Bijlagen bij COM(2023)156 - Europese waterstofbank

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2023)156 - Europese waterstofbank.
document COM(2023)156
datum 16 maart 2023
bijlage I. Zij hebben met name betrekking op de voorkwalificatievereisten, de criteria voor rangschikking en gunning van biedingen, evenals de prijsstellingsregels. Om de werkelijke kosten te achterhalen, een gelijk speelveld te waarborgen en de complexiteit te verminderen, is de Commissie ook voornemens om cumulatie van via de veiling toegekende steun met staatssteun uit te sluiten, teneinde te voorkomen dat dezelfde kosten tweemaal worden gedekt en de veiling wordt verstoord.

De Commissie zal de belanghebbenden verder raadplegen over andere elementen, zoals het gebruik van inschrijvingsgaranties of opleveringscontracten18 in overeenstemming met het rechtskader dat in de gewijzigde ETS-richtlijn is vastgesteld, de maximumprijs en de maximale uitvoeringstermijnen.

Na de raadpleging zal de Commissie de algemene voorwaarden van de veiling inzake subsidiabiliteit, veilingclearing en betalingen (alsmede beëindiging en sancties) afronden en in de zomer van 2023 publiceren. In de nazomer van 2023 zullen extra infodagen worden gehouden over de wijze waarop een inschrijving moet worden voorbereid. Deze tijdlijn biedt inschrijvers voldoende tijd om zich vertrouwd te maken met het veilingconcept en om hun inschrijvingen voor te bereiden. De Commissie is voornemens de uitvoering van de volledige projectcyclus van de veilingen te delegeren aan het Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu (Cinea).



2. EU-veilingplatform: veilingen als dienstverlening voor lidstaten

Openbare aanbestedingen op EU-niveau vormen een opmerkelijke financiële innovatie en zouden een belangrijk instrument kunnen worden ter bevordering van de kosteneffectieve en vroegtijdige uitrol van innovatieve hernieuwbare en koolstofarme oplossingen. Bij de totstandkoming van nieuwe markten is het belangrijk om versnippering van de markt tussen de EU-lidstaten te voorkomen. Hoewel de gedelegeerde verordeningen inzake waterstof19 een uniforme basis zullen bieden voor de certificering van hernieuwbare waterstof in heel Europa, kunnen de steunregelingen en fiscale ruimte voor dergelijke certificeringen aanzienlijk verschillen tussen de lidstaten. Prijssignalen die op verschillende steunregelingen zijn gebaseerd, kunnen prijsvergelijkingen onmogelijk maken, waardoor de vorming van een Europese waterstofmarkt wordt vertraagd.

Om te voorkomen dat de vorming van een waterstofmarkt in Europa reeds in een vroeg stadium versnipperd raakt en om administratieve kosten te besparen bij de ontwikkeling van allerlei steunregelingen voor waterstof door verschillende lidstaten, stelt de Commissie voor de veilingen van het Innovatiefonds als platform voor lidstaten open te stellen, zonder afbreuk te doen aan de EU-regels inzake staatssteun. Dit zou lidstaten in staat stellen om bij de inzet van eigen middelen voor projecten op hun grondgebied gebruik te maken van een EU-breed veilingmechanisme.

Door “veilingen als dienstverlening” aan te bieden, zou de Commissie een enkele veiling kunnen organiseren. De aanbodcurve van de projecten zou eerst het budget van het Innovatiefonds toewijzen, ongeacht de oorsprong van de projecten. Nadat het budget van het Innovatiefonds is vergeven, kan de rest van de aanbodcurve worden ondersteund door lidstaten, volgens de rangschikking van het EU-veilingplatform, totdat de respectieve budgetten van de lidstaten zijn vergeven, onverminderd de artikelen 107 en 108 VWEU en op voorwaarde dat er voldoende nationale projecten deelnemen in verhouding tot de respectieve uitgetrokken nationale middelen (zie figuur 2 voor een illustratie van de veilingtoewijzing). De lidstaten zouden betalingen voor deze aanvullende projecten toekennen en uitvoeren. Elke maatregel die staatssteun vormt, is, tenzij deze onder een groepsvrijstelling valt, onderworpen aan de aanmeldingsplicht. De Commissie zal nagaan of en er, indien nodig, voor zorgen dat er voldoende concurrentie is bij de toewijzing van de bijdragen van lidstaten aan de veiling.

Figuur 2. Illustratief ontwerp voor de ontwikkeling van een EU-veilingplatform waarin de financieringen uit lidstaten worden gebundeld

Als het in de vorige paragraaf uiteengezette concept voor de waterstofproductie succesvol is, zou dit kunnen worden uitgebreid tot veilingen op andere gebieden, zoals koolstofcontracten ter bevordering van het koolstofarm maken van de industrie, in overeenstemming met het rechtskader dat in de gewijzigde ETS-richtlijn is vastgesteld. Het concept om middelen van EU-lidstaten aan te trekken voor de organisatie van Europabrede veilingen zou ook kunnen worden overwogen voor de ondersteuning van internationale veilingen voor hernieuwbare waterstof. Deze mogelijke uitbreidingen van het EU-veilingplatform zouden eveneens onderworpen zijn aan de regels inzake staatssteun.



3. Ondersteuning van de internationale waterstofproductie

De EU zet zich sterk in voor internationale samenwerking ter versnelling van de groene transitie, met inbegrip van de ontwikkeling van een waterstofmarkt in de EU en wereldwijd. In dit verband zal de ontwikkeling van hernieuwbare waterstofeconomieën in partnerlanden van de EU hun transitie naar klimaatneutraliteit helpen versnellen en bijdragen tot een bredere sociale en economische ontwikkeling. Investeringen in hernieuwbare energie en waterstof kunnen ook investeringen in landen met hoge investeringskosten, lage aandelen hernieuwbare energie en onderontwikkelde energie-infrastructuren aantrekkelijker maken en mogelijkheden voor exportdiversificatie creëren. Tegelijkertijd moet ook aandacht worden besteed aan de duurzaamheid van de productie van hernieuwbare waterstof, waarbij toenemende waterstress en potentieel negatieve gevolgen voor de toegankelijkheid van elektriciteit en water worden vermeden20. Binnenlandse inspanningen in partnerlanden voor het koolstofvrij maken zullen ook worden ondersteund door het recente akkoord tussen de medewetgevers over een toekomstig mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM), binnen het toepassingsgebied waarvan ook de import van waterstof valt. Vanaf 2026 zal de import van waterstof in de EU worden gecorrigeerd op basis van het koolstofgehalte ervan.

In de REPowerEU-mededeling wordt voorgesteld om tegen 2030 10 miljoen ton hernieuwbare waterstof in te voeren, boven op de 10 miljoen ton in de EU geproduceerde hernieuwbare waterstof, waarmee de EU de grootste aspirantmarkt voor hernieuwbare waterstof ter wereld wordt. De meeste exportprojecten zijn van plan om waterstof en de derivaten ervan per schip te leveren, waardoor er behoefte zal zijn aan uitbreiding van de scheepvaart- en haveninfrastructuur in Europa. Internationale waterstofhandel via pijpleidingen zal naar verwachting dichter bij het einde van dit decennium plaatsvinden21.

Uit een vroege marktanalyse en feedback van belanghebbenden blijkt dat er behoefte is aan een speciaal instrument dat waterstofstromen uit derde landen kan ondersteunen. Bij gebrek aan een markt kunnen EU-lidstaten Europese afnemers ondersteunen door de totstandkoming van de nog ontbrekende afnameovereenkomsten met producenten in derde landen te bevorderen. Dit instrument zou gepaard moeten gaan met inspanningen op het gebied van energiediplomatie en handelsbeleid om ervoor te zorgen dat de EU geen nieuwe strategische afhankelijkheden creëert.

Integratie van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen in het ontwerp van de EU-steun voor ingevoerde hernieuwbare waterstof zou toegang tot de Europese markt bieden en de duurzaamheid bevorderen van de lokale productie en het lokale verbruik van hernieuwbare elektriciteit en waterstof, evenals van de sociale, economische en milieubehoeften, hetgeen de partnerlanden van de EU en hun burgers ten goede zal komen.

Verscheidene lidstaten hebben strategieën ontwikkeld om de invoer van waterstof uit derde landen te ondersteunen. Daarom onderzoekt de Commissie verder hoe de internationale tak van de Europese waterstofbank zo kan worden vormgegeven dat de gecoördineerde EU-strategie voor de invoer van hernieuwbare waterstof wordt bevorderd. Hierbij wordt er ook naar gestreefd om dekking te bieden voor het kostenverschil tussen de hernieuwbare waterstof die in derde landen wordt geproduceerd en naar de EU wordt vervoerd en de fossiele brandstoffen die zij binnen de EU kan vervangen.

De Commissie zal blijven zoeken naar mogelijke financieringsbronnen binnen de EU-begroting of in partnerschap met de EIB voor het financieren van de groene premie, rekening houdend met het feit dat het huidige instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (NDICI-GE) niet kan worden gebruikt voor het betalen van grondstoffen die in de EU worden gebruikt, dus ook niet voor groene premies ten behoeve van producenten van hernieuwbare waterstof in derde landen.

Wat het specifieke ontwerp van de veilingen betreft, bestudeert de Commissie de haalbaarheid van het opzetten van een soortgelijke regeling voor groene premies waarvoor leveranciers uit derde landen of afnemers uit de EU die contracten sluiten met producenten uit derde landen, een aanvraag kunnen indienen (zie figuur 3). De werking, het ontwerp en de institutionele opzet van de steunregeling voor de invoer van hernieuwbare waterstof zouden een afspiegeling kunnen zijn van de vastepremieveilingen, die worden voorgesteld voor de productie van hernieuwbare waterstof in de EU. Een symmetrische aanpak voor de internationale en binnenlandse productie zou een tijdige en kosteneffectieve uitvoering mogelijk kunnen maken door te profiteren van operationele en institutionele synergieën en het gebruik van bestaande structuren, zoals Cinea.


Figuur 3. Conceptueel ontwerp voor een vastepremieveiling voor internationale leveranciers die aan EU-consumenten leveren

In het licht van de geboekte vooruitgang zal de Commissie tegen het einde van het jaar onderzoek doen naar een Team Europa-initiatief voor het bundelen van middelen van de lidstaten en het bevorderen van synergieën met bestaande EU-fondsen en de Global Gateway-strategie. Daartoe zal de Commissie onderzoeken of het mogelijk is in de toekomst een mechanisme voor bundeling van de vraag en gezamenlijke veiling van hernieuwbare waterstof in het werkterrein van de Europese waterstofbank te integreren, gebruikmakend van de ervaring die is opgedaan in het kader van het EU-Energieplatform en AggregateEU en met inachtneming van de EU-regels inzake concurrentie en staatssteun.

Tegelijkertijd moeten de verschillende risicoprofielen voor de ondersteuning van productiefaciliteiten voor hernieuwbare waterstof buiten de EU worden overwogen, rekening houdend met het algemene regelgevings- en investeringskader in het betrokken land, evenals eventuele geopolitieke risico’s en de mate van verbintenissen die het land ten aanzien van de EU is aangegaan.

Dit zal gevolgen hebben voor de ontwerpopties. De stabiliteit, de voorspelbaarheid en de betrouwbaarheid van het faciliterend kader voor aanvullende projecten op het gebied van hernieuwbare energie en waterstof in specifieke potentiële landen van levering zijn belangrijke factoren voor toekomstige waterstofverbruikers die momenteel beslissingen over grootschalige investeringen moeten nemen en voor langetermijnfinanciering moeten zorgen. Geopolitieke risico’s in verband met de economische betrekkingen en handel, evenals het sociale beleid en het milieubeleid in derde landen zijn van bijzonder belang voor het waarborgen van de voorzieningszekerheid van waterstof, de duurzaamheid en de samenhang van het ontwikkelingsbeleid van de EU.

In de loop van de tijd kan het oorspronkelijke concept van groenemeerprijsveilingen worden uitgebreid om het risico dat voortvloeit uit de onzekerheid van afnameovereenkomsten verder te beperken door oprichting van een intermediair die dubbelzijdige veilingen uitvoert. Een dergelijke intermediair zou zowel met de producent als met de afnemer overeenkomsten sluiten. Een dergelijke aanpak wordt reeds uitgevoerd via de Duitse H2Global Foundation.

De EU zal partnerlanden blijven ondersteunen bij het versnellen van hun transitie naar groene energie, onder meer door technische bijstand en ondersteuning te verlenen voor totstandbrenging van een gunstig bestuurs-, wetgevings- en ondernemingsklimaat, en door investeringen te mobiliseren die nodig zijn in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. De instrumenten NDICI-GE en IPA III, met inbegrip van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+ (EFDO+), zullen in dit verband een belangrijke rol blijven spelen, in overeenstemming met de bestaande NDICI-GE- en IPA III-verordeningen en praktijken.



3. Coördinatie en transparantie

Via haar activiteiten zal de Europese waterstofbank de transparantie op het gebied van de waterstofstromen, -transacties en -prijzen vergroten. Meer in het bijzonder zal de Commissie dergelijke informatie coördineren om het vertrouwen in de zich ontwikkelende waterstofmarkt te versterken. De Commissie kan ook gebruik maken van informatie uit Europese en internationale afnameovereenkomsten om transparante prijsinformatie te verstrekken en prijsbenchmarks te ontwikkelen.

Er is steeds meer informatie beschikbaar over de vraag naar en het aanbod van hernieuwbare waterstof in de EU en daarbuiten. De bank zal meerwaarde bieden door dergelijke informatie samen te brengen en aan te vullen, voortbouwend op bestaande bronnen en structuren, bijvoorbeeld informatie die via de Commissie beschikbaar is, met name de ontwikkeling van gegevensverzameling over waterstof onder leiding van Eurostat22, via initiatieven onder leiding van de Commissie, zoals de Europese alliantie voor schone waterstof, de alliantie voor hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen en de alliantie voor emissievrije luchtvaart, via bestaande mechanismen voor projectfinanciering23 en monitoring van de sector. Voorts zal de bank profiteren van het waarnemingscentrum voor brandstofcellen en waterstof in het kader van de Gemeenschappelijke Onderneming “Schone waterstof”, dat reeds een openbaar portaal voor Europese waterstofgegevens verzorgt. Daarnaast zal de bank voor informatie contacten onderhouden met het IEA en Irena. De bank zal in een goede positie verkeren voor het beoordelen van de vraag naar binnenlandse en ingevoerde hernieuwbare waterstof in de EU, bijvoorbeeld door het organiseren van een “oproep tot het indienen van blijken van belangstelling” waarmee afnemers uit de EU een vrijwillige, niet-bindende blijk van belangstelling kunnen doorgeven.

De snelle ontwikkeling van speciale waterstofinfrastructuur in en naar de EU waarmee vraag en aanbod met elkaar worden verbonden, is van cruciaal belang voor het verwezenlijken van onze doelstellingen voor het koolstofvrij maken. De herziene TEN-E-verordening is een uniek instrument voor planning van de Europese energie-infrastructuur. De Europese waterstofbank zal de infrastructuurplanning ondersteunen met informatie over waterstofstromen die zij via haar activiteiten zal verzamelen (bv. informatie over leveringspunten).

De bank zal ook de coördinatie van memoranda van overeenstemming op nationaal en bedrijfsniveau met derde landen en buitenlandse waterstofproducenten ondersteunen en steun verlenen voor de vaststelling van specifieke bepalingen in de hoofdstukken over de handel in energie en grondstoffen in vrijhandelsovereenkomsten of overeenkomsten ter bevordering van duurzame investeringen.

Partnerschappen voor groene waterstof en memoranda van overeenstemming die zijn ondertekend door de Europese Commissie, lidstaten en Europese bedrijven, met inbegrip van havens, kunnen informatie verschaffen over potentiële waterstofstromen uit derde landen die, gecoördineerd door de Europese waterstofbank, zichtbaar zullen maken waar en wanneer waterstofinfrastructuur nodig zal zijn.

De Europese Commissie heeft namens de EU memoranda van overeenstemming en/of partnerschappen ondertekend met Egypte, Japan, Kazachstan, Marokko, Namibië en Oekraïne. Specifieke bepalingen inzake samenwerking op het gebied van waterstof zijn ook opgenomen in de gemoderniseerde associatieovereenkomst tussen de EU en Chili en worden overwogen in de lopende onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten met India en Australië. De samenwerking in het kader van deze memoranda van overeenstemming/partnerschappen en vrijhandelsovereenkomsten heeft tot doel de groene transitie in partnerlanden te ondersteunen, onder meer door de ontwikkeling van de sector hernieuwbare energie en industriële toeleveringsketens, alsmede het regelgevings- en investeringskader, de uitrol van technologie en de duurzame productie van hernieuwbare waterstof te versterken. In deze memoranda van overeenstemming erkennen beide zijden de beperkingen van natuurlijke hulpbronnen en geven zij uitdrukking aan hun politieke inzet voor ecologische, sociale en economische duurzaamheidsnormen. Er wordt ook diplomatiek overleg gevoerd met het Koninkrijk Saudi-Arabië met het oog op de totstandbrenging van een waterstofpartnerschap.

De gemoderniseerde associatieovereenkomst tussen de EU en Chili is de eerste overeenkomst die specifieke aandacht besteedt aan waterstof, gezien het aanzienlijke potentieel van Chili voor de uitvoer van waterstof naar de EU en het lopende samenwerkingsproject dat mogelijk is gemaakt via een Team Europa-aanpak. De EU speelt ook een actieve rol in internationale fora, zoals in het kader van het Clean Energy Ministerial Hydrogen Initiative, Mission Innovation on clean hydrogen en het Internationaal Partnerschap voor de waterstofeconomie.

Uit openbaar beschikbare informatie blijkt dat EU-lidstaten en bedrijven in 2021-2022 met ten minste dertig landen over de hele wereld memoranda van overeenstemming inzake samenwerking op waterstofgebied hebben ondertekend. Om onderzoek te doen naar synergieën tussen meerdere bilaterale initiatieven zou de Europese waterstofbank de transparantie en coördinatie van transacties en onderhandelingen over hernieuwbare waterstof binnen de EU en met derde landen kunnen verbeteren, aangezien dit van belang is voor het vergroten van de efficiëntie en het verminderen van de inspanningen die aan beide zijden, d.w.z. in de EU en in partnerlanden, nodig zijn.

Om bij de bronnen van hernieuwbare waterstof in de loop van de tijd voor diversificatie te zorgen, onderzoekt de Commissie de mogelijkheid van een instrument dat geïnspireerd is op de transparantiebepalingen van het EU-energieplatform24 op grond van Verordening (EU) 2002/2576 van de Raad25. Dit zou een positieve bijdrage kunnen leveren aan de beginnende markt voor hernieuwbare waterstof door inlichtingen te verschaffen en de Commissie eventueel de mogelijkheid te bieden om aanbevelingen te doen over de coördinatie van investeringen in waterstof.


3. Coördinatie van bestaande projectfinanciering

Op het niveau van de EU en de lidstaten bestaan verschillende financieringsinstrumenten waarmee de ontwikkeling van waterstofprojecten kan worden ondersteund. Het “Hydrogen Public Funding Compass” van de Europese alliantie voor schone waterstof helpt geïnteresseerde belanghebbenden te navigeren door de projectfinancieringsprogramma’s in de EU, alsmede op het niveau van de lidstaten.

Op EU-niveau gaat het hierbij om programma’s in het kader van InvestEU en het cohesiebeleid, waarmee, via risicodeling en blending, financieringen voor investeringen in waterstofprojecten kunnen worden gemobiliseerd, alsmede om rechtstreekse projectsteun via het Innovatiefonds van het EU-emissiehandelssysteem, steun voor Hydrogen Valleys en voor andere delen van de waterstofwaardeketen in het kader van Horizon Europa, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en de Connecting Europe Facility. In het kader van de Connecting Europe Facility voor het vervoer heeft de Commissie een faciliteit voor de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Alternative Fuel Infrastructure Facility, AFIF) opgezet, met een subsidiebudget van 1,5 miljard EUR (in combinatie met financiële steun van financiële instellingen om een groter effect te bereiken) voor het ondersteunen van de uitrol van infrastructuur voor levering van alternatieve brandstoffen voor alle vervoerswijzen, zoals tankstations met waterstof. Op nationaal niveau bestaan verschillende instrumenten, met name de financiering van IPCEI-waterstofprojecten, instrumenten in de herstel- en veerkrachtplannen en verdere nationale steunregelingen voor waterstof in het kader van de algemene groepsvrijstellingsverordening, evenals maatregelen die door de Commissie kunnen worden goedgekeurd als zij voldoen aan de voorwaarden van de richtsnoeren voor staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie, de kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie of het tijdelijke crisis- en transitiekader.

Verbetering van het sectoroverschrijdend delen van kennis over waterstof en bewustmaking over de steunmaatregelen in het kader van de verschillende steun- en financieringsinstrumenten van de EU en de lidstaten behoren tot de mogelijke activiteitsgebieden van de Europese waterstofbank ter vergroting van de transparantie en de doeltreffendheid van de samenwerking op institutioneel niveau. Het kan de samenwerking en coördinatie ondersteunen wanneer kennis over waterstof niet tot de kerncompetentie behoort van de deskundigen die bij de uitvoering en planning betrokken zijn. De Commissie zou de steun van deze instrumenten moeten stroomlijnen, met name om ervoor te zorgen dat zij elkaar onderling kunnen versterken en deze middelen kostenefficiënt worden gebruikt. De Commissie zal trachten informatie met de lidstaten uit te wisselen en de eigen activiteiten trachten te coördineren met hun plannen voor financiering van waterstofprojecten; verder onderzoekt zij de mogelijkheid om de middelen van de lidstaten te bundelen en de inspanningen op EU-niveau op te voeren teneinde lidstaten met beperktere middelen in staat te stellen mee te profiteren van de Europese schaal en een groter effect te sorteren door een gemeenschappelijke markt voor waterstof tot stand te brengen.

Om middelen en inspanningen te besparen, moet het volledige potentieel van de bestaande kanalen voor het delen van informatie en voor communicatie worden verkend en benut, met inbegrip van de bestaande institutionele netwerken en industriële platforms, waaronder de alliantie voor schone waterstof, het Hydrogen Energy Network en de informatieplatforms over EU-financiering.

Global Gateway is het kader waarbinnen de EU investeringen in hernieuwbare waterstof in partnerlanden ondersteunt in het kader van hun groene transitie. Subsidies en garanties van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+ (EFDO+) in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking26 — Europa in de wereld (NDICI-GE) spelen een sleutelrol bij de ondersteuning van investeringen, met name van projecten die worden medegefinancierd door de EIB en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering van EU-lidstaten als Team Europa. Een van de belangrijkste voorwaarden voor ontvangst van NDICI-GE-steun is een projectbijdrage aan de binnenlandse groene transitie, bv. productie en gebruik van hernieuwbare energie, evenals duurzaamheid en efficiënt gebruik van hulpbronnen voor de productie van hernieuwbare waterstof, met inbegrip van beschikbaarheid, toegankelijkheid en beheer van water. Global Gateway tracht actief financieringen en expertise uit de particuliere sector aan te trekken en de toegang tot duurzame financieringen te ondersteunen.

De Team-Europa-initiatieven zijn door de EU en de lidstaten gezamenlijk ontwikkeld ter bundeling van hun inspanningen voor het bevorderen van de ontwikkeling van projecten op het gebied van de hernieuwbare waterstof in derde landen. Zo is het Team Europa-initiatief inzake ontwikkeling van groene waterstof (GH2) in Chili een gezamenlijk initiatief van de EU, de EIB en acht EU-lidstaten met belang bij het ondersteunen van de ontwikkeling van het faciliterende kader, de technologie, het menselijk kapitaal en de financiering van projecten voor hernieuwbare waterstof voor zowel binnenlands gebruik als uitvoer. Verder wordt in Namibië een Global Gateway-project voor hernieuwbare waterstof voorbereid.

Uit de feedback van belanghebbenden is echter gebleken dat er behoefte is aan aanvullende maatregelen ter vermindering van de zeer hoge kosten in verband met de risico’s die niet voldoende door de financiële instrumenten van de EU worden aangepakt. Een betere coördinatie van de financiële instrumenten van de EU en de EU-lidstaten en vermindering van de onzekerheid over het aanbod en de afname van waterstof kunnen de economische haalbaarheid en de financierbaarheid van investeringen van zowel de afnemer in de EU als de producent in een derde land effectief vergroten. Dit is met name van belang voor investerings- en energie-intensieve sectoren met krappe marges bij de marktinkomsten.

In de energiesector is de EU-financiering in niet-EU-landen gericht op het ondersteunen van de energietransitie in partnerlanden, onder meer door de uitrol van hernieuwbare energie te bevorderen, publieke en particuliere investeringen aan te trekken en zakelijke kansen en hoogwaardige banen te creëren. Hierbij kan het gaan om steun voor de ontwikkeling van lokale en mondiale waterstofmarkten in partnerlanden en -regio’s, die al binnen het financieringsmandaat van NDICI-GE vallen. EU-onderzoeks- en innovatieprojecten bieden niet alleen ondersteuning aan internationale platforms, zoals Mission Innovation en het Clean Energy Ministerial Hydrogen Initiative, maar brengen ook partners uit de EU en derde landen bijeen om samen te werken. Zo vereist het samenwerkingsproject tussen de EU en de Afrikaanse Unie (LEAP-RE) van Horizon Europa dat elk consortium ten minste vier landen van de beide continenten omvat, met ten minste twee consortiumleden uit de EU-landen en ten minste twee uit Afrikaanse landen.

De lopende en geplande technische bijstand van de EU is noodzakelijk voor de ontwikkeling van het beleids-, regelgevings- en investeringskader in de partnerlanden van de EU, onder meer voor de ontwikkeling van beleid inzake hernieuwbare energie, waterstofstrategieën en haalbaarheidsstudies.

Investeringssteun via de blending- en garantieverrichtingen van het EFDO+ helpt de financiële kosten te reduceren door de kosten of risico’s van investeringen te verlagen. Technische en investeringssteun verbeteren daarnaast de toegang tot projectfinanciering van de EIB en de nationale instellingen voor ontwikkelingsfinanciering van de lidstaten, aangezien de EU-subsidies, EFDO+-garanties en Team Europa-initiatieven de financierbaarheid van projecten en het vertrouwen van overheidsinvesteerders verbeteren.

Tot slot ondersteunt de Commissie de lidstaten via het instrument voor technische ondersteuning27 met expertise op maat voor het ontwerp en de uitvoering van hervormingen, met inbegrip van hervormingen ter bevordering van investeringen in het versnellen van de groene energietransitie via waterstof. De technische ondersteuning omvat bijvoorbeeld de versterking van de bestuurlijke capaciteit, harmonisatie van de wetgevingskaders en uitwisseling van goede praktijken.

3. Conclusie

De voorgestelde Europese waterstofbank vormt een aanvulling op het regelgevings- en ondersteunende kader van de EU voor totstandbrenging van een volledige waterstofwaardeketen in Europa en ondersteunt de verordening voor een nettonulindustrie. Zij zal proactief steun verlenen aan industriële belanghebbenden die zich meer op de uitrol van schone technologie willen gaan richten of zich hierop willen concentreren, en de weg bereiden voor de benodigde investeringen in menselijk kapitaal. Zij zal niet alleen de ontwikkeling van de fabricage van elektrolyse-installaties ondersteunen, maar ook industriële actoren verderop in de keten helpen om te investeren in nieuwe schone industriële processen of vervoerstechnologieën die werken op hernieuwbare waterstof in plaats van fossiele brandstoffen.

De Commissie is voornemens om op basis van deze mededeling alle vier de pijlers van de Europese waterstofbank tegen het einde van het jaar operationeel te maken. In deze periode zal zij het ontwerp, de activiteiten en de institutionele opzet van de Europese waterstofbank verder verfijnen, in voortdurend overleg met de lidstaten en belanghebbenden.


1. Bijlage I

Het momenteel beoogde veilingontwerp omvat de volgende elementen:

Veilingontwerpparameters op hoog niveau

Geveild goedHernieuwbare waterstof zoals gedefinieerd in de gedelegeerde handeling van RED II
Beperkende waarde voor veilingtoewijzingBudget van Innovatiefonds dat aan desbetreffende veiling is toegewezen. Indicatieve begroting voor eerste veiling in 2023: 800 miljoen EUR
Vorm van vergoedingVaste premie (biedingen in EUR/kg H2)
Type vergoedingSteun op basis van output. Betalingen bij levering van geverifieerde en gecertificeerde volumes. Geen betalingen vóór ingebruikneming (anders dan bij gewone subsidies van het Innovatiefonds)
Criteria voor rangschikking/gunning van biedingenAlleen prijs (veiling met één criterium)
Duur van steun10 jaar
Type veilingStatische veiling, één fase
PrijsstellingsregelsBetaling overeenkomstig bieding
MinimumprijsGeen
MaximumprijsOpenbaar gemaakte maximumprijs, vast te stellen aan de hand van eindoverleg en marktomvang
Maximale uitvoeringsperiodeVast te stellen aan de hand van eindoverleg en marktomvang
VoorkwalificatievereistenBelangrijke vergunningen (milieu, bouw), memoranda van overeenstemming of intentieverklaringen over PPA’s voor hernieuwbare energie en HPA’s voor afgenomen waterstof, controles op algemene financiële gezondheid en capaciteit, optie van inschrijvingsgaranties en/of opleveringscontracten (in plaats van zware documentencontroles)
Cumulatie met staatssteunGeen cumulatie met staatssteun voor dezelfde kosten om voor een gelijk speelveld tussen lidstaten te zorgen
Redenen voor beëindiging en sanctiesRedenen voor beëindiging zijn onder meer niet operationeel worden binnen de maximale uitvoeringsperiode en aanzienlijke onderlevering gedurende langere perioden
UitvoeringsinstantieEuropees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu (Cinea)


1 COM(2020) 301 final.

2 COM(2022) 230 final.

3https://single-market-economy.ec.europa.eu/industry/strategy/industrial-alliances/european-clean-hydrogen-alliance/project-pipeline_en

4https://energy.ec.europa.eu/consultations/consultation-list-candidate-projects-common-interest-all-infrastructure-categories_en

5https://ec.europa.eu/docsroom/documents/50357

6 Hydrogen Council (2022) Hydrogen Insights 2022.

7 Internationaal Energieagentschap: Global Hydrogen Review 2022.

8 Exclusief 2 miljoen ton grensoverschrijdende handel binnen de EU.

9 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/speech_22_5493

10COM(2023) 62 final.


11 Mededeling van de Commissie: waarborgen van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van meststoffen, COM(2022) 590 final/2.

12COM(2021) 803 final; COM(2021) 804 final.

13Zoals vastgesteld in het initiatief “Green skills for hydrogen” van de European Hydrogen Skills Alliance, zie https://greenskillsforhydrogen.eu/

14Zonder koolstofafvang en -opslag.

15In het hele document verwijst de elektrolysecapaciteit naar de output, d.w.z. de capaciteit voor productie van waterstof.

16 Projecten in Noorwegen en IJsland komen ook in aanmerking omdat zij in het algemeen in aanmerking komen voor het Innovatiefonds.

17 Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking).

18 Inschrijvingsgaranties/opleveringscontracten zijn in wezen deposito’s. Zij kunnen bijvoorbeeld als bankgarantie of garantie van een moedermaatschappij worden verstrekt.

19 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/api/files/document/print/nl/qanda_23_595/QANDA_23_595_NL.pdf

20De nieuwe vraag zou sterk moeten worden ingepast in een waterbestendigheidsbeleid, en dit is ook het standpunt dat de Commissie tijdens de komende VN-waterconferentie in New York zal bepleiten.

21Hydrogen Council: Global Hydrogen Flows. Hydrogen trade as a key enabler for efficient decarbonisation, oktober 2022.

22De Europese Commissie (Eurostat) leidt de ontwikkeling van de gegevensverzameling over waterstof en geeft sturing aan de harmonisatie van de methodologie met partners zoals het IEA en de APEC, om te zorgen voor vergelijkbaarheid van de gegevens op internationaal niveau. Vanaf het verslagjaar 2022 zullen gegevens op vrijwillige basis van lidstaten worden verzameld en vanaf het verslagjaar 2024 op verplichte basis. De gegevens zullen betrekking hebben op een breed spectrum van gebieden, waaronder productie, handel, transformatie, opslag en eindverbruik.

23Dit kan informatie omvatten via de herstel- en veerkrachtfaciliteit, InvestEU, het Innovatiefonds, de fondsen voor het cohesiebeleid en het EFDO+.

24https://energy.ec.europa.eu/topics/energy-security/eu-energy-platform_nl

25Verordening (EU) 2022/2576 van de Raad van 19 december 2022 inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen.

26 Verordening (EU) 2021/947 van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).

27Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1).

NL NL