Akte van de Raad van 27 november 2003 tot vaststelling, op grond van artikel 43, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-overeenkomst), van een protocol tot wijziging van die overeenkomst - Verklaring

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32004F0106(01)

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32004F0106(01)

Akte van de Raad van 27 november 2003 tot vaststelling, op grond van artikel 43, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-overeenkomst), van een protocol tot wijziging van die overeenkomst - Verklaring

Publicatieblad Nr. 002 van 06/01/2004 blz. 0001 - 0002

Akte van de Raad

van 27 november 2003

tot vaststelling, op grond van artikel 43, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-overeenkomst), van een protocol tot wijziging van die overeenkomst

(2004/C 2/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ("Europol-overeenkomst")(1), en met name op artikel 43, lid 1,

Gezien het initiatief van het Koninkrijk Denemarken(2),

Gezien het advies van het Europees Parlement(3),

Gezien het advies van de raad van bestuur van Europol(4),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Uit artikel 30, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie volgt dat de Raad binnen een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam op 1 mei 1999 onder meer door middel van Europol samenwerking bevordert op een aantal gebieden.
  • (2) 
    Tijdens zijn bijeenkomst in Tampere in oktober 1999 heeft de Europese Raad benadrukt dat Europol een essentiële rol speelt in de samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten bij onderzoeken inzake grensoverschrijdende criminaliteit, door criminaliteitspreventie, -analyse en -onderzoek in de gehele Unie te ondersteunen. De Europese Raad heeft de Raad in dat verband verzocht Europol de nodige bijstand te verschaffen,

BESLUIT dat het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ("Europol-overeenkomst"), waarvan de tekst aan dit besluit is gehecht en dat heden door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten is ondertekend, is vastgesteld.

BEVEELT AAN

dat de lidstaten dit protocol overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aannemen.

Gedaan te Brussel, 27 november 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

  • R. 
    Castelli
  • (1) 
    PB C 316 van 27.11.1995, blz. 2.
  • (2) 
    PB C 172 van 18.7.2002, blz. 15.
  • (3) 
    Advies uitgebracht op 9 april 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (4) 
    Advies uitgebracht op 31 oktober 2002; aanvullend advies uitgebracht op 24 juni 2003.

Verklaring van de Raad

De Raad komt overeen dat met de opdracht aan Europol om "fraude" te behandelen als één van de in de bijlage bij de Europol-overeenkomst bedoelde vormen van criminaliteit, wat belastingfraude en douanefraude betreft, aan Europol uitsluitend bevoegdheden worden verleend op het gebied van verbetering van de doeltreffendheid en de samenwerking van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het functioneren van het stelsel voor strafrechtshandhaving en niet van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de heffing van belastingen en douanerechten.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.