Verordening 2010/567 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Noord-Korea

1.

Wettekst

30.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/15

 

VERORDENING (EU) Nr. 567/2010 VAN DE RAAD

van 29 juni 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215, lid 1,

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2006/795/GBVB van 20 november 2006 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig Gemeenschappelijk Standpunt 2006/795/GBVB voorziet Verordening (EG) nr. 329/2007 (2) in het bijzonder in de beperking van de verkoop, levering, overdracht of uitvoer naar de Democratische Volksrepubliek Korea (hierna „Noord-Korea” genoemd) van bepaalde artikelen, materialen, uitrusting, goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen aan programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten, in aanvulling op die welke zijn vastgesteld door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

 

(2)

Deze artikelen zijn opgenomen in bijlage I bis bij Verordening (EG) nr. 329/2007 en dienen te worden herzien om de doeltreffendheid van de maatregelen te handhaven.

 

(3)

Verordening (EG) nr. 329/2007 dient daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage I bis bij Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 29 juni 2010.

Voor de Raad

De voorzitster

  • E. 
    ESPINOSA
 

 

BIJLAGE

„BIJLAGE I BIS

Goederen en technologieën bedoeld in de artikelen 2 en 3

Andere artikelen, materialen, uitrusting, goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen tot programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten.

 

1.

Tenzij anders is aangegeven, verwijzen de referentienummers in de kolom „Beschrijving” naar de beschrijvingen van producten en technologie voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 (1).

 

2.

Een referentienummer in de kolom „Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009” houdt in dat de kenmerken van het in de kolom „Beschrijving” beschreven artikel buiten de parameters bedoeld in de beschrijving van de desbetreffende post vallen.

 

3.

De definitie van termen tussen „enkele aanhalingstekens” wordt gegeven in een technische noot bij de betrokken post.

 

4.

De definitie van termen tussen „dubbele aanhalingstekens” kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad.

ALGEMENE NOTEN

 

1.

De doelstelling van het verbod op de in deze bijlage vermelde goederen mag niet worden omzeild door de uitvoer van toegestane goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer verboden onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.

N.B.: Of de verboden onderdelen als voornaamste element moeten worden aangemerkt, dient te worden beoordeeld aan de hand van factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan de verboden onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kunnen worden aangemerkt.

 

2.

Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld.

ALGEMENE TECHNOLOGIENOOT (ATN)

(Te lezen als onderdeel van deel C.)

 

1.

De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van „technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in deel A (Goederen) wordt verboden, is op grond van de bepalingen van deel B verboden.

 

2.

„Technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van verboden goederen is ook verboden als deze technologie wordt toegepast op toegestane goederen.

 

3.

Verboden gelden niet voor de minimaal noodzakelijke „technologie” voor installatie, bediening, onderhoud en reparatie van niet onder het verbod vallende goederen.

 

4.

Het verbod op de overdracht van „technologie” is niet van toepassing op informatie die „voor iedereen beschikbaar” is, op „fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.

  • A. 
    GOEDEREN

NUCLEAIRE GOEDEREN, INSTALLATIES EN UITRUSTING

I.A0.   Goederen

 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A0.001

Hollekathodelampen, als volgt:

 

a.

Hollekathodelampen met joodkathode en een venster van zuiver silicium of kwarts

 

b.

Hollekathodelampen met uraankathode.

 

I.A0.002

Faraday-isolatoren voor de golflengte 500 nm–650 nm.

 

I.A0.003

Optische tralies voor de golflengte 500 nm–650 nm.

 

I.A0.004

Optische vezels voor de golflengte 500 nm–650 nm, bekleed met een antireflecterende laag voor de golflengte

500 nm–650 nm en met een kerndiameter van meer dan 0,4 mm doch niet meer dan 2 mm.

 

I.A0.005

Onderdelen van een reactordrukvat en testapparatuur, anders dan in de zin van 0A001, als volgt:

 

a.

afdichtingen;

 

b.

interne onderdelen;

 

c.

afdichtings-, test- en meetapparatuur.

0A001

I.A0.006

Nucleaire detectieapparatuur, anders dan bedoeld in 0A001.j. of 1A004.c., voor de detectie, identificatie of kwantificatie van radioactieve stoffen en straling van nucleaire oorsprong, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

N.B.: Zie voor persoonlijke uitrusting I.A1.004.

0A001.j.

1A004.c.

I.A0.007

Balgafsluiters, anders dan bedoeld in 0B001.c.6., 2A226 of 2B350, van aluminiumlegering of roestvrij staal, type 304, 304L of 316 L.

0B001.c.6.

2A226

2B350

I.A0.008

Laserspiegels, anders dan bedoeld in 6A005.e, bevattende een substraat met een warmte-uitzettingscoëfficiënt van 10-6K-1 of minder bij 20 °C (bijvoorbeeld gesmolten siliciumdioxide of saffier).

Noot:

Dit artikel is niet van toepassing op optische systemen die speciaal voor astronomische toepassingen zijn ontworpen, tenzij de spiegels gesmolten siliciumdioxide bevatten.

0B001.g.5.

6A005.e.

I.A0.009

Laserlenzen, anders dan bedoeld in 6A005.e.2, bevattende een substraat met een warmte-uitzettingscoëfficiënt van 10-6K-1 of minder bij 20 °C (bijvoorbeeld gesmolten siliciumdioxide).

0B001.g.

6A005.e.2.

I.A0.010

Pijpen, pijpleidingen, flenzen en hulpstukken, vervaardigd van of gevoerd met nikkel of een nikkellegering die 40 gewichtspercenten of meer nikkel bevat, anders dan in de zin van 2B350.h.1.

2B350

I.A0.011

Vacuümpompen, anders dan in de zin van 0B002.f.2. of 2B231, als volgt:

 

a.

turbomoleculaire pompen met een pompsnelheid van 400 l/s of meer;

 

b.

voorvacuümpompen van het Rootstype met een afzuigcapaciteit van meer dan 200 m3/h;

 

c.

droge scrollcompressoren en vacuümpompen met balgafdichting.

0B002.f.2.

2B231

I.A0.012

Afgeschermde ruimten voor het manipuleren, opslaan en behandelen van radioactieve stoffen (hete cellen).

0B006

I.A0.013

„Natuurlijk uraan” of „verarmd uraan” of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat een of meer van de voorgaande stoffen bevat, anders dan in de zin van 0C001.

0C001

I.A0.014

Ontstekingskamers met een explosieabsorptievermogen van meer dan 2,5 kg TNT-equivalent.

 

SPECIALE MATERIALEN EN AANVERWANTE APPARATUUR

I.A1.   Goederen

 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A1.001

Bis(2-ethylhexyl)fosforzuur (HDEHP of D2HPA), Chemical Abstract-nummer (CAS): [CAS 298-07-7] (oplosmiddel), in elke hoeveelheid, met een zuiverheid van meer dan 90%.

 

I.A1.002

Fluorgas, CAS: [7782-41-4], met een zuiverheid van ten minste 95%.

 

I.A1.003

Ringvormige afdichtingen en pakkingen met een binnendiameter van 400 mm of minder, vervaardigd van een of meer van de volgende materialen:

 

a.

copolymeren van vinylideenfluoride met 75 % of meer bèta-kristallijnstructuur zonder strekken;

 

b.

gefluoreerde polyimiden die 10 of meer gewichtspercenten gebonden fluor bevatten;

 

c.

gefluoreerde fosfazeenelastomeren die 30 of meer gewichtspercenten gebonden fluor bevatten;

 

d.

polychloortrifluorethyleen (PCTFE, bijvoorbeeld Kel-F®);

 

e.

fluorelastomeren (bijvoorbeeld Viton®, Tecnoflon®);

 

f.

polytetrafluorethyleen (PTFE).

1A001

I.A1.004

Persoonlijke uitrusting voor het detecteren van straling van nucleaire oorsprong, anders dan in de zin van 1A004.c., met inbegrip van persoonlijke dosismeters.

1A004.c.

I.A1.005

Elektrolytische cellen voor de productie van fluor, anders dan in de zin van 1B225, met een capaciteit van meer dan 100 g fluor per uur.

1B225

I.A1.006

Katalysatoren, anders dan in de zin van 1A225 of 1B231, bevattende platina, palladium of rhodium, bruikbaar voor het bevorderen van de waterstofisotoopuitwisseling tussen waterstof en water voor het terugwinnen van tritium uit zwaar water of voor de productie van zwaar water.

1A225

1B231

I.A1.007

Aluminium en aluminiumlegeringen, anders dan in de zin van 1C002.b.4 of 1C202.a., in ruwe vorm of als halffabricaat, met een van de volgende kenmerken:

 

a.

„geschikt voor” een treksterkte van 460 MPa of meer bij 293 K (20 °C); of

 

b.

met een treksterkte van 415 MPa of meer bij 298 K (25 °C).

Technische noot:

De zinsnede legeringen „geschikt voor” omvat legeringen zowel voor als na warmtebehandeling.

1C002.b.4.

1C202.a.

I.A1.008

Magnetische metalen van alle soorten, ongeacht de vorm, anders dan in de zin van 1C003.a, met een „relatieve beginpermeabiliteit” van 120 000 of meer en een dikte van 0,05 tot 0,1 mm.

Technische noot:

De „relatieve beginpermeabiliteit” wordt gemeten aan het gespecificeerde materiaal dat volledig ontlaten is.

1C003.a.

I.A1.009

„Stapel- en continuvezelmateriaal” of prepregs, anders dan bedoeld in 1C010.a., 1C010.b., 1C210.a. of 1C210.b., als hieronder:

 

a.

„stapel- en continuvezelmateriaal” van aramide met een van de volgende kenmerken:

 

1.

een „specifieke modulus” groter dan 10 × 106 m; of

 

2.

een „specifieke treksterkte” groter dan 17 × 104 m;

 

b.

„stapel- en continuvezelmateriaal” van glas met een van de volgende kenmerken:

 

1.

een „specifieke modulus” groter dan 3,18 × 106 m; of

 

2.

een „specifieke treksterkte” groter dan 76,2 × 103 m;

 

c.

thermogeharde met hars geïmpregneerde continu-„garens”, -„rovings”, -„linten” of -„banden” met een breedte van 15 mm of minder (prepregs), vervaardigd uit „stapel- en continuvezelmateriaal” van glas, anders dan in de zin van I.A1.010.a.;

 

d.

„stapel- of continuvezelmateriaal” van koolstof;

 

e.

thermogeharde met hars geïmpregneerde continu-„garens”, -„rovings”, -„linten” of -„banden”, vervaardigd uit „stapel- en continuvezelmateriaal” van koolstof;

 

f.

continu-„garens”, „rovings”, „linten” of „banden” van polyacrylonitryl;

 

g.

„stapel- of continuvezelmateriaal” van para-aramide (Kevlar® en met Kevlar® vergelijkbare vezels).

1C010.a.

1C010.b.

1C210.a.

1C210.b.

I.A1.010

Met hars of asfaltbitumen geïmpregneerde vezels (prepregs), met metaal of koolstof beklede vezels (preforms) of „halffabricaten voor koolstofvezels”, als volgt:

 

a.

gemaakt van „stapel- of continuvezelmateriaal” in de zin van II.A1.009;

 

b.

met epoxyhars geïmpregneerd koolstof-„stapel- of continuvezelmateriaal” (prepregs), bedoeld in 1C010.a, 1C010.b of 1C010.c, voor de reparatie van vliegtuigcasco’s of laminaten als de afzonderlijke prepreg-vellen niet groter zijn dan 50 cm × 90 cm;

 

c.

prepregs bedoeld in 1C010.a., 1C010.b. of 1C010.c., geïmpregneerd met fenol- of epoxyharsen met een glastemperatuur (Tg) van minder dan 433 K (160 °C) en een hardingstemperatuur die lager ligt dan de glastemperatuur.

1C010

1C210

I.A1.011

Composieten van met siliciumcarbide versterkte keramiek, geschikt voor neuskegels, terugkeervoertuigen, straalpijpen, bruikbaar voor „raketten”, anders dan in de zin van 1C107.

1C107

I.A1.012

Niet gebruikt.

 

I.A1.013

Tantaal, tantaalcarbide, wolfraam, wolfraamcarbide en legeringen, anders dan in de zin van 1C226, met beide volgende kenmerken:

 

a.

in vormen met holle cilindersymmetrie of sferische symmetrie (daaronder mede begrepen cilindersegmenten) met een binnendiameter tussen 50 mm en 300 mm; en

 

b.

met een massa groter dan 5 kg.

1C226

I.A1.014

„Elementaire poeders” van kobalt, neodymium of samarium of legeringen of mengsels daarvan bevattende ten minste 20 gewichtspercenten kobalt, neodymium of samarium, met een deeltjesgrootte van minder dan 200 μm.

Technische noot:

„Elementaire poeders” betekent zeer zuivere poeders van één element.

 

I.A1.015

Zuiver tributylfosfaat (TBP) [CAS nr. 126-73-8] en mengsels bevattende 5 of meer gewichtspercenten TBP.

 

I.A1.016

Maragingstaal, anders dan bedoeld in 1C116 of 1C216.

 

1.

De zinsnede maragingstaal „geschikt voor” omvat maragingstaal zowel voor als na warmtebehandeling.

 

2.

Maragingstaal is een ijzerlegering die gewoonlijk door een hoog nikkelgehalte, een zeer laag koolstofgehalte en het gebruik van vervangende elementen of precipitaten voor het versterken en tijdharden van de legering wordt gekenmerkt.

1C116

1C216

I.A1.017

Metalen, metaalpoeders en materialen, als hieronder:

 

a.

wolfraam en wolfraamlegeringen, anders dan die in 1C117, in de vorm van uniform bolvormige of verstoven deeltjes met een diameter van 500 μm (micrometer) of minder, bevattende 97 of meer gewichtspercenten wolfraam;

 

b.

molybdeen en molybdeenlegeringen, anders dan die in 1C117, in de vorm van uniform bolvormige of verstoven deeltjes met een diameter van 500 μm of minder, bevattende 97 of meer gewichtspercenten molybdeen;

 

c.

wolfraamhoudende materialen in vaste vorm, anders dan die in 1C226, met de volgende samenstelling:

 

1.

wolfraam en wolfraamlegeringen bevattende 97 of meer gewichtspercenten wolfraam;

 

2.

met koper geïnfiltreerd wolfraam bevattende 80 of meer gewichtspercenten wolfraam; of

 

3.

met zilver geïnfiltreerd wolfraam bevattende 80 of meer gewichtspercenten wolfraam.

1C117

1C226

I.A1.018

Zachte magnetische legeringen, anders dan in 1C003, met een chemische samenstelling als hieronder:

 

a.

een ijzergehalte tussen 30% en 60%; en

 

b.

een kobaltgehalte tussen 40% en 60%.

1C003

I.A1.019

Niet gebruikt.

 

I.A1.020

Grafiet, anders dan in 0C004 of 1C107.a., ontworpen of bedoeld voor gebruik in vonkmachines (EDM).

0C004

1C107.a.

MATERIAALBEWERKING

I.A2.   Goederen

 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A2.001

Systemen en apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen, en desbetreffende onderdelen, anders dan in de zin van 2B116:

 

a.

systemen voor het beproeven door middel van trillingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van terugkoppel- of geslotenkringtechnieken en welke een digitale besturing bevatten, die geschikt zijn om een systeem te laten trillen met een versnelling gelijk aan of groter dan 0,1 g RMS tussen 0,1 Hz and 2 kHz en die krachten gelijk aan of groter dan 50 kN, met „onbelaste tafel” gemeten, kunnen overbrengen;

 

b.

digitale besturingseenheden, in combinatie met speciaal ontworpen „programmatuur” voor het testen door middel van trillingen, met een „realtimeregelbandbreedte” van meer dan 5 kHz en ontworpen voor gebruik met de systemen bedoeld onder a.;

Technische noot:

Onder „realtimeregelbandbreedte” wordt verstaan de maximumsnelheid waarmee een besturingseenheid een volledige cyclus van bemonstering, gegevensverwerking en verzending van controlesignalen kan uitvoeren.

 

c.

trillingsopwekkers, met of zonder bijbehorende versterkers, geschikt om een kracht gelijk aan of groter dan 50 kN uit te oefenen, met „onbelaste tafel” gemeten, en geschikt voor de systemen bedoeld in a.;

 

d.

beproevingsopstellingen en elektronische eenheden ontworpen om verscheidene trillingsopwekkers in een geheel trillingssysteem te combineren, geschikt om een totale effectieve kracht gelijk aan of groter dan 50 kN uit te oefenen, met „onbelaste tafel” gemeten, en geschikt voor de systemen bedoeld in a.

Technische noot:

„Onbelaste tafel” betekent een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken.

2B116

I.A2.002

Werktuigmachines, anders dan in 2B001.c. of 2B201.b., voor slijpen met een instelnauwkeurigheid, „inclusief alle compensaties”, die gelijk is aan of kleiner (d.w.z. nauwkeuriger) is dan 15 μm overeenkomstig ISO-norm 230/2 (1988) (2) of nationale equivalenten langs elke lineaire as.

2B001.c.

2B201.b.

I.A2.002a

Onderdelen en numerieke besturingen, speciaal ontworpen voor de werktuigmachines in de zin van 2B001, 2B201 of I.A2.002.

 

I.A2.003

Balanceermachines en aanverwante uitrusting, als volgt:

 

a.

balanceermachines die ontworpen of aangepast zijn voor tandheelkundige of andere medische uitrusting, met alle hiernavolgende kenmerken:

 

1.

niet geschikt voor het uitbalanceren van rotors/samenstellingen met een massa van meer dan 3 kg;

 

2.

geschikt voor het uitbalanceren van rotors/samenstellingen bij een omwentelingssnelheid hoger dan 12 500 t.p.m.;

 

3.

geschikt voor het corrigeren van onbalans in twee of meer vlakken; en

 

4.

geschikt voor het uitbalanceren tot op een resterende specifieke onbalans van 0,2 g × mm per kg rotorgewicht;

 

b.

„indicatorkoppen” die zijn ontworpen of aangepast voor gebruik met de bij a. aangegeven machines.

Technische noot:

„Indicatorkoppen” worden soms ook balanceerinstrumenten genoemd.

2B119

I.A2.004

Op afstand bediende manipulatoren die kunnen worden aangewend voor het doen verrichten van handelingen op afstand bij radiochemische scheidingswerkingen of in hete cellen, anders dan in de zin van 2B225, met een van de volgende kenmerken:

 

a.

geschikt om te werken bij een hetecelwand met een dikte van 0,3 m of meer (opereren door de wand heen); of

 

b.

geschikt om de afstand over de bovenkant van een hetecelwand met een dikte van 0,3 m of meer te overbruggen (opereren over de wand heen).

Technische noot:

Op afstand bediende manipulatoren zorgen voor het mechanisch overbrengen van handelingen van een bediener naar een bedieningsarm en eindklem. Deze kunnen van het meester/slaaf-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord.

2B225

I.A2.005

Warmtebehandelingsovens, werkend met beheerste atmosfeer, of oxidatieovens geschikt voor werktemperaturen boven 400 °C.

Noot:

Dit artikel is niet van toepassing op tunnelovens met rol- of wagentransport, tunnelovens met transportband, doorschuifovens of pendelovens, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van glas, tafelgerei van keramiek of constructieve keramiek.

2B226

2B227

I.A2.006

Niet gebruikt.

 

I.A2.007

„Drukomzetters”, anders dan in de zin van 2B230, geschikt voor het meten van de absolute druk op elk punt in het traject van 0 tot 200 kPa, met beide hiernavolgende kenmerken:

 

a.

drukopneemelementen vervaardigd van of beschermd door „materiaal dat bestand is tegen corrosie door uraanhexafluoride (UF6)”; en

 

b.

met een van de volgende kenmerken:

 

1.

een volledig bereik van minder dan 200 kPa en een „nauwkeurigheid” beter dan ±1% van het volledige bereik; of

 

2.

een volledig bereik van 200 kPa of groter en een „nauwkeurigheid” beter dan 2 kPa.

Technische noot:

Voor de toepassing van 2B230 houdt „nauwkeurigheid” in non-lineariteit, hysteresis en herhaalbaarheid bij omgevingstemperatuur.

2B230

I.A2.008

Apparatuur voor vloeistof-vloeistofuitwisseling (mengersbezinkers, pulskolommen, plaatkolommen en centrifugale contactors) en vloeistofverdelers, stoomverdelers of systemen voor de opvang van vloeistoffen, ontworpen voor die apparatuur, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen:

 

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

 

b.

fluorpolymeren;

 

c.

glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

 

d.

grafiet of „koolstofgrafiet”;

 

e.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

 

f.

tantaal of tantaallegeringen;

 

g.

titaan of titaanlegeringen;

 

h.

zirkonium of zirkoniumlegeringen; of

 

i.

roestvrij staal.

Technische noot:

„Koolstofgrafiet” is een composiet bestaande uit amorf koolstof en grafiet, met 8 of meer gewichtspercenten grafiet.

2B350.e.

I.A2.009

Industriële apparatuur en onderdelen, anders dan in de zin van 2B350.d., als volgt:

Warmtewisselaars of condensors met een warmte-uitwisseloppervlak van meer dan 0,05 m2 en minder dan 30 m2, en voor gebruik in dergelijke warmtewisselaars of condensors ontworpen buizen, platen, spoelen of blokken (kernen), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistof(fen) gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen:

 

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

 

b.

fluorpolymeren;

 

c.

glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

 

d.

grafiet of „koolstofgrafiet”;

 

e.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

 

f.

tantaal of tantaallegeringen;

 

g.

titaan of titaanlegeringen;

 

h.

zirkonium of zirkoniumlegeringen;

 

i.

siliciumcarbide;

 

j.

titaancarbide; of

 

k.

roestvrij staal.

Noot:

Dit artikel is niet van toepassing op voertuigradiatoren.

Technische noot:

De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de warmtewisselaar een vergunningsplicht geldt.

2B350.d.

I.A2.010

Pompen met meervoudige afdichting en pompen zonder afdichting, anders dan in de zin van 2B350.i, geschikt voor corrosieve vloeistoffen, of vacuümpompen en voor gebruik in dergelijke pompen ontworpen omhulsels (pomphuizen), voorgevormde binnenbekledingen, schoepen, vleugelraderen of straalpompverdeelstukken, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een van de volgende materialen:

 

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

 

b.

keramiek;

 

c.

ferrosilicium;

 

d.

fluorpolymeren;

 

e.

glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

 

f.

grafiet of „koolstofgrafiet”;

 

g.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

 

h.

tantaal of tantaallegeringen;

 

i.

titaan of titaanlegeringen;

 

j.

zirkonium of zirkoniumlegeringen;

 

k.

niobium (columbium) of niobiumlegeringen;

 

l.

roestvrij staal;

 

m.

aluminiumlegeringen; of

 

n.

rubber.

  • 1. 
    De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de pomp een vergunningsplicht geldt.
  • 2. 
    De term „rubber” omvat alle soorten natuurlijke en synthetische rubber.

2B350.i.

I.A2.011

„Centrifuges”, anders dan in 2B352.c., geschikt voor het continu scheiden zonder aerosolvorming, en gemaakt van:

 

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

 

b.

fluorpolymeren;

 

c.

glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

 

d.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

 

e.

tantaal of tantaallegeringen;

 

f.

titaan of titaanlegeringen; of

 

g.

zirkonium of zirkoniumlegeringen.

Technische noot:

Met „centrifuges” worden ook bedoeld decanteerflessen.

2B352.c.

I.A2.012

Filters van gesinterd metaal, anders dan in 2B352.d., gemaakt van nikkel of een nikkellegering die 40 gewichtspercenten of meer nikkel bevat.

2B352.d.

I.A2.013

Forceer-(spin-forming) of vloei-(flow-forming) draaibanken, anders dan in 2B009, 2B109 of 2B209, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor.

Technische noot:

Voor de toepassing van dit punt worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken.

2B009

2B109

2B209

I.A2.014

Uitrusting en reagentia, anders dan vermeld in 2B350 of 2B352, als volgt:

 

a.

fermentoren, geschikt voor het kweken van pathogene „micro-organismen” of virussen of de productie van „toxinen”, zonder aerosolvorming, met een totale capaciteit van 10 liter of meer;

 

b.

roerwerken voor de in a. bedoelde fermentoren;

Technische noot:

Fermentoren omvatten bioreactoren, chemostaten en continustroomsystemen.

 

c.

laboratoriumapparatuur, als volgt:

 

1.

apparatuur voor polymerase-kettingreactie (PCR);

 

2.

apparatuur voor genetische sequencing;

 

3.

apparatuur voor genetische synthese;

 

4.

elektroporatieapparatuur;

 

5.

specifieke reagentia voor de apparatuur in I.A2.014.c.1. tot en met 4.;

 

d.

filters, microfilters, nanofilters of ultrafilters, bruikbaar in de industriële of laboratoriumbiologie voor continufiltratie, met uitzondering van filters die speciaal zijn ontworpen of gewijzigd voor medische doeleinden of de productie van schoon water en bestemd zijn om te worden gebruikt in door de EU of de VN officieel gesteunde projecten;

 

e.

ultracentrifuges en rotors en adapters voor ultracentrifuges;

 

f.

vriesdroogapparatuur.

2B350

2B352

I.A2.015

Apparatuur, met uitzondering van de in 2B005, 2B105 of 3B001.d. bedoelde apparatuur, voor de afzetting van metallieke deklagen, als volgt, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:

 

a.

productieapparatuur voor chemische afzetting uit de dampfase (CVD);

 

b.

productieapparatuur voor fysische afzetting uit de dampfase (PVD);

 

c.

productieapparatuur voor afzetting door inductie- of weerstandsverhitting.

2B005

2B105

3B001.d

I.A2.016

Open tanks en vaten, met of zonder roerwerk, met een totaal inwendig (geometrisch) volume van meer dan 0,5 m3 (500 liter), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen:

 

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

 

b.

fluorpolymeren;

 

c.

glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

 

d.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

 

e.

tantaal of tantaallegeringen;

 

f.

titaan of titaanlegeringen;

 

g.

zirkonium of zirkoniumlegeringen;

 

h.

niobium (columbium) of niobiumlegeringen;

 

i.

roestvrij staal;

 

j.

hout; of

 

k.

rubber.

Technische noot:

De term „rubber” omvat alle soorten natuurlijke en synthetische rubber.

2B350

ELEKTRONICA

I.A3.   Goederen

 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A3.001

Hoogspanningsgelijkstroombronnen, anders dan vermeld in 0B001.j.5. of 3A227, met beide volgende kenmerken:

 

a.

over een periode van acht uur ononderbroken 10 kV of meer kunnen produceren bij een uitgangsvermogen van 5 kW of meer, al dan niet met sweeping; en

 

b.

met een stroom- of spanningsstabiliteit beter dan 0,1 % over een periode van vier uur.

0B001.j.5.

3A227

I.A3.002

Massaspectrometers, anders dan bedoeld in 0B002.g. of 3A233, die ionen met een massa van 200 atomaire massa eenheden (a.m.e.) of meer kunnen meten en die een oplossend vermogen hebben dat beter is dan 2 a.m.e. op 200 a.m.e., en ionenbronnen hiervoor, als volgt:

 

a.

inductief gekoppelde plasmamassaspectrometers (ICP/MS);

 

b.

massaspectrometers werkend door middel van een gloeiontlading (GDMS);

 

c.

massaspectrometers werkend door middel van thermische ionisatie (TIMS);

 

d.

massaspectrometers werkend door middel van elektronenbeschieting, met een bronkamer vervaardigd van of bedekt met „materiaal dat bestand is tegen corrosie door uraanhexafluoride (UF6)”;

 

e.

massaspectrometers werkend met een molecuulbundel, met een van de volgende kenmerken:

 

1.

een bronkamer vervaardigd van of bedekt met roestvrij staal of molybdeen en uitgerust met een koelval die tot 193 K (–80 °C) of lager kan worden afgekoeld, of

 

2.

een bronkamer vervaardigd van of bedekt met materiaal dat bestand is tegen UF6;

 

f.

massaspectrometers werkend met een microfluoreer-ionenbron ontworpen voor actiniden of actinidefluoriden.

0B002.g.

3A233

I.A3.003

Frequentieomzetters of frequentiegeneratoren, andere dan die in 0B001.b.13. of 3A225, met alle volgende kenmerken, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen en software:

 

a.

een meerfasige uitgang geschikt voor het leveren van een vermogen van 40 W of groter;

 

b.

geschikt om te werken in het frequentiegebied van 600 tot 2 000 Hz; en

 

c.

frequentieafwijking kleiner dan 0,1 %.

 

1.

Frequentieomzetters zijn ook bekend als converters of inverters, generatoren, elektronische testapparatuur, wisselstroomvoedingen, aandrijfeenheden met variabele snelheid of aandrijfeenheden met variabele frequentie.

 

2.

Aan de in dit punt genoemde functionaliteit kan worden voldaan door bepaalde apparatuur die op de markt wordt gebracht als elektronische testapparatuur, wisselstroomvoedingen, aandrijfeenheden met variabele snelheid of aandrijfeenheden met variabele frequentie.

0B001.b.13.

3A225

I.A3.004

Spectrometers en diffractometers die ontworpen zijn voor indicatieve tests of kwantitatieve analyse van de elementaire samenstelling van metalen of legeringen zonder dat chemische ontleding van het materiaal plaatsvindt.

 

SENSOREN EN LASERS

I.A6.   Goederen

 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A6.001

Yttrium-aluminium-granaat (YAG)-staven

 

I.A6.002

Optische apparatuur en onderdelen daarvoor, anders dan bedoeld in 6A002 of 6A004.b., als volgt:

Optische apparaten werkend in het infrarode spectrum, voor de golflengte 9 μm-17 μm, en onderdelen daarvoor, met inbegrip van onderdelen van cadmiumtelluride (CdTe).

6A002

6A004.b.

I.A6.003

Golffrontcorrectoren, anders dan de spiegels in 6A004.a., 6A005.e. of 6A005.f., voor gebruik met een laserbundel met een diameter van meer dan 4 mm, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met inbegrip van stuursystemen, golffrontsensoren en „vervormbare spiegels”, waaronder bimorfe spiegels.

6A004.a.

6A005.e.

6A005.f.

I.A6.004

Argon-ion-„lasers”, anders dan in 0B001.g.5., 6A005.a.6. en/of 6A205.a., met een gemiddeld uitgangsvermogen van 5 W of meer.

0B001.g.5.

6A005.a.6.

6A205.a.

I.A6.005

Halfgeleider-„lasers”,anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 0B001.h.6. of 6A005.b., en onderdelen ervan, als volgt:

 

a.

afzonderlijke halfgeleider-„lasers” met een uitgangsvermogen van meer dan 200 mW elk, in hoeveelheden groter dan 100;

 

b.

arrays van halfgeleider-„lasers” met een uitgangsvermogen van meer dan 20 W.

 

1.

Halfgeleider-„lasers” worden gewoonlijk „laser”-dioden genoemd.

 

2.

Dit artikel is niet van toepassing op „laser”-dioden met een golflengte van 1,2 μm–2,0 μm.

0B001.g.5.

0B001.h.6.

6A005.b.

I.A6.006

Afstembare halfgeleider-„lasers” en afstembare halfgeleider-„lasers” in series (arrays), anders dan in 0B001.h.6. of 6A005.b., met een golflengte van 9 μm-17 μm, alsmede stacks van arrays van halfgeleider-„lasers” die ten minste één array van afstembare halfgeleider-„lasers” met een dergelijke golflengte bevatten.

Noot:

Halfgeleider-„lasers” worden gewoonlijk „laser”-dioden genoemd.

0B001.h.6.

6A005.b.

I.A6.007

„Afstembare” vastestof-„lasers”, anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 0B001.h.6. of 6A005.c.1., en speciaal ontworpen onderdelen ervan, als volgt:

 

a.

titaan-saffier-„lasers”,

 

b.

alexandriet-„lasers”.

0B001.g.5.

0B001.h.6.

6A005.c.1.

I.A6.008

Neodymium-gedoopte (anders dan glas) „lasers”, anders dan in 6A005.c.2.b., met een golflengte aan de uitgang langer dan 1,0 μm doch niet langer dan 1,1 μm, en een uitgangsenergie van meer dan 10 J per impuls.

6A005.c.2.b.

I.A6.009

Onderdelen van akoestisch-optische apparatuur, als volgt:

 

a.

beeld(framing)-buizen en halfgeleiderelementen voor beeldvorming, met een herhalingsfrequentie van 1 kHz of meer;

 

b.

materiaal voor deze herhalingsfrequentie;

 

c.

Pockels-cellen.

6A203.b.4.

I.A6.010

Stralingsbestendige camera's of lenzen daarvoor, anders dan in de zin van 6A203.c., speciaal ontworpen of gekwalificeerd als bestand zijnde tegen een stralingsniveau hoger dan 50 × 103 Gy (silicium) (5 × 106 rad (silicium)) zonder verslechtering van de werking.

Technische noot:

De term Gy (silicium) verwijst naar de energie in Joule per kilogram die wordt geabsorbeerd door een onbeschermde hoeveelheid silicium bij blootstelling aan ioniserende straling.

6A203.c.

I.A6.011

Afstembare gepulseerde kleurstof-„laser”-versterkers en oscillatoren, anders dan in 0B001.g.5., 6A005 en/of 6A205.c., met alle volgende kenmerken:

 

a.

een golflengte van 300 nm tot 800 nm;

 

b.

een gemiddeld uitgangsvermogen groter dan 10 W, doch niet groter dan 30 W;

 

c.

een herhalingssnelheid groter dan 1 kHz; en

 

d.

een pulsduur korter dan 100 ns.

Noot:

Dit artikel is niet van toepassing op monomodusoscillatoren.

0B001.g.5.

6A005

6A205.c.

I.A6.012

Gepulseerde koolstofdioxide-„lasers”, anders dan in 0B001.h.6., 6A005.d. of 6A205.d., met alle volgende kenmerken:

 

a.

een golflengte van 9 μm tot 11 μm;

 

b.

een herhalingssnelheid groter dan 250 Hz;

 

c.

een gemiddeld uitgangsvermogen groter dan 100 W, doch niet groter dan 500 W; en

 

d.

een pulsduur korter dan 200 ns.

0B001.h.6.

6A005.d.

6A205.d.

NAVIGATIE EN VLIEGTUIGELEKTRONICA

I.A7.   Goederen

 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A7.001

Traagheidsnavigatiesystemen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als volgt:

 

a.

traagheidsnavigatiesystemen die gecertificeerd zijn voor gebruik in „civiele vliegtuigen” door de civiele autoriteiten van een staat die deelneemt aan het Wassenaar Arrangement, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als volgt:

 

1.

traagheidsnavigatiesystemen (INS) (zowel met cardanische ophanging als vast) en traagheidsapparatuur ontworpen voor „vliegtuigen”, voor voertuigen voor gebruik aan land, voor vaartuigen (zowel oppervlakteschepen als onderzeeboten) of voor „ruimtevaartuigen”, voor standregeling, geleiding of besturing met een of meer van de volgende kenmerken, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:

 

a.

(vrije traagheids)-navigatiefout van 0,8 zeemijl per uur (nm/hr) „Circular Error Probable” (CEP) of minder (beter) na normale uitrichting; of

 

b.

gespecificeerd om te werken bij lineaire versnellingsniveaus van meer dan 10 g;

 

2.

hybride traagheidsnavigatiesystemen met ingebouwd wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS) of „navigatiesysteem met als referentie een gegevensbestand (DBRN)” voor standregeling, geleiding of besturing, na normale uitrichting, met na uitval van GNSS of DBRN gedurende een periode tot 4 minuten een INS-precisie van minder (beter) dan tien meter „Circular Error Probable” (CEP) (50%-trefkanscirkel);

 

3.

traagheidsapparatuur voor azimutpeilingen, koersbepaling en bepalen van het noorden met een of meerdere van de volgende kenmerken, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

 

a.

ontworpen voor een azimutpeiling, koersbepaling of bepaling van het noorden met een nauwkeurigheid die gelijk is aan of minder (beter) dan 6 boogminuten RMS op een geografische breedte van 45 graden; of

 

b.

ontworpen om niet-operationeel bestand te zijn tegen schokken van 900 g of meer met een duur van 1 ms of meer;

 

b.

met traagheidsnavigatie werkende theodolietsystemen die speciaal ontworpen zijn voor civiele opmetingen en ontworpen voor een azimutpeiling, koersbepaling of bepaling van het noorden met een nauwkeurigheid die gelijk is aan of minder (beter) dan 6 boogminuten RMS op een geografische breedte van 45 graden, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;

 

c.

apparatuur voor traagheidsnavigatie of andere apparatuur die gebruik maakt van versnellingsmeters in de zin van 7A001 of 7A101, indien die versnellingsmeters speciaal ontworpen en ontwikkeld zijn voor gebruik in boorputten als sensoren voor gebruik tijdens het boren (MWD (Measurement While Drilling)-sensoren).

Noot:

De parameters van a.1. en a.2. zijn van toepassing onder alle hierna vermelde omgevingsomstandigheden:

 

1.

invoer van willekeurige trillingen met een totale magnitude van 7,7 g rms tijdens het eerste halfuur en een totale testduur van anderhalf uur per as voor elk van de drie loodrechte assen, wanneer de willekeurige trillingen aan de volgende voorwaarden voldoen:

 

a.

een constante spectrale vermogensdichtheid (PSD) van 0,04 g2/Hz bij een frequentie-interval van 15 tot 1 000 Hz; en

 

b.

de PSD verkleint naar gelang van de frequentie van 0,04 g2/Hz tot 0,01 g2/Hz bij een frequentie-interval van 1 000 tot 2 000 Hz;

 

2.

een slinger- en giersnelheid van +2,62 rad/s (150o/s) of meer; of

 

3.

overeenkomstig nationale normen die gelijkwaardig zijn aan de bovenstaande punten 1 en 2.

 

1.

a.2. betreft systemen waarin INS of andere onafhankelijke navigatiehulpmiddelen in een afzonderlijke entiteit zijn ingebouwd met het oog op betere prestaties.

 

2.

„Circular Error Probable” (CEP – 50% trefkanscirkel): bij normale cirkelvormige spreiding de straal van de cirkel die 50 procent bestrijkt van de afzonderlijke metingen die worden verricht, of de straal van de cirkel waarbinnen er 50 procent kans is om te worden gelokaliseerd.

7A001

7A003

7A101

7A103

RUIMTEVAART EN VOORTSTUWING

I.A9.   Goederen

 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A9.001

Explosieve bouten

 

I.A9.002

Verbrandingsmotoren (van het type met axiale of roterende zuigers), ontworpen of aangepast voor de voortstuwing van „luchtvaartuigen” of „lichter dan luchttoestellen”, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

 

I.A9.003

Vrachtwagens, anders dan in de zin van 9A115, met meer dan een aangedreven as en een laadvermogen van meer dan 5 ton.

Noot:

Dit artikel omvat diepladers, opleggers en andere aanhangwagens.

9A115

  • B. 
    SOFTWARE
 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.B.001

Software die noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van goederen die onder deel A. (Goederen) vallen.

 
  • C. 
    TECHNOLOGIE
 

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.C.001

Technologie die noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van goederen die onder deel A. (Goederen) vallen.”

 
 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).
  • (2) 
    Fabrikanten die instelnauwkeurigheden berekenen overeenkomstig ISO 230/2 (1997) dienen overleg te plegen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin ze gevestigd zijn.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.