Richtlijn 2000/27 - Wijziging van Richtlijn 93/53/EEG tot vaststelling van minimale gemeenschappelijke maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32000L0027

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32000L0027

Richtlijn 2000/27/EG van de Raad van 2 mei 2000 tot wijziging van Richtlijn 93/53/EEG tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten

Publicatieblad Nr. L 114 van 13/05/2000 blz. 0028 - 0029

Richtlijn 2000/27/EG van de Raad

van 2 mei 2000

tot wijziging van Richtlijn 93/53/EEG tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Bij Richtlijn 93/53/EEG van de Raad(4) is bepaald dat om een uitbraak van infectieuze anemie van de zalm te bestrijden, alle vis van het besmette bedrijf onmiddellijk moet worden verwijderd.
  • (2) 
    Deze ziekte is in mei 1998 in Schotland uitgebroken, zodat een aantal plaatsen is besmet of van besmetting wordt verdacht.
  • (3) 
    Uit de ervaring is gebleken dat de verwijdering over een bepaalde periode kan worden gespreid, zonder dat zulks afbreuk doet aan de inspanningen om de ziekte uit te roeien.
  • (4) 
    De uitvoering van bepalingen inzake vaccinatie onder bepaalde voorwaarden kan een nieuw middel zijn om infectieuze anemie van de zalm te bestrijden en onder controle te houden. De communautaire wetgeving voorziet echter nog niet in deze mogelijkheid.
  • (5) 
    Het is wenselijk een volledig onderzoek in te stellen naar de bron van infectieuze anemie van de zalm, de mogelijke verspreiding van de ziekte en de uitwisseling tussen gekweekte en in het wild levende zalmen.
  • (6) 
    Aan zalmkwekers is geen communautaire vergoeding toegekend in verband met de verplichte ruiming van volledige zalmkwekerijbedrijven overeenkomstig Richtlijn 93/53/EEG.
  • (7) 
    De voor de uitvoering van Richtlijn 93/53/EEG vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(5).
  • (8) 
    Gezien de huidige stand van de wetenschappelijke technische kennis dient Richtlijn 93/53/EEG dienovereenkomstig te worden gewijzigd.
  • (9) 
    Vanwege de urgentie van de zaak moet worden afgeweken van de termijn van zes weken bedoeld in deel I, punt 3, van het aan het Verdrag van Amsterdam gehechte protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 93/53/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 6, punt a), eerste streepje, wordt vervangen door:

"- moet alle vis volgens een door de officiële dienst opgesteld en door de Commissie volgens de procedure van artikel 19, lid 2, goedgekeurd tijdschema worden verwijderd;";

  • 2. 
    artikel 14, lid 1, wordt vervangen door:

"1. Vaccinatie tegen de ziekten van lijst II in erkende gebieden, op erkende bedrijven in niet-erkende gebieden dan wel in gebieden of op bedrijven die reeds met de in Richtlijn 91/67/EEG bedoelde erkenningsprocedures zijn gestart, alsmede tegen de ziekten van lijst I, is verboden.

In afwijking hiervan kan vaccinatie wel worden toegestaan in geval van een uitbraak van een ziekte van lijst I, mits de wijze van vaccinatie is gepreciseerd in het overeenkomstig artikel 15 goedgekeurde rampenplan en rekening wordt gehouden met de in bijlage E vastgestelde criteria.";

  • 3. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 18 bis

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen die betrekking hebben op de in de volgende artikelen vermelde aangelegenheden, worden volgens de regelgevingsprocedure als bedoeld in artikel 19, lid 2, vastgesteld:

  • artikel 5, lid 2,
  • artikel 6,
  • artikel 10, leden 1 en 2,
  • artikel 12,
  • artikel 15,
  • artikel 16,
  • artikel 18, tweede alinea.";
  • 4. 
    artikel 19 wordt vervangen door:

"Artikel 19

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 68/361/EEG(6) ingestelde Permanent Veterinair Comité (hierna 'het comité').
  • 2. 
    Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

  • 3. 
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.";
  • 5. 
    de in de bijlage bij deze richtlijn opgenomen bijlage E wordt toegevoegd.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 31 december 2000 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen deze bepalingen uiterlijk per 1 januari 2001 toe.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 mei 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    Coelho
  • (1) 
    PB C 342 van 30.11.1999, blz. 42.
  • (2) 
    Advies uitgebracht op 2 maart 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
  • (3) 
    PB C 51 van 23.2.2000, blz. 30.
  • (4) 
    PB L 175 van 19.7.1999, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (5) 
    PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
  • (6) 
    PB L 255 van 18.10.1968, blz. 23.

BIJLAGE

"BIJLAGE E

CRITERIA VOOR DE VACCINATIEPROGRAMMA'S

De vaccinatieprogramma's moeten ten minste de volgende informatie bevatten:

  • 1. 
    De stand van de ziekte die een verzoek om vaccinatie rechtvaardigt.
  • 2. 
    Informatie over de kustgebieden, de continentale gebieden, de plaatsen en de bedrijven waar vaccinatie mogelijk is: daarbij mogen de grenzen van het besmette gebied, en, indien nodig, van de rond het besmette gebied ingestelde bufferzone, in geen geval worden overschreden.
  • 3. 
    Gedetailleerde informatie over het te gebruiken vaccin, met inbegrip van het type of de types vaccin die kunnen worden gebruikt.
  • 4. 
    Gedetailleerde informatie over de gebruiksvoorwaarden, de vaccinatiefrequentie en de grenzen waarbinnen het vaccin wordt gebruikt (welke vissen, welke kooien, enz.).
  • 5. 
    De criteria voor stopzetting van het gebruik van het vaccin.
  • 6. 
    De bepalingen die zijn vastgesteld om een register van de historiek van de vaccinatie bij te houden (chronologie, plaatsen en bedrijven waar gevaccineerd is, ingestelde bufferzones, enz.).
  • 7. 
    De bepalingen die zijn vastgesteld om de beweging van de vis in het vaccinatiegebied te beperken en om te waarborgen dat de vis het vaccinatiegebied alleen verlaat om te worden gedood voor menselijke consumptie of, indien nodig, om te worden vernietigd.
  • 8. 
    Andere bepalingen die in geval van vaccinatie vereist zijn."

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.