Bijlagen bij COM(2023)118 - Uitvoering en toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk 1 januari - 31 december 2022

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage 1: Vergaderingen van de op grond van de handels- en samenwerkingsovereenkomst opgerichte gemengde organen in 2022 22


1. Inleiding

Sinds 1 januari 2021 vallen de handel en samenwerking tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) onder de op 30 december 2020 ondertekende handels- en samenwerkingsovereenkomst1. De handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft betrekking op een groot aantal gebieden, waaronder handel, vervoer, visserij, energie, coördinatie van sociale zekerheid, en samenwerking op het gebied van rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken. De overeenkomst vormt een brede basis voor de betrekkingen tussen de partijen en zorgt voor een gelijk speelveld voor eerlijke concurrentie en duurzame ontwikkeling, en voor eerbiediging van de grondrechten.

Dit is het tweede verslag van de Commissie over de uitvoering en toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, zoals vereist bij artikel 2, lid 4, van Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 20212. Het geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen bij de werking van het institutioneel kader (deel 2), en op een aantal gebieden die binnen dit kader vallen (deel 3), waaronder een overzicht van de klachten die in 2022 zijn ontvangen (deel 4). Het verslag gaat ook in op ontwikkelingen die op het gebied van de regelgeving in 2022 in het Verenigd Koninkrijk hebben plaatsgevonden (deel 5). Ten slotte wordt, twee jaar na het einde van de overgangsperiode, in het verslag ingegaan op de effecten voor de EU van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de interne markt, de douane-unie en de diverse beleidsterreinen van de Unie (deel 6).

2. Institutioneel kader, handhavingsinstrumenten en geschillenbeslechting

Het institutioneel kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst is in 2022 voltooid en volledig operationeel geworden3.

De partijen kwamen bijeen in de gemengde organen die bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst zijn ingesteld om toezicht te houden op de uitvoering ervan en deze te vergemakkelijken. Bijlage 1 bevat een overzicht van de vergaderingen die hebben plaatsgevonden. De Commissie heeft de agenda’s en notulen van de vergaderingen gepubliceerd4. De EU werd in deze vergaderingen van de gemengde organen vertegenwoordigd door de Europese Commissie, terwijl de namens de EU in te nemen standpunten met de Raad werden gecoördineerd.

In 2022 zijn de EU en het Verenigd Koninkrijk een parlementaire samenwerking aangegaan, overeenkomstig artikel 11 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. De oprichtingsvergadering van de Parlementaire Partnerschapsassemblee, bestaande uit 35 leden van het Europees Parlement en 35 leden van het Parlement van het Verenigd Koninkrijk, vond plaats in Brussel op 12 en 13 mei. De tweede vergadering vond plaats in Londen op 7 en 8 november5.

Het proces om het maatschappelijk middenveld te betrekken bij de uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst is voortgezet. De binnenlandse adviesgroep van de EU, die overeenkomstig artikel 13 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst is opgericht en bestaat uit 24 vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en 6 vertegenwoordigers van het Europees Economisch en Sociaal Comité6, is verscheidene malen bijeengekomen om de uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst te bespreken7.

De eerste vergadering van het Forum van het maatschappelijk middenveld8, waarin vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld uit de EU en het Verenigd Koninkrijk zijn samengebracht, overeenkomstig artikel 14 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, vond voorts op 4 oktober 20229 plaats. Tot de vertegenwoordigers uit de EU behoorden vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties, alsook academici en niet-gouvernementele instanties.

Met betrekking tot de geschillenbeslechting heeft de Partnerschapsraad, overeenkomstig artikel 752 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, een lijst van personen vastgesteld die deskundig zijn op de gebieden die onder deze handels- en samenwerkingsovereenkomst vallen en die bereid en in staat zijn om als lid van een scheidsgerecht op te treden10.

Om de EU in staat te stellen haar rechten bij de uitvoering en handhaving van het terugtrekkingsakkoord en de handels- en samenwerkingsovereenkomst tijdig en doeltreffend uit te oefenen, bereikten het Europees Parlement en de Raad een politiek akkoord over een verordening met betrekking tot het terugtrekkingsakkoord en de handels- en samenwerkingsovereenkomst over aangelegenheden die binnen het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen. Naar verwachting zal de Raad in 2023 een verordening vaststellen met betrekking tot de handels- en samenwerkingsovereenkomst over aangelegenheden die onder het toepassingsgebied van het Euratom-verdrag vallen.

Deze verordeningen zullen de Commissie een rechtsgrondslag bieden om de in beide overeenkomsten bedoelde beschermingsmaatregelen vast te stellen. De Commissie zal met name verplichtingen uit hoofde van de handels- en samenwerkingsovereenkomst kunnen opschorten indien het Verenigd Koninkrijk een uitspraak van het krachtens de handels- en samenwerkingsovereenkomst of het terugtrekkingsakkoord ingestelde scheidsgerecht niet naleeft11. In bepaalde gevallen zal de Commissie eenzijdig kunnen optreden om de belangen van de EU te beschermen zonder eerst een arbitrageprocedure te starten, bijvoorbeeld wanneer een subsidie in het Verenigd Koninkrijk aanzienlijke negatieve gevolgen voor de handel of investeringen tussen de partijen dreigt te hebben12.

3. Sectorale uitvoering

Bij de sectorale uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst hebben zich in 2022 geen grote moeilijkheden voorgedaan. De belanghebbenden hebben zich grotendeels aangepast aan de nieuwe handelsrealiteit die is ontstaan als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de interne markt, de douane-unie en de diverse beleidsterreinen van de Unie. Desondanks zijn er nog steeds bepaalde uitdagingen: de uitvoering van de in de handels- en samenwerkingsovereenkomst opgenomen regelingen voor de handel in elektriciteit bleek ingewikkelder dan verwacht (zie paragraaf 3.3) en de volledige en correcte uitvoering van de bepalingen inzake visserij bleef problemen opleveren (zie paragraaf 3.5).


1. Handel in goederen

De uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst op het gebied van de handel in goederen spitste zich toe op de effectieve toepassing van de door de partijen overeengekomen regels en het oplossen van openstaande kwesties. In het algemeen functioneerden de in de handels- en samenwerkingsovereenkomst vastgestelde handelsregelingen goed, hoewel er nog bepaalde uitvoeringsmoeilijkheden waren.

Wat de fiscale aspecten betreft, spraken nationale douaneautoriteiten hun bezorgdheid uit over de juistheid van eigen oorsprongsverklaringen van marktdeelnemers en antwoorden van de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot de controle van de oorsprong13. Ter ondersteuning van het werk van de douaneautoriteiten heeft het Gespecialiseerd Handelscomité voor douanesamenwerking en oorsprongsregels een besluit14 vastgesteld met betrekking tot de procedure die bij weigering van een preferentiële tariefbehandeling moet worden gevolgd. De overeengekomen procedure zal de douaneautoriteiten van de lidstaten helpen om in gerechtvaardigde gevallen de preferenties te weigeren en in plaats daarvan de tarieven voor meest begunstigde naties toe te passen, en zal tegelijkertijd garanderen dat de preferenties niet zonder behoorlijk overleg worden geweigerd.

Hoewel de controle op de juiste oorsprongsregels, zoals bij alle handelsovereenkomsten, een uitdaging vormt, is de balans van de horizontale en productspecifieke regels in de handels- en samenwerkingsovereenkomst bevredigend. De Commissie is met name niet voornemens om de productspecifieke voorschriften verder te herzien dan voor eventuele technische aanpassingen noodzakelijk is15. De Commissie is van mening dat deze regels voor een billijk evenwicht zorgen en bijdragen tot de overkoepelende doelstelling van de Unie om strategische autonomie in essentiële sectoren tot stand te brengen.

Op sanitair en fytosanitair gebied is, ondanks de verplichting om het gebruik van elektronische certificering te bevorderen teneinde de handel te vergemakkelijken16, slechts beperkte vooruitgang geboekt bij de aanvaarding van papierloze EU-certificaten door het Verenigd Koninkrijk, hoewel door de EU voorgestelde tussentijdse oplossingen de situatie konden verbeteren. Bovendien bleef het Verenigd Koninkrijk, ondanks de verplichting om zijn officiële certificeringsvoorschriften in overeenstemming te brengen met internationale normen17, garanties eisen met betrekking tot bepaalde dierziekten, hetgeen niet in overeenstemming is met de huidige normen van de Wereldorganisatie voor diergezondheid18. Technische besprekingen met het Verenigd Koninkrijk over zijn certificeringsvoorschriften, waaronder de verenigbaarheid daarvan met de enkele eenheid van de EU, hebben in 2022 geen concrete resultaten opgeleverd.

Voorts zette het Verenigd Koninkrijk vraagtekens bij de EU-regels voor invoer van bepaalde producten uit derde landen, zoals pootaardappelen en ongezuiverde levende tweekleppige weekdieren, en verzocht het om een speciale behandeling voor zijn uitvoer naar de EU. Als gevolg van een afzonderlijke regelgeving inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen na zijn terugtrekking uit de EU is het Verenigd Koninkrijk echter onderworpen aan alle EU-voorschriften die van toepassing zijn op derde landen die zich niet dynamisch aanpassen aan het EU-acquis.

De Commissie heeft in het kader van het mechanisme van de Wereldgezondheidsorganisatie voor geschillenbeslechting actie ondernomen met betrekking tot de “Contracts for Difference”-regeling19, het belangrijkste mechanisme voor ondersteuning van koolstofarme elektriciteitsopwekking in het Verenigd Koninkrijk. De Commissie claimde dat de localcontentcriteria van de regeling, waardoor content uit het Verenigd Koninkrijk wordt bevoordeeld ten opzichte van ingevoerde content, in strijd is met de non-discriminatieregels van de Wereldgezondheidsorganisatie. In juli 2022 bereikten de EU en het Verenigd Koninkrijk overeenstemming over een manier waarop de bezwaren van de Commissie kunnen worden weggenomen en hebben zij verduidelijkt dat de begunstigden van de regeling geen bepaald niveau van content uit het Verenigd Koninkrijk hoeven te bereiken om betalingen te ontvangen20. Er zijn aanvullende richtsnoeren gepubliceerd om dit standpunt volledig aan de sector te verduidelijken21.

Wat de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk betreft, is de uitvoering van bepaalde invoerprocedures en -controles, met name die welke betrekking hebben op de sanitaire en fytosanitaire vereisten ten aanzien van producten uit de EU, herhaaldelijk uitgesteld. Op 28 april 2022 kondigde het Verenigd Koninkrijk het vierde uitstel aan van de uitvoering van de controles, die op 1 juli 2022 hadden moeten beginnen22. De datum waarop de nieuwe regeling van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot grenscontroles op de invoer van goederen uit de EU in werking zal treden, blijft onzeker.

Op het gebied van de conformiteitsbeoordeling is, naar aanleiding van grote bezorgdheid uit de sector over de invoering van de Britse conformiteitsbeoordelingsmarkering voor producten die in Groot-Brittannië in de handel worden gebracht, aangekondigd dat de invoeringstermijn ervan in november 2022 voor de derde keer wordt uitgesteld23. Dit betekent dat het Verenigd Koninkrijk producten die aan de EU-vereisten voldoen tot 31 december 2024 zal blijven aanvaarden, en dat de respectieve EU-certificaten en CE-markering tot eind 2027 geldig blijven, met inbegrip van de momenteel geldende etiketteringsvoorschriften, informatie over de importeur en informatie over de verantwoordelijke personen. Naar verwachting zullen afzonderlijke aankondigingen met betrekking tot medische apparatuur, vliegtuigen, spoorwegproducten en maritieme uitrusting volgen.


2. Diensten en investeringen, digitale handel, intellectuele eigendom, overheidsopdrachten en kleine en middelgrote ondernemingen

Er waren geen significante uitvoeringsproblemen op het gebied van diensten en investeringen, digitale handel, intellectuele eigendom, overheidsopdrachten en kleine en middelgrote ondernemingen. Sommige kwesties bleven echter onopgelost.

De door het Verenigd Koninkrijk opgelegde Immigration Skills Charge, een heffing in geval van immigratie na overplaatsing van personen binnen een onderneming, bleef een punt van zorg. In overeenstemming met de handels- en samenwerkingsovereenkomst24 stond de Commissie erop dat deze heffing uiterlijk eind 2022 moest zijn afgeschaft. Het Verenigd Koninkrijk heeft hiermee ingestemd door wijzigingen in de Immigration Skills Charge Regulations (2017) aan te brengen die op 1 januari 2023 in werking zijn getreden25. Als gevolg daarvan geldt de heffing niet langer voor personen uit de EU die binnen een onderneming worden overgeplaatst.

De nieuwe regels inzake Global Business Mobility26 die het Verenigd Koninkrijk in april 2022 heeft vastgesteld, geven aanleiding tot bezorgdheid in het licht van de bepalingen van de handels- en samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de binnenkomst en het tijdelijke verblijf van natuurlijke personen voor zakelijke doeleinden. Volgens de nieuwe regels moeten bedrijven en organisaties in het Verenigd Koninkrijk een sponsorvergunning bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken aanvragen als zij een dienstverlener op contractbasis, beoefenaar van een vrij beroep of binnen een onderneming overgeplaatste werknemer uit de EU in dienst willen nemen. Zonder sponsorvergunning kunnen bedrijven en organisaties in het Verenigd Koninkrijk geen individuele sponsorschapcertificaten afgeven, die nodig zijn om dienstverleners uit de EU in dienst te nemen. Naar het oordeel van de Commissie kan de sponsorschapregeling bedrijven in het Verenigd Koninkrijk ervan weerhouden om bedrijven of beoefenaren van een vrij beroep uit de EU in te zetten bij het verlenen van diensten die onder de handels- en samenwerkingsovereenkomst vallen. De Commissie is hierover met het Verenigd Koninkrijk in gesprek gegaan.

Op het gebied van de beroepskwalificaties is de eerste gezamenlijke aanbeveling overeenkomstig artikel 158 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst over de erkenning van de kwalificaties van architecten op 3 oktober 2022 door beroepsorganisaties uit de EU en het Verenigd Koninkrijk bij de Partnerschapsraad ingediend. De Partnerschapsraad zal nagaan of de gezamenlijke aanbeveling in overeenstemming is met de regels inzake diensten en investeringen van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.


3. Energie

Bij de uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst op energiegebied lag de nadruk op versterking van de samenwerking inzake bevoorradingszekerheid, totstandbrenging van een kader voor samenwerking op het gebied van hernieuwbare offshore-energie en ontwikkeling van nieuwe regelingen voor de handel in elektriciteit. Ondanks het zeer technische karakter werd op sommige gebieden goede vooruitgang geboekt, terwijl het op andere gebieden langzamer ging.

De handel in elektriciteit en gas tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU is in 2022 toegenomen27 als gevolg van de door de Russische inval in Oekraïne veroorzaakte energiecrisis en van de uitdagingen voor de elektriciteitsopwekking in de EU.

In overeenstemming met de bepalingen in de handels- en samenwerkingsovereenkomst over de “bevoorradingszekerheid” van gas en elektriciteit28 heeft de EU met het Verenigd Koninkrijk tijdens een vergadering van het Gespecialiseerd Comité voor energie op 28 september 2022 de nodige informatie uitgewisseld over de bevoorradingszekerheid van elektriciteit en gas. Hoewel deze informatie-uitwisseling nuttig is, wordt eraan herinnerd dat het Verenigd Koninkrijk zijn eigen energiebeleid voert, ook wat de bevoorradingszekerheid betreft. 29

Voortbouwend op artikel 321 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst hebben acht lidstaten, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk in december 2022 een memorandum van overeenstemming inzake samenwerking op het gebied van offshore-energie ondertekend, dat de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen op de Noordzee bevordert en de partijen helpt om hun respectieve doelstellingen inzake klimaatverandering te halen30. Op grond van dit memorandum van overeenstemming wordt een forum opgericht voor technische besprekingen met het Verenigd Koninkrijk in verband met de ontwikkeling van offshore-netwerken en het grote potentieel aan hernieuwbare energie van het Noordzeegebied.

Wat betreft de handelsregelingen voor elektriciteitsstromen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk als bedoeld in artikel 312 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, concludeerde het Gespecialiseerd Comité voor energie dat er meer werk nodig is om de opties voor de ontwikkeling van dergelijke regelingen adequaat te analyseren. Daartoe kwam het comité tot de aanbeveling dat de transmissiesysteembeheerders van beide partijen aanvullende informatie zouden moeten verstrekken met het oog op de totstandbrenging van een kader voor de toekomstige handel in elektriciteit.

Voorts heeft de Commissie overeenkomstig artikel 311 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst haar goedkeuring gegeven aan een meerpartijenovereenkomst tussen de transmissiesysteembeheerders van de EU en het Verenigd Koninkrijk betreffende de vergoeding van de kosten van via het net lopende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen31.


4. Vervoer

De uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst op het gebied van vervoer, met inbegrip van de luchtvaart, was gericht op de effectieve uitoefening van de door de partijen wederzijds verleende rechten en verliep zonder problemen.

Op het gebied van het wegvervoer heeft het Gespecialiseerd Comité voor het wegvervoer een besluit vastgesteld over de technische en procedurele specificaties voor het gebruik van het Informatiesysteem interne markt door het Verenigd Koninkrijk32. Met dit systeem kunnen de detacheringsverklaringen van vervoerders van beide partijen elektronisch worden verwerkt. Het Verenigd Koninkrijk zal bijdragen tot de begroting voor het onderhoud van het IT-instrument.

Op het gebied van het luchtvervoer hebben zes lidstaten (België, Hongarije, Ierland, Cyprus, Griekenland en Frankrijk) bilaterale overeenkomsten met het Verenigd Koninkrijk gesloten, overeenkomstig artikel 419 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Daarnaast zijn overeenkomsten tussen Italië en het Verenigd Koninkrijk en tussen Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk door de Commissie goedgekeurd. Deze zullen naar verwachting in 2023 worden gesloten.

Op het gebied van de veiligheid van de luchtvaart werden 14 aanvragen tot validering van door de Britse burgerluchtvaartautoriteit afgegeven certificaten ingediend. Op grond van artikel 446 in samenhang met bijlage 30 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart elf aanvragen goedgekeurd. De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hebben zes van de twaalf door EU-aanvragers ingediende projecten betreffende wijzigingen in de bestaande ontwerpen gevalideerd. Deze cijfers liggen binnen de verwachte marge van de activiteit inzake validatie.

Ten slotte heeft de Commissie, hoewel dit niet rechtstreeks verband houdt met de handels- en samenwerkingsovereenkomst, een uitvoeringsbesluit33 vastgesteld met betrekking tot de erkenning van het Verenigd Koninkrijk wat betreft het systeem van opleiding en diplomering van zeevarenden overeenkomstig Richtlijn (EU) 2022/993, nadat zij had vastgesteld dat was voldaan aan alle vereisten inzake opleiding en diplomering van het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst34. De Commissie heeft tevens goedkeuring gegeven aan de overeenkomst tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk inzake veiligheidscertificering voor vervoersdiensten per spoor via de Eurotunnel (“kanaaltunnel”)35.


5. Visserij

De inspanningen voor de volledige uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst in de visserijsector zijn voortgezet. Hoewel op sommige gebieden goede vooruitgang werd geboekt, bleven bepaalde belangrijke kwesties onopgelost.

Ondanks heel wat uitdagingen heeft de Commissie aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verkrijgen van de gevraagde vergunningen voor een aantal vaartuigen die in aanmerking komen om te vissen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de direct van de Kroon afhankelijke gebieden, overeenkomstig protocol 38 en artikel 502, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. In 2022 hadden bijna 1 600 EU-vaartuigen nog steeds toegang tot de exclusieve economische zone van het Verenigd Koninkrijk en hadden 151 EU-vaartuigen toegang tot de territoriale wateren. Bovendien hadden 138 Franse boten een vergunning om rond Jersey te vissen en 44 rond Guernsey. Ondanks deze vooruitgang bleef er sprake van belangrijke uitdagingen. Met name in de tweede helft van 2022 hebben de EU, het Verenigd Koninkrijk, Jersey en Guernsey intensieve besprekingen gevoerd over de mate van toegang voor de vissersvaartuigen met een vergunning.

De Commissie heeft de beheermaatregelen die het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 496, lid 3, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft aangemeld, gecontroleerd in het licht van de verplichtingen van het Verenigd Koninkrijk op grond van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Hoewel de Commissie de regelgevingsautonomie van elke partij erkent, betreurt zij het dat het door onvoldoende communicatie over een aantal maatregelen voor haar moeilijk was om een effectieve interactie met de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk te hebben, waardoor haar vermogen om in overeenstemming met de handels- en samenwerkingsovereenkomst opmerkingen te maken en om verduidelijkingen te vragen, werd ondermijnd.

In december hebben de EU en het Verenigd Koninkrijk hun jaarlijks overleg afgerond om de totaal toegestane vangsten voor gedeelde bestanden voor 2023 vast te stellen. De omvattende overeenkomst die werd bereikt, heeft betrekking op alle bestanden en levert de EU-vloot ruim 350 000 ton aan vangstmogelijkheden op met een geraamde waarde van ongeveer 1 miljard EUR (op basis van historische aanvoerprijzen, gecorrigeerd voor inflatie).


6. Coördinatie van de sociale zekerheid

De uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst op het gebied van de coördinatie van de sociale zekerheid verliep zonder problemen. Er werden geen structurele problemen vastgesteld.

Er zijn voorbereidingen getroffen voor de uitvoering van de financiële bepalingen betreffende de vergoeding van de kosten van prestaties bij ziekte die door een andere dan de bevoegde staat worden verstrekt. De partijen onderzochten ook het gebruik van de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid in het kader van het protocol, evenals de toepasselijkheid van de desbetreffende besluiten en aanbevelingen van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.


7. Samenwerking op het gebied van rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken

Op het gebied van rechtshandhaving en justitiële samenwerking functioneerde de handels- en samenwerkingsovereenkomst in het algemeen goed en werd er vooruitgang geboekt bij het oplossen van de resterende uitvoeringskwesties.

Naar aanleiding van de evaluatie van het Verenigd Koninkrijk verklaarde de EU dat de lidstaten vanaf 30 juni 2022 persoonsgegevens betreffende DNA-profielen en dactyloscopische gegevens (d.w.z. vingerafdrukken) aan het Verenigd Koninkrijk mogen verstrekken overeenkomstig de artikelen 530 en 534 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst36. Eind 2022 hadden 15 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk elkaar toegang tot hun nationale DNA-gegevensbanken gegeven voor geautomatiseerde bevraging, en hadden vijf lidstaten en het Verenigd Koninkrijk dat gedaan met betrekking tot vingerafdrukken.

Voorts biedt de handels- en samenwerkingsovereenkomst een rechtsgrondslag voor de doorgifte van persoonsgegevens van passagiers door luchtvaartmaatschappijen aan het Verenigd Koninkrijk voor vluchten tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Zij regelt de verwerking en het gebruik van persoonsgegevens van passagiers door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk en verplicht het Verenigd Koninkrijk ertoe persoonsgegevens te wissen nadat de passagiers het land hebben verlaten, tenzij uit een risicobeoordeling blijkt dat het nodig is om deze gegevens te bewaren. Gezien de bijzondere omstandigheden die het Verenigd Koninkrijk beletten om de nodige technische aanpassingen door te voeren, mocht het Verenigd Koninkrijk van deze verplichting afwijken gedurende een overgangsperiode van één jaar na de inwerkingtreding van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Deze periode werd in december 2021 met één jaar verlengd37. Op 21 december 2022 heeft de Partnerschapsraad besloten om de overgangsperiode met nog een laatste jaar te verlengen, op grond van artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, nadat hij de door het Verenigd Koninkrijk verstrekte informatie over de toepasselijke waarborgen en de maatregelen die zijn genomen om de verwijdering van gegevens mogelijk te maken, had bestudeerd38.


8. Deelname aan programma’s van de Unie

Op grond van de handels- en samenwerkingsovereenkomst kan het Verenigd Koninkrijk, als geassocieerd land, deelnemen aan bepaalde programma’s van de Unie, waaronder Horizon Europa, op voorwaarde dat het bilaterale protocollen aanneemt en financiële bijdragen betaalt. De handels- en samenwerkingsovereenkomst bevat echter geen bindend tijdschema of precieze termijn waarbinnen de associatie van het Verenigd Koninkrijk moet hebben plaatsgevonden.

Hoewel de EU de voordelen van samenwerking met derde landen op het gebied van wetenschap, onderzoek en innovatie erkent, konden de voor de associatie van het Verenigd Koninkrijk noodzakelijke protocollen in 2022 niet worden aangenomen, gezien de aanzienlijke moeilijkheden bij de uitvoering van het terugtrekkingsakkoord. Overeenkomstig de procedureregels van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het Verenigd Koninkrijk verzocht om overleg, dat op 22 september 2022 heeft plaatsgevonden in het kader van de vergadering van het Gespecialiseerd Comité voor de deelname aan programma’s van de Unie. Het overlegproces in het kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst werd in dat stadium afgesloten.

Omdat er nog geen associatie is, konden entiteiten uit het Verenigd Koninkrijk aan bepaalde programma’s deelnemen zonder in aanmerking te komen voor financiering door de Unie. Voorts konden deze entiteiten profiteren van de “overgangsregelingen” die de Commissie heeft ingesteld ten behoeve van potentiële deelnemers uit derde landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, die kandidaat zijn voor associatie met bepaalde programma’s, waaronder Horizon Europa. Als gevolg hiervan werden de oproepen tot het indienen van voorstellen onder dezelfde voorwaarden geëvalueerd als bij geassocieerde landen. De ondertekening van subsidieovereenkomsten en de financiering van entiteiten uit het Verenigd Koninkrijk blijven echter afhankelijk van de associatie van het Verenigd Koninkrijk met Horizon Europa. Van de in aanmerking komende aanvragen die uiterlijk op 5 december 2022 waren ontvangen, was 6,53 % afkomstig van in het Verenigd Koninkrijk gevestigde entiteiten.

De Commissie hoopt dat de moeilijkheden snel zullen zijn opgelost, zodat het Verenigd Koninkrijk bij bepaalde programma’s van de Unie kan worden betrokken.

3. Overzicht van klachten39

Bij de sluiting van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft de Commissie zich ertoe verbonden gecentraliseerde instrumenten voor het indienen van klachten op te zetten, rekening houdend met de gebieden die onder de handels- en samenwerkingsovereenkomst vallen. Om deze verplichting te kunnen nakomen, is in 2021 een centraal klachtenformulier ontwikkeld, dat in alle officiële talen van de EU40 operationeel is.

In 2022 werd geen enkele klacht via het bovengenoemde instrument ontvangen. Hoewel de Commissie vijf indieningen ontving, hadden deze geen betrekking op de uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. De diensten van de Commissie hebben contact opgenomen met de indieners en de nodige informatie verstrekt.

3. Ontwikkelingen in het recht van het Verenigd Koninkrijk

De vrijheid om van de regels en het beleid van de EU af te wijken, was een van de redenen voor het Verenigd Koninkrijk om zich uit de EU terug te trekken. Na zijn vertrek heeft het Verenigd Koninkrijk een uitgebreide hervorming van de regelgeving aangekondigd. In januari 2022 heeft de Cabinet Office (regeringskanselarij) een rapport uitgebracht waarin de leidende beginselen voor het toekomstige regelgevingsbeleid41 werden aangegeven.

Heel 2022 hebben de diensten van de Commissie de ontwikkelingen op regelgevingsgebied in het Verenigd Koninkrijk gevolgd om na te gaan of deze een risico op niet-naleving van de handels- en samenwerkingsovereenkomst inhouden, met name op de gebieden die relevant zijn voor het gelijke speelveld.

Hoewel het Verenigd Koninkrijk in 2022 een aantal aankondigingen heeft gedaan, zijn er weinig wetten aangenomen. De vervanging van EU-wetgeving en -normen door nationale normen is in de praktijk inderdaad een moeilijke taak, zoals ook is erkend door de National Audit Office (nationale rekenkamer)42 en het Committee of Public Accounts (comité voor overheidsfinanciën) van het Lagerhuis43. Nadat zij de regelgevingsstrategie op de lange termijn en de operationele capaciteit van bepaalde regelgevingsinstanties hebben onderzocht, kwamen beide instanties tot de conclusie dat de terugtrekking uit de EU aanzienlijke gevolgen had voor de regelgevingsinstanties van het Verenigd Koninkrijk, die nieuwe verantwoordelijkheden op zich hadden genomen die voorheen door de EU-instellingen werden uitgevoerd, en tegelijkertijd niet langer toegang hadden tot EU-regelingen voor gegevensuitwisseling en samenwerking.

Hieronder volgt een samenvatting van de algemene ontwikkelingen in het relevante recht van het Verenigd Koninkrijk (punt 5.1.) en de ontwikkelingen die relevant zijn voor het gelijke speelveld (punt 5.2.), waarbij wordt gekeken naar de belangrijkste wetsvoorstellen (bills) en vastgestelde wetgeving (acts). Wanneer de betreffende wetgeving is vastgesteld, wordt in het verslag gewezen op de relevantie ervan voor de handels- en samenwerkingsovereenkomst. In het verslag wordt niet ingegaan op ministeriële aankondigingen van beleidsvoornemens en openbare raadplegingen. Hoewel zij een beleidsrichting kunnen aangeven, zou het voorbarig zijn om op basis daarvan conclusies te trekken.


1. Algemene ontwikkelingen

In 2022 heeft de regering van het Verenigd Koninkrijk drie belangrijke wetsvoorstellen ingediend, die op vele gebieden gevolgen kunnen hebben voor het functioneren van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

In juni 2022 werd de Bill of Rights Bill44 ingediend. Deze had tot doel om de Human Rights Act van 1998, waarmee het Europees Verdrag voor de rechten van de mens in het nationale recht van het Verenigd Koninkrijk is opgenomen, in te trekken en te vervangen. Volgens artikel 1, lid 2, brengt het wetsontwerp de verhouding tussen de rechtbanken van het Verenigd Koninkrijk, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het parlement van het Verenigd Koninkrijk “weer in evenwicht”. Met name zou het Hooggerechtshof van het Verenigd Koninkrijk de betekenis en werking van de rechten op grond van het Verdrag in het nationale recht bepalen. De rechterlijke instanties en overheidsinstanties van het Verenigd Koninkrijk zouden niet langer verplicht zijn om de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk zoveel mogelijk te lezen en uit te voeren op een wijze die verenigbaar is met de rechten op grond van het Verdrag. De rechterlijke instanties van het Verenigd Koninkrijk zouden het grootst mogelijke gewicht moeten toekennen aan het beginsel dat beslissingen over het evenwicht tussen diverse beleidsdoelstellingen, diverse mensenrechten en rechten van diverse personen door het parlement van het Verenigd Koninkrijk worden genomen. Het wetsontwerp “bevestigt” dat “uitspraken, beslissingen en voorlopige maatregelen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geen deel uitmaken van het nationale recht in het Verenigd Koninkrijk en geen afbreuk doen aan het recht van het Parlement om wetgeving vast te stellen” (artikel 1, lid 3, van het wetsontwerp).


In juli 2022 werd de Data Protection and Digital Information Bill45 ingediend. Deze had als doel het gegevensbeschermingskader van het Verenigd Koninkrijk te hervormen, waarop de besluiten van de Commissie over de toereikendheid van het door het Verenigd Koninkrijk geboden beschermingsniveau voor persoonsgegevens zijn gebaseerd. Het wetsvoorstel brengt op verscheidene gebieden wijzigingen aan, met name de rechtsgronden voor de verwerking van persoonsgegevens, de uitoefening van de rechten van betrokkenen, de regels voor de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen en de oprichting en werking van de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming.

In de Retained EU Law (Revocation and Reform) Bill46, die in september 2022 bij het parlement is ingediend, stelt de regering ten slotte voor om een corpus van EU-wetgeving dat het Verenigd Koninkrijk aan het einde van de overgangsperiode heeft gehandhaafd, te herzien en op 31 december 2023 automatisch te laten vervallen, tenzij dit anderszins wordt gehandhaafd. De voorgestelde wet verleent de ministers ook de bevoegdheid om gehandhaafde EU-wetgeving via secundaire wetgeving te wijzigen en geeft de rechter de bevoegdheid om af te wijken van de EU-rechtspraak. De regering is voornemens om uiterlijk eind 2023 alle gehandhaafde EU-wetgeving te herzien.


2. Gelijk speelveld voor open en eerlijke concurrentie en duurzame ontwikkeling

1. Subsidiecontrole en belastingheffing

In april 2022 is de Subsidy Control Act (2022)47 vastgesteld, waarin het kader is neergelegd voor de uitvoering van de internationale verplichtingen van het Verenigd Koninkrijk inzake subsidiecontrole, waaronder die uit hoofde van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. De nieuwe regeling is in januari 2023 in werking getreden. Vooruitlopend op de invoering ervan zijn in november 2022 wettelijke richtsnoeren voor subsidiecontrole vastgesteld om overheidsinstanties te helpen bij de toekenning van subsidies48. Er wordt verdere secundaire wetgeving verwacht49. Zoals in het vorige verslag van de Commissie50 is uiteengezet, zullen overheidsinstanties subsidies moeten toetsen aan een aantal beginselen alvorens deze toe te kennen. Sommige categorieën moeten ter beoordeling aan de Subsidy Advice Unit (eenheid Subsidieadvies) van de Competition and Markets Authority (mededingings- en marktautoriteit) worden voorgelegd. De Subsidy Advice Unit is niet bevoegd om subsidies te verbieden. Zij kan alleen een niet-bindend advies uitbrengen over de verenigbaarheid van de subsidies met de Subsidy Control Act. De Commissie zal zorgvuldig toezien op de toepassing van de nieuwe subsidieregeling.



2. Arbeids- en sociale normen, milieu en klimaat

Op het gebied van arbeids- en sociale normen is in juli 2022 het wettelijk instrument tot intrekking van de Conduct of Employment Agencies and Employment Businesses Regulations51 in werking getreden. Een verbod voor uitzendbureaus om tijdelijk personeel ter beschikking te stellen ter vervanging van werknemers die aan een vakbondsactie deelnemen, werd met dit instrument ingetrokken. In september 2022 hebben vakbonden in het Verenigd Koninkrijk deze kwestie aan de Internationale Arbeidsorganisatie ter beoordeling voorgelegd52. Dit is relevant in het licht van de verplichting van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van artikel 399, lid 5, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst om geratificeerde verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie uit te voeren.

Op milieugebied werd in mei 2022 de Genetic Technology (Precision Breeding) Bill53 ingediend. Dit wetsvoorstel versoepelt de regels voor het in Engeland introduceren en in de handel brengen van “met precisie gekweekte organismen” (d.w.z. planten en dieren die met traditionele kweek- en foktechnieken hadden kunnen worden geproduceerd).

3. Effecten op handelsstromen en personenverkeer54

Dit verslag van 2022 biedt een gelegenheid om de balans op te maken van de economische gevolgen voor de EU van het besluit van het Verenigd Koninkrijk om zich uit de EU terug te trekken. Hoewel het nog te vroeg is om de economische gevolgen op de lange termijn te bepalen, werden twee jaar na het einde van de overgangsperiode en meer dan zes jaar na het referendum bepaalde economische implicaties van de terugtrekking steeds zichtbaarder. Dit geldt niet alleen voor de handelsstromen in goederen en diensten, maar ook voor het verkeer van personen55.


1. Handelsstromen

6.1.1. Handel in goederen56

Als we naar de korte termijn kijken, hebben zowel de uitvoer als de invoer van de EU zich, na een scherpe daling begin 2021, in de eerste drie kwartalen van 2022 aanzienlijk hersteld en naderen zij het niveau van vóór de pandemie van 2019 (figuur 1)57.


Figuur 1: EU-handel in goederen met het Verenigd Koninkrijk (bron: Eurostat (EXT_ST_EU27_2020SITC)

In de eerste drie kwartalen van 2022 exporteerde de EU voor 243 miljard EUR aan goederen naar het Verenigd Koninkrijk, een stijging met 18 % ten opzichte van dezelfde periode in 2021. De waarde van de EU-invoer uit het Verenigd Koninkrijk bedroeg in deze periode 167 miljard EUR, een stijging met 59 % ten opzichte van de waarde van de invoer in de eerste drie kwartalen van 2021.

De sectoren waarin de EU-uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk het sterkst steeg ten opzichte van 2021 waren onder meer minerale brandstoffen en chemicaliën. Ook de stijging van de EU-invoer uit het Verenigd Koninkrijk in de eerste drie kwartalen van 2022 werd gedreven door minerale brandstoffen. De kleinste groei werd waargenomen bij de EU-invoer van eindproducten, met name machines en transportmiddelen.

Als we naar de langere termijn kijken, blijkt echter uit de gegevens dat de in- en uitvoer samen in de periode 2016-2022 eerder stabiel bleven. Dit staat in schril contrast met de handel van de EU met haar andere internationale partners. Terwijl de totale handel van de EU met haar internationale partners exclusief het Verenigd Koninkrijk met 70 % is toegenomen ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2016 en met bijna 40 % ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2019, was de toename in het geval van de handel met het Verenigd Koninkrijk aanzienlijk geringer: slechts 10 % ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2016 en slechts 6 % ten opzichte van dezelfde periode van 2019 (figuur 2).


Figuur 2: EU-handel in goederen met het Verenigd Koninkrijk en andere internationale partners (bron: Eurostat EXT_ST_EU27_2020SITC)



2. Handel in diensten

Als we naar de kortere termijn kijken, heeft de bilaterale handel in diensten voor zowel de uitvoer als invoer van de EU zich in de eerste drie kwartalen van 2022, net als bij de goederen, aanzienlijk hersteld en het niveau van vóór de pandemie in 2019 overschreden (figuur 3).


Figuur 3: EU-handel in diensten met het Verenigd Koninkrijk (2019-2022); bron: Eurostat (BOP_EU6_Q)

De waarde van de EU-uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk bedroeg in de eerste drie kwartalen van 2022 181 miljard EUR, een stijging met 25,6 % ten opzichte van dezelfde periode in 2021. De waarde van de EU-invoer uit het Verenigd Koninkrijk bedroeg 139 miljard EUR, een stijging met 13,1 % ten opzichte van dezelfde periode in 2021. Deze groei was echter minder dynamisch in vergelijking met de EU-handel in diensten met andere internationale partners, waarbij de EU-uitvoer met 27,8 % en de invoer met 31,3 % toenam.

Ook als we naar de langere termijn kijken, waren zowel de EU-uitvoer als -invoer van diensten naar en vanuit het Verenigd Koninkrijk minder dynamisch dan de EU-handel met andere internationale partners. Terwijl de totale EU-handel in diensten met haar internationale partners exclusief het Verenigd Koninkrijk in 2022 met 51 % is toegenomen ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2016, was deze toename geringer voor de handel in diensten met het Verenigd Koninkrijk: 38 % ten opzichte van dezelfde periode van 2016 (figuren 4 en 5).


Figuur 4: EU-uitvoer van diensten naar het Verenigd Koninkrijk en andere internationale partners (2016-2022); bron: Eurostat (BOP_EU6_Q)


Figuur 5: EU-invoer van diensten uit het Verenigd Koninkrijk en andere internationale partners (2016-2022); bron: Eurostat (BOP_EU6_Q)



2. Conclusie

Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, zoals verwacht, een negatief effect heeft gehad op de handelsstromen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. De gegevens zijn in overeenstemming met talrijke evaluaties die door diverse organen, instellingen en belanghebbenden zijn uitgevoerd. Het Office for Budget Responsibility van het Verenigd Koninkrijk, dat onafhankelijke analyses van de overheidsfinanciën maakt, schat bijvoorbeeld dat het totale handelsvolume met de EU 15 % lager ligt dan het geval zou zijn geweest als het Verenigd Koninkrijk lidstaat was gebleven58. Voor Britse bedrijven die naar de EU exporteren, heeft het de hogere kosten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU geraamd op 15 miljard GBP per jaar59. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat sommige voedselproducenten uit het Verenigd Koninkrijk hun export naar de EU hebben stopgezet60.


2. Verkeer van personen61

Het einde van het vrije verkeer van personen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk leidde, zoals verwacht, tot een sterke afname van de mobiliteit. Het had ook een effect op korte bezoeken. Hoewel sommige van de hieronder gepresenteerde gegevens betrekking hebben op het jaar 2021, aangezien niet alle statistieken voor 2022 beschikbaar waren op het moment dat dit verslag werd aangenomen, wijst niets erop dat de trends zijn veranderd. Tussen juni 2021 en juni 2022 verlieten namelijk meer EU-burgers het Verenigd Koninkrijk dan er aankwamen, wat resulteerde in een negatieve nettomigratie van 51 000 EU-burgers62. Ongeveer 52 000 EU-burgers kregen een visum om in het Verenigd Koninkrijk te verblijven, wat slechts 5 % van alle verleende visa is63.

6.2.1. Mobiliteit van werknemers en studenten

Sinds 1 januari 2021 hebben EU-burgers een werkvisum nodig om in het Verenigd Koninkrijk te mogen werken. In 2021 vroegen ongeveer 34 000 EU-burgers, waaronder werknemers met een kort dienstverband en grensarbeiders, een werkvisum aan. Deze laatste categorie vertegenwoordigde meer dan een derde van alle aanvragen van EU-burgers. In totaal was amper 13 % van alle aanvragen voor werkvisa die in het Verenigd Koninkrijk werden ingediend, afkomstig van EU-burgers64.

EU-burgers gingen ook minder vaak in het Verenigd Koninkrijk studeren. Het aantal aanvragen van EU-burgers om zich aan universiteiten in het Verenigd Koninkrijk in te schrijven, is aanzienlijk gedaald: van 98 580 in 2020 tot 48 350 in 2022, wat neerkomt op een daling met bijna 50 %65.

In de EU kregen 44 403 burgers van het Verenigd Koninkrijk in 2021 een eerste verblijfsvergunning omwille van werk, familie, studie of om andere redenen. Van de eerste verblijfsvergunningen werden er 8 960 afgegeven voor werk en 4 959 voor studie66.

6.2.2. Bezoeken van korte duur

Er geldt momenteel geen visumplicht voor kortdurende bezoeken van EU-burgers aan het Verenigd Koninkrijk en omgekeerd. Dit houdt echter niet automatisch een recht op toegang in. Na afloop van de overgangsperiode is het aantal EU-burgers aan wie de toegang tot het Verenigd Koninkrijk werd geweigerd en die vervolgens terugkeerden, in feite aanzienlijk toegenomen. In 2020 werd aan 1 722 EU-burgers de toegang tot het Verenigd Koninkrijk geweigerd, wat neerkwam op 17 % van alle weigeringen. Uit de door het Verenigd Koninkrijk in 202267 gepubliceerde gegevens blijkt dat dit cijfer in 2021 sterk is gestegen, tot 12 523 EU-burgers (68 % van alle weigeringen). Ter vergelijking: het aantal burgers van het Verenigd Koninkrijk aan wie in 2021 de toegang tot de EU werd geweigerd, vertegenwoordigde slechts 3,2 % van alle weigeringen. In een verslag uit 2022 van de Independent Chief Inspector of Borders and Immigration (onafhankelijke hoofdinspecteur voor grenzen en immigratie) van het Verenigd Koninkrijk werd geconcludeerd dat bepaalde EU-onderdanen die het land wilden binnenkomen, strenger door de Border Force werden gecontroleerd, zonder dat daarvoor voldoende redenen bestonden68.

6. Conclusies

De handels- en samenwerkingsovereenkomst is een zeer goede overeenkomst voor de EU: zij heeft betrekking op de belangen van de EU op het gebied van handel en samenwerking met het Verenigd Koninkrijk. Tegelijkertijd weerspiegelt de overeenkomst volledig de politieke rode lijnen die de EU en de lidstaten gezamenlijk hebben vastgesteld na het besluit van het Verenigd Koninkrijk om zich uit de Unie terug te trekken.

De handels- en samenwerkingsovereenkomst functioneert in het algemeen goed. In 2022 is veel vooruitgang geboekt bij het afronden van de institutionele regelingen, en hoewel er nog uitdagingen zijn, zijn de sectorale bepalingen van de handels- en samenwerkingsovereenkomst operationeel. De meeste resterende problemen hielden verband met de hardnekkige weigering van het Verenigd Koninkrijk om zijn juridische verplichtingen uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord na te komen. In de politieke verklaring van Windsor van 27 februari 2023 hebben zowel de Europese Commissie als de regering van het Verenigd Koninkrijk echter te kennen gegeven dat zij van plan zijn de mogelijkheden van de handels- en samenwerkingsovereenkomst in de toekomst ten volle te benutten69.

Wat de ontwikkeling van het recht in het Verenigd Koninkrijk betreft, werd 2022 gekenmerkt door aankondigingen. Het blijft van cruciaal belang om in de gaten te houden in welke gevallen de aankondigingen zullen leiden tot wetgevende of regelgevende maatregelen met betrekking tot de in de handels- en samenwerkingsovereenkomst aangegane verbintenissen inzake gelijke concurrentievoorwaarden.

Hoewel de handels- en samenwerkingsovereenkomst een van de meest ambitieuze en uitgebreide overeenkomsten in haar soort is, verschilt zij conceptueel sterk van deelname aan de eengemaakte markt en de douane-unie van de Unie. Nu de handels- en samenwerkingsovereenkomst inmiddels twee jaar is toegepast, zijn de gevolgen van de ontrafeling van de diepgaande economische integratie door de eengemaakte markt, de douane-unie en ander flankerend beleid duidelijker geworden.

Bijlage 1: Vergaderingen van de op grond van de handels- en samenwerkingsovereenkomst opgerichte gemengde organen in 2022

Gemengd orgaanDatum
Gespecialiseerd Comité voor energie (tweede vergadering)30 maart 2022
Gespecialiseerd Comité voor de visserij (derde vergadering)27 april 2022
Gespecialiseerd Comité voor het luchtvervoer (tweede vergadering)28 juni 2022
Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid (tweede vergadering)30 juni 2022
Gespecialiseerd Comité voor visserij (vierde vergadering)20 juli 2022
Gespecialiseerd Comité voor de deelname aan programma’s van de Unie (tweede vergadering)22 september 2022
Gespecialiseerd Comité voor energie (derde vergadering)28 september 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor goederen (tweede vergadering)5 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor administratieve samenwerking inzake btw en inning van belastingen en rechten (tweede vergadering)6 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor intellectuele eigendom (tweede vergadering)10 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor een gelijk speelveld voor open en eerlijke mededinging en duurzame ontwikkeling (tweede vergadering)12 oktober 2022
Gespecialiseerd Comité voor rechtshandhaving en justitiële samenwerking (tweede vergadering)13 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor douanesamenwerking en oorsprongsregels (tweede vergadering)17 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen (tweede vergadering)19 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor diensten, investeringen en digitale handel (tweede vergadering)20 oktober 2022
Gespecialiseerd Comité voor visserij (vijfde vergadering)21 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor technische handelsbelemmeringen (tweede vergadering)24 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor samenwerking op regelgevingsgebied (tweede vergadering)26 oktober 2022
Gespecialiseerd Handelscomité voor overheidsopdrachten (tweede vergadering)27 oktober 2022
Gespecialiseerd Comité voor de veiligheid van de luchtvaart (tweede vergadering)14 november 2022
Gespecialiseerd Comité voor het wegvervoer (tweede vergadering)21 november 2022
Comité voor het handelspartnerschap1 december 2022
Partnerschapsraad--


1 Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (PB L 149/10) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:22021A0430(01)&from=NL

2 Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149/2) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32021D0689&from=NL

3 Het in artikel 409 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde deskundigenpanel zal naar verwachting in 2023 worden opgericht.

4 https://ec.europa.eu/info/strategy/relations-non-eu-countries/relations-united-kingdom/eu-uk-trade-and-cooperation-agreement/meetings-eu-uk-partnership-council-and-specialised-committees-under-trade-and-cooperation-agreement_en

5 De agenda’s van de vergaderingen van de Parlementaire Partnerschapsassemblee: https://www.europarl.europa.eu/delegations/en/d-uk/activities/inter-parliamentary

6 De volledige samenstelling van de binnenlandse adviesgroep van de EU op grond van de handels- en samenwerkingsovereenkomst is hier gepubliceerd: https://www.eesc.europa.eu/nl/sections-other-bodies/other/eu-domestic-advisory-group-under-eu-uk-tca/organisation

7 De notulen van de vergaderingen zijn hier gepubliceerd: https://www.eesc.europa.eu/nl/sections-other-bodies/other/eu-domestic-advisory-group-under-eu-uk-tca/events

8 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32022D0567

9 De agenda van de vergadering is hier gepubliceerd: https://policy.trade.ec.europa.eu/events/first-eu-uk-trade-and-cooperation-agreement-civil-society-forum-2022-10-04_en

10 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A22022D2550

11 Artikel 749, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

12 Artikel 374, lid 3, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

13 Bij de handel in goederen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk zijn douanerechten verschuldigd op niet-oorsprongsgoederen en op goederen uit het Verenigd Koninkrijk waarvoor geen verzoek om preferentiële tariefbehandeling is ingediend (“niet-gebruik”). Op basis van gegevens uit 2021 kan worden geschat dat de douanerechten over de invoer van producten vanuit het Verenigd Koninkrijk naar de EU jaarlijks ongeveer 1,2 miljard EUR bedragen.

14 http://data.europa.eu/eli/dec/2022/2064/oj

15 Zie de bijlagen 3 en 5 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

16 Artikel 74, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

17 Artikel 74, lid 1, punt a), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

18 https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/

19 https://www.gov.uk/government/publications/contracts-for-difference/contract-for-difference

20 https://policy.trade.ec.europa.eu/news/eu-and-uk-agree-way-forward-wto-dispute-concerning-uks-green-energy-subsidy-scheme-2022-07-01_en

21 Contracts for Difference (CfD) Allocation Round 4: Supply Chain Plan questionnaire and guidance - GOV.UK (www.gov.uk).

22 https://www.gov.uk/government/news/new-approach-to-import-controls-to-help-ease-cost-of-living

23 https://questions-statements.parliament.uk/written-statements/detail/2022-11-14/hcws366

24 Op grond van punt 7 van bijlage 21 (Zakelijke bezoekers voor vestigingsdoeleinden, Binnen een onderneming overgeplaatste personen, en Zakelijke bezoekers voor een kort verblijf) moet het Verenigd Koninkrijk heffingen, vergoedingen of belastingen die door het Verenigd Koninkrijk worden opgelegd (niet zijnde vergoedingen voor de verwerking van een aanvraag of verlenging van een visum, werkvergunning of verblijfsvergunning) wegens de toelating om een activiteit te verrichten of om een persoon in dienst te nemen welke die activiteit kan verrichten op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk, afschaffen, tenzij het een vereiste is dat in overeenstemming is met artikel 140, lid 3, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, of een gezondheidsvergoeding uit hoofde van nationale wetgeving in verband met een aanvraag voor een vergunning om het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk binnen te komen of daar te verblijven, te werken of te wonen.

25 https://www.legislation.gov.uk/ukdsi/2022/9780348239614/pdfs/ukdsi_9780348239614_en.pdf

26 https://www.gov.uk/government/publications/sponsor-a-global-business-mobility-worker

27 Zo steeg de Britse uitvoer van gas met 336 % en die van elektriciteit met 138 % in 2022 ten opzichte van de totale uitvoer in 2021: gegevens geëxtraheerd van het transparantieplatform van het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (https://transparency.entsoe.eu) en het transparantieplatform van het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (https://transparency.entsog.eu/), en samengevoegd door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

28 Artikel 315 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

29 Daarnaast heeft de Commissie het Verenigd Koninkrijk, buiten de handels- en samenwerkingsovereenkomst om, uitgenodigd voor een vergadering van de coördinatiegroepen voor gas en elektriciteit om informatie uit te wisselen over de voorbereiding op de winter.

30 https://energy.ec.europa.eu/nsec-uk-memorandum-understanding_en

31 https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=C(2022)6624&lang=en

32 https://commission.europa.eu/content/decisions-and-recommendations-specialised-committees-and-trade-specialised-committees_en

33 https://transport.ec.europa.eu/news/eu-recognition-uk-system-training-and-certifying-seafarers-2022-10-27_en

34 https://www.imo.org/en/OurWork/HumanElement/Pages/STCW-Conv-LINK.aspx

35 Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 14.6.2022 houdende machtiging van Frankrijk tot het sluiten van een nieuwe overeenkomst krachtens artikel 14, lid 5, van Richtlijn 2012/34/EU voor de toepassing van artikel 10, lid 9, van Richtlijn (EU) 2016/798, C(2022) 3813 final.

36 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32022D1014&from=NL

37 Besluit nr. 2/2021 van de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, van 21 december 2021 wat betreft de verlenging van de overgangsperiode waarin het Verenigd Koninkrijk mag afwijken van de verplichting om de persoonsgegevens van passagiers na hun vertrek uit het Verenigd Koninkrijk te wissen (PB L 467 van 29.12.2021, blz. 6), http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:22021D2323

38 https://eur-lex.europa.eu/eli/dec/2022/2549/oj

39 Overeenkomstig het politieke akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad over de uitoefening van de rechten van de EU bij de handhaving van de handels- en samenwerkingsovereenkomst moet de Commissie in haar jaarverslag een overzicht opnemen van de klachten die zij met betrekking tot de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft ontvangen en van de follow-up die hieraan is gegeven.

40 https://ec.europa.eu/assets/sg/complaint_eu_uk_tca/complaints_nl/

41https://assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/1054643/benefits-of-brexit.pdf

42 https://www.nao.org.uk/reports/regulating-after-eu-exit/

43 https://committees.parliament.uk/publications/30148/documents/174754/default/

44 https://bills.parliament.uk/bills/3227

45 https://bills.parliament.uk/bills/3322

46 https://bills.parliament.uk/bills/3340

47 https://www.legislation.gov.uk/ukpga/2022/23/enacted

48 https://www.gov.uk/government/publications/uk-subsidy-control-statutory-guidance

49 https://www.legislation.gov.uk/ukdsi/2022/9780348240023/introduction

50 https://ec.europa.eu/info/publications/annual-report-implementation-and-application-trade-and-cooperation-agreement-between-european-union-and-united-kingdom-great-britain-and-northern-ireland_en

51 https://www.legislation.gov.uk/uksi/2003/3319/regulation/7/made

52 https://www.tuc.org.uk/research-analysis/reports/tuc-submission-ilo-committee-experts

53 https://bills.parliament.uk/bills/3167

54 Tenzij anders is aangegeven, zijn alle cijfers in dit hoofdstuk gebaseerd op gegevens van Eurostat.

55 Voor een analyse en prognose vanuit macro-economisch oogpunt wordt verwezen naar de Europese economische najaarsprognose 2022 van de Commissie, https://economy-finance.ec.europa.eu/system/files/2023-01/ip187_en.pdf

56 Alle cijfers in dit deel zijn gebaseerd op voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens.

57 De gegevens over de handel met het Verenigd Koninkrijk voor de referentieperioden tot en met december 2020 zijn gebaseerd op statistische concepten die van toepassing zijn op de handel tussen de EU-lidstaten. Vanaf januari 2021 zijn de gegevens over de handel met het Verenigd Koninkrijk gebaseerd op een gemengd concept. Voor de handel met Noord-Ierland zijn de statistische concepten dezelfde als die voor de handel tussen de lidstaten, terwijl voor de handel met het Verenigd Koninkrijk exclusief Noord-Ierland dezelfde statistische concepten gelden als voor de handel met andere partnerlanden buiten de EU.

58 https://obr.uk/forecasts-in-depth/the-economy-forecast/brexit-analysis/

59 https://ukandeu.ac.uk/the-new-costs-for-business-post-brexit/

60 De landbouw- en voedingsmiddelenindustrie alleen al schatte de kosten van de bureaucratie als gevolg van de brexit op 60 miljoen GBP. https://www.foodmanufacture.co.uk/Article/2022/02/23/Brexit-red-tape-has-cost-food-businesses-60m

61 Dit deel heeft geen betrekking op het verkeer van Ierse en Britse onderdanen tussen het Verenigd Koninkrijk en Ierland in de Common Travel Area.

62https://www.ons.gov.uk/peoplepopulationandcommunity/populationandmigration/internationalmigration/bulletins/longterminternationalmigrationprovisional/yearendingjune2022

63 https://ukandeu.ac.uk/what-have-we-learned-about-migration-from-the-census/

64 https://migrationobservatory.ox.ac.uk/resources/briefings/work-visas-and-migrant-workers-in-the-uk/

65 https://migrationobservatory.ox.ac.uk/resources/briefings/student-migration-to-the-uk/

66 Er zijn geen gegevens beschikbaar voor Malta en Slowakije.

67 https://www.gov.uk/government/statistics/immigration-statistics-year-ending-march-2022/how-many-people-are-detained-or-returned

68https://assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/1111534/An_inspection_of_juxtaposed_controls__May_June_2022.pdf

69 https://commission.europa.eu/system/files/2023-02/political%20declaration.pdf

NL NL