Besluit 2008/563 - Intrekking van Beschikking 2005/185/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Tsjechië

1.

Wettekst

10.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 181/45

 

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 3 juni 2008

tot intrekking van Beschikking 2005/185/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in de Tsjechische Republiek

(2008/563/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 12,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Beschikking 2005/185/EG van de Raad (1) werd op aanbeveling van de Commissie overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag besloten dat er in de Tsjechische Republiek een buitensporig tekort bestond. De Raad merkte op dat het overheidstekort in 2003 12,9 % van het bbp bedroeg (5,9 % van het bbp wanneer geen rekening wordt gehouden met een belangrijke eenmalige transactie in verband met de tenlasteneming van staatsgaranties) en daarmee de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp overschreed.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (2) heeft de Raad op 5 juli 2004 op aanbeveling van de Commissie een aanbeveling tot de Tsjechische Republiek gericht waarin het land werd verzocht om uiterlijk eind 2008 aan de buitensporigtekortsituatie een einde te maken. De aanbeveling is openbaar gemaakt.

 

(3)

Aangezien werd voorspeld dat de begroting in 2007 sterk zou ontsporen en het tekort in 2008 boven de referentiewaarde zou blijven, heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 8, op 10 juli 2007 op aanbeveling van de Commissie vastgesteld dat de maatregelen van de Tsjechische Republiek ontoereikend leken om het buitensporige tekort uiterlijk in 2008 te verhelpen (3). Op 10 oktober 2007 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, op aanbeveling van de Commissie een nieuwe aanbeveling aangenomen waarin de Tsjechische Republiek werd aanbevolen de budgettaire verslechtering in 2007 nog beter binnen de perken te houden, waarin werd bevestigd dat uiterlijk in 2008 een einde aan het buitensporige tekort diende te worden gemaakt, en waarin 9 april 2008 als uiterste datum werd vastgesteld waarop de Tsjechische autoriteiten effectief gevolg aan de aanbeveling dienden te geven. De Raad heeft de Tsjechische autoriteiten aanbevolen om er op basis van de toen beschikbare prognoses voor te zorgen dat het structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen) in 2008 met ten minste 0,75 % van het bbp verbetert ten opzichte van 2007.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 104, lid 12, van het Verdrag wordt een beschikking van de Raad betreffende het bestaan van een buitensporig tekort ingetrokken indien de Raad van oordeel is dat het buitensporige tekort in de betrokken lidstaat is gecorrigeerd.

 

(5)

Overeenkomstig het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten worden de voor de toepassing van de procedure benodigde gegevens door de Commissie verstrekt. In het kader van de toepassing van het protocol dienen de lidstaten overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (4) de Commissie tweemaal per jaar, namelijk vóór 1 april en vóór 1 oktober, gegevens te verstrekken over het overheidstekort en de overheidsschuld, alsook over andere, daarmee samenhangende variabelen.

 

(6)

Uit de gegevens die de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 8 G, lid 1, van Verordening (EG) nr. 3605/93 na de vóór 1 april 2008 door de Tsjechische Republiek gedane kennisgeving heeft verstrekt en uit de voorjaarsprognoses 2008 van de diensten van de Commissie kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

 

het overheidstekort is teruggedrongen van 2,7 % van het bbp in 2006 tot 1,6 % van het bbp in 2007 en is daarmee vóór de door de Raad vastgestelde streefdatum onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp uitgekomen. Ter vergelijking: in het geactualiseerde convergentieprogramma van maart 2007 werd een tekortdoelstelling van 4 % van het bbp gehanteerd;

 

de belastingontvangsten overtroffen de verwachtingen dankzij de hoger dan voorspelde economische groei, maar de tekortreductie in 2007 was ook het gevolg van een beheersing van de uitgaven, met name op het gebied van de ambtenarensalarissen en het intermediaire verbruik. Het merendeel van de uitgavenbezuinigingen heeft een permanent karakter. De verbetering van het structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen) wordt voor 2007 op iets meer dan 0,5 % van het bbp geschat;

 

voor 2008 wordt in de voorjaarsprognoses 2008 een verdere tekortreductie tot 1,4 % van het bbp voorspeld, onder invloed van extra bezuinigingsmaatregelen aan de uitgavenzijde, wetgevingsmaatregelen ter vermindering van de sociale uitgaven en de invoering van gedeeltelijke eigen bijdragen voor gezondheidszorg. De ontvangstenquote zal naar verwachting vrijwel constant blijven als gevolg van een breed scala aan belastingmaatregelen die in 2008 in werking treden. De voorjaarsprognoses sporen met de in de budgettaire kennisgeving van april voorkomende tekortdoelstelling van 1,5 % van het bbp. Volgens de voorjaarsprognoses zou het tekort in 2009 bij ongewijzigd beleid gebaseerd op voortgaande uitgavenbeperkingen verder afnemen tot 1,1 % van het bbp. Dit wijst erop dat het tekort op geloofwaardige en duurzame wijze is teruggedrongen tot onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp;

 

verwacht wordt dat het structurele saldo in 2008 met ongeveer 0,5 procentpunt van het bbp en bij ongewijzigd beleid gebaseerd op voortgaande uitgavenbeperkingen in 2009 nog eens met circa 0,5 procentpunt zal verbeteren. Deze ontwikkeling moet worden gezien in het licht van de noodzaak om de middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie sneller te verwezenlijken, die voor de Tsjechische Republiek volgens het geactualiseerde convergentieprogramma van november 2007 de verwezenlijking van een structureel tekort van 1 % van het bbp is, zoals in het advies van de Raad van maart 2008 werd aanbevolen;

 

de overheidsschuld blijft ver onder de referentiewaarde van 60 % van het bbp. De schuldquote is teruggelopen van 29,4 % van het bbp in 2006 tot 28,7 % in 2007. Volgens de voorjaarsprognoses 2008 zal de schuldquote naar verwachting verder dalen tot minder dan 28 % aan het einde van 2009 (in de veronderstelling dat het beleid ongewijzigd blijft).

 

(7)

Volgens de Raad is het buitensporige tekort in de Tsjechische Republiek gecorrigeerd en dient Beschikking 2005/185/EG derhalve te worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Uit een algehele evaluatie volgt dat de buitensporigtekortsituatie in de Tsjechische Republiek is verholpen.

Artikel 2

Beschikking 2005/185/EG wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Tsjechische Republiek.

Gedaan te Luxemburg, 3 juni 2008.

Voor de Raad

De voorzitster

  • C. 
    LAGARDE
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.