Verordening 1976/311 - Opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad van 9 februari 1976 betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers
Publicatieblad Nr. L 039 van 14/02/1976 blz. 0001 - 0001
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 1 blz. 0189
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 05 Deel 2 blz. 0067
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 1 blz. 0189
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 05 Deel 2 blz. 0068
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 05 Deel 2 blz. 0068
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 311/76 VAN DE RAAD
van 9 februari 1976
betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 213 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,
Overwegende dat dient te kunnen worden beschikt over statistieken betreffende het aantal buitenlandse werknemers en betreffende hun eerste werkkring in de Lid-Staten van de Gemeenschap ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
1 . Voor de werknemers die onderdaan zijn van een andere Lid-Staat of van een derde Staat , stellen de Lid-Staten statistieken op betreffende :
-
-het aantal ,
-
-de eerste werkkring van die werknemers op hun grondgebied in een bepaald jaar .
De statistieken bevatten de volgende gegevens :
-
-nationaliteit ,
-
-geslacht ,
-
-leeftijd ,
-
-bedrijfstak of beroepsgroep ,
-
-regio .
2 . De Lid-Staten stellen de statistieken eenmaal per jaar op aan de hand van de bronnen waarover zij normaliter beschikken , met name de gegevens betreffende sociale zekerheid , volkstellingen , statistische enquĂȘtes bij de werkgevers of verblijfs - of arbeidsvergunningen .
Artikel 2
1 . Onmiddellijk na de inwerkingtreding van deze verordening zenden de Lid-Staten aan de Commissie alle beschikbare gegevens betreffende de in artikel 1 , lid 1 , bedoelde punten .
Uiterlijk 5 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening zenden de Lid-Staten aan de Commissie alle gegevens betreffende de in artikel 1 , lid 1 , bedoelde punten .
2 . Bij het zenden van voornoemde gegevens aan de Commissie vermelden de Lid-Staten de gebruikte bronnen .
Artikel 3
1 . Voor de toepassing van deze verordening werken de Lid-Staten nauw samen met de Commissie .
2 . De Lid-Staten brengen de Commissie uiterlijk 31 maart van elk jaar op de hoogte van de bij de toepassing van artikel 2 , lid 1 , tweede alinea , geboekte vooruitgang .
De Commissie brengt verslag uit aan de Raad op bases van de verkregen inlichtingen .
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 9 februari 1976 .
Voor de Raad
De Voorzitter
G . THORN
( 1 ) PB nr . C 129 van 11 . 12 . 1972 , blz . 13 .
( 2 ) PB nr . C 60 van 26 . 7 . 1973 , blz . 7 .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.