Bijlagen bij COM(2021)707 - Opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij de bestaande verordening telt 123 productlijnen waarvoor de derving van douanerechten wordt geraamd op een totaal bedrag van 186,5 miljoen EUR voor het jaar 2021, uitgaande van de werkelijke cijfers voor de eerste zes maanden van 2021, vermenigvuldigd met 2. Dit cijfer is berekend aan de hand van de “Surveillance”-gegevens van DG Taxud over de totale waarde van de invoer van producten waarvoor in 2021 een autonoom tariefcontingent geldt, vermenigvuldigd met het desbetreffende ad-valoremrecht van het gemeenschappelijk douanetarief voor de specifieke tariefposten. In bovengenoemd totaal bedrag is de derving van rechten voor producten waarvoor niet langer een schorsing zal gelden na de inwerkingtreding van deze verordening en de intrekking van Verordening (EU) nr. 1388/2013, al buiten beschouwing gelaten. Bij de definitieve berekening van bovengenoemd bedrag is ook al rekening gehouden met de wijzigingen in de omvang van de contingenten voor de producten waarvoor al een contingent bestaat.

De inkomstenderving voor de EU-begroting als gevolg van deze verordening wordt geraamd op 186,5 miljoen EUR (brutobedrag, inclusief inningskosten) x 0,75 = 139,9 miljoen EUR per jaar.

3. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De bijzondere bestemming van bepaalde producten waarop deze verordening van de Raad betrekking heeft, wordt gecontroleerd overeenkomstig artikel 254 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

Daarnaast kunnen de lidstaten alle douanecontroles verrichten die zij in het kader van hun risicobeheer noodzakelijk achten, overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

(1) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1832 van de Commissie van 12 oktober 2021 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 385 van 29.10.2021, blz. 1).
(2) PB C 363 van 13.12.2011, blz. 6.
(3) http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/publications/studies/index_en.htm
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie ( PB L  343 van 29 . 12 . 2015 , blz.  558 ).
(5) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
(6) Verordening (EU) nr. 1388/2013 van de Raad van 17 december 2013 betreffende de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 7/2010 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 319).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1832 van de Commissie van 12 oktober 2021 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 385 van 29.10.2021, blz. 1).
(8) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie ( PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1 ).
(9) Indicatief bedrag op basis van de berekeningen in deel 2 hieronder.
(10) Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.