Bijlagen bij COM(2023)324 - Snellere en veiligere vermindering van te veel ingehouden bronbelasting

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 4 bij de effectbeoordeling bij het voorstel, met inbegrip van de grensoverschrijdende CPIS-enquête inzake veiligheidEen jaarlijkse beoordeling door de Commissie

1.5. Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief


1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bv. coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere effectiviteit of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd


1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan


1.5.4. Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten


1.5.5. Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking


1.6. Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief


beperkte geldigheidsduur

 van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

 Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten.

- X onbeperkte geldigheidsduur

uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.


1.7. Beheersvorm(en)

- X Direct beheer door de Commissie

X door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

 door de uitvoerende agentschappen

-  Gedeeld beheer met lidstaten

-  Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

 derde landen of de door hen aangewezen organen;

 internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

 de EIB en het Europees Investeringsfonds;

 de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

 publiekrechtelijke organen;

 privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

 privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

 personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.


2. BEHEERSMAATREGELEN

2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen


2.2. Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1. Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie


2.2.2. Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Om ervoor te zorgen dat binnen de gestelde termijnen terugbetaling of vermindering wordt verleend voor te veel ingehouden bronbelasting die wordt teruggevorderd, moeten de lidstaten jaarlijks bij de Commissie statistieken indienen over het aantal terugvorderingen waarvoor er binnen de gestelde termijnen en het aantal waarvoor er na de gestelde termijnen terugbetaling of vermindering is verleend. Voor het laatste moet een rechtvaardiging worden gegeven. Verder zullen de lidstaten de belastingplichtigen achterstandsrente moeten betalen voor terugbetalingen die zonder rechtvaardiging de gestelde termijnen overschrijden.

Wat de naleving door hun gecertificeerde financieel intermediairs in de nationale registers betreft, dienen de lidstaten jaarlijks bij de Commissie een verslag in over de audits en activiteiten die zij hebben ondernomen om ervoor te zorgen dat hun financieel intermediairs hun verplichtingen uit hoofde van de richtlijn, met inbegrip van de rapportageverplichtingen, nakomen. Voorts worden financieel intermediairs aansprakelijk gesteld voor de niet-nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn indien hun gedrag heeft geleid tot een derving van belastinginkomsten.

De lidstaten moeten jaarlijks een verslag indienen bij de Commissie over het gebruik van gegevens die in het kader van de richtlijn zijn verstrekt om misbruik van vermindering of teruggaaf van te veel ingehouden bronbelasting op te sporen en te bestrijden.

De belangrijkste elementen van de controlestrategie zijn de volgende:

Aanbestedingscontracten

De in het Financieel Reglement vastgestelde procedures voor de controle op overheidsopdrachten: opdrachten worden pas geplaatst nadat de diensten van de Commissie de standaardprocedure voor de verificatie van betalingen hebben verricht, rekening houdend met contractuele verplichtingen en goed financieel en algemeen beheer. In alle contracten die door de Commissie en de begunstigden worden gesloten, zullen fraudebestrijdingsmaatregelen (controles, rapporten enz.) worden opgenomen. Voor ieder contract wordt een afzonderlijk bestek opgesteld, dat als basis voor het contract zal dienen. Het opleveringsproces verloopt strikt volgens de TEMPO-methodologie van DG Taxud: de op te leveren goederen of diensten worden geëvalueerd, indien nodig aangepast en ten slotte uitdrukkelijk aanvaard (of geweigerd). Facturen kunnen niet worden betaald zonder een “brief van aanvaarding”.

Technische verificatie bij opdrachten

DG Taxud controleert de op te leveren goederen of diensten en oefent toezicht uit op de door de contractanten verrichte werkzaamheden of verleende diensten. Taxud voert ook regelmatig kwaliteits- en veiligheidscontroles bij zijn contractanten uit. Bij kwaliteitscontroles wordt onderzocht of de contractanten daadwerkelijk handelen volgens de in hun kwaliteitsplannen vastgestelde regels en procedures. Bij veiligheidscontroles worden de specifieke processen, procedures en organisatie onderzocht.

Bovenop voornoemde controles verricht DG Taxud ook de traditionele financiële controles:

Verificatie vooraf van vastleggingen

Alle vastleggingen bij DG TAXUD worden door het hoofd van de eenheid Financiën en HR Business Correspondent geverifieerd. Dit betekent dat 100 % van de vastgelegde kredieten aan verificatie vooraf wordt onderworpen. Deze procedure geeft een hoge mate van zekerheid voor wat betreft de wettigheid en de regelmatigheid van de verrichtingen.

Verificatie vooraf van betalingen

100 % van de betalingen wordt vooraf gecontroleerd. Bovendien wordt iedere week willekeurig ten minste één betaling (uit alle uitgavencategorieën) geselecteerd voor een extra verificatie vooraf door het hoofd van de eenheid Financiën en HR Business Correspondent. Wat de dekking van de verificatie betreft, is geen streefcijfer vastgesteld, omdat het de bedoeling is om de betalingen “willekeurig” te controleren om na te gaan of alle betalingen zijn voorbereid volgens de regels. De overige betalingen worden op dagelijkse basis afgewikkeld volgens de geldende regels.

Verklaringen van de subgedelegeerde ordonnateurs

Alle subgedelegeerde ordonnateurs ondertekenen een verklaring bij het jaarlijkse activiteitenverslag voor het jaar in kwestie. Deze verklaringen dekken de verrichtingen in het kader van het programma. De subgedelegeerde ordonnateurs verklaren dat de verrichtingen met betrekking tot de uitvoering van de begroting hebben plaatsgevonden in overeenstemming met de beginselen van goed financieel beheer, dat de opgezette beheers- en controlesystemen voldoende zekerheid bieden ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van de verrichtingen, en dat de aan deze verrichtingen verbonden risico’s duidelijk geïdentificeerd zijn, er melding van is gemaakt en maatregelen zijn genomen om ze te ondervangen.


2.2.3. Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting)


2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden


3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL

3.1 Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoort
uitgave
Bijdrage
Nummer: 03 04 0100GK/NGK46.van EVA-landen47

van kandidaat-lidstaten48

van derde landenin de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement
1 – Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleidVerbetering van de werking van de belastingstelsels

GKNEENEENEENEE

Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoort
uitgaven
Bijdrage
Nummer

GK/NGKvan EVA-landenvan kandidaat-lidstatenvan derde landenin de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement
[XX.YY.YY.YY]

JA/NEEJA/NEEJA/NEEJA/NEE

3.2 Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1 Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

 Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

 Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel
kader
Nummer
1
Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

DG: TAXUD2023202420252026Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)TOTAAL
 Beleidskredieten
Begrotingsonderdeel49 03.04 01Vastleggingen1a)0,1500,4000,2000,3300,1801,26
Betalingen2a)0,1500,4000,2000,3300,1801,26
BegrotingsonderdeelVastleggingen1b)
Betalingen2b)
Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten50
Begrotingsonderdeel3)
TOTAAL kredieten
voor DG TAXUD
Vastleggingen=1a+1b +30,1500,4000,2000,3300,1801,26
Betalingen=2a+2b+30,1500,4000,2000,3300,1801,26

Rubriek van het meerjarig financieel
kader
7“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (Bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

20232024202520262027TOTAAL

MFK 2021-2027
DG: TAXUD
 Personele middelen0,1180,1570,1570,0630,0160,511
 Andere administratieve uitgaven0,0040,0040,0020,0020,0010,013
TOTAAL DG TAXUD0,1220,1610,1590,0650,0170,524


TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)
0,122
0,161
0,159
0,065
0,017
0,524

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)


2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

MFK 2021-2027


TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7
van het meerjarig financieel kader

Vastleggingen

0,272
0,561

0,359

0,395

0,197

1 784


Betalingen

0,122
0,311

0,559

0,265

0,347

1 604


TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7
van het meerjarig financieel kader


3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

 Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

 Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs



202320242025202620272028TOTAAL
OUTPUTS
Soort51

Gem. kostenNeeKostenNeeKostenNeeKostenNeeKostenNeeKostenNeeKostenTotaal aantalTotale kosten
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 152
Specificaties0,1500,1000,250
Ontwikkeling0,3000,2000,1500,650
Onderhoud0,1000,1000,1000,300
Bijstand0,0200,0200,0200,0200,080
Opleiding0,0200,020
ITSM (infrastructuur, hosting, licenties enz.),0,0200,0600,0600,0600,0600,260
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 10,1500,4200,3000,3300,1800,1801,560
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2 ...
- Output
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2
TOTAAL0,1500,4200,3000,3300,1800,1801,560

3.2.3 Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

 Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

 Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
2023
Jaar
2024
Jaar
2025
Jaar
2026
Jaar
2027
TOTAAL

RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
Personele middelen0,1180,1570,1570,0630,0160,511
Andere administratieve uitgaven0,0040,0040,0020,0020,0010,013
Subtotaal RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
TOTAAL0,1220,1610,1590,0650,0170,524

Buiten RUBRIEK 753
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen
Andere
administratieve uitgaven
Subtotaal
buiten RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

TOTAAL0,1220,1610,1590,0650,0170,524


De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.1 Geraamde personeelsbehoeften

 Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

 Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

20232024202520262027Totaal
Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
20 01 02 01 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)0,75110,40,13.25
20 01 02 03 (delegaties)
01 01 01 01 (onderzoek onder contract)
01 01 01 11 (eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
Extern personeel (in voltijdequivalenten: vte)54

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)
20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)
XX 01 xx yy zz 55

- bij de centrale diensten

- in delegaties
01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)
01 01 01 12 (AC, END, INT – eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
TOTAAL0,75110,40,13.25


Raming in voltijdequivalenten
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeelVoorbereiden van vergaderingen en correspondentie met de lidstaten; verrichten van werkzaamheden met betrekking tot formulieren, IT-formaten en het centrale gegevensbestand;

geven van opdrachten aan externe contractanten voor werkzaamheden aan het IT-systeem.
Extern personeeln.v.t.

3.2.4 Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

Het voorstel/initiatief:

 kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. Verstrek een Excel-tabel in het geval van een omvangrijke herprogrammeringsexercitie.

 hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

 hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5 Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

 voorziet niet in medefinanciering door derden

 voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
N56
Jaar
N+1
Jaar
N+2
Jaar
N+3
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)Totaal
Medefinancieringsbron
TOTAAL medegefinancierde kredieten


3.3 Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

 Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

 Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

 voor de eigen middelen

 voor overige ontvangsten

geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven ◻

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredietenGevolgen van het voorstel/initiatief57
Jaar
N
Jaar
N+1
Jaar
N+2
Jaar
N+3
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
Artikel ………….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.


Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).


1Bronbelasting op dividenden, enquête voor beleggers in de Europese Unie, Better Finance, maart 2023.

2https://finance.ec.europa.eu/publications/retail-investment-package_en

3Aanbeveling van de Commissie van 19 oktober 2009 betreffende procedures voor bronbelastingvermindering (PB L 279 van 24.10.2009, blz. 8).

4Europese Commissie (2017), gedragscode inzake bronbelasting, directoraat-generaal Belastingen en douane-unie, https://taxation-customs.ec.europa.eu/system/files/2017-12/code_of_conduct_on_witholding_tax.pdf).

5OESO (2013), implementatiepakket voor belastingverlichting op grond van verdragen en versterking van de naleving (Trace) voor de invoering van het systeem van gecertificeerde intermediairs: Een gestandaardiseerd systeem voor effectieve procedures voor bronbelastingvermindering met betrekking tot grensoverschrijdende inkomsten uit beleggingsportefeuilles (https://www.oecd.org/ctp/exchange-of-tax-information/treatyreliefandcomplianceenhancementtrace.htm).

6Zie het effectbeoordelingsverslag bij dit voorstel.

7Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad Actieplan voor een billijke en eenvoudige belastingheffing ter ondersteuning van de herstelstrategie (COM(2020) 312 final).

8Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen – Een nieuw actieplan (COM(2020) 590 final).

9Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2022 met aanbevelingen aan de Commissie over billijke en eenvoudige belastingheffing ter ondersteuning van de herstelstrategie (follow-up door het Parlement van het actieplan van de Commissie van juli en de daarin vervatte 25 initiatieven op het gebied van de btw, de vennootschapsbelasting en personenbelasting) (2020/2254(INL)) (PB C 347 van 9.9.2022, blz. 211).

10Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2022 over een Europees kader voor bronbelasting (2021/2097(INI)).

11Resolutie van het Europees Parlement van 8 oktober 2020 over de verdere ontwikkeling van de kapitaalmarktenunie (KMU): de toegang tot kapitaalmarktfinanciering verbeteren, met name voor kmo’s, en de deelname van retailbeleggers bevorderen (2020/2036(INI)).

12Zie het effectbeoordelingsverslag bij dit voorstel.

13Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt (PB L 193 van 19.7.2016, blz. 1).

14Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1).

15Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PB L 359 van 16.12.2014, blz. 1).

16Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (PB L 139 van 5.6.2018, blz. 1).

17Voorstel voor een richtlijn van de Raad van 22 december 2021 tot vaststelling van regels ter voorkoming van misbruik van lege entiteiten voor belastingdoeleinden en tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU (COM(2021) 565 final).

18Richtlijn 2011/96/EU van de Raad van 30 november 2011 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (herschikking) (PB L 345 van 29.12.2011, blz. 8).

19Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (PB L 157 van 26.6.2003, blz. 49).

20Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen (EU) 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2014/65/EU en (EU) 2016/97 wat de Unieregels inzake de bescherming van de retailbeleggers betreft (COM(2023) 279 final).

21Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft.

22Aanvangseffectbeoordeling – Ares(2021)5900310 (https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/13031-Bronbelasting-nieuw-EU-systeem-ter-voorkoming-van-dubbele-belasting_nl).

23Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).

24Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

25Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).

26PB C , blz. .

27PB C , blz. .

28Aanbeveling van de Commissie van 19 oktober 2009 betreffende procedures voor bronbelastingvermindering (Voor de EER relevante tekst) (PB L 279 van 24.10.2009, blz. 8).

29Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 Voor de EER relevante tekst (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

30Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

31Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

32Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

33 Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking) (PB L 173 van 2.6.2014, blz. 349).

34Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).

35Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 Voor de EER relevante tekst (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

36Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (codificatie) (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 46).

37 Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1212 van de Commissie van 3 september 2018 tot vaststelling van minimumeisen ter uitvoering van de bepalingen van Richtlijn 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de identificatie van aandeelhouders, de doorgifte van informatie en het faciliteren van de uitoefening van aandeelhoudersrechten (PB L 223 van 4.9.2018, blz. 1).

38Richtsnoer (EU) 2019/1265 van de Europese Centrale Bank van 10 juli 2019 betreffende de kortetermijnrente voor de euro (€STR) (ECB/2019/19) (PB L 199 van 26.7.2019, blz. 8).

39Raad van de Europese Unie, Raad Economische en Financiële Zaken, 14094/16, Brussel, 8 november 2016.

40Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1).

41Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PB L 359 van 16.12.2014, blz. 1).

42Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 43).

43Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

44Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

45Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

46GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

47EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

48Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.

49Volgens de officiële begrotingsnomenclatuur.

50Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.

51Outputs zijn te leveren producten en diensten (bv.: aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).

52Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)...”

53Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.

54AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).

55Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).

56Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.

57Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.

NL NL