. 
    De partijen plegen overleg, hetzij rechtstreeks, hetzij in het kader van de betrokken regionale en internationale organisaties, om het beheer en de instandhouding van de sterk migrerende soorten in de regio te garanderen, en zij werken samen ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek ter zake.

Artikel 5

Toegang van vaartuigen van de Gemeenschap tot de visserij in de wateren van Kiribati

  • 1. 
    Kiribati verbindt zich ertoe vaartuigen van de Gemeenschap in zijn visserijzone te laten vissen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en van het aan de overeenkomst gehechte protocol en de bijbehorende bijlage.
  • 2. 
    De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de op Kiribati geldende wetten en voorschriften. De autoriteiten van Kiribati stellen de Commissie in kennis van elke wijziging in die wetgeving alsmede van elke andere wetgeving die van invloed kan zijn op de visserijwetgeving.
  • 3. 
    Kiribati is verantwoordelijk voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol opgenomen bepalingen inzake visserijtoezicht. De vaartuigen van de Gemeenschap werken samen met de voor de uitvoering van dit toezicht bevoegde autoriteiten van Kiribati. De maatregelen die door Kiribati worden getroffen om de visserij te reguleren met het oog op de instandhouding van de visbestanden, moeten zijn gebaseerd op objectieve en wetenschappelijke criteria, met inbegrip van de voorzorgsaanpak. Zij moeten zonder discriminatie van toepassing zijn op vaartuigen van de Gemeenschap, vaartuigen van Kiribati en vaartuigen van derde landen, onverminderd de tussen ontwikkelingslanden in een bepaalde geografische regio gesloten overeenkomsten, met inbegrip van wederzijdse visserijovereenkomsten.
  • 4. 
    De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren onder de jurisdictie van Kiribati in acht nemen.

Artikel 6

Vergunningen

  • 1. 
    De vaartuigen van de Gemeenschap mogen slechts in de visserijzone van Kiribati vissen als zij daartoe over een geldige visserijvergunning beschikken die op grond van deze overeenkomst is afgegeven.
  • 2. 
    De procedure voor het verkrijgen van een visvergunning voor een vaartuig, de toepasselijke bedragen en de wijze van betaling door de reder zijn vermeld in de bijlage bij het protocol.

Artikel 7

Financiële tegenprestatie

  • 1. 
    De Gemeenschap betaalt Kiribati een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijbehorende bijlagen vastgestelde voorwaarden en regelingen. Deze financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van twee gegevens, namelijk:
 

a)

de toegang van de vaartuigen van de Gemeenschap tot de visserij in de wateren van Kiribati, en

 

b)

de financiële steun die de Gemeenschap verleent voor de bevordering van een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de visbestanden in de wateren van Kiribati.

  • 2. 
    Het in de bovenstaande alinea bedoelde gedeelte van de financiële tegenprestatie wordt berekend en beheerd in het licht van de doelstellingen die de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig het protocol vaststellen en die moeten worden gerealiseerd in het kader van het door de regering van Kiribati vastgestelde sectorale visserijbeleid en van een jaarlijkse en meerjarige programmering van de uitvoering.
  • 3. 
    De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap wordt ieder jaar betaald overeenkomstig de bepalingen van het protocol en onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst en het protocol inzake eventuele wijzigingen van het bedrag van de tegenprestatie als gevolg van:
 

a)

abnormale omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, die de visserij in de wateren van Kiribati onmogelijk maken;

 

b)

een verlaging van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap, die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld met het oog op het beheer van de betrokken bestanden, voor zover die verlaging op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig wordt geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden;

 

c)

een verhoging van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap, die in onderlinge overeenstemming door beide partijen wordt vastgesteld, voor zover die verhoging, gezien de toestand van de desbetreffende bestanden, volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

 

d)

een herziening van de voorwaarden voor communautaire financiële steun voor de tenuitvoerlegging van een sectoraal visserijbeleid voor Kiribati, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de door beide partijen geconstateerde resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering;

 

e)

de opzegging van deze overeenkomst krachtens artikel 12;

 

f)

de schorsing van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 13.

Artikel 8

Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren en in het maatschappelijk middenveld

  • 1. 
    De partijen bevorderen economische, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren.
  • 2. 
    De partijen bevorderen de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de industriële verwerking van visserijproducten.
  • 3. 
    De partijen spannen zich in om gunstige voorwaarden voor de technische, economische en commerciële betrekkingen tussen de bedrijven van de partijen te creëren via een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat.
  • 4. 
    De partijen verbinden zich ertoe een actieplan tussen de actoren van Kiribati en van de Gemeenschap uit te voeren om de vaartuigen van de Gemeenschap meer vis te laten aanvoeren in de lokale havens.
  • 5. 
    De partijen stimuleren met name de oprichting van joint ventures waarmee, met inachtneming van de wetgeving van Kiribati en de Europese Gemeenschap, het wederzijdse belang wordt beoogd.

Artikel 9

Gemengde commissie

  • 1. 
    Er wordt een gemengde commissie opgericht die wordt belast met het toezicht op de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie moet:
 

a)

toezicht uitoefenen op de uitvoering, interpretatie en toepassing van deze overeenkomst, en met name op de vaststelling en beoordeling van de uitvoering van de in artikel 7, lid 2, bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering;

 

b)

optreden als contactorgaan voor vraagstukken van wederzijds belang op visserijgebied;

 

c)

fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of de toepassing van de overeenkomst;

 

d)

indien nodig de vangstmogelijkheden en bijgevolg ook de financiële tegenprestatie herzien;

 

e)

elke andere taak vervullen die de partijen haar in onderlinge overeenstemming opleggen.

  • 2. 
    De gemengde commissie komt in de regel eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in de Gemeenschap en op Kiribati of op een andere door de partijen overeengekomen plaats, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van één van beide partijen kan zij een buitengewone vergadering beleggen.

Artikel 10

Geografisch toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Kiribati.

Artikel 11

Looptijd

Deze overeenkomst is geldig voor een periode van zes jaar vanaf de datum van inwerkingtreding; zij kan voor een periode van telkens zes jaar worden verlengd, tenzij zij overeenkomstig artikel 12 wordt opgezegd.

Artikel 12

Opzegging

  • 1. 
    Deze overeenkomst kan door elke partij wegens abnormale omstandigheden worden opgezegd, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan vaartuigen van de Gemeenschap toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen.
  • 2. 
    De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen.
  • 3. 
    Na de in het vorige lid bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.
  • 4. 
    De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt, wordt evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 13

Schorsing

  • 1. 
    De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van een van de partijen worden geschorst wanneer tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op de minnelijke schikking van hun geschil.
  • 2. 
    De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie wordt voor de duur van de schorsing evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 14

Protocol en bijlage

Het protocol en de bijlage vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 15

Geldend nationaal recht

De activiteiten van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap die in de wateren van Kiribati actief zijn, ressorteren onder het recht van Kiribati, behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst, het protocol of de bijbehorende bijlage en aanhangsels.

Artikel 16

Herzieningsclausule

In het derde jaar van de toepassing van deze overeenkomst kunnen de partijen de bepalingen van de overeenkomst opnieuw bezien en indien nodig wijzigen.

Artikel 17

Intrekking

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kiribati inzake de visserij voor de kust van Kiribati, die op 16 september 2003 in werking is getreden, wordt bij de onderhavige overeenkomst ingetrokken en vervangen op de dag van de inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn afgewikkeld.

PROTOCOL

tot vaststelling, voor de periode van 16 september 2006 tot en met 15 september 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kiribati

Artikel 1

Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

  • 1. 
    Binnen de grenzen die zijn vastgesteld in het kader van de Palau-regeling voor het beheer van de ringzegenvisserij in het westelijke deel van de Stille Oceaan, hierna „de Palau-regeling” genoemd, verleent Kiribati op grond van artikel 6 van de overeenkomst jaarlijkse visvergunningen aan vaartuigen van de Gemeenschap voor de tonijnvisserij.
  • 2. 
    De krachtens artikel 5 van de overeenkomst verleende vangstmogelijkheden worden voor een op 16 september 2006 ingaande periode van zes jaar als volgt vastgesteld:

Sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in bijlage I bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982),

 

vaartuigen voor de visserij met de ringzegen: 4 vaartuigen,

 

vaartuigen voor de visserij met de beug: 12 vaartuigen.

  • 3. 
    Vanaf het tweede jaar van toepassing van het protocol en onverminderd artikel 9, onder d), van de overeenkomst en artikel 4 van het protocol kan het in artikel 1, lid 2, van dit protocol bepaalde aantal visvergunningen voor vaartuigen die met de ringzegen vissen, worden verhoogd indien de visbestanden daartoe de mogelijkheid bieden en voor zover dit in overeenstemming is met de jaarlijkse beperkingen in het kader van de Palau-regeling en met een adequate evaluatie van het tonijnbestand op basis van objectieve en wetenschappelijke criteria, met inbegrip van het Overzicht van de tonijnvisserij in het centraal-westelijke deel van de Stille Oceaan en de toestand van de bestanden (Western and Central Pacific Tuna Fishery Overview and Status of Stocks), dat jaarlijks wordt gepubliceerd door het Secretariaat van de Pacifische Gemeenschap.
  • 4. 
    De leden 1, 2 en 3 zijn van toepassing onverminderd de artikelen 4 en 5 van dit protocol.
  • 5. 
    De vaartuigen van de Gemeenschap mogen slechts in de wateren van Kiribati vissen als zij in het bezit zijn van een geldige visvergunning die in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bijlage bij dit protocol is afgegeven.

Artikel 2

Financiële tegenprestatie — Betalingswijze

  • 1. 
    De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie bestaat, voor de in artikel 1 bedoelde periode, enerzijds uit een jaarlijks bedrag van 416 000 EUR, dat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 6 400 ton per jaar, en anderzijds uit een specifiek bedrag van 62 400 EUR per jaar voor de ondersteuning en de tenuitvoerlegging van initiatieven in het kader van het sectorale visserijbeleid van Kiribati. Dit specifieke bedrag maakt integrerend deel uit van de in artikel 7 van de overeenkomst omschreven financiële tegenprestatie.
  • 2. 
    Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 4, 5 en 7 van dit protocol.
  • 3. 
    De in lid 1 bedoelde bedragen, samen 478 400 EUR, worden elk jaar door de Gemeenschap betaald zolang dit protocol van toepassing is.
  • 4. 
    Als de vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Kiribati in totaal meer vangen dan de in artikel 2, lid 1, van het protocol vastgestelde hoeveelheid van 6 400 ton per jaar, wordt het in artikel 2, lid 1, van het protocol vastgestelde bedrag van de financiële tegenprestatie (416 000 EUR) met 65 EUR per extra gevangen ton verhoogd. De Gemeenschap mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 3 vermelde bedrag (956 800 EUR). Indien de vaartuigen van de Gemeenschap meer vangen dan de hoeveelheid die overeenstemt met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.
  • 5. 
    De in lid 1 bedoelde financiële tegenprestatie wordt voor het eerste jaar uiterlijk op 30 juni 2007 betaald en voor de volgende jaren uiterlijk op 30 juni 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012.
  • 6. 
    Onverminderd artikel 7 valt de beslissing over de bestemming van de financiële tegenprestatie onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Kiribati.
  • 7. 
    Het in artikel 7, lid 1, van dit protocol vermelde deel van de financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op rekening nr. 4 van de regering van Kiribati bij de „ANZ Bank of Kiribati, Ltd, Betio, Tarawa” („Fisheries Development Fund” — Fonds voor de ontwikkeling van de visserij), die het ministerie van Financiën voor de regering van Kiribati heeft geopend. Het andere deel van de financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op rekening nr. 1 van de regering van Kiribati bij de „ANZ Bank of Kiribati, Ltd, Betio, Tarawa”, die het ministerie van Financiën voor de regering van Kiribati heeft geopend.
  • 8. 
    De financiële tegenprestatie voor de in artikel 5 van het vorige protocol vastgestelde maatregelen die nog niet betaald was op de dag waarop het protocol is verstreken, wordt in het kader van het onderhavige protocol betaald.

Artikel 3

Samenwerking met het oog op verantwoorde visserij — Jaarlijkse wetenschappelijke vergadering

  • 1. 
    De twee partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de wateren van Kiribati te bevorderen volgens de Gedragscode voor een verantwoorde visserij van de FAO en zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn.
  • 2. 
    Tijdens de looptijd van dit protocol doen de Gemeenschap en de autoriteiten van Kiribati het nodige om de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Kiribati te volgen.
  • 3. 
    Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst plegen de partijen, op basis van de conclusies van de jaarlijkse vergadering van de leden van de Palau-regeling en van de jaarlijkse beoordeling van de visbestanden door het Secretariaat van de Pacifische Gemeenschap, overleg in de in artikel 9 bedoelde gemengde commissie, zo nodig na een wetenschappelijke vergadering. Kiribati kan in overleg met de Gemeenschap maatregelen nemen voor een duurzaam beheer van de door de vaartuigen van de Gemeenschap beviste bestanden.

Artikel 4

Herziening van de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming

  • 1. 
    De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd voor zover uit de conclusies van de jaarlijkse vergadering van de leden van de Palau-regeling en de jaarlijkse evaluatie van de bestanden door het Secretariaat van de Pacifische Gemeenschap blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Kiribati niet in gevaar brengt. De in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig en pro rata temporis verhoogd.

Het totaalbedrag van de door de Europese Gemeenschap betaalde financiële tegenprestatie mag evenwel niet meer bedragen dan tweemaal het in artikel 2, lid 1, genoemde bedrag. Indien de vaartuigen van de Gemeenschap meer vangen dan de met het dubbele van het aangepaste jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.

  • 2. 
    Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over een verlaging van de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd.
  • 3. 
    De verdeling van de vangstmogelijkheden over de verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden aangepast, mits de twee partijen daartoe samen besluiten en eventuele aanbevelingen van de in artikel 3 bedoelde wetenschappelijke vergadering over het beheer van de desbetreffende visbestanden in acht worden genomen. De partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële tegenprestatie af, indien de herverdeling van de vangstmogelijkheden dat rechtvaardigt.

Artikel 5

Vangstmogelijkheden voor andere vissoorten dan tonijn

  • 1. 
    Indien vaartuigen van de Gemeenschap belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 zijn vermeld, plegen de partijen onderling overleg voordat de autoriteiten van Kiribati beslissen de vergunning al dan niet te verlenen. In voorkomend geval spreken de partijen voorwaarden voor de nieuwe vangstmogelijkheden af en zo nodig passen zij dit protocol en de bijbehorende bijlage aan.
  • 2. 
    Op verzoek van een van de partijen plegen zij overleg en bepalen zij per geval de relevante soorten, voorwaarden en andere parameters voor de experimentele visserij in de wateren van Kiribati.
  • 3. 
    De partijen doen aan experimentele visserij volgens de parameters die door de twee partijen, eventueel in een bestuursrechtelijke bepaling, worden vastgesteld. De vergunningen voor experimentele visserij mogen hoogstens drie maanden geldig zijn.
  • 4. 
    Als de partijen concluderen dat de experimentele visserij positieve resultaten heeft opgeleverd, kan de regering van Kiribati tot het einde van de looptijd van dit protocol vangstmogelijkheden voor de nieuwe soorten aan de communautaire vloot toekennen. De in artikel 2, lid 1, van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie wordt dienovereenkomstig verhoogd.

Artikel 6

Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie bij overmacht

  • 1. 
    Indien abnormale omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, de visserij in de exclusieve economische zone (EEZ) van Kiribati onmogelijk maken, kan de Europese Gemeenschap de betaling van de in artikel 2, lid 1, vastgestelde financiële tegenprestatie schorsen, na overleg tussen beide partijen binnen twee maanden volgend op het verzoek van een van beide partijen, en op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald.
  • 2. 
    De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de partijen, na overleg, in onderlinge overeenstemming constateren dat de omstandigheden die aan de basis van de stopzetting van de visserij lagen, verdwenen zijn en/of dat de situatie van die aard is dat er opnieuw kan worden gevist.
  • 3. 
    De geldigheidsduur van de op grond van artikel 6 van de overeenkomst aan de vaartuigen van de Gemeenschap verleende vergunningen wordt verlengd voor een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten.

Artikel 7

Bevordering van een verantwoorde visserij in de wateren van Kiribati

  • 1. 
    Het eerste jaar wordt 30 % van het in artikel 2 vastgestelde totaalbedrag van de financiële tegenprestatie aangewend voor de ondersteuning en de uitvoering van initiatieven in het kader van het sectorale visserijbeleid van de regering van Kiribati. Dit percentage bedraagt het tweede jaar 40 % en de daaropvolgende jaren 60 %.

Kiribati beheert het bedrag in het licht van door de twee partijen overeengekomen doelstellingen en de desbetreffende jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering.

  • 2. 
    Met het oog op de tenuitvoerlegging van lid 1 stellen de Gemeenschap en Kiribati, zodra het protocol in werking treedt en uiterlijk drie maanden na de datum van inwerkingtreding ervan, in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie een meerjarig sectoraal programma en de daarbij horende uitvoeringsbepalingen vast, waarin met name het volgende is bepaald:
 

a)

jaarlijkse en meerjarige richtsnoeren voor het gebruik van het in lid 1 genoemde deel van de financiële tegenprestatie en van de specifieke bedragen voor initiatieven in 2007;

 

b)

de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om tot de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten in de nationale beleidslijnen van Kiribati op het gebied van de visserij en andere terreinen die met de invoering van een duurzame en verantwoorde visserij in verband staan of deze kunnen beïnvloeden;

 

c)

de criteria en de procedures voor de jaarlijkse beoordeling van de resultaten.

  • 3. 
    Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma of van het gebruik van de specifieke bedragen voor de initiatieven in 2007 moeten in de gemengde commissie door de twee partijen worden goedgekeurd.
  • 4. 
    Elk jaar wijst Kiribati het bedrag dat met het in lid 1 bedoelde percentage overeenstemt, toe met het oog op de tenuitvoerlegging van het meerjarige programma. Voor het eerste jaar waarin het protocol wordt toegepast, moet deze toewijzing aan de Gemeenschap worden meegedeeld wanneer het meerjarige sectorale programma in de gemengde commissie wordt goedgekeurd. Voor elk daaropvolgend jaar meldt Kiribati de toewijzing uiterlijk op 1 maart van het betrokken jaar aan de Gemeenschap.
  • 5. 
    Wanneer de jaarlijkse beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma dat rechtvaardigt, kan de Europese Gemeenschap een aanpassing van de in artikel 2, lid 1, van het protocol bedoelde financiële tegenprestatie vragen om het daadwerkelijk voor de uitvoering van het programma toegewezen bedrag aan die resultaten aan te passen.

Artikel 8

Geschillen — Schorsing van de toepassing van het protocol

  • 1. 
    De partijen moeten in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van dit protocol.
  • 2. 
    Onverminderd artikel 9 kan de toepassing van het protocol op initiatief van een partij worden geschorst wanneer het geschil tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet tot een minnelijke schikking heeft geleid.
  • 3. 
    De toepassing van het protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt.
  • 4. 
    Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Zodra een minnelijke schikking is getroffen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis, naargelang van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol was geschorst.

Artikel 9

Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling

Onverminderd artikel 6 kan, wanneer de Gemeenschap de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst:

 

a)

de bevoegde autoriteiten van Kiribati stellen de Europese Commissie in kennis van het feit dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Commissie verricht de nodige controles en gaat, indien nodig, over tot betaling binnen 60 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving;

 

b)

indien binnen de in artikel 2, lid 6, van dit protocol gestelde termijn het verschuldigde bedrag niet is betaald of niet is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Kiribati het recht om de toepassing van het protocol te schorsen. Zij stellen de Europese Commissie daarvan onverwijld in kennis;

 

c)

de toepassing van het protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald.

Artikel 10

Geldend nationaal recht

De activiteiten van de vaartuigen van de Gemeenschap die op grond van dit protocol in de wateren van Kiribati actief zijn, ressorteren onder het recht van Kiribati, behoudens andersluidende bepalingen in de overeenkomst, dit protocol of de bijbehorende bijlage en aanhangsels.

Artikel 11

Herzieningsclausule

Tijdens het derde jaar van de toepassing van dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels kunnen de partijen de bepalingen van het protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels opnieuw bezien en zo nodig wijzigen.

Artikel 12

Intrekking

De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Kiribati inzake de visserij voor de kust van Kiribati wordt ingetrokken en vervangen door dit protocol.

Artikel 13

Inwerkingtreding

  • 1. 
    Het onderhavige protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels treden in werking op de datum waarop de partijen de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures melden.
  • 2. 
    Zij zijn van toepassing met ingang van 16 september 2006.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.