Besluit 2006/560 - Wijziging van Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten

1.

Wettekst

10.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/31

 

BESLUIT 2006/560/JBZ VAN DE RAAD

van 24 juli 2006

tot wijziging van Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 30, lid 1, onder a), b) en c), artikel 30, lid 2, onder c), en artikel 34, lid 2, onder c),

Gezien het initiatief van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De evaluatie van de toepassing van Besluit 2003/170/JBZ van de Raad van 27 februari 2003 betreffende het gezamenlijke gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten (3), heeft uitgewezen dat een aantal bepalingen daarvan moet worden gewijzigd in verband met de huidige praktijk dat de lidstaten een beroep doen op de gedetacheerde Europol-verbindingsofficieren voor het doorgeven van informatie conform de Europol-overeenkomst (4).

 

(2)

Dit wijzigingsbesluit is een geschikte gelegenheid om de bepaling over de bijeenkomsten van verbindingsofficieren aan te passen aan de huidige praktijk dat een bepaalde lidstaat, het zogenoemde „leidinggevende land”, wordt belast met de coördinatie van de EU-samenwerking in een bepaald land of een bepaalde regio, wat ook inhoudt dat die lidstaat het initiatief neemt om de bijeenkomsten van verbindingsofficieren te organiseren,

BESLUIT:

Artikel 1

Besluit 2003/170/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Aan artikel 1, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„In dit besluit wordt onder „verbindingsofficier van Europol” verstaan een functionaris van Europol die in een of meer derde landen of bij een internationale organisatie is gedetacheerd om de samenwerking tussen de autoriteiten van die landen of organisatie enerzijds en Europol anderzijds te versterken, zodat de lidstaten van de EU, in het bijzonder de verbindingsofficieren die door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten in het buitenland zijn gedetacheerd, in het bijzonder dankzij de uitwisseling van informatie worden bijgestaan bij de bestrijding van zware vormen van internationale criminaliteit”

.

 

2)

Aan artikel 1, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Dit besluit laat onverlet de taken die aan Europol en zijn verbindingsofficieren zijn opgedragen in het kader van de Europol-overeenkomst, de voor de uitvoering ervan getroffen regelingen en de samenwerkingsovereenkomsten tussen Europol en het betrokken derde land of de betrokken internationale organisatie.”

.

 

3)

In artikel 3 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Het secretariaat-generaal van de Raad maakt jaarlijks een aan de lidstaten, de Commissie en Europol toe te zenden overzicht inzake de detachering van verbindingsofficieren door de lidstaten, onder meer van hun werkzaamheden en van de samenwerkingsovereenkomsten tussen de lidstaten inzake de detachering van verbindingsofficieren. In het overzicht wordt vermeld welke lidstaten, met instemming van de andere lidstaten via coördinatie in Raadsverband, overeenkomstig artikel 4, lid 1, zijn belast met de coördinatie van de EU-samenwerking in een bepaald land of een bepaalde regio. Het overzicht bevat tevens nadere bijzonderheden omtrent de bij derde landen en internationale organisaties gedetacheerde verbindingsofficieren van Europol.”

.

 

4)

Aan artikel 4, lid 1, wordt de volgende zin toegevoegd:

„Deze vergaderingen kunnen ook, na overleg met de lidstaat die het voorzitterschap bekleedt, worden belegd op initiatief van een andere lidstaat, met name van de lidstaten die zijn belast met de coördinatie van de EU-samenwerking in een bepaald land of een bepaalde regio.”.

 

5)

Aan artikel 8, lid 2, wordt de volgende zin toegevoegd:

„De lidstaten zorgen er ook voor dat de overeenkomstig artikel 2, lid 2, geleverde informatie met Europol wordt uitgewisseld conform de Europol-overeenkomst.”.

 

6)

Aan artikel 8 worden de volgende leden toegevoegd:

„3.   De lidstaten kunnen, met inachtneming van het nationale recht en de Europol-overeenkomst, Europol vragen of zij, voor het uitwisselen van informatie conform de samenwerkingsovereenkomsten die Europol met derde landen en internationale organisaties heeft gesloten, een beroep mogen doen op de in die landen en bij die organisaties gedetacheerde verbindingsofficieren van Europol. Het verzoek wordt, conform de Europol-overeenkomst, via de nationale eenheden van de lidstaten tot Europol gericht.

  • 4. 
    Europol ziet erop toe dat het door zijn in derde landen en bij internationale organisaties gedetacheerde verbindingsofficieren geïnformeerd wordt wanneer ten aanzien van een lidstaat een ernstig risico bestaat op strafbare feiten ter zake waarvan Europol op grond van de Europol-overeenkomst bevoegd is. De informatie wordt, conform de Europol-overeenkomst, via de nationale eenheden aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat meegedeeld.”.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing op Gibraltar.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de vijftiende dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    RAJAMÄKI
 

  • (2) 
    Advies uitgebracht op 17 maart 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.