Bijlagen bij COM(2022)580 - Verslag overeenkomstig Verordening 2019/880 betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage I: Strategische meerjarenplanning    

Bijlage II: Tijdschema voor de hoofdfasen van het project en de kritieke mijlpalen    


VERKLARENDE BEGRIPPENLIJST

BusinesscaseHet document waarin het IT-project wordt gemotiveerd en de vereiste budgettaire middelen ervan worden vastgesteld.
VisiedocumentIn het visiedocument worden de aannames uit de businesscase uitgewerkt. Hierin worden het partnerschap tussen de systeemeigenaar en de systeemaanbieder en het inzicht in de werking van het systeem op het moment van schrijven beschreven.
ICG-systeemSysteem voor de invoer van cultuurgoederen: het gecentraliseerde elektronische systeem voor de invoer van cultuurgoederen.
TracesTrade Control and Expert System: het meertalige onlineplatform van de Europese Commissie voor sanitaire en fytosanitaire certificering.
EU-CSW-CERTEXEU-douane-éénloketsysteem voor de uitwisseling van certificaten.
MFKMeerjarig financieel kader: de langetermijnbegroting van de EU, van 2021 tot 2027.
BPMBedrijfsprocesmodel: de bedrijfsprocesmodellering beschrijft het geheel van bedrijfsprocessen en informatiestromen op toepassingsniveau, en vult het tijdens de “systeemspecificatie”-fase opgestelde bedrijfsprocesmodel op systeemniveau aan om rekening te houden met de specifieke behoeften van de toepassing.


1.INLEIDING

Verordening (EU) 2019/880 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 1 betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen (hierna “de verordening”) is gericht op het voorkomen van de illegale handel in cultuurgoederen, in het bijzonder wanneer deze bijdraagt aan de financiering van terrorisme, en verbiedt de invoer in het douanegebied van de Unie van cultuurgoederen die illegaal uit derde landen zijn uitgevoerd.

De verordening onderwerpt de invoer van bepaalde cultuurgoederen waarvan wordt aangenomen dat die het meeste gevaar lopen (namelijk archeologische voorwerpen en delen van monumenten die niet in hun geheel bewaard zijn gebleven), aan een vergunningplicht, en de invoer van andere, waarvan wordt aangenomen dat die minder gevaar lopen, aan het vereiste van een importeursverklaring. Ze zorgt er ook voor dat die cultuurgoederen bij invoer in de Unie aan uniforme controles worden onderworpen. Voor de invoer van bepaalde cultuurgoederen die voor specifieke (onderwijskundige, wetenschappelijke of onderzoeksgerelateerde) toepassingen zijn bedoeld, geldt een vrijstelling van deze documentatievereisten.

Importeurs zullen pas een invoervergunning moeten verkrijgen dan wel een importeursverklaring moeten opstellen en bij de douane moeten indienen nadat een gecentraliseerd elektronisch systeem (het ICG-systeem) operationeel is geworden.

Dit ICG-systeem zal niet alleen dienen als middel voor de afhandeling van formaliteiten door marktdeelnemers, maar ook voor de opslag en uitwisseling van gegevens tussen de douanediensten van de lidstaten die met de uitvoering van de verordening zijn belast (douane- en culturele autoriteiten).

Het goed functioneren van het ICG-systeem hangt nauw samen met het succes van de EU-éénloketomgeving voor de douane 2 , die bedoeld is om een rechtsgrondslag te bieden voor het functioneren van het EU-douane-éénloketsysteem voor de uitwisseling van certificaten (EU-CSW-CERTEX). De “EU-éénloketomgeving voor de douane” moet zorgen voor een snellere en efficiëntere uitwisseling van elektronische gegevens tussen de nationale douanediensten en de regelgevende instanties van de EU over diverse beleidsterreinen heen. Zo wordt een digitaal kader gecreëerd voor een betere samenwerking tussen alle grensautoriteiten en worden de administratieve controles bij het in- en uitklaren vergemakkelijkt.

Het EU-CSW-CERTEX is de centrale component van het EU-éénloketsysteem en is door de Commissie ontwikkeld om de nationale éénloketomgevingen voor de douane te koppelen aan systemen of databanken van de Unie voor het beheer van niet-douanegerelateerde vereisten, zodat alle betrokken autoriteiten toegang hebben tot de relevante gegevens en gemakkelijker kunnen samenwerken bij grenscontroles.

Het EU-CSW-CERTEX regelt de gegevensuitwisseling voor een groot aantal andere niet-douanegerelateerde formaliteiten die in EU-databanken zijn ondergebracht en door verschillende rechtshandelingen onder de verantwoordelijkheid van verschillende directoraten van de Commissie worden geregeld, waaronder de formaliteiten in verband met cultuurgoederen.

Elke twaalf maanden na de inwerkingtreding van de verordening moet de Commissie, totdat het elektronische systeem operationeel wordt, het Europees Parlement en de Raad een verslag voorleggen over de vooruitgang die is geboekt bij het opzetten van dit elektronische systeem.

De Commissie heeft in juni van 2020 haar eerste jaarlijkse voortgangsverslag ingediend 3 . In dat verslag worden de activiteiten gepresenteerd die de diensten van de Commissie in het eerste jaar na de inwerkingtreding van de verordening hebben ondernomen, namelijk: a) de voorbereidende werkzaamheden voor de vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsbepalingen; en b) overleg met de lidstaten via de deskundigengroep voor douanezaken in verband met cultuurgoederen en de projectgroep betreffende de invoer van cultuurgoederen.

Het tweede jaarlijkse voortgangsverslag is in juli 2021 ingediend 4 . In dat verslag wordt de geboekte vooruitgang gepresenteerd wat betreft de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1079 5 van de Commissie, alsook de uitrol van fase 1 (“Conceptualisering”) van het ICG-project, de werkzaamheden van de daartoe opgerichte projectgroep en de voortgang van de businesscase en het visiedocument voor het ICG-project.

Het derde voortgangsverslag heeft betrekking op de periode van juli 2021 tot juni 2022. De te bereiken doelstellingen, de projectarchitectuur en het plan van aanpak die in het eerste jaarlijkse voortgangsverslag zijn beschreven, worden hier omwille van de volledigheid ook nog eens kort vermeld. Het eindoordeel over de geboekte vooruitgang en de geconstateerde risico’s op vertraging worden onder “Conclusies” samengevat.

2.TE BEREIKEN DOELSTELLINGEN

Het ICG-systeem moet uiterlijk op 28 juni 2025 operationeel worden; vanaf die datum moeten alle marktdeelnemers die legaal specifieke categorieën van cultuurgoederen in de Unie willen invoeren 6 , voor het verkrijgen van een invoervergunning of het bij de douane indienen van een importeursverklaring, immers verplicht gebruikmaken van dit systeem.

Na de vaststelling, in juni 2021, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1079 van de Commissie en de goedkeuring van het visiedocument is de ontwikkelingsfase van het ICG-systeem begonnen. Die zal ongeveer twee jaar duren en aan het einde ervan start de derde fase. In de derde fase wordt het ICG-systeem aan het EU-CSW-CERTEX gekoppeld, zodat er documenten kunnen worden uitgewisseld met de douanesystemen van de lidstaten. Tegelijkertijd worden er ook opleidingssessies georganiseerd, zodat de diensten zich vertrouwd kunnen maken met de operationele functies van het ICG-systeem.

Samen met andere activiteiten van de diensten van de Commissie op douanegebied is ook het project betreffende de invoer van cultuurgoederen in detail gepland in het kader van de revisie van het strategisch meerjarenplan voor de douane van 2019 7 (“MASP-C rev. 2019”). Voor een schematische samenvatting van de planning van het project betreffende de invoer van cultuurgoederen, afkomstig uit “MASP-C rev. 2019”, wordt verwezen naar bijlage I (tabel 1).

Zoals reeds is uiteengezet, wordt een deel van het project betreffende de invoer van cultuurgoederen ook ontwikkeld binnen het project voor de ontwikkeling van een éénloketomgeving voor de douane (zie “MASP-C rev. 2019”, fiche 1.13), waarvan het EU-CSW-CERTEX het belangrijkste IT-systeem is. Voor een schematische samenvatting van de planning van het EU-CSW-CERTEX-project, afkomstig uit “MASP-C rev. 2019” (fiche 1.13), wordt verwezen naar bijlage I (tabel 2).

3.PROJECTARCHITECTUUR EN PLAN VAN AANPAK

Zoals in het eerste jaarlijkse voortgangsverslag analytisch is uiteengezet, is de projectarchitectuur gebaseerd op de methodologie zoals beschreven in “MASP-C rev. 2019” en de bijlagen daarbij, waaronder de governanceregeling 8 , het EU-beleid inzake het modelleren van bedrijfsprocessen voor de douane 9 en de IT-strategie 10 . Zie bijlage II voor een uitgebreide routekaart, met de hoofdfasen van het project en de kritieke mijlpalen.

Hoewel het project tegelijkertijd op verschillende niveaus wordt uitgevoerd, kan het schematisch in drie fasen worden ingedeeld:

Fase 1 — Conceptualisering: Eerst wordt een businesscase opgesteld, waarin het project wordt gemotiveerd en de vereiste budgettaire middelen worden vastgesteld. Voorts worden niveau 3 (Gebruikerseisen BPM’s) en niveau 4 (Functionele eisen BPM’s) opgeleverd, met als doel een visuele voorstelling van de bedrijfsprocessen en de gedetailleerde functionele eisen te verschaffen, zodat het beoogde operationele IT-systeem zal functioneren zoals beschreven in de wetgeving. Daarna wordt een visiedocument opgesteld, dat nadere informatie verstrekt over de contouren van het project wat architectuur, kosten, tijdpad en risico’s betreft, en ook informatie zoals mijlpalen, op te leveren resultaten en projectorganisatie. Deze documenten vormen een weergave van de besprekingen en van de inhoud van de uitvoeringshandeling die door de Commissie moet worden opgesteld.

Fase 2 — Systeemontwikkeling: Op basis van de bepalingen van de uitvoeringshandeling en de geformuleerde gebruikersvereisten en de functionele specificaties van het systeem worden er technische specificaties opgesteld over de wijze waarop het systeem wordt ingericht en ontwikkeld. Deze technische specificaties omvatten: de architectuur die zal worden gebruikt, de berichten die marktdeelnemers moeten indienen, de interfaces met andere systemen, testplannen enz.

Zodra het ontwerp van het systeem vanuit conceptueel oogpunt gereed is en de in tabel 1 vermelde resultaten (mijlpalen 1 en 3, zie bijlage I) zijn opgeleverd, begint het meer diepgaande werk en wordt er ook rekening gehouden met de meer technische aspecten. De specificaties van de toepassing en de dienst (“Application & Service”) en de technische systeemspecificaties die dan worden opgesteld, zijn de concretisering van de businesscase (voorbereid tijdens fase 1) en het visiedocument (voorbereid tijdens fase 2). Het ICG-systeem zal worden geïntegreerd in het bestaande Traces-platform en daarom de meeste van de bestaande specificaties, architectuur, berichten en interfaces hergebruiken.

Fase 3 — Uitrol en gebruik: Met deze fase gaat de daadwerkelijke ontwikkeling van het IT-systeem (constructiefase) van start, die wordt gevolgd door een overgangsfase waarin de vroege versies van het ICG-systeem geleidelijk zullen worden uitgerold naar de verschillende gebruikersgroepen en op fouten zullen worden getest, zodat de marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten uiterlijk op 28 juni 2025 goed in het gebruik van het systeem zijn opgeleid. Op deze fase volgt een periode van zes maanden van nazorg, waarin het systeem nauwkeurig wordt afgestemd om te voldoen aan eventuele operationele behoeften die doorgaans pas aan het licht komen nadat het gebruik van een IT-systeem verplicht is geworden, en om ervoor te zorgen dat het systeem probleemloos werkt.

Opgemerkt moet worden dat het ICG-systeem, op grond van het voorstel van de Commissie voor een Europese éénloketomgeving voor de douane 11 , uiterlijk 3 maart 2025 via het EU-CSW-CERTEX aan de douanediensten van de lidstaten zal worden gekoppeld, zodat een geautomatiseerde douanecontrole kan plaatsvinden van de documenten die voor de invoer van cultuurgoederen zijn afgegeven. Dit vereist conformiteitstesten.

4.OVERZICHT VAN GEBOEKTE VOORUITGANG 

Vaststelling van uitvoeringsbepalingen

Tijdens de vorige fase heeft de Commissie de nodige uitvoeringsbepalingen voor het opzetten van het elektronische systeem vastgesteld. Om zich een beter beeld te vormen van de praktische uitvoeringskwesties, heeft zij uitvoerig overleg gepleegd met de vertegenwoordigers van de lidstaten in de deskundigengroep voor douanezaken in verband met cultuurgoederen 12 en in het Comité voor cultuurgoederen.

Verenigingen van kunstmarkten zijn door de diensten van de Commissie geïnformeerd over de stand van zaken van de werkzaamheden, zodat de praktische uitvoering van de verordening niet in conflict komt met de marktrealiteit. Tijdens de vaststellingsprocedure is de ontwerpuitvoeringshandeling tevens gedurende een periode van vier weken online beschikbaar gesteld om belanghebbenden te kunnen raadplegen.

Conceptualisering — Businesscase

De businesscase is op 23 september 2020 door de raad voor informatietechnologie en cyberbeveiliging (ITCB) 13 van de Europese Commissie en op 16 oktober 2020 door de Coördinatiegroep elektronische douane 14 goedgekeurd zonder opmerkingen. In de businesscase zijn verschillende alternatieven onderzocht en wordt bevestigd dat het door het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid (DG SANTE) beheerde Traces-systeem het meest geschikte platform is voor de ontwikkeling van het ICG-systeem, aangezien de meeste functies die nodig zijn voor de certificerings- en vergunningsregelingen op dat platform al goed ontwikkeld zijn.

Projectomschrijving — Visiedocument

Het visiedocument is een verdere uitwerking van de eerste beoordeling uit de businesscase en gaat in op de methodologische benadering, het projectbeheer en de synergieën met andere projecten. De uitkomst daarvan is dat het ICG-systeem in het kader van een partnerschap tussen het directoraat-generaal voor Belastingen en Douane-unie (DG TAXUD) en DG SANTE zal worden ontwikkeld, waarbij de langdurige samenwerking en synergie tussen deze twee directoraten-generaal zal dienen als hefboom voor de samenwerking tussen douane en bevoegde partnerautoriteiten, een samenwerking die wat invoercontroles op dieren, levensmiddelen en diervoeders betreft tot dusverre uiterst succesvol is gebleken. Het visiedocument is op 25 juni 2021 goedgekeurd door de Coördinatiegroep elektronische douane.

Projectontwikkeling

Aangezien de wetgeving 15 tot vaststelling van de werking en de wettelijke termijnen van het ICG-systeem reeds zijn vastgesteld, zijn de technische activiteiten tijdens de verslagperiode goed gevorderd. Zowel niveau 3 (Gebruikerseisen BPM’s) als niveau 4 (Functionele eisen BPM’s) zijn door de lidstaten beoordeeld en op ARIS 16 Publisher gepubliceerd. Hoewel dit pakket reeds de eerste versie van de BPM’s bevat, zullen tijdens de ontwikkelingsfase aanvullende updates nodig zijn.

Verder is het document met de bedrijfsaanvaardingscriteria (BAC-document) opgesteld en in het eerste kwartaal van 2022 opgeleverd. Dit document bevat richtsnoeren voor het uitvoeren van alle bedrijfstests, met inbegrip van de acceptatietests, zodat de uitvoering van het systeem kan worden gevalideerd ten opzichte van de systeem- en toepassingsspecificaties. Het document bevat alle testscenario’s 17 die nodig zijn om de bedrijfsmatige 18 en functionele eisen 19 van het ICG-systeem uitvoerig te testen, teneinde te waarborgen dat alle geïdentificeerde bedrijfsbehoeften door het systeem kunnen worden uitgevoerd. Met het oog op deze toetsing zijn er vier groepen testscenario’s. Zij bevatten een beschrijving van de bedrijfsprocessen en zijn gekoppeld aan de bedrijfsdomeinen die onder de werkingssfeer van het BAC-document vallen, namelijk 1) de invoervergunning voor cultuurgoederen, 2) de importeursverklaring voor cultuurgoederen, 3) het document met de algemene beschrijving en 4) de administratieve samenwerking.

De testscenario’s worden voorgesteld als een opeenvolging van stappen die end-to-endprocessen beschrijven zoals gedefinieerd door de BPM’s van niveau 4. Op basis daarvan zijn de testcases 20 opgesteld en zijn voor bepaalde scenario’s specifieke testcases gedefinieerd. Testcases vertegenwoordigen de verschillende bedrijfswerkstromen van een specifiek scenario, afhankelijk van inputparameters, randvoorwaarden en alle informatie in een dataset. Door alle testcases voor een specifiek scenario uit te voeren, kan het end-to-endproces op positieve en negatieve stromen worden gecontroleerd.

Aangezien het ICG-systeem een Traces-module zal zijn waarvoor de interface reeds is ontworpen, moeten de invoervergunning, de importeursverklaring en het document met de algemene beschrijving worden afgestemd op de huidige interface. Daarom moet de Traces-omgeving worden geconfigureerd en voorzien van testgegevens om alle testscenario’s en testcases correct te kunnen uitvoeren.

Met behulp van het BAC-document werden gebruikersverhalen gecreëerd die aan de in het BAC-document gedefinieerde testcases werden gekoppeld. Op die manier werd de informatie gecontroleerd die de ontwikkelaars nodig hadden voor het inschatten en implementeren van de functionaliteiten om aan de eisen te voldoen. Het instrument dat werd gebruikt voor het creëren en bijhouden van deze verhalen is Jira, een softwaretoepassing die wordt gebruikt voor projectbeheer, om de voortgang en specifieke informatie met betrekking tot de vereiste inspanningen bij te houden, georganiseerd in betekenisvolle structuren voor zakelijke gebruikers, ontwikkelaars en andere relevante rollen binnen het project.

Methodologie: gebruikte aanpak voor de uitvoering van het ICG-systeem

De voor de uitvoering van het ICG-systeem gebruikte methodologische benadering is een mix van de Tempo-methode (DG TAXUD Electronic Management of Projects Online) voor de conceptualiseringsfase en kwaliteitsborging, en de Agile-praktijken die in DG SANTE worden toegepast voor ontwikkeling en uitrol. In deze context kunnen dankzij de regelmatige interne vergaderingen en demosessies reële functionaliteiten worden besproken en ingevoerd, waarbij al te uitgebreide mock-ups worden vermeden. Dankzij de adaptieve planning kan sneller en flexibeler op verwachtingen en wijzigingen worden gereageerd. Om nuttige feedback uit het veld te krijgen en het systeem naar behoren uit te rollen, zullen de lidstaten op vrijwillige basis worden betrokken zodra er een testversie is. De testomgeving zal vanaf het vierde kwartaal van 2022 van buitenaf toegankelijk zijn via algemene opleidingsprofielen.

Algemene planning

De ICG-functies worden ingedeeld in verschillende categorieën, die hieronder zijn opgesomd:

A) “ICG-kernfuncties met bestaande basis in Traces”: essentiële functies waarbij bestaande functionaliteit wordt hergebruikt;

B) “ICG-kernfuncties zonder bestaande basis in Traces”: essentiële functies die vanaf nul moeten worden opgebouwd;

C) “ICG-functies die geen kernfuncties zijn”: belangrijke, maar niet-essentiële functies;

D) “Externe verbindingen”: functies die afhankelijk zijn van externe inputs;

E) “Buiten het toepassingsgebied”: voor ICG-functies die buiten het toepassingsgebied van de eerste versie van het ICG-systeem vallen (bv. artificiële intelligentie).

De onderstaande tabel bevat een raming van de beschikbaarheid per kwartaal.


Tabel 1: Algemeen overzicht van beschikbaarheidsdoelstellingen

De uitvoering is momenteel georganiseerd in acht releases vanaf het eerste kwartaal van 2022 tot het tweede kwartaal van 2024, met dien verstande dat deze planning voortdurend wordt verfijnd en geoptimaliseerd.

De eerste release (R1) heeft voornamelijk betrekking op de algemene functionele infrastructuur (bv. ondersteunende entiteiten, zoekindexen, referentiegegevens, gebruikers, rollen), maar ook op elementaire bedrijfsrelevante functionaliteit zoals de eerste beperkte reeks velden en de bijbehorende logica voor de ICG-documenten en de eerste ICG-ontwerpdocumenten.

Zoals blijkt uit de tabel (onderdeel “Externe verbindingen”), moeten de werkzaamheden voor de CERTEX-integratie nog beginnen (gepland vanaf het tweede kwartaal van 2023) en zullen zij een belangrijk onderdeel vormen van de algemene functies van het ICG-systeem, zodat gegevens met nationale douanesystemen kunnen worden uitgewisseld.

Verzoeken tot wijziging

Terwijl de ontwikkelingsactiviteiten vorderen en de interne besprekingen lopen, zijn er verschillende wijzigingen vastgesteld die in de BPM’s van het ICG-systeem op niveau 2 en niveau 4 moeten worden doorgevoerd. Daarom zullen de BPM’s in het derde kwartaal van 2022 worden bijgewerkt om rekening te houden met de laatste stand van zaken en zal ook het BAC-document dienovereenkomstig worden bijgewerkt om te worden aangevuld met nieuwe gegevensreeksen (of testcases) voor de testfase van het systeem.

Externe synergieën

Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie nauw samengewerkt met internationale organisaties, zoals de Internationale Museumraad (ICOM), zodat het systeem elementen van risicobeheer bevat, met name van de rode lijsten van de ICOM 21 . Bovendien zijn andere instrumenten die de ICOM gebruikt om het cultureel erfgoed te beschermen (d.w.z. Object ID 22 , Observatory 23 enz.) onderzocht met het oog op de bestrijding van de illegale handel.

Tegelijkertijd heeft de Commissie, in het licht van de voortdurende inspanningen met betrekking tot de digitalisering van de sector van cultuurgoederen en het gebruik van innovatieve technologieën, mogelijke synergieën met internationale organisaties verkend voor het mogelijke gebruik van artificiële intelligentie (d.w.z. om cultuurgoederen te beschrijven en potentieel valse informatie in importeursverklaringen en aanvragen voor invoervergunningen op te sporen).

Samenwerking tussen DG TAXUD en DG SANTE

Er bestaat een uitgebreide samenwerking tussen TAXUD en SANTE, aangezien beide directoraten-generaal verantwoordelijk zijn voor een aantal beleidsterreinen die nauw met elkaar verweven zijn. Er is een operationeel samenwerkingskader tussen beide partijen overeengekomen dat tijdens de verslagperiode verder is versterkt via continue monitoring.

Activiteiten met de projectgroep betreffende “Digitalisering van cultuurgoederen”

De Commissie heeft in het kader van het Douane-programma een projectgroep betreffende de digitalisering van cultuurgoederen opgericht 24 (vorige naam: “Projectgroep betreffende de invoer van cultuurgoederen). Deze groep fungeert als een discussieforum voor deskundigen van de nationale douanediensten van de lidstaten en bevoegde (culturele) autoriteiten die ervaring hebben met vergunningsformaliteiten in erfgoedzaken, in het bijzonder digitale vergunningverlening. De groep heeft ondersteuning geboden bij het opstellen van de uitvoeringshandeling en helpt de diensten van de Commissie met het definiëren van de parameters en het uitwerken van de criteria voor de functionele specificaties van het ICG-systeem.

De projectgroep 25 telt afgevaardigden van veertien lidstaten (AT, BE, BG, GR, ES, LV, PT, RO, DE, NL, IT, FR, HU en DK) en is tot dusver veertien keer bijeengekomen (waarvan vijf keer tijdens de verslagperiode van 29 juni 2021 tot 28 juni 2022).

Tijdens deze verslagperiode heeft de projectgroep vooral de volgende zaken onderzocht en besproken:

·registratie van begunstigden voor de vrijstelling van documentatievereisten (raming van verwachte aantallen, tijdschema);

·identificatie van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten binnen het ICG-systeem;

·document met veelgestelde vragen (FAQ’s) om technische bijstand te verlenen aan ICG-gebruikers;

·ICG-bibliotheek met basisinformatie over de wetgeving van derde (exporterende) landen;

·bewaring, oprichting van veilige plaatsen door de lidstaten (vrijwillige regeling);

·aspecten die nuttig zijn om de technische activiteiten vooruit te helpen, zoals: de vrije tekstvelden in de sjablonen voor invoervergunningen en importeursverklaringen beperken en lijsten met waarden genereren, rollen in Traces definiëren volgens de structuur die de lidstaten gebruiken, richtsnoeren voor preregistratie opstellen, ervoor zorgen dat voor elke lidstaat dezelfde evaluatiecriteria worden gebruikt (voor particuliere/semipublieke entiteiten of organen) om te bevestigen of een instelling voldoet aan het betrouwbaarheidsvereiste en andere belangrijke zaken;

·ontwikkelingen met artificiële intelligentie voor gebruik in een toekomstige versie van het ICG-systeem, waarbij innovatieve benaderingen worden vastgesteld om de wijze waarop cultuurgoederen door de EU-douane aan de grens worden beschreven en gecontroleerd, aan te pakken (de uitrol van artificiële intelligentie is niet gepland voor de eerste versie van het systeem en is een mogelijke toekomstige ontwikkeling);

·samenwerking met internationale organisaties (bv. ICOM voor de rode lijsten, met name voor het opzetten van een compendium of bibliotheek in het ICG-systeem om overheden en importeurs te helpen bij het beter herkennen van uitvoerbeperkingen of -vereisten in derde landen).

5.RISICO’S VAN VERTRAGING

Risico 1 — Toewijzing personele middelen

Het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voorzag niet in het opzetten van een IT-systeem. Bijgevolg waren hiervoor geen middelen toegewezen. In de loop van de onderhandelingen en op verzoek van de medewetgevers werd het opzetten van het ICG-systeem echter in de verordening opgenomen. Daarvoor waren aanvullende middelen nodig, die op dat moment niet waren voorzien. Toen in december 2018 de definitieve politieke trialogen werden gevoerd, werd de behoefte aan personeel voor IT-ontwikkeling in DG TAXUD voor dit zesjarige project geschat op twee voltijdfuncties op het niveau van administrateur. Er kon echter slechts één voltijds administrateur worden aangesteld, vanaf half juli 2020.

Risico 2 — De COVID-19-pandemie en de crisis in Oekraïne

De door COVID-19 veroorzaakte volksgezondheidscrisis heeft een zekere weerslag gehad op de capaciteit van het team om tot de gewenste resultaten te komen en met name op de projectactiviteiten en op de bijeenkomsten met de lidstaten via de deskundigengroep en de projectgroep. De bijeenkomsten werden in virtuele vorm gehouden, met beknoptere agenda’s en beperkte interactie. Verder dwong de volksgezondheidscrisis de lidstaten om hun prioriteiten te herschikken, waardoor er slechts beperkte capaciteit beschikbaar was voor het leveren van input en feedback. Tegelijkertijd wordt de douane vandaag geconfronteerd met de geopolitieke spanningen ten gevolge van de oorlog in Oekraïne, waarbij zij te maken krijgt met fundamentele transformaties.

Risico 3 — Voorstel voor een EU-éénloketomgeving voor de douane

Het goed functioneren van het ICG-systeem hangt samen met het succes van de EU-éénloketomgeving voor de douane, die bedoeld is om een rechtsgrondslag te bieden voor het functioneren van het EU-CSW-CERTEX. De pijler intergouvernementele samenwerking van dat voorstel laat zien hoe de douane en de bevoegde partnerautoriteiten digitaal gegevens zullen uitwisselen. Tijdens de eerste politieke trialoog over het voorstel voor een verordening betreffende de EU-éénloketomgeving voor de douane op 19 mei 2022 hebben de medewetgevers een akkoord bereikt dat het toepassingsgebied van het voorstel van de Commissie verbetert en uitbreidt, zonder gevolgen voor het ICG-systeem. Kort na de formele goedkeuring en bekendmaking van de verordening zal DG TAXUD beginnen met de voorbereiding van de onder deze verordening vallende uitvoerings- en gedelegeerde handelingen. De voorgestelde ontwerptekst van deze handelingen zal met de lidstaten worden besproken in een nieuwe afdeling van het Comité Douanewetboek, genaamd “Eénloketomgeving” (CCC-SWE). Hoewel de positieve ontwikkelingen een belangrijke stap voorwaarts betekenen, zijn de vaststelling door het Europees Parlement en de Raad, alsook de voorbereiding voor de ontwerpen van uitvoerings- en gedelegeerde handelingen, de volgende belangrijke stappen waarmee rekening moet worden gehouden.

Risico 4 — De algemene prioriteiten op het gebied van IT-ontwikkeling bij de douane

Uit de beoordeling van de belangrijkste risico’s voor de tijdige uitvoering van de DWU-systemen (douanewetboek van de Unie) blijkt dat de risico’s voornamelijk aan de kant van de lidstaten bestaan en gekoppeld zijn aan beperkte middelen, de complexiteit en de integratie van de projecten, kwesties in verband met contracten en overheidsopdrachten, en ook enkele externe factoren zoals de COVID-19-pandemie. Sommige lidstaten hebben extra problemen ondervonden door de gevolgen van de brexit, het e-commerce-project en meer recentelijk de oorlog in Oekraïne. Deze situatie wordt momenteel beoordeeld en de mogelijkheden voor afwijkingen krachtens het DWU of aanpassingen aan het DWU-werkprogramma worden overwogen.

Risicobeperkende acties

De risico’s zijn binnen DG TAXUD gemeld.

6.CONCLUSIES

De belangrijkste acties die in de periode van dit derde voortgangsverslag zijn ondernomen om het ICG-systeem te ontwikkelen, kunnen als volgt worden samengevat:

* De eerste versie van het pakket BPM’s voor het ICG-systeem is afgerond en door de lidstaten geëvalueerd. Tijdens de ontwikkelingsfase zullen aanvullende updates van de BPM’s nodig zijn.

* Het BAC-document is afgewerkt. Daarin worden de testscenario’s beschreven om de testactiviteiten voor de validering van alle bedrijfsmatige en functionele eisen te definiëren en de implementatie van die eisen door het systeem te waarborgen. Bijgevolg zijn gebruikersverhalen gecreëerd en afgestemd op het BAC-document.

* De functies zijn ingedeeld in verschillende categorieën en dienovereenkomstig gemarkeerd in de planning (zie tabel 1: Algemeen overzicht van beschikbaarheidsdoelstellingen).

* De ontwikkeling van het ICG-systeem is begonnen en de eerste resultaten zijn al te zien op het scherm. Het doel is om de belanghebbenden rond het vierde kwartaal van 2022 te betrekken en feedback te verzamelen. Daarom krijgt DG TAXUD tijdens de ontwikkelingscyclus regelmatig demonstraties, terwijl de lidstaten worden betrokken zodra er een testversie is.

* Dankzij nauwe samenwerking met de leden van de projectgroep “Digitalisering van cultuurgoederen” konden verdere stappen worden gezet in de technische activiteiten.

De Commissie ligt tot dusver op schema. Potentiële risico’s voor vertraging bij de oplevering van het ICG-systeem binnen de gestelde termijn zijn alleen vastgesteld in verband met de algemene prioriteiten voor de IT-ontwikkeling van de douane en, in het bijzonder, de IT-systemen van het DWU. De door COVID-19 veroorzaakte volksgezondheidscrisis heeft slechts een geringe invloed gehad op de voortgang van het ICG-project.


Bijlage I: Strategische meerjarenplanning


Het strategisch meerjarenplan voor de douane (MASP-C) waarborgt een doeltreffend en samenhangend beheer van IT-projecten doordat het voorziet in een strategisch kader en mijlpalen stelt binnen de wettelijke termijnen. Het plan is uiteindelijk in de Groep douanebeleid door de lidstaten goedgekeurd, op basis van advies van de Coördinatiegroep elektronische douane en overleg met de Contactgroep handel.

De planning voor het elektronisch systeem, die uitvoerig wordt beschreven in fiche 1.18 van “MASP-C rev. 2019”, is met de lidstaten besproken en door de lidstaten goedgekeurd.


Tabel 1 toont een schematische samenvatting van de planning van het project betreffende de invoer van cultuurgoederen, afkomstig uit “MASP-C rev. 2019” (fiche 1.18).

Tabel 1 — Uittreksel uit “MASP-C rev. 2019” (fiche 1.18)
MijlpalenGeschatte datum van voltooiing
1Bedrijfsanalyse en bedrijfsmodellen
- Businesscase
Kw. 4 2020
- Niveau 3 (Gebruikerseisen BPM)
Kw. 1 2022
- Niveau 4 (Functionele eisen BPM)
Kw. 1 2022
2Wettelijke bepalingen
- Huidige bepalingen*
Kw. 2 2019
- Toekomstige bepalingen die zijn vastgesteld**
Kw. 2 2021
3Fase van projectinitiëring
- Visiedocument
Kw. 2 2021
- GO-besluit
Kw. 2 2021
4IT-project
- Toepassings- & dienstspecificaties
Kw. 2 2023
- Technische systeemspecificaties
Kw. 2 2023
Constructiefase
- Implementatie centrale diensten
Kw. 3 2024
- Integratie van dienst in nationale systemen
n.v.t.
- Nationale implementatie
n.v.t.
Overgangsfase
- Implementatie en uitrol
Kw. 4 2024
- Conformiteitstesten
Kw. 2 2025
5Inbedrijfstelling
- Commissie, douanediensten van lidstaten en handelaren
Kw. 2 2025
- Derde landen en handelaren uit derde landen (voor zover vereist)
n.v.t.
6Ondersteuning bij implementatie (opleiding en communicatie)
- Centraal ontwikkelde opleidingen en communicatie
Kw. 4 2024
- Nationale opleiding en communicatie
Kw. 4 2024


*“Huidige bepalingen” verwijst naar Verordening (EU) 2019/880.

**“Toekomstige bepalingen” verwijst naar de uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig Verordening (EU) 2019/880 moeten worden vastgesteld.


Tabel 2 toont een uittreksel uit “MASP-C rev. 2019” waarin een schematische samenvatting wordt gegeven van component 2 van het programma “EU CSW”, het EU-CSW-CERTEX-project, waarin het EU-CSW-CERTEX aan het ICG-systeem wordt gekoppeld.

Tabel 2 — Uittreksel uit “MASP-C rev. 2019” (fiche 1.13) – component 2 “EU-CSW-CERTEX”
MijlpalenGeschatte datum van voltooiing
1Bedrijfsanalyse en bedrijfsmodellen
- Businesscase
Kw. 1 2017
- Bijlage bij businesscase
Kw. 2 2023
- Niveau 3 (Gebruikerseisen BPM)
Kw. 1 2024
- Niveau 4 (Functionele eisen BPM)
Kw. 1 2024
2Wettelijke bepalingen
- Huidige bepalingen*
Van kracht
- Toekomstige bepalingen die zijn vastgesteld**
2021
3Fase van projectinitiëring
- Visiedocument
Kw. 3 2017
- Visiedocument
Kw. 3 2023
- GO-besluit
Kw. 3 2023
4IT-project
- Toepassings- & dienstspecificaties
Kw. 2 2024
- Technische systeemspecificaties
Kw. 2 2024
Constructiefase
- Implementatie centrale diensten
Kw. 3 2024
- Integratie van dienst in nationale systemen
Vanaf kw. 4 2024
- Nationale implementatie
Vanaf kw. 4 2024
Overgangsfase
- Implementatie en uitrol
Kw. 4 2024
- Conformiteitstesten
Vanaf kw. 1 2025
5Inbedrijfstelling
- Commissie, douanediensten van lidstaten en handelaren (NB: dit is de datum van inbedrijfstelling voor de Commissie. De lidstaten voeren vanaf het tweede kwartaal van 2020 conformiteitstesten uit.)
Kw. 2 2025
- Derde landen en handelaren uit derde landen (voor zover vereist)
n.v.t.
6Ondersteuning bij implementatie (opleiding en communicatie)
- Centraal ontwikkelde opleidingen en communicatie
n.v.t.
- Nationale opleiding en communicatie
n.v.t.


*“Huidige bepalingen” verwijst naar Verordening (EU) 2019/880.

**“Toekomstige bepalingen” verwijst naar de uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig Verordening (EU) 2019/880 moeten worden vastgesteld.


Bijlage II: Tijdschema voor de hoofdfasen van het project en de kritieke mijlpalen


(1)

PB L 151 van 7.6.2019, blz. 1.

(2)

De formele goedkeuring en bekendmaking van de verordening tot vaststelling van de EU-éénloketomgeving voor de douane wordt verwacht in het vierde kwartaal van 2022. Zie voorstel voor een éénloketsysteem:

https://taxation-customs.ec.europa.eu/system/files/2020-10/201028_commission_proposal_single_window.pdf  

(3)

  COM(2020) 342 final .

(4)

  COM(2021) 358 final .

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1079 van de Commissie van 24 juni 2021 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) 2019/880 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen (PB L 234 van 2.7.2021, blz. 67).

(6)

In de verordening wordt “invoer” gedefinieerd als het plaatsen van goederen onder een van de volgende douaneregelingen: in het vrije verkeer brengen; opslag in douane-entrepots of vrije zones; tijdelijke invoer; en bijzondere bestemming, waaronder begrepen actieve veredeling.

(7)

Zie https://ec.europa.eu/taxation_customs/general-information-customs/electronic-customs_en

(8)

  https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/2019_masp_annex3_en.pdf  

(9)

  https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/2019_masp_annex4_en.pdf  

(10)

  https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/2019_masp_annex5_en.pdf  

(11)

De politieke trialoog tussen hoge vertegenwoordigers van DG TAXUD, het EP en het voorzitterschap van de Raad vond plaats op 19 mei 2022 en leidde tot een succesvolle afloop van de onderhandelingen. De medewetgevers bekrachtigden de delen van de tekst waarover op technisch niveau een voorlopige consensus was gevonden en bereikten een politiek akkoord over verscheidene aanvullende onderwerpen die uit hun voorgestelde wijzigingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie naar boven waren gekomen. De formele goedkeuring en bekendmaking van de verordening tot vaststelling van de EU-éénloketomgeving voor de douane wordt verwacht in het vierde kwartaal van 2022.

(12)

De deskundigengroep is een discussieforum voor kwesties in verband met de uitvoering van voor de douane relevante EU-wetgeving betreffende cultuurgoederen en in het bijzonder Verordening (EU) 2019/880 betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen en Verordening (EG) nr. 116/2009 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen.  

(13)

De raad voor informatietechnologie en cyberbeveiliging (ITCB) van de Europese Commissie is een permanente subgroep van de bestuursraad. De raad zorgt ervoor dat de middelen en investeringen in informatietechnologie efficiënt worden ingezet en dat aan de bedrijfsmatige behoeften wordt voldaan door efficiënte, veilige en veerkrachtige communicatie- en informatiesystemen, conform de beginselen inzake de bescherming van persoonsgegevens. De raad houdt toezicht op de uitvoering van de digitale strategie van de Europese Commissie.

(14)

De Coördinatiegroep elektronische douane bestaat uit vertegenwoordigers van alle lidstaten (en kandidaat-lidstaten), die door hun overheid zijn gemandateerd en over bevoegdheden beschikken op gebieden als wetgeving, processen & BPM’s, projectbeheer, operaties, planning en IT-technische aspecten.

(15)

Verordening (EU) 2019/880 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1079 van de Commissie van 24 juni 2021 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) 2019/880 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen.

(16)

ARIS (Architecture of Integrated Information Systems) is een kader voor bedrijfsbeheer dat methoden en technieken biedt voor het beheer van bedrijfsprocessen.

(17)

Een testscenario bestaat uit een reeks testcases om ervoor te zorgen dat de bedrijfsprocesstromen van begin tot eind worden getest zoals ze in de BPM’s van niveau 4 zijn beschreven.

(18)

Bedrijfsmatige eisen onderstrepen de belangrijkste bedrijfsstappen of functionaliteiten die moeten worden uitgevoerd om een taak en logische groepering van taken of processen tot een goed einde te brengen, ongeacht of er een systeem bij betrokken is of niet.

(19)

Een functionele eis beschrijft een specifiek gedrag of een specifieke functie van het systeem. Het beschrijft wat het systeem zou moeten verwezenlijken. Elke functionele eis moet overeenkomen met een bedrijfsmatige eis, maar een bedrijfsmatige eis kan meerdere functionele eisen bevatten.

(20)

Een testcase is een combinatie van inputs (datasets), randvoorwaarden (uitvoeringsvoorwaarden) en een testprocedure die een bepaald uit te voeren softwaretoepassingspad definieert, en de verwachte resultaten voor die combinatie. De verwachte resultaten worden gebruikt om na te gaan of aan een of meerdere specifieke eisen is voldaan.

(21)

  https://icom.museum/en/resources/red-lists/

(22)

  https://icom.museum/en/resources/standards-guidelines/objectid/  

(23)

  https://www.obs-traffic.museum/  

(24)

De projectgroep betreffende de digitalisering van cultuurgoederen fungeert als een discussieplatform waarop deskundigen van nationale douanediensten en bevoegde (culturele) autoriteiten die ervaring hebben met vergunningsformaliteiten in erfgoedzaken, in het bijzonder digitale vergunningverlening, bijeenkomen om ondersteuning te bieden bij de activiteiten in verband met de ontwikkeling van het ICG-systeem.

(25)

Zie het eerste voortgangsverslag van de Commissie COM(2020) 342 final voor meer details over het mandaat en de werkzaamheden van de projectgroep.