Bijlagen bij COM(2021)704 - Schorsing van de in artikel 56, lid 2, punt c), van Verordening 952/2013 bedoelde rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 van de Raad telt 2 260 productregels en de overeenkomstige derving van douanerechten wordt geraamd op een totaal bedrag van 1 270,5 miljoen euro voor het jaar 2021, uitgaande van de actuele cijfers voor de eerste zes maanden van 2021, vermenigvuldigd met 2. Dit cijfer is berekend aan de hand van de data uit de toezichtsdatabase van het directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie van de Commissie over de totale waarde van de invoer van producten die onder een autonome tariefschorsing in 2021 vallen, vermenigvuldigd met het desbetreffende ad-valoremrecht van het gemeenschappelijk douanetarief voor de specifieke tariefposten. In het bovengenoemde totaalbedrag is de derving van rechten voor producten waarvoor niet langer een schorsing zal gelden na de inwerkingtreding van deze verordening en de intrekking van Verordening (EU) nr. 1387/2013, al buiten beschouwing gelaten.

Naast de hierboven genoemde regels met geschorste producten zijn in dit voorstel nog eens 70 nieuwe regels opgenomen met producten die zullen worden geschorst. De desbetreffende schorsingen leiden, berekend op basis van de prognoses voor de periode 2022-2026 van de lidsta(a)t(en) die de schorsing heeft/hebben aangevraagd, tot een derving van rechten ten belope van 13 miljoen EUR per jaar.

Uit de statistieken over de voorgaande jaren blijkt echter dat het nodig is dit bedrag met een gemiddelde factor van naar raming 1,8 te verhogen om rekening te houden met de invoer in andere lidstaten die ook van die schorsingen gebruikmaken. Daarmee komt de derving aan rechten op circa 23,4 miljoen EUR per jaar.

De derving van rechten ingevolge de in de bijlage bij dit voorstel vermelde schorsingen, berekend op basis van de invoer die de aanvragende lidstaat voor de jaren 2022 tot en met 2026 verwacht, komt daarmee in totaal op een bedrag van 1 294 miljoen EUR per jaar.

Op basis van het bovenstaande wordt de inkomstenderving voor de EU-begroting als gevolg van deze verordening geraamd op 1 294 miljoen EUR (brutobedrag, inclusief inningskosten) x 0,75 = 970,5 miljoen EUR per jaar voor de periode 1.1.2022 - 31.12.2026.

4. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De bijzondere bestemming van bepaalde producten waarop deze verordening van de Raad betrekking heeft, wordt gecontroleerd overeenkomstig artikel 254 van Verordening (EU) nr. 952/2013. 

Daarnaast kunnen de lidstaten alle douanecontroles verrichten die zij in het kader van hun risicobeheer noodzakelijk achten, overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

(1) Verordening (EU) nr. 1387/2013 van de Raad van 17 december 2013 houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1344/2011 ( PB L 354 van 28.12.2013, blz. 201 ).
(2) Verordening (EU) 2021/1832 van de Commissie van 12 oktober 2021 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 385 van 29.10.2021, blz. 1).
(3) PB C 363 van 13.12.2011, blz. 6.
(4) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(5) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief ( PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1 ).
(6) Verordening (EU) nr. 1387/2013 van de Raad van 17 december 2013 houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1344/2011 ( PB L 354 van 28.12.2013, blz. 201 ).
(7) Verordening (EU) 2021/1832 van de Commissie van 12 oktober 2021 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 385 van 29.10.2021, blz. 1).
(8) Indicatief bedrag op basis van de berekeningen van deel 3, infra.
(9) Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.