Besluit 2002/192 - Verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32002D0192

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32002D0192

2002/192/EG: Besluit van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis

Publicatieblad Nr. L 064 van 07/03/2002 blz. 0020 - 0023

Besluit van de Raad

van 28 februari 2002

betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis

(2002/192/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ("Schengenprotocol"), inzonderheid op artikel 4,

Gezien het verzoek dat de regering van Ierland in haar aan de voorzitter van de Raad gerichte brieven van 16 juni 2000 en 1 november 2001 heeft gedaan, te mogen deelnemen aan bepalingen van het Schengenacquis, genoemd in die brieven,

Gezien het advies van de Commissie van 14 september 2000 over dat verzoek,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Ierland heeft een bijzondere positie met betrekking tot de aangelegenheden die onder titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, zoals erkend in het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en het Protocol betreffende de toepassing van bepaalde aspecten van artikel 14 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op het Verenigd Koninkrijk en Ierland, bij het Verdrag van Amsterdam gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
  • (2) 
    Het Schengenacquis is opgevat en functioneert als een samenhangend geheel dat ten volle moet worden aanvaard en toegepast door alle staten die het beginsel van de afschaffing van personencontroles aan hun gemeenschappelijke grenzen onderschrijven.
  • (3) 
    Het Schengenprotocol voorziet in de mogelijkheid voor Ierland aan bepalingen van het Schengenacquis deel te nemen, gezien de genoemde bijzondere positie van Ierland.
  • (4) 
    Ierland zal de verplichtingen op zich nemen welke voor een lidstaat voortvloeien uit de in dit besluit opgesomde artikelen van de Schengenovereenkomst.
  • (5) 
    Gezien de bovengenoemde bijzondere positie van Ierland, zal Ierland uit hoofde van dit besluit niet deelnemen aan de bepalingen van de overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord van 14 juni 1985 (Schengenovereenkomst) betreffende grenzen.
  • (6) 
    Rekening houdend met de in de artikelen 26 en 27 van de Schengenovereenkomst genoemde ernstige feiten, zal Ierland deze artikelen toepassen en dit geldt ook voor de in dit besluit bedoelde maatregelen die op deze artikelen voortbouwen.
  • (7) 
    Ierland heeft verzocht deel te mogen nemen aan alle bepalingen van het Schengenacquis die verband houden met de oprichting en de werking van het Schengeninformatiesysteem (SIS), behoudens wat betreft de bepalingen die verband houden met de in artikel 96 van de Schengenovereenkomst genoemde signaleringen en de overige met die signaleringen verband houdende bepalingen.
  • (8) 
    De Raad is van oordeel dat bij een gedeeltelijke deelneming van Ierland aan het Schengenacquis de samenhang van de thematische gebieden die het geheel van dit acquis vormen, in acht moet worden genomen.
  • (9) 
    De Raad erkent derhalve het recht van Ierland om, overeenkomstig artikel 4 van het Schengenprotocol, een verzoek te doen om gedeeltelijk te mogen deelnemen, maar wijst er tegelijk op dat gelet moet worden op de gevolgen van die deelneming van Ierland aan de bepalingen die verband houden met de oprichting en de werking van het SIS, voor de uitlegging van de andere bepalingen van het Schengenacquis en voor de financiële implicaties daarvan.
  • (10) 
    De procedure van artikel 2, lid 1, van de overeenkomst gesloten door de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, inzake de vaststelling van de rechten en verplichtingen tussen, enerzijds, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en, anderzijds, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, op de gebieden van het Schengenacquis die op deze staten van toepassing zijn, is in acht genomen(1),

BESLUIT:

Artikel 1

Ierland neemt deel aan de volgende bepalingen van het Schengenacquis:

  • a) 
    wat betreft de bepalingen van de Schengenovereenkomst en de bijbehorende slotakte en gemeenschappelijke verklaringen:
  • i) 
    de artikelen 26 en 27;

artikel 39;

artikel 44;

de artikelen 46 en 47, met uitzondering van artikel 47, lid 2, onder c);

de artikelen 48 tot en met 51;

de artikelen 52 en 53;

de artikelen 54 tot en met 58;

artikel 59;

de artikelen 61 tot en met 66;

de artikelen 67 tot en met 69;

de artikelen 71 tot en met 73;

de artikelen 75 en 76;

de artikelen 126 tot en met 130, voorzover zij verband houden met de bepalingen waaraan Ierland krachtens deze alinea deelneemt;

verklaring 3 bij de slotakte, betreffende artikel 71, lid 2;

  • ii) 
    onderstaande bepalingen betreffende het Schengeninformatiesysteem, voorzover zij geen verband houden met artikel 96:

artikel 92;

de artikelen 93 tot en met 95;

de artikelen 97 tot en met 100;

artikel 101, behalve lid 2;

de artikelen 102 tot en met 108;

de artikelen 109 tot en met 111, wat de persoonsgegevens betreft die in het nationale deel van het SIS van Ierland zijn geregistreerd;

de artikelen 112 en 113;

artikel 114, wat de persoonsgegevens betreft die in het nationale deel van het SIS van Ierland zijn geregistreerd;

de artikelen 115 tot en met 118;

  • iii) 
    andere bepalingen betreffende het Schengeninformatiesysteem:

artikel 119;

  • b) 
    wat betreft de bepalingen van de overeenkomsten betreffende de toetreding tot de Schengenovereenkomst, de bijbehorende slotakte en gemeenschappelijke verklaringen:
  • i) 
    de op 27 november 1990 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Italiaanse Republiek: artikel 4;
  • ii) 
    de op 25 juni 1991 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje: artikel 4 en slotakte, deel III, verklaring 2;
  • iii) 
    de op 25 juni 1991 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Portugese Republiek: artikelen 4, 5 en 6;
  • iv) 
    de op 6 november 1992 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Helleense Republiek: artikelen 3, 4 en 5 en slotakte, deel III, verklaring 2;
  • v) 
    de op 28 april 1995 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk: artikel 4;
  • vi) 
    de op 19 december 1996 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken: artikelen 4 en 6 en slotakte, deel II, gezamenlijke verklaring 3;
  • vii) 
    de op 19 december 1996 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Finland: artikelen 4 en 5 en de slotakte, deel II, gezamenlijke verklaring 3;
  • viii) 
    de op 19 december 1996 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Zweden: artikelen 4 en 5 en slotakte, deel II, gemeenschappelijke verklaring 3;
  • c) 
    wat betreft de bepalingen van de volgende besluiten van het Uitvoerend Comité ingesteld bij de Schengenovereenkomst voorzover deze verband houden met de bepalingen waaraan Ierland krachtens punt a) hierboven deelneemt:
  • i) 
    SCH/Com-ex (93) 14 (verbetering van de praktijk inzake justitiële samenwerking op het gebied van de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen);

SCH/Com-ex (94) 28 herz. (in artikel 75 bedoelde verklaring voor het vervoer van verdovende middelen en/of psychotrope stoffen);

SCH/Com-ex (98) 26 def. (oprichting van de Permanente Commissie van de Schengenovereenkomst), onder voorbehoud van een interne afspraak tot bepaling van nadere voorschriften voor deelneming van Ierse deskundigen aan onder auspiciën van de betrokken groep van de Raad uitgevoerde opdrachten;

SCH/Com-ex (98) 51, 3e herz. (grensoverschrijdende politiële samenwerking op verzoek bij de voorkoming en opsporing van strafbare feiten);

SCH/Com-ex (98) 52 (leidraad voor de grensoverschrijdende politiële samenwerking);

SCH/Com-ex (99) 1, 2e herz. (acquis verdovende middelen);

SCH/Com-ex (99) 6 (acquis op het gebied van telecommunicatie);

SCH/Com-ex (99) 8, 2e herz. (vergoeding aan informanten);

SCH/Com-ex (99) 11, 2e herz. (overeenkomst inzake samenwerking in procedures wegens inbreuken op de verkeerswetgeving);

SCH/Com-ex (99) 18 (verbetering van de politiële samenwerking bij de voorkoming en opsporing van strafbare feiten);

  • ii) 
    SCH/Com-ex (97) 2, 2e herz. (aanbesteding van de voorstudie inzake SIS II);

SCH/Com-ex (97) 18 (aandeel van Noorwegen en IJsland in de werkingskosten van het C.SIS);

SCH/Com-ex (97) 24 (ontwikkeling van het SIS);

SCH/Com-ex (97) 35 (wijziging van het Financieel Reglement voor het C.SIS);

SCH/Com-ex (98) 11 (C.SIS met 15/18 verbindingen);

SCH/Com-ex (99) 5 (Sirene-handboek);

  • d) 
    wat betreft de bepalingen van de volgende verklaringen van het Uitvoerend Comité ingesteld bij de Schengenovereenkomst, voorzover deze verband houden met de bepalingen waaraan Ierland krachtens punt a) deelneemt:
  • i) 
    SCH/Com-ex (96) decl. 6, 2e herz. (verklaring inzake de uitlevering);
  • ii) 
    SCH/Com-ex (97) decl. 13, 2e herz. (ontvoering van minderjarigen);

SCH/Com-ex (99) decl. 2 herz. (SIS-structuur).

Artikel 2

  • 1. 
    Het bevoegde ministerie bedoeld in artikel 65, lid 2, van de Schengenovereenkomst, is het ministerie van Justitie, Rechtsgelijkheid en Hervorming van het Recht.
  • 2. 
    Ierland neemt deel aan de volgende besluiten van de Raad:
  • a) 
    Besluit 2000/586/JBZ van de Raad van 28 september 2000 tot vaststelling van een procedure voor de wijziging van artikel 40, leden 4 en 5, artikel 41, lid 7, en artikel 65, lid 2, van de overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen(2), voorzover dat besluit betrekking heeft op artikel 65, lid 2, van de Schengenovereenkomst van 1990;
  • b) 
    Richtlijn 2001/40/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen(3);
  • c) 
    Richtlijn 2001/51/EG van de Raad van 28 juni 2001 tot aanvulling van het bepaalde in artikel 26 van de overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985(4);

Artikel 3

De afgevaardigden in de bij artikel 115 van de Schengenovereenkomst ingestelde gemeenschappelijke controleautoriteit, die de nationale controleautoriteit van Ierland vertegenwoordigen, mogen in de gemeenschappelijke controleautoriteit niet deelnemen aan de stemming over aangelegenheden die verband houden met de toepassing van bepalingen van het Schengenacquis, of die op het Schengenacquis voortbouwen, waaraan Ierland niet deelneemt.

Artikel 4

  • 1. 
    Onverminderd artikel 6, lid 3, worden de in artikel 1 genoemde bepalingen tussen Ierland en de lidstaten en de andere staten waarvoor deze bepalingen reeds in werking zijn gesteld, bij een besluit van de Raad in werking gesteld wanneer de voorwaarden voor de toepassing van die bepalingen in al die lidstaten en andere staten vervuld zijn. De Raad kan besluiten verschillende data vast te stellen voor het in werking stellen van de verschillende bepalingen per thematisch gebied.
  • 2. 
    Alvorens de in artikel 1 genoemde bepalingen in werking worden gesteld overeenkomstig bovenstaand lid 1, neemt de Raad een besluit over de nadere juridische en technische regelingen, onder meer bepalingen inzake gegevensbescherming, betreffende de deelneming van Ierland aan de bepalingen van artikel 1, punten a) ii) en iii), c) ii) en d) ii).
  • 3. 
    Besluiten krachtens de leden 1 en 2 worden genomen door de Raad, met eenparigheid van stemmen van zijn in artikel 1 van het Schengenprotocol genoemde leden en de vertegenwoordiger van de regering van Ierland. De vertegenwoordiger van de regering van het Verenigd Koninkrijk zal ook deelnemen aan de besluitvorming van de Raad uit hoofde van dit artikel.

Artikel 5

  • 1. 
    Ierland is gebonden door de volgende besluiten van de Raad:
  • a) 
    Besluit 1999/323/EG van de Raad van 3 mei 1999 houdende vaststelling van een financieel reglement met betrekking tot de budgettaire aspecten van het beheer door de secretaris-generaal van de Raad van de contracten die deze sluit als vertegenwoordiger van bepaalde lidstaten met betrekking tot de installatie en de werking van de "Help Desk Server" van de Management Unit en van het Sirene-netwerk fase II(5) en alle latere wijzigingen daarvan;
  • b) 
    Besluit 2000/265/EG van de Raad van 27 maart 2000 houdende vaststelling van een financieel reglement met betrekking tot de budgettaire aspecten van het beheer door de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de overeenkomsten die deze sluit namens bepaalde lidstaten met betrekking tot de installatie en de werking van de communicatie-infrastructuur voor de Schengenomgeving "Sisnet"(6) en alle wijzigingen daarvan;
  • c) 
    Besluit 2000/777/EG van de Raad van 1 december 2000 inzake de inwerkingstelling van het Schengenacquis in Denemarken, Finland en Zweden, alsmede in IJsland en Noorwegen(7);
  • d) 
    Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)(8);
  • e) 
    Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)(9).
  • 2. 
    Ierland draagt de kosten van de technische realisatie van zijn gedeeltelijke deelneming aan de werking van het SIS.

Artikel 6

  • 1. 
    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Het wordt van kracht op 1 april 2002.

  • 2. 
    Vanaf de datum van aanneming van dit besluit wordt Ierland onherroepelijk geacht de voorzitter van de Raad krachtens artikel 5 van het Schengenprotocol in kennis te hebben gesteld van het feit dat het wenst deel te nemen aan alle voorstellen en initiatieven die voortbouwen op het in artikel 1 genoemde Schengenacquis.
  • 3. 
    Op het in artikel 1 genoemde Schengenacquis voortbouwende maatregelen die zijn vastgesteld vóór de aanneming van het in artikel 4, lid 1, bedoelde Raadsbesluit - ook de in artikel 2, lid 2, onder a) tot en met c), bedoelde maatregelen -, treden voor Ierland in werking op de datum of de data waarop de Raad krachtens artikel 4 besluit het in artikel 1 genoemde acquis voor Ierland in werking te stellen, tenzij in de maatregel zelf een latere datum wordt genoemd.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    Acebes Paniagua
  • (1) 
    PB L 15 van 20.1.2000, blz. 2.
  • (2) 
    PB L 248 van 3.10.2000, blz. 1.
  • (3) 
    PB L 149 van 2.6.2001, blz. 34.
  • (4) 
    PB L 187 van 10.7.2001, blz. 45.
  • (5) 
    PB L 123 van 15.5.1999, blz. 51.
  • (6) 
    PB L 85 van 6.4.2000, blz. 12. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2000/664/EG (PB L 278 van 31.10.2000, blz. 24).
  • (7) 
    PB L 309 van 9.12.2000, blz. 24.
  • (8) 
    PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4.
  • (9) 
    PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.