Verordening 1988/4252 - Bereiding en de afzet van in de EG voortgebrachte likeurwijn

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31988R4252

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31988R4252

Verordening (EEG) nr. 4252/88 van de Raad van 21 december 1988 inzake de bereiding en de afzet van in de Gemeenschap voortgebrachte likeurwijn

Publicatieblad Nr. L 373 van 31/12/1988 blz. 0059 - 0065

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 28 blz. 0053

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 28 blz. 0053

VERORDENING (EEG) Nr. 4252/88 VAN DE RAAD van 21 december 1988 inzake de bereiding en de afzet van in de Gemeenschap voortgebrachte likeurwijn

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal

Comité (3),

Overwegende dat er momenteel nog geen communautaire voorschriften bestaan voor de bereiding en de afzet van likeurwijn; dat, gezien het economisch belang van deze produkten, gemeenschappelijke bepalingen voor deze produkten moeten worden vastgesteld ten einde bij te dragen tot de goede werking van de gehele wijnmarkt;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 4250/88 (5), bepalingen zijn vastgesteld betreffende de bereiding en de afzet van tafelwijn; dat deze regeling moet worden aangevuld met overeenkomstige bepalingen voor alle in de Gemeenschap voortgebrachte kwaliteitslikeurwijnen; dat voor in bepaalde gebieden voortgebrachte likeurwijnen (v.l.q.p.r.d.) rekening dient te worden gehouden met het feit dat het gaat om v.q.p.r.d. die derhalve ook moeten beantwoorden aan Verordening (EEG) nr. 823/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen (6);

Overwegende dat voor likeurwijnen een regeling dient te worden vastgesteld die gemeenschappelijke voorschriften inzake de produktie, de bereiding, de afzet en de controle bevat en die het mogelijk maakt om, met behoud van de verschillen in kwaliteit, concurrentiedistorsies te voorkomen, het vrije verkeer van deze produkten te vergemakkelijken en de verbruiker te beschermen;

Overwegende dat een dergelijke maatregel ertoe zal bijdragen de verbruiker bij zijn keuze te leiden door hem met name te garanderen dat alle hem aangeboden produkten voldoen aan bijzondere kwaliteitseisen; dat het op deze wijze mogelijk is de belangen van de producent te beschermen, het intracommunautaire handelsverkeer te bevorderen, de vraag te doen toenemen en aldus de afzetmogelijkheden voor de wijnbouw te verbeteren;

Overwegende dat voor alle likeurwijnen en voor alle produkten die voor de bereiding ervan worden aangewend, minimumkwaliteitseisen moeten worden vastgesteld; dat bijgevolg dient te worden bepaald welke kenmerken de produkten ten minste moeten vertonen;

Overwegende dat voorts aanvullende voorschriften dienen te worden vastgesteld met betrekking tot de analytische kenmerken van de voor de bereiding van likeurwijn gebruikte produkten, wanneer gebruik wordt gemaakt van wijndistillaat of van krenten of rozijnen;

Overwegende dat, ter voorkoming van het gebruik van saccharose voor het verzoeten van likeurwijn, dient te worden toegestaan dat voor dit doel naast geconcentreerde druivemost, ook gerectificeerde geconcentreerde druivemost wordt gebruikt;

Overwegende dat de wijze waarop likeurwijn wordt bereid tot gevolg heeft dat de ondernemers een grote verscheidenheid van grondstoffen en inzonderheid van alcohol voorhanden hebben waarmee met name kunstmatige wijn kan worden vervaardigd; dat het voor een doeltreffend toezicht op deze activiteit en met name om de vervaardiging van kunstmatige wijn te voorkomen, dienstig is de ondernemers de verplichting op te leggen aangifte bij de bevoegde autoriteit te doen en voorraadregisters van de gebruikte produkten bij te houden;

Overwegende dat om rekening te houden met bepaalde traditionele praktijken bij wijze van uitzondering dient te worden toegestaan dat voor de v.l.q.p.r.d. "Malaga'' en "Jerez-Xérèz-Sherry'' de verzoeting ook kan plaatsvinden met geconcentreerde druivemost of gedeeltelijk gegiste druivemost van ingedroogde druiven van de variëteit Pedro Ximenez uit het bepaalde gebied "Montilla-Moriles'';

Overwegende dat dient te worden erkend dat, rekening houdend met de traditionele gebruiken die hebben bijgedragen tot de faam van v.l.q.p.r.d. Porto, voor deze benaming de daarop betrekking hebbende geografische bepaling bij wijze van uitzondering een ander afgebakend produktiegebied omvat dan dat waaruit de gebruikte grondstoffen afkomstig zijn;

Overwegende dat bepaalde v.l.q.p.r.d. waarvoor een bijzondere produktieregeling geldt, met specifieke traditionele vermeldingen in de handel worden gebracht; dat derhalve een communautair kader voor de omschrijving van deze produkten dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat de vermeldingen "vin doux naturel'', "ïßíïò öõóéêüò ãëõêýò'', "vino dulce natural'', "vino dolce naturale'' en "vinho doce natural'' verbonden zijn met tradities van bereiding die van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen; dat het derhalve noodzakelijk is ten einde verwarring te voorkomen, te bepalen dat deze vermeldingen uitsluitend in de taal van het land van produktie mogen worden gebruikt, waarbij het is toegestaan dat deze vermeldingen vergezeld gaan van aanvullende inlichtingen in een andere taal die de eindverbruiker begrijpt of voor de vermelding "vin doux naturel'' die in Griekenland traditioneel is gereglementeerd van de vermelding "ïßíïò öõóéêüò ãëõêýò'' wanneer het gaat om een "vin doux naturel'' die in die Lid-Staat is voortgebracht en daar in het verkeer is gebracht;

Overwegende dat voor de bereiding van sommige v.l.q.p.r.d. een bijzonder procédé van rijping onder een vlies van gistcellen ("vieillissement sous voile'') wordt toegepast; dat dit procédé derhalve moet worden omschreven;

Overwegende dat met het oog op het behoud van het bijzondere kwaliteitskarakter van v.l.q.p.r.d., aan de Lid-Staten dient te worden toegestaan om voor de produktie, de bereiding, de rijping en het verkeer van v.l.q.p.r.d. aanvullende of strengere voorschriften toe te passen, rekening houdend met de traditionele gebruiken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld voor de bereiding en de afzet van likeurwijn als gedefinieerd in punt 14 van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 822/87.

Onder in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitslikeurwijn (v.l.q.p.r.d.) wordt verstaan wijn die voldoet aan de definitie van likeurwijn in punt 14 van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 822/87 en tevens aan Verordening (EEG) nr. 823/87 en aan de specifieke bepalingen in de onderhavige verordening.

Artikel 2

De benamingen "likeurwijn'' en "in een bepaald gebied voortgebrachte kwaliteitslikeurwijn'' of "v.l.q.p.r.d.'' mogen alleen voor de in artikel 1 genoemde produkten worden gebruikt.

Artikel 3

  • 1. 
    Voor de bereiding van de in artikel 1 genoemde wijn worden de volgende produkten gebruikt:
  • gistende druivemost, of
  • wijn, of
  • een mengsel van de in de vorige streepjes genoemde produkten, of
  • druivemost, of het mengsel van dit produkt met wijn, voor bepaalde v.l.q.p.r.d. die op een nog vast te stellen lijst voorkomen.
  • 2. 
    Voorts worden toegevoegd:
  • a) 
    voor andere dan de onder b) bedoelde likeurwijn en v.l.q.p.r.d.:
  • een van de volgende produkten, of een mengsel daarvan:
  • neutrale alcohol verkregen door distillatie van wijnbouwprodukten, met inbegrip van rozijnen en krenten, met een alcohol-volumegehalte van ten minste 96 % vol, die voldoet aan de kenmerken voorzien bij de communautaire bepalingen;
  • distillaat van wijn of van rozijnen en krenten met een alcohol-volumegehalte van ten minste 52 % vol en ten hoogste 86 % vol, dat voldoet aan de kenmerken voorzien in bijlage I;
  • alsmede in voorkomend geval een of meer van de volgende produkten:
  • geconcentreerde druivemost;
  • een mengsel van een van de in het eerste streepje genoemde produkten met een druivemost bedoeld in lid 1, eerste of vierde streepje;
  • b) 
    voor bepaalde v.l.q.p.r.d. die op een nog vast te stellen lijst voorkomen:
  • hetzij een van de onder a), eerste streepje, genoemde produkten of een mengsel daarvan,
  • hetzij een of meer van de volgende produkten:
  • alcohol van wijn of van rozijnen of krenten, met een alcohol-volumegehalte van ten minste 95 % vol, doch niet meer dan 96 % vol, die voldoet aan de kenmerken voorzien bij de communautaire bepalingen of, zo deze ontbreken, voorzien bij de toepasselijke nationale bepalingen;
  • eau-de-vie van wijn of van druivendraf, met een alcohol-volumegehalte van ten minste 52 % vol, doch niet meer dan 86 % vol, die voldoet aan de kenmerken voorzien bij de communautaire bepalingen of, zo deze ontbreken, voorzien bij de toepasselijke nationale bepalingen;
  • eau-de-vie van rozijnen of krenten met een alcohol-volumegehalte van ten minste 52 % vol doch minder dan 94,5 % vol, die voldoet aan de kenmerken voorzien bij de communautaire bepalingen of, zo deze ontbreken, voorzien bij de toepasselijke nationale bepalingen,
  • alsmede, in voorkomend geval, een of meer van de volgende produkten:
  • gedeeltelijk gegiste druivemost van ingedroogde druiven;
  • geconcentreerde druivemost verkregen door rechtstreekse werking van vuur, die, uitgezonderd deze bewerking, voldoet aan de definitie van geconcentreerde druivemost;
  • geconcentreerde druivemost;
  • een mengsel van een van de in het tweede streepje genoemde produkten met een druivemost als bedoeld in lid 1, eerste of vierde streepje.

Artikel 4

  • 1. 
    De in artikel 3, lid 1, genoemde produkten die voor de bereiding van likeurwijn en v.l.q.p.r.d. worden gebruikt, mogen in voorkomend geval alleen zijn onderworpen aan de oenologische procédés en behandelingen van titel II van Verordening (EEG) nr. 822/87 of van bijlage VI daarvan.

Niettemin:

  • mag de verhoging van het natuurlijke alcohol-volumegehalte slechts het gevolg zijn van het gebruik van de in artikel 3, lid 2, genoemde produkten;
  • mag, voor produkten voor de bereiding van de in artikel 14 genoemde "vino generoso'' of de in artikel 16 genoemde "vino generoso de licor'' door de betrokken Lid-Staat het gebruik van calciumsulfaat worden toegestaan wanneer dit procédé vanouds wordt toegepast, op voorwaarde dat het sulfaatgehalte van het aldus behandelde produkt niet meer bedraagt dan 2,5 g/l, uitgedrukt in kaliumsulfaat. Deze produkten mogen voorts met behulp van wijnsteenzuur tot ten hoogste 1,5 g/l extra aangezuurd worden.
  • 2. 
    De Commissie legt de Raad vóór 1 april 1995 in het licht van de opgedane ervaring een rapport over het in lid 1, tweede streepje, bedoelde gebruik van calciumsulfaat alsmede over de extra verzuring ten gevolge van het gebruik van dit produkt voor, in voorkomend geval met voorstellen waarover de Raad vóór 1 september 1995 een besluit neemt.

Artikel 5

Onverminderd de strengere bepalingen die de Lid-Staten mogen vaststellen voor likeurwijn en v.l.q.p.r.d. die op hun grondgebied worden bereid, mogen op deze produkten de oenologische procédés en behandelingen van bijlage VI van Verordening (EEG) nr. 822/87 worden toegepast.

Voorts worden toegestaan:

  • a) 
    verzoeting, wanneer de gebruikte produkten niet zijn verrijkt door middel van geconcentreerde druivemost, door toevoeging van:
  • geconcentreerde druivemost of gerectificeerde geconcentreerde druivemost, op voorwaarde dat het totaal alcohol-volumegehalte van de betrokken wijn met niet meer dan 3 % vol wordt verhoogd;
  • geconcentreerde druivemost of gerectificeerde geconcentreerde druivemost of gedeeltelijk gegiste druivemost van ingedroogde druiven, voor de in artikel 16 genoemde "vino generoso de licor'', op voorwaarde dat het totaal alcohol-volumegehalte van de betrokken wijn met niet meer dan 8 % vol wordt verhoogd, en onverminderd artikel 20;
  • geconcentreerde druivemost of gerectificeerde geconcentreerde druivemost voor de v.l.q.p.r.d. "Madeira'', op voorwaarde dat het totaal alcohol-volume-gehalte van de betrokken wijn met niet meer dan

8 % vol wordt verhoogd.

Van verzoeting moet aangifte worden gedaan en moet een register worden bijgehouden overeenkomstig de ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 822/87 vastgestelde communautaire bepalingen;

  • b) 
    toevoeging van alcohol, distillaat of eau-de-vie, als bedoeld in artikel 3, ter compensatie van het verlies door verdamping bij rijpen;
  • c) 
    het rijpen in recipiënten bij een temperatuur van niet hoger dan 50 gC voor de v.l.q.p.r.d. "Madeira''.

Artikel 6

  • 1. 
    Onverminderd de strengere bepalingen die de Lid-Staten mogen vaststellen voor likeurwijn en v.l.q.p.r.d. die op hun grondgebied wordt bereid, mag het totale zwaveldioxydegehalte van likeurwijn of van een v.l.q.p.r.d. wanneer deze voor rechtstreekse menselijke consumptie in de handel wordt gebracht, niet hoger zijn dan:
  • 150 mg/l wanneer het restsuikergehalte minder bedraagt dan 5 g/l;
  • 200 mg/l wanneer het restsuikergehalte meer bedraagt dan 5 g/l.
  • 2. 
    De Commissie legt de Raad vóór 1 april 1990 in het licht van de opgedane ervaring een rapport over de maximumgehalten aan zwaveldioxyde van likeurwijn en v.l.q.p.r.d. voor, in voorkomend geval met voorstellen waarover de Raad vóór 1 september 1990 met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt.

Artikel 7

De wijnstokrassen waaruit de voor de bereiding van likeurwijn en v.l.q.p.r.d. gebruikte produkten genoemd in artikel 3, lid 1, zijn verkregen, moeten behoren tot de in artikel 69 van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde rassen.

Artikel 8

Een ieder die likeurwijn of v.l.q.p.r.d. bereidt, moet daarvan aangifte doen bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de betrokken wijn wordt bereid.

Onverminderd artikel 71 van Verordening (EEG) nr.

822/87 moet elke bereider van likeurwijn of v.l.q.p.r.d. een voorraadregister bijhouden van de in artikel 3 genoemde produkten die hij gebruikt.

Artikel 9

Onverminderd de bepalingen die zijn vastgesteld ter uitvoering van artikel 72, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 822/87 dient, wanneer likeurwijn of v.l.q.p.r.d. in het verkeer wordt gebracht in een recipiënt met een nominaal volume van 60 liter of minder, deze recipiënt een etiket te dragen waarop de benaming van het produkt is vermeld, in voorkomend geval aangevuld met de naam van het bepaalde gebied; dit geldt ook voor recipiënten met een nettovolume van meer dan 60 liter wanneer deze geëtiketteerd zijn.

Voorts dienen bovengenoemde produkten in het verkeer vergezeld te gaan van handels- en officiële documenten die de in de eerste alinea genoemde vermeldingen bevatten.

TITEL II

Bepalingen inzake likeurwijn

Artikel 10

Het natuurlijk alcohol-volumegehalte van de in artikel 3, lid 1, genoemde produkten die voor de bereiding van likeurwijn worden gebruikt, mag niet lager zijn dan 12 % vol.

TITEL III

Bepalingen inzake in bepaalde gebieden voortgebrachte

kwaliteitslikeurwijn

Artikel 11

  • 1. 
    De in artikel 3, lid 1, genoemde produkten en de in artikel 3, lid 2, genoemde geconcentreerde druivemost en gedeeltelijk gegiste druivemost van ingedroogde druiven, die worden gebruikt voor de bereiding van v.l.q.p.r.d., moeten afkomstig zijn uit het bepaalde gebied waarvan de betrokken v.l.q.p.r.d. de naam draagt.

Voor de v.l.q.p.r.d. "Malaga'' en "Jerez-Xérèz-Sherry'' mogen de geconcentreerde druivemost en, krachtens artikel 67, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 822/87, de gedeeltelijk gegiste druivemost van ingedroogde druiven bedoeld in artikel 3, lid 2, afkomstig van het wijnstokras Pedro Ximenez, afkomstig zijn uit het bepaalde gebied "Montilla-Moriles''.

  • 2. 
    De in de artikelen 4 en 5 genoemde bewerkingen voor de bereiding van v.l.q.p.r.d. mogen slechts worden uitgevoerd binnen het in lid 1 bedoelde bepaalde gebied.

Voor v.l.q.p.r.d. waarvan de benaming "Porto'' uitsluitend mag worden gebruikt voor het produkt dat is bereid uit druiven afkomstig uit het afgebakende gebied "Douro'', mogen de aanvullende procédés voor de bereiding en de rijping evenwel plaatsvinden in dit afgebakende gebied of in Vila Nova de Gaia - Oporto.

Artikel 12

Onverminderd de strengere bepalingen die de Lid-Staten mogen vaststellen voor v.l.q.p.r.d. die op hun grondgebied wordt bereid:

  • a) 
    mag het natuurlijk alcohol-volumegehalte van de in artikel 3, lid 1, genoemde produkten die voor de bereiding van v.l.q.p.r.d. worden gebruikt niet lager zijn dan 12 % vol.

Sommige v.l.q.p.r.d. die voorkomen op een nog vast te stellen lijst, mogen evenwel verkregen worden uit:

  • hetzij druivemost met een natuurlijk alcohol-volumegehalte van ten minste 10 % vol, voor v.l.q.p.r.d. verkregen door toevoeging van eau-de-vie van wijn of van druivendraf met oorsprongsbenaming, eventueel afkomstig van hetzelfde bedrijf,
  • hetzij gistende druivemost of voor wat betreft het tweede streepje hieronder, wijn, met een oorspronkelijk natuurlijk alcohol-volumegehalte van ten

minste:

  • 11 % vol, voor v.l.q.p.r.d. verkregen door toevoeging van neutrale alcohol of een wijndistillaat met een effectief alcohol-volumegehalte van ten minste 70 % vol, of eau-de-vie van wijnbouwprodukten,
  • 10,5 % vol, voor "vino generoso'' genoemd in artikel 14 en "vino generoso de licor'' genoemd in artikel 16, bereid uit most van witte druiven,
  • 9 % vol, voor een v.l.q.p.r.d. die vanouds naar gebruik wordt vervaardigd in overeenstemming met de nationale bepalingen die er uitdrukkelijk in voorzagen;
  • b) 
    mag het effectief alcohol-volumegehalte van v.l.q.p.r.d. niet lager zijn dan 15 % vol, noch hoger dan 22 % vol;
  • c) 
    mag het totaal alcohol-volumegehalte van v.l.q.p.r.d. niet lager zijn dan 17,5 % vol.

Het totaal alcohol-volumegehalte mag evenwel lager zijn dan 17,5 % vol doch niet minder dan 15 % vol voor bepaalde v.l.q.p.r.d. die voorkomen op een nog vast te stellen lijst, wanneer de nationale bepalingen die vóór 1 januari 1985 voor deze likeurwijnen golden, daarin uitdrukkelijk voorzagen.

Artikel 13

  • 1. 
    De vanouds gebezigde specifieke aanduidingen "ïßíïò öõóéêüò ãëõêýò'', "vino dulce natural'', "vino dolce naturale'' en "vinho doce natural'' mogen alleen worden gebruikt voor v.l.q.p.r.d. die:
  • zijn verkregen uit druiven die voor minstens 85 % afkomstig zijn van wijnstokrassen van de lijst in bijlage II,
  • zijn bereid uit most met een oorspronkelijk natuurlijk suikergehalte van ten minste 212 g/l,
  • zijn verkregen door toevoeging van alcohol, distillaat of eau-de-vie, met uitsluiting van elke andere verrijking.
  • 2. 
    Wanneer vanouds bestaande gebruiken zulks voor het produkt vereisen, mogen de Lid-Staten, voor v.l.q.p.r.d. die op hun grondgebied wordt bereid, bepalen dat de vanouds gebezigde specifieke aanduiding "vin doux naturel'' alleen mag worden gebruikt voor v.l.q.p.r.d. die:
  • door de wijnbouwer zelf worden bereid uit zelfgeteelde druiven van uitsluitend de wijnstokrassen Muscats, Grenache, Maccabeo of Malvoisie; zijn evenwel toegelaten druiven die zijn verkregen op percelen die voor ten hoogste 10 % van het totale aantal wijnstokken zijn beplant met andere dan de bovengenoemde vier wijnstokrassen;
  • zijn verkregen uit een maximale opbrengst per hectare van 40 hl druivemost; bij elke overschrijding van deze opbrengst verliest de hele oogst het recht op de benaming "vin doux naturel'';
  • zijn bereid uit druivemost met een oorspronkelijk natuurlijk suikergehalte van ten minste 252 g/l;
  • met uitsluiting van elke andere verrijking, zijn verkregen door toevoeging van alcohol uit wijnbouwprodukten die qua zuivere alcohol overeenstemt met ten minste 5 % van de hoeveelheid van gistende druivemost die is gebruikt en met ten hoogste het kleinste van de volgende twee percentages:
  • ofwel 10 % van de hoeveelheid van voornoemde druivemost die is gebruikt;
  • ofwel 40 % van het totaal alcohol-volumegehalte van het eindprodukt, gevormd door de som van het effectief alcohol-volumegehalte en het equivalent van het potentieel alcohol-volumegehalte berekend op basis van 1 % vol zuivere alcohol voor 17,5 g restsuiker per liter.
  • 3. 
    De in de leden 1 en 2 genoemde aanduidingen mogen niet worden vertaald. Doch:
  • zij mogen wel vergezeld gaan van een toelichting in een taal die door de eindverbruiker wordt begrepen;
  • de vermelding "vin doux naturel'' bij produkten die overeenkomstig lid 2 in Griekenland zijn bereid en op

het grondgebied van die Lid-Staat in het verkeer zijn gebracht, mag vergezeld gaan van de vermelding "ïßíïò öõóéêüò ãëõêýò''.

Artikel 14

  • 1. 
    De vanouds gebezigde specifieke aanduiding "vino generoso'' mag alleen worden gebruikt voor droge v.l.q.p.r.d. die "sous voile'' wordt bereid en die:
  • wordt verkregen uit witte druiven van de wijnstokrassen Palomino de Jerez, Palomino fino, Pedro Ximenez, Verdejo, Zalema en Garrido fino,
  • pas voor consumptie in de handel wordt gebracht na gemiddeld twee jaar rijping op eikehouten fusten.

Onder de in de eerste alinea bedoelde bereiding "sous voile'' wordt een biologisch proces verstaan dat plaatsvindt bij de spontane ontwikkeling van een vlies van typische gistcellen op het vrije wijnoppervlak na de volledige alcoholische vergisting van de most en zo aan het produkt bijzondere analytische en organoleptische kenmerken geeft.

  • 2. 
    De in lid 1 genoemde aanduiding mag niet worden vertaald. Zij mag echter wel vergezeld gaan van een toelichting in een taal die door de eindverbruiker wordt begrepen.

Artikel 15

De vanouds gebezigde specifieke aanduiding "vinho generoso'' mag alleen worden gebruikt voor de v.l.q.p.r.d. "Porto'', "Madeira'', "Moscatel de Setubal'' en "Carcavelos'', in samenhang met de respectieve benaming van oorsprong.

Artikel 16

  • 1. 
    De vanouds gebezigde specifieke aanduiding "vino generoso de licor'' mag alleen worden gebruikt voor v.l.q.p.r.d. die:
  • wordt verkregen uit "vino generoso'' bedoeld in artikel 14, of uit wijn "sous voile'' die een dergelijke "vino generoso'' kan opleveren, waaraan hetzij gedeeltelijk gegiste druivemost van ingedroogde druiven, hetzij geconcentreerde druivemost is toegevoegd,
  • pas voor consumptie in de handel wordt gebracht na gemiddeld twee jaar rijping op eikehouten fusten.
  • 2. 
    De in lid 1 genoemde aanduiding mag niet worden vertaald. Zij mag echter wel vergezeld gaan van een toelichting in een taal die door de eindverbruiker wordt begrepen.

Artikel 17

Naast de in deze verordening vervatte bepalingen mogen de producerende Lid-Staten, met inachtneming van de eerlijke en constante gebruiken, voor de in deze titel bedoelde v.l.q.p.r.d. die op hun grondgebied worden bereid, aanvullende of strengere bepalingen vaststellen ten aanzien van de kenmerken betreffende de activiteitsverklaringen, alsmede de voorwaarden voor produktie, bereiding, rijping en verkeer.

TITEL IV

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 18

De voor de toepassing van deze verordening vereiste analysemethoden zijn die welke in artikel 74 van Verordening (EEG) nr. 822/87 worden vermeld.

Artikel 19

De Lid-Staten en de Commissie verstrekken elkaar de nodige gegevens voor de toepassing van deze verordening.

Artikel 20

In afwijking van artikel 5, onder a), tweede streepje, mag voor verzoeting van een "vino generoso de licor'' tot en met 31 december 1990 saccharose worden gebruikt.

Artikel 21

De likeurwijnen waarvan de bereidingswijze of bepaalde analytische kenmerken niet voldoen aan deze verordening, maar wel aan de voordien geldende nationale bepalingen, mogen met het oog op de verkoop in voorraad worden gehouden, in het verkeer worden gebracht en worden uitgevoerd zolang de voorraad strekt.

Artikel 22

De bepalingen ter uitvoering van deze verordening en

met name die betreffende artikel 8, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 83 van Verordening (EEG)

nr. 822/87.

De lijsten van v.l.q.p.r.d. bedoeld in de artikelen 3 en 12 worden volgens dezelfde procedure vastgesteld.

Artikel 23

Deze verordening treedt in werking op 1 september 1989.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 21 december 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • V. 
    PAPANDREOU
  • (1) 
    PB nr. C 87 van 2. 4. 1987, blz. 10, en PB nr. C 11 van 16. 1. 1988, blz. 7.
  • (2) 
    PB nr. C 318 van 30. 11. 1987, blz. 55.
  • (3) 
    PB nr. C 232 van 31. 8. 1987, blz. 14.
  • (4) 
    PB nr. L 84 van 27. 3. 1987, blz. 1.
  • (5) 
    Zie bladzijde 55 van dit Publikatieblad.
  • (6) 
    PB nr. L 84 van 27. 3. 1987, blz. 59.

BIJLAGE I

Kenmerken van distillaat bedoeld in artikel 3, lid 2, punt a), eerste streepje, tweede ingesprongen streepje

  • 1. 
    Organoleptische kenmerken: // Geen waarneembare aan de grondstof vreemde smaak
  • 2. 
    Alcohol-volumegehalte

minimum // 52 % vol

maximum // 86 % vol

  • 3. 
    Totale hoeveelheid andere vluchtige stoffen dan ethylalcoholen en methylalcoholen: // meer dan 125 g/hl alcohol van 100 % vol
  • 4. 
    Maximumgehalte methylalcohol: // 200 g/hl alcohol van 100 % vol

BIJLAGE II

Lijst van de in artikel 13 bedoelde wijnstokrassen

Muscats - Grenache - Maccabeo - Malvoisies - Mavrodaphni - Assirtikó - Liatikó - Garnacha tintorera - Monastrell - Pedro Ximenez - Albarola - Aleatico - Bosco - Cannonau - Corinto nero - Girò - Monica - Nasco - Primitivo - Vermentino - Zibibbo.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.