Bijlagen bij COM(2023)420 - Wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2023)420 - Wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen.
document COM(2023)420
datum 5 juli 2023
bijlage IV quater, het door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid bereikte percentage van hergebruik en voorbereiding voor hergebruik en recycling

- vermindering van de productie van voedselafval met 10 % in de voedselverwerking en -productie en met 30 % in de detailhandel, cateringdiensten en huishoudens tegen 2030

1,5. Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

De gedetailleerde eisen moeten worden gespecificeerd door middel van uitvoeringshandelingen binnen een periode van ongeveer drie jaar. Zij omvatten het volgende:

- uitvoeringshandelingen tot vaststelling van het geharmoniseerde formaat voor registratie in het register

- mogelijke gedelegeerde handelingen tot wijziging van de in bijlage IV quater opgenomen codes van de gecombineerde nomenclatuur om deze in overeenstemming te brengen met de codes in bijlage 1 bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad en om de rechtszekerheid te waarborgen met betrekking tot de producten die onder de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen

- mogelijke uitvoeringshandeling tot vaststelling van criteria voor organisaties voor producentenverantwoordelijkheid voor de financiële bijdragen die de producenten aan hen betalen

- uitvoeringshandeling tot vaststelling van de methode voor de berekening en controle van het percentage dat gescheiden wordt ingezameld

- overeenkomstig lid 37 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van het formaat voor de verslaglegging van de in lid 1 bedoelde gegevens om deze aan te passen aan de vereisten van lid 3 van dat artikel.

- er zijn geen vereisten waaraan moet worden voldaan op het gebied van voedselverspilling (aangezien de noodzakelijke voorwaarden reeds zijn vastgesteld in de herziening van de kaderrichtlijn afval in 2018 en de daaropvolgende secundaire wetgeving)

1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaten zou zijn gecreëerd.

Gezien het grensoverschrijdende karakter van de textielwaardeketen vanuit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt is de verkoop, de consumptie en het beheer aan het einde van de levensduur van textiel onlosmakelijk verbonden met de werking van de eengemaakte markt en mondiale waardeketens. De grote afhankelijkheid van grondstoffen wijst op het belang van het bevorderen van circulaire bedrijfsmodellen om het gebruik van primaire grondstoffen te verminderen en de bijbehorende negatieve externe milieueffecten te helpen beperken.

De inzamelings-, sorteer- en recyclingsystemen moeten worden uitgebreid om voorbereid te zijn op de komende verplichting tot gescheiden inzameling en de volledige uitvoering ervan, aangezien verschillende regelgevings- en markttekortkomingen die gevolgen hebben voor alle lidstaten en actoren in de textielwaardeketen momenteel verhinderen dat er voldoende inzamelings-, sorteer- en recyclingcapaciteit beschikbaar is. Het ontbreken van een gemeenschappelijke EU-aanpak van het textielbeheer dreigt een versnippering van de regelgeving te veroorzaken of verder in de hand te werken en de afval- en materiaalstromen te verstoren, waardoor het grensoverschrijdende verkeer van textiel (producten, gebruikt textiel en textielafval) en gecoördineerde actie en snelle investeringen in de hele EU worden belemmerd. Er bestaat een groot risico dat de versnippering van de regelgeving en de administratieve lasten voor belanghebbenden uit de sector, met name kmo’s, verder toenemen als gevolg van de uiteenlopende toepassing van het beginsel dat de vervuiler betaalt door nationale regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel. De aanpak van grensoverschrijdende externe milieueffecten, waaronder broeikasgasemissies en de uitvoer van textiel (en als niet-afval verhuld afval) naar derde landen, wordt doeltreffender aangepakt als de EU actie onderneemt, met name omdat de belangrijkste oorzaken van het probleem verband houden met tekortkomingen in de regelgeving als gevolg van het ontbreken van geharmoniseerde definities en versnippering van de regelgeving, en een financieringskloof waarmee alle lidstaten te kampen hebben.

Alle lidstaten produceren voedselafval, wat aanzienlijke grensoverschrijdende externe milieueffecten veroorzaakt. De productie, de opslag, het vervoer en de verwerking van voedsel en de verwijdering van voedselafval veroorzaken milieu- en klimaateffecten (zoals broeikasgasemissies en effecten op landgebruik, biodiversiteit, watergebruik en eutrofiëring) binnen de EU. Daarnaast kan de productie van in de EU geïmporteerd voedsel leiden tot aanzienlijke wereldwijde milieu- en klimaateffecten.

Om in elke lidstaat een behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen te waarborgen en de negatieve gevolgen voor het klimaat, de biodiversiteit en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen te verminderen, met voordelen die verder reiken dan de nationale grenzen, moet voedselverspilling in de hele EU op een samenhangende manier worden teruggedrongen. Door het voedselsysteem efficiënter te maken, draagt de vermindering van voedselverspilling ook bij tot de voedselzekerheid in de hele EU.

Levensmiddelen worden op grote schaal verhandeld op de EU-markt en levensmiddelenbedrijven die grensoverschrijdend actief zijn, hebben behoefte aan samenhang en duidelijkheid over het verwachte ambitieniveau om investeringen en acties op het gebied van de preventie van voedselverspilling te plannen. Een gecoördineerde aanpak op EU-niveau kan betrouwbaarheid en continuïteit waarborgen en zo de invoering van nieuwe bedrijfsmodellen door exploitanten van levensmiddelenbedrijven ondersteunen om de vermindering van voedselverspilling in de hele voedselwaardeketen te versnellen.

Het vaststellen van streefdoelen voor de vermindering van voedselverspilling die de lidstaten tegen 2030 moeten verwezenlijken, zal naar verwachting de inspanningen versterken om doeltreffende strategieën en initiatieven binnen en tussen de lidstaten vast te stellen en uit te breiden, door: het stroomlijnen van de bijdrage van exploitanten van levensmiddelenbedrijven, met name in het kader van grensoverschrijdende toeleveringsketens; ervoor te zorgen dat de drijvende krachten achter de productie van voedselafval (markt en gedrag) door alle lidstaten consequent en gelijktijdig worden aangepakt, in overeenstemming met de maatregelen die tot dusver zijn genomen door, vooralsnog weinige, koplopers; en het versnellen van de ontwikkeling van doeltreffende nationale strategieën ter preventie van voedselverspilling door de verspreiding van goede praktijken en het verder benutten van de kennisbasis van de EU met betrekking tot de preventie van voedselverspilling.

1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De kaderrichtlijn afvalstoffen bevat horizontaal toepasbare concepten met betrekking tot afvalproductie en afvalbeheer, met inbegrip van de verwerking, recycling en nuttige toepassing van afvalstoffen. Ook wordt bij die richtlijn de afvalhiërarchie bepaald, waarbij voorrang wordt gegeven aan afvalpreventie boven hergebruik en/of recycling, die weer voorrang krijgen boven andere opties voor nuttige toepassing en ten laatste definitieve verwijdering door middel van storting. Bovendien worden lidstaten verplicht te beschikken over goed functionerende regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, waarmee wordt gewaarborgd dat producenten van producten verantwoordelijk zijn voor het beheer van de afvalfase van hun producten. In het actieplan voor de circulaire economie heeft de Commissie toegezegd de kaderrichtlijn afval te herzien in de context van textielafval.

Hoewel dit het eerste streefdoel is om voedselverspilling terug te dringen, worden andere doelstellingen die in de afvalwetgeving zijn vastgesteld om de recycling van afval te bevorderen of het storten van afval te verminderen, over het algemeen als succesvol beschouwd, aangezien zij alle actoren en de samenleving in het algemeen duidelijke doelstellingen en rechtszekerheid bieden, terwijl de lidstaten volledige flexibiliteit wordt geboden bij de keuze van de nodige maatregelen. De ervaring leert dat de geboekte vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen moet worden gemonitord en dat de lidstaten moeten worden ondersteund door de uitwisseling van beste praktijken inzake instrumenten en hulpmiddelen die op nationaal niveau kunnen worden gebruikt om de doelstellingen te verwezenlijken, alsook door verduidelijking door middel van richtsnoeren en/of wijziging van relevante maatregelen in gerelateerde wetgeving om afvalpreventie te vergemakkelijken (bv. door mogelijke belemmeringen aan te pakken).

1.5.4. Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

De initiatieven vallen onder de Europese Green Deal, die de leidraad vormt voor de herstelstrategie van de EU. In de Europese Green Deal worden de voordelen van investeringen in onze concurrerende duurzaamheid door de totstandbrenging van een eerlijker, groener en digitaler Europa erkend. Dit omvat de circulaire economie, die de belangrijkste aanjager is van de verhoging van de materiaalterugwinning en het verbeteren van de kwaliteit van secundaire grondstoffen, en de “van boer tot bord”-strategie.

De steun en inzet van de Europese Commissie voor onderzoek op het gebied van de circulaire economie, en met name met betrekking tot textiel, blijkt uit projecten die in het kader van het Horizon 2020-programma worden gefinancierd en de financiële bijdrage aan de uitvoering ervan. De resultaten van deze projecten zullen de circulariteit en recyclebaarheid van textiel bevorderen en stimuleren. Het netwerk van Europese digitale-innovatiehubs, dat wordt gefinancierd in het kader van het programma Digitaal Europa, helpt kmo’s bij de toepassing van digitale hulpmiddelen die de circulariteit en recyclebaarheid van textiel ondersteunen, en bij de vermindering van voedselverspilling in de agrovoedingsindustrie en de horecasector. Op het gebied van voedselverspilling worden onderzoeksprojecten gefinancierd ter ondersteuning van projecten in het kader van het Horizon 2020-programma, maar ook in het kader van Horizon Europa.

1.5.5. Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

In theorie had er nationale wetgeving voor textiel in de lidstaten kunnen worden vastgesteld. Er kan echter worden opgemerkt dat de bestaande (en geplande) wetgeving niet het vereiste niveau van harmonisatie in de hele EU zou garanderen om versnippering van de interne markt te voorkomen.

In theorie had er nationale wetgeving voor textiel in de lidstaten kunnen worden vastgesteld. Er kan echter worden opgemerkt dat de bestaande (en geplande) wetgeving niet het vereiste niveau van harmonisatie in de hele EU zou garanderen om versnippering van de interne markt te voorkomen.

Het Europees Milieuagentschap is gekozen voor de verzameling en validering van gegevens vanwege zijn bestaande beheer van de gegevensstroom over het hergebruik van producten, zijn uitstekende reputatie en zijn beschikbaarheid om de gegevensstroom te beheren. Koppelingen met de ruimten voor industriële data kunnen helpen om de uitvoerings- en transactiekosten te verminderen.

Taken in verband met de ontwikkeling van uitvoeringshandelingen op EU-niveau kunnen niet worden uitbesteed.

De aard van het voorstel, waarbij de lidstaten wettelijk bindende streefdoelen worden opgelegd, impliceert dat daarmee samenhangende maatregelen voornamelijk op nationaal niveau zullen worden gefinancierd.

1,6. Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

beperkte geldigheidsduur

-  van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

-  financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten.

onbeperkte geldigheidsduur

- uitvoering met een opstartperiode vanaf 2024 tot en met 2028,

- gevolgd door een volledige uitvoering.

1,7. Wijze(n) van uitvoering van de begroting0

Direct beheer door de Commissie

-  door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

-  door de uitvoerende agentschappen;

Gedeeld beheer met de lidstaten

Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken toe te vertrouwen aan:

-  derde landen of de door hen aangewezen organen;

-  internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

-  de EIB en het Europees Investeringsfonds;

-  de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

-  publiekrechtelijke organen;

-  privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

-  privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

-  organen waaraan of personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

- Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

Geen.

2. BEHEERSMAATREGELEN

2,1. Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Dit financieel memorandum omvat personeelsuitgaven van de Commissie. De mogelijke behoefte aan versterking van het Europees Milieuagentschap zal worden samengevat in een financieel memorandum bij een toekomstig wetgevingsvoorstel, waarbij rekening zal worden gehouden met synergieën. Voor dit soort uitgaven zijn de standaardregels van toepassing.

2,2. Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1. Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

zie boven.

2.2.2. Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

zie boven.

2.2.3. Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

zie boven.

2,3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

zie boven.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3,1. Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

- Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoort
uitgave
Bijdrage
Nummer

GK/NGK0van EVA-landen0van kandidaat-lidstaten en aspirant-kandidaten0Uit derde landenandere bestemmings-
ontvangsten
720 02 02 01 Centrale diensten en vertegenwoordigingen van de CommissieNGKNEENEENEENEE
720 02 01 01 ArbeidscontractantenNGKNEENEENEENEE

- Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

n.v.t.

3,2. Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig
financieel kader
7“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (bijlage 5 bij het besluit van de Commissie betreffende de interne uitvoeringsvoorschriften voor de afdeling “Commissie” van de algemene begroting van de Europese Unie), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

DG Milieu20232024202520262027TOTAAL
□ Personele middelen0,1710,3580,3580,3580,3581.603
□ Andere administratieve uitgaven
TOTAAL DG MilieuKredieten0,1710,3580,3580,3580,3581.603

De kosten van DG ENV vloeien voort uit de medebeslissingsprocedure en de uitvoering ervan, alsook uit de verschillende uitvoeringshandelingen die in het kader van de voorgestelde wijzigingen worden voorgesteld.

Het huidige personeel (0,75 VTE, AD) zal volledig worden ingezet voor de onderhandelingen over en de algemene uitvoering van de gewijzigde richtlijn en de verschillende voorbereidende werkzaamheden en het opstellen van de uitvoeringshandelingen overeenkomstig de in de wijziging voorgestelde termijnen. Voor dit laatste is 0,33 VTE (AD) nodig.

Er zijn drie contractanten (drie CA’s) nodig om de technische werkzaamheden uit te voeren, onder meer met betrekking tot:

- uitvoeringshandelingen tot vaststelling van het geharmoniseerde formaat voor registratie in het register

- mogelijke gedelegeerde handelingen tot wijziging van de in bijlage IV quater opgenomen codes van de gecombineerde nomenclatuur om deze in overeenstemming te brengen met de codes in bijlage 1 bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad en om de rechtszekerheid te waarborgen met betrekking tot de producten die onder de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen

- mogelijke uitvoeringshandeling tot vaststelling van criteria voor organisaties voor producentenverantwoordelijkheid voor de financiële bijdragen die de producenten aan hen betalen

- uitvoeringshandeling tot vaststelling van de methode voor de berekening en controle van het percentage dat gescheiden wordt ingezameld

- overeenkomstig lid 37 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van het formaat voor de verslaglegging van de in lid 1 bedoelde gegevens om deze aan te passen aan de vereisten van lid 3 van dat artikel.

DG SANTE20232024202520262027TOTAAL
□ Personele middelen0,0860,0860,0860,0860,0860.427
□ Andere administratieve uitgaven
TOTAAL DG SANTEKredieten0,0860,0860,0860,0860,0860.430

De kosten van DG SANTE vloeien voort uit de medebeslissingsprocedure en de monitoring van de prestaties van de lidstaten. Zij weerspiegelen het bestaande personeel (AD).

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
(totaal vastleggingen = totaal betalingen) 0,2570,4440,4440,4440,4442.033

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)
20232024202520262027TOTAAL
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7
van het meerjarig financieel kader
Vastleggingen 0,2570,4440,4440,4440,4442.033
Betalingen 0,2570,4440,4440,4440,4442.033


3.2.2. Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs



Jaar
N
Jaar
N+1
Jaar
N+2
Jaar
N+3
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)TOTAAL
OUTPUTS
Soort0

Gem. kostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenTotaal aantalTotale kosten
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 10
- Output
- Output
- Output
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…
- Output
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2
TOTAAL

3.2.3. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

Geraamde behoeften aan administratieve kredieten bij de Commissie

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)
20232024202520262027TOTAAL

RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
Personele middelen0,2570,4440,4440,4440,4442,033
Andere administratieve uitgaven
Subtotaal RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
0,2570,4440,4440,44400,4442,033

Buiten RUBRIEK 70
van het meerjarig financieel kader

n.v.t.n.v.t.n.v.t.n.v.t.n.v.t.n.v.t.
Personele middelen
Andere administratieve
uitgaven
Subtotaal
buiten RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
n.v.t.n.v.t.n.v.t.n.v.t.n.v.t.n.v.t.

TOTAAL0,2570,4440,4440,4440,4442,033

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.3. Geraamde behoefte aan personele middelen voor de Commissie

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

20232024202520262027
20 01 02 01 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)1,51111
20 01 02 03 (delegaties)
01 01 01 01 (onderzoek onder contract)
01 01 01 11 (eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)3333
20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)
XX 01 xx yy zz0

- centrale diensten

- delegaties
01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)
01 01 01 12 (AC, END, INT – eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
TOTAAL1,54444
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeelDG ENV: Bestaande 0,75 VTE (AD) voor medebeslissing en bestaande 0,33 VTE (AD) voor uitvoering

DG SANTE: Bestaande 0,5 VTE (AD) voor medebeslissing en toezicht op de lidstaten
Extern personeelDG ENV: Er zijn drie contractanten (drie CA’s) nodig om de technische werkzaamheden uit te voeren, onder meer met betrekking tot:

- uitvoeringshandelingen tot vaststelling van het geharmoniseerde formaat voor registratie in het register

- mogelijke gedelegeerde handelingen tot wijziging van de in bijlage IV quater opgenomen codes van de gecombineerde nomenclatuur om deze in overeenstemming te brengen met de codes in bijlage 1 bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad en om de rechtszekerheid te waarborgen met betrekking tot de producten die onder de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen

- mogelijke uitvoeringshandeling tot vaststelling van criteria voor organisaties voor producentenverantwoordelijkheid voor de financiële bijdragen die de producenten aan hen betalen

- uitvoeringshandeling tot vaststelling van de methode voor de berekening en controle van het percentage dat gescheiden wordt ingezameld

- overeenkomstig lid 37 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van het formaat voor de verslaglegging van de in lid 1 bedoelde gegevens om deze aan te passen aan de vereisten van lid 3 van dat artikel.

3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

Het voorstel/initiatief:

-  kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

-  hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

-  hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5. Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

-  voorziet niet in medefinanciering door derden

-  voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
N0
Jaar
N+1
Jaar
N+2
Jaar
N+3
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)Totaal
Medefinancieringsbron
TOTAAL medegefinancierde kredieten


3,3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

-  Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

-  Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

 voor de eigen middelen

 voor overige ontvangsten

geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven ◻

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredietenGevolgen van het voorstel/initiatief0
Jaar
N
Jaar
N+1
Jaar
N+2
Jaar
N+3
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
Artikel ………….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.


Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).


1Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “De Europese Green Deal”, (COM(2019) 640 final).

2“Een nieuw actieplan voor een circulaire economie — Voor een schoner en concurrerender Europa”, COM(2020) 98 final van 11 maart 2020.

3EU-transitietrajecten (europa.eu).

4PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

5Europees Milieuagentschap, “Waste prevention in Europe”, 2021, Waste prevention in Europe — European Environment Agency (europa.eu).

6Lai, O., “What is fast fashion”, Earth.org, 2021, https://earth.org/what-is-fast-fashion

7Workshop voor belanghebbenden.

8Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, 2021, https://data.europa.eu/doi/10.2760/858144

9Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, “Techno-scientific assessment of the management options for used and waste textiles”, 2023 (in voorbereiding).

10Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, “Techno-scientific assessment of the management options for used and waste textiles”, 2023 (in voorbereiding).

11Europees Milieuagentschap (EEA), 2019.

12EEA, “Textiles and the environment: the role of design in Europe’s circular economy” (2022), beschikbaar op: https://www.eea.europa.eu/publications/textiles-and-the-environment-the

13Ellen Mac Arthur Foundation, 2017, https://ellenmacarthurfoundation.org/a-new-textiles-economy

14De afvalhiërarchie is een belangrijk concept van de kaderrichtlijn afval waarmee een volgorde van voorkeur wordt vastgesteld voor het beheer en de verwijdering van afval: eerst preventie (met inbegrip van hergebruik), gevolgd door afvalbeheeractiviteiten: voorbereiding voor hergebruik, recycling en overige terugwinning, en ten slotte verwijdering. Dit wordt in de praktijk toegepast door middel van specifieke regels en prestatiedoelstellingen, zoals het vaststellen van verplichtingen inzake gescheiden inzameling en doelstellingen voor preventie, recycling of het voorkomen van het storten van afval.

15COM(2020) 98 final.

16COM(2022) 141 final.

17Sanye Mengual, E., en Sala, S., 2023, “Consumption Footprint and Domestic Footprint: Assessing the environmental impacts of EU consumption and production”.

18Sanyé-Mengual, E., Biganzoli, F., Valente, A., Pfister, S., en Sala, S., 2023, “What are the main environmental impacts and products contributing to the biodiversity footprint of EU consumption? A comparison of life cycle impact assessment methods and models”.

19https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/view/env_wasfw/default/table?lang=en

20Berekend aan de hand van de methode voor de consumptievoetafdruk, zoals weergegeven in: Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Sanyé Mengual, E., Sala, S., “Consumption footprint and domestic footprint: assessing the environmental impacts of EU consumption and production: life cycle assessment to support the European Green Deal”, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023, https://data.europa.eu/doi/10.2760/218540

21Eén m3 wereldequivalent staat voor één kubieke meter die gemiddeld in de wereld wordt verbruikt. Het gemiddelde is een naar consumptie gewogen gemiddelde en geeft dus de locaties weer waar momenteel water wordt verbruikt.

22Beoordeeld met inachtneming van de effecten op vier bodemeigenschappen: biotische productie, erosiebestendigheid, aanvulling van grondwater en mechanische filtering, zoals beschreven in: De Laurentiis, V., Secchi, M., Bos, U., Horn, R., Laurent, A. en Sala, S., Soil quality index: “Exploring options for a comprehensive assessment of land use impacts in LCA”, Journal of Cleaner Production, vol. 215, blz. 63-74, 2019.

23De consumptievoetafdruk omvat de 16 effectcategorieën van de milieuvoetafdruk (Europese Commissie, 2021), met inbegrip van de eutrofiëring van zoet water, die voornamelijk wordt veroorzaakt door fosforemissies.

24PB L 471 van 30.12.2021, blz. 1.

25Eurostat, 2022 (zie voetnoot 92, blz. 32).

26Manfredi, S., en Cristobal, J., “Towards more sustainable management of European food waste: Methodological approach and numerical application”, Waste Management and Research, 34(9), 957-968, 2016, https://doi.org/10.1177/0734242X16652965

27Europese Commissie, directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling, “EU agricultural outlook for markets, income and environment 2022-2032”, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023, blz. 43, https://data.europa.eu/doi/10.2762/29222 Opmerking: zeer kleine variatie (minder dan 1 %) door het gebruik van een licht afwijkend MAGNET-referentiescenario.

28Eurostat, oktober 2022, “Living conditions in Europe - material deprivation and economic strain - Statistics Explained”.

29De noodzaak om de toegang tot voedsel en solidariteit in de voedselvoorzieningsketen te waarborgen, wordt ook benadrukt in de aanbevelingen van het Europees burgerpanel over voedselverspilling. Voor de volledige lijst van aanbevelingen, zie bijlage 16 bij het effectbeoordelingsverslag.

30COM(2020) 381 final.

31PB L 248 van 27.9.2019, blz. 77.

32PB C 361 van 25.10.2017, blz. 1.

33PB C 133 van 16.4.2018, blz. 2.

34https://food.ec.europa.eu/safety/food-waste/eu-actions-against-food-waste/eu-platform-food-losses-and-food-waste_en

35https://food.ec.europa.eu/system/files/2021-05/fs_eu-actions_action_platform_key-rcmnd_en.pdf

36https://ec.europa.eu/food/safety/food_waste/eu_actions/date_marking_en

37https://ec.europa.eu/food/safety/food_waste/eu-food-loss-waste-prevention-hub/eu-member-state-page/show/FI

38https://restwith.eu/

39Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Caldeira, C., Sala, S., De Laurentiis, V., “Assessment of food waste prevention actions — Development of an evaluation framework to assess the performance of food waste prevention actions”, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2019.

40Zie de projecten CHORIZO en ToNoWaste.

41Zie de projecten FOLOU en WASTELESS.

42Voorbeeld: HaDEA 2022 call for proposals to help stakeholders take action on fighting food waste.

43Europese Commissie, Food Safety, “EU Code of Conduct on Responsible Food Business and Marketing Practices”, 2021.

44COM(2022) 66 final.

45COM(2021) 709 final.

46COM(2022) 142 final.

47PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1.

48PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

49COM(2020) 562 final.

50COM(2012) 060 final.

51https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/404a8144-8892-11ec-8c40-01aa75ed71a1

52https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-15441-2022-INIT/nl/pdf

53“Drivers of food security”, SWD(2023) 4 final.

1PB C 326 van 26.10.2012, blz. 47.

1Europese Commissie, Geef uw mening, Gepubliceerde initiatieven, Effect van afvalbeheer op het milieu — EU-kader afvalstoffen, https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/13225-Environmental-impact-of-waste-management-revision-of-EU-waste-framework_nl

2Europese Commissie, Geef uw mening, Gepubliceerde initiatieven, Voedselverspilling — Reductiestreefcijfers, https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/13223-Food-waste-reduction-targets_nl

3Het genoemde aantal in Effect van afvalbeheer op het milieu — EU-kader afvalstoffen (europa.eu) is 198, omdat er een overlapping is met het AEEA-forum.

4Alle ontvangen bijdragen werden als geldig beschouwd.

5Aangenomen wordt dat het grote aantal respondenten uit België een gevolg is van het feit dat veel van de organisaties die verschillende belangengroepen vertegenwoordigen bij de EU-instellingen, zoals brancheorganisaties, niet-gouvernementele organisaties, consumentenorganisaties enz., hun hoofdkantoor in Brussel hebben.

6Europees burgerpanel over voedselverspilling, Slotaanbevelingen, februari 2023.

7Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek. Circular economy perspectives in the EU Textile sector, 2021 en Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Techno-scientific assessment of the management options for used and waste textiles, 2023 (in voorbereiding).

8De Laurentiis, V., Mancini, L., Casonato, C., Boysen-Urban, K., De Jong, B., M’Barek, R., Sanyé Mengual, E., Sala, S. “Setting the scene for an EU initiative on food waste reduction targets”, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2023, doi:10.2760/13859, JRC133967.

9De Jong, B., Boysen-Urban, K., De Laurentiis, V., Philippidis, G., Bartelings, H., Mancini, L., Biganzoli, F., Sanyé Mengual, E., Sala, S., Lasarte-López, J., Rokicki, B., M’barek, R., “Assessing the economic, social and environmental impacts of food waste reduction targets — A model-based analysis”, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2023, doi:10.2760/77251, JRC133971.

10https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Food_waste_and_food_waste_prevention_-_estimates. De databank is te vinden onder code (env_wasfw) op de website van Eurostat.

11Voor een overzicht van de kanalen waarlangs de circulaire economie het concurrentievermogen beïnvloedt, zie Flachenecker, F., (2018) “The causal impact of material productivity on macroeconomic competitiveness in the EU”, Environmental Economics and Policy Studies 20, blz. 17-46, https://doi.org/10.1007/s10018-016-0180-3, en Flachenecker, F., Kornejew, M., (2019) “The causal impact of material productivity on microeconomic competitiveness and environmental performance in the EU”, Environmental Economics and Policy Studies 21, blz. 87-122, https://doi.org/10.1007/s10018-018-0223-z

12COM(2014)0397 final.

1PB C van , blz. .

2PB C van , blz. .

3COM(2020) 98 final van 11 maart 2020.

4EU-transitietrajecten (europa.eu).

5COM(2022) 141 final van 30 maart 2022.

6Voor de volledige lijst van aanbevelingen, zie bijlage 16 bij het effectbeoordelingsverslag.

7PB L 140 van 5.6.2009, blz. 114.

8PB L 114 van 27.4.2006, blz. 9.

9PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

10Gedelegeerd Besluit (EU) 2019/1597 van de Commissie van 3 mei 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot een gemeenschappelijke methode en minimale kwaliteitsvereisten voor de eenvormige meting van hoeveelheden levensmiddelenafval (PB L 248 van 27.9.2019, blz. 77).

11Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG van de Raad en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64).

12PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

13COM(2021) 778 final van 9 december 2021.

14OJ to insert the reference number once adopted.

15Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).

16OJ to insert the reference number once adopted.

17PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1.

18OJ to insert the reference number once adopted.

19Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

0In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.

0Nadere gegevens over de wijzen van uitvoering van de begroting en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BUDGpedia: https://myintracomm.ec.europa.eu/corp/budget/financial-rules/budget-implementation/Pages/implementation-methods.aspx

0GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

0EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

0Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.

0Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).

0Zoals beschreven in punt 1.4.2 “Specifieke doelstelling(en)…”.

0Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

0Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).

0Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.

0Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.

NL NL