Bijlagen bij COM(2021)642 - AMENDING LETTER No 1 TO THE DRAFT GENERAL BUDGET 2022 Pre-financing of the Brexit Adjustment Reserve Continued humanitarian support to refugees in Turkey and beyond Updated estimated needs for agricultural expenditure Other adjustments and technical updates

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bijgevoegd.

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding    

2. Reserve voor aanpassing aan de brexit    

3. Steun aan vluchtelingen in Turkije    

3.1 Betalingen in verband met de in 2021 voorgestelde versterking van de humanitaire hulp

3.2 Versterking van het instrument voor pretoetredingssteun in 2022

4. Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)    

5. Actualisering van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij    

6. Programma Digitaal Europa    

7. Actualisering van de IPA III-bijdrage aan Erasmus+    

8. Gedecentraliseerde agentschappen en Europees Openbaar Ministerie (EOM)    

8.1 Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

8.2 Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

8.3 Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

8.4 Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

8.5 Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

8.6 Europees Openbaar Ministerie (EOM)

8.7 Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

8.8 Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

9. Europees Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid    

10. Aanpassingen van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”    

10.1 Bestemming van de inkomsten uit de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de pensioenuitgaven voor het personeel

10.2 Aanpassingen van de personeelsformaties

10.2.1 Commissie en Raad: overdracht van taken in verband met ongevallenverzekering

10.2.2 Verdeling van de ambten over de functiegroepen

10.2.3 Aanpassingen van de personeelsformaties van de EDEO en de Commissie in het licht van de overdracht van de EDEO naar de Commissie van internemarktdossiers met betrekking tot de West-Europese landen die geen EU-lidstaat zijn

11. Actualisering van de ontvangsten    

11.1 Actualisering van de prognose van de eigen middelen van niet-recycleerbare kunststoffen

11.2 Actualisering van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk

11.3 Overdracht van de nettoactiva van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

12. Aanvullende wijziging begrotingsnomenclatuur en begrotingstoelichting    

12.1 Europees Jaar van de jeugd

12.2 In OGB 6/2021 voorgestelde wijzigingen

12.3 Aanpassingen naar aanleiding van de vaststelling van sectorale rechtsgrondslagen

12.4 Proefprojecten en voorbereidende acties

13. Samenvatting per MFK-rubriek    


1. Inleiding

Nota van wijzigingen nr. 1 (NvW 1/2022) bij de ontwerpbegroting voor 2022 (OB 2022) heeft betrekking op de volgende elementen:

¾opneming in de begroting van de kredieten voor 2022 ten behoeve van de reserve voor aanpassing aan de brexit na de inwerkingtreding van de desbetreffende verordening 4 in oktober 2021;

¾voortzetting van de steun aan vluchtelingen uit het conflict in Syrië en daarbuiten en aan gastgemeenschappen in Turkije, Jordanië, Libanon en andere delen van de regio in het kader van het algemene migratiebeleid van de EU;

¾actualisering van de geraamde behoeften, bestemmingsontvangsten en kredieten voor de landbouwuitgaven. In NvW 1/2022 wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met de impact van de besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de vaststelling van de OB 2022 in juli 2021, alsmede met andere voorstellen die naar verwachting tijdens het begrotingsjaar een aanzienlijk effect zullen sorteren;

¾actualisering van de geraamde behoeften voor de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s), rekening houdend met de inwerkingtreding van nieuwe protocollen, met name met Gabon, Mauritanië en de Cookeilanden;

¾aanpassing van het niveau van de betalingskredieten na vertragingen bij de vaststelling van de basishandeling en de werkprogramma’s van het programma Digitaal Europa;

¾actualisering van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III) aan Erasmus+;

¾aanpassingen van het niveau van de kredieten en/of het personeel van sommige gedecentraliseerde agentschappen (EASA, ACER, EIOPA, ECDC, EMA, EASO en eu-LISA) en het EOM, rekening houdend met de meest recente wetgevings- of politieke ontwikkelingen met betrekking tot hun activiteiten in 2022;

¾aanpassing van de indeling van het personeel van het Europees Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (HaDEA);

¾aanpassingen van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”, met inbegrip van de behandeling van de Britse bijdrage aan de pensioenen van het personeel als bestemmingsontvangsten voor de pensioenuitgaven en enkele aanpassingen van de personeelsformaties;

¾actualisering van de ontvangstenzijde van de begroting, met name wat betreft de raming van de eigen middelen op basis van niet-gerecycleerd kunststof verpakkingsafval, de herziene bijdrage van het VK en de bijdrage van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal; en

¾aanpassingen van de begrotingsnomenclatuur en de begrotingstoelichting in verband met de vaststelling van ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2021 5 .

Het totale netto-effect van NvW 1/2022 op de uitgaven in OB 2022 is een verhoging van de vastleggingskredieten met 1 243,3 miljoen EUR en van de betalingskredieten met 1 231,7 miljoen EUR, als volgt opgesplitst:

(In miljoen EUR)
ProgrammaVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Reserve voor aanpassing aan de brexit1 298,91 298,9
Voortzetting van de steun aan Syrische vluchtelingen en gastgemeenschappen71,0265,0
Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)70,070,0
PODV’s10,921,4
Programma Digitaal Europa--216,0
Updates voor gedecentraliseerde agentschappen18,418,4
Aanpassingen onder rubriek 7-225,9-225,9
Overige aanpassingen0-0,1
Totaal1 243,31 231,7

Meer informatie over elk onderdeel is te vinden in de volgende punten.

De desbetreffende begrotingsonderdelen en personeelsformaties worden beschreven in de begrotingsbijlage, samen met de actualisering van de ontvangsten die onder meer voortvloeien uit de in deze nota van wijzigingen opgenomen uitgavenwijzigingen.

2. Reserve voor aanpassing aan de brexit

Na het in juni 2021 bereikte politieke akkoord is de verordening inzake de reserve voor aanpassing aan de brexit begin oktober in werking getreden. De verordening voorziet in voorfinancieringsbetalingen die verdeeld zijn over de jaren 2021-2023, in plaats van de eenmalige voorfinancieringsbetaling in 2021 die de Commissie oorspronkelijk had voorgesteld. De corresponderende aanpassing van de voorfinanciering in 2021 is reeds opgenomen in gewijzigde begroting nr. 3/2021, vastgesteld op 15 september 2021 6 ; de Commissie stelt voor de voorfinancieringstranche voor 2022 op te nemen in deze nota van wijzigingen, voor een bedrag van ongeveer 1,3 miljard EUR (1,2 miljard EUR in prijzen van 2018). De financiële bijdragen aan de lidstaten wordt uitgevoerd in het kader van gedeeld beheer overeenkomstig artikel 63 van het Financieel Reglement.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
30 04 03Reserve voor aanpassing aan de brexit (BAR)1 298 919 0001 298 919 000
Totaal    1 298 919 0001 298 919 000

3. Steun aan vluchtelingen in Turkije

3.1    Betalingen in verband met de in 2021 voorgestelde versterking van de humanitaire hulp

In het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) 5/2021 7 stelde de Commissie voor de steun aan de meest kwetsbare van de ongeveer 3,7 miljoen in Turkije verblijvende vluchtelingen uit het conflict in Syrië en daarbuiten voort te zetten. In concreto is een totaalbedrag van 325 miljoen EUR aan vastleggingskredieten nodig om de voortzetting van de humanitaire steun aan vluchtelingen in Turkije te waarborgen door middel van een verlenging van de dekking die het Emergency Social Safety Net (ESSN - sociale vangnet voor noodgevallen) biedt in de vorm van maandelijkse geldovermakingen aan ruim 1,5 miljoen vluchtelingen. Om dit bedrag beschikbaar te stellen, stelde de Commissie voor de volledige niet-toegewezen marge in rubriek 6 “Nabuurschap en internationaal beleid” in 2021 van 149,6 miljoen EUR te combineren met 100,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten in het kader van het budget voor humanitaire hulp in 2021, en nog eens 75 miljoen EUR uit het begrotingsonderdeel voor humanitaire hulp in 2022. Wat de betalingskredieten betreft, heeft de Commissie in OGB 5/2021 aangekondigd dat het effect van de voortgezette acties op de betalingen voor 2022 zou worden opgenomen in de nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting 2022.

Op basis van een gedetailleerde beoordeling van de betalingsbehoeften in 2022 schat de Commissie dat in 2022 een bedrag van 265 miljoen EUR aan betalingskredieten nodig is ter dekking van de aanvullende humanitaire hulpacties die in 2021 zijn voorgesteld, namelijk de verlenging van het ESSN-programma (Emergency Social Safety Net).

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
14 03 01Humanitaire hulp0265 000 000
Totaal    0265 000 000

3.2    Versterking van het instrument voor pretoetredingssteun in 2022

Voortzetting van de steun voor vluchtelingen in Turkije blijft in 2022 noodzakelijk. Met deze nota van wijzigingen stelt de Commissie voor de resterende niet-toegewezen marge in rubriek 6 gedeeltelijk te gebruiken voor een bedrag van 71 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, waardoor 33 miljoen EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar blijft voor onvoorziene behoeften in 2022.

De 71 miljoen EUR aan vastleggingskredieten wordt gevraagd ter versterking van de financiering van activiteiten voor vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun. Deze 71 miljoen EUR vormt een aanvulling op de 120 miljoen EUR die moet worden vastgelegd uit de bedragen die in 2022 in het kader van het IPA zijn geprogrammeerd, met name voor migratiebeheer en grensbescherming, en andere sociaal-economische acties.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
15 02 02 01Voorbereiding op de toetreding71 000 0000
Totaal    71 000 0000

De Commissie schat dat er in 2022 geen extra betalingskredieten nodig zijn om de betalingsbehoeften voor de voorgestelde 71 miljoen EUR aan vastleggingskredieten te dekken.

4. Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

Met NvW 1/2022 wordt de raming van de landbouwuitgaven geactualiseerd op basis van de meest actuele economische gegevens en de meest actuele stand van de regelgeving. In september 2021 beschikte de Commissie over een eerste indicatie van het productieniveau voor 2021 en de vooruitzichten voor de landbouwmarkten, alsmede over de feitelijke cijfers voor het grootste deel van de uitvoering van de begroting 2021 wat betreft het ELGF-gedeeld beheer, die de basis vormen voor de geactualiseerde ramingen van de begrotingsbehoeften voor 2022.

Behalve met marktfactoren houdt deze NvW 1/2022 ook rekening met de impact van wetgevingsbesluiten in de landbouwsector die zijn genomen sinds de vaststelling van de OB 2022 in juli 2021 en van sommige die nog in behandeling zijn maar binnenkort zullen worden aangenomen.

De totale behoeften voor het ELGF in 2022 (rekening houdend met de ELGF-bepalingen inzake "financiële discipline") worden thans geraamd op 40 919,9 miljoen EUR 8 , ofwel 70 miljoen EUR meer dan in de OB 2022. Deze verhoging is uitsluitend toe te schrijven aan de extra behoeften aan rechtstreekse betalingen.

In de OB 2022 was het effect van de kennisgevingen van de lidstaten van 19 februari 2021 inzake de overdrachten tussen rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling reeds opgenomen 9 . Ten tijde van de opstelling van de OB 2022 was het onderzoek van de kennisgevingen over de uitvoering van de verschillende regelingen voor rechtstreekse betalingen voor het kalenderjaar 2021 echter nog bezig, zodat de gevolgen ervan voor de afzonderlijke regelingen voor het begrotingsjaar 2022 nog niet in de OB 2022 konden worden verwerkt. Dit is nu opgenomen in de ramingen van NvW 1/2022. Meer bepaald zijn de behoeften voor de basisbetalingsregeling en de regeling voor kleine landbouwers iets hoger dan in de OB 2022 en zijn de behoeften voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling en de regeling voor jonge landbouwers lager.

De geraamde, in 2022 beschikbare bestemmingsontvangsten (551 miljoen EUR) blijven op hetzelfde niveau als in de OB 2022. In tegenstelling tot voorgaande jaren bevat NvW 1/2022 geen verwachte overdracht van bestemmingsontvangsten van 2021 naar 2022. De begrotingsuitvoering van het EAGF 2021 vordert goed, in het bijzonder wat de rechtstreekse betalingen betreft 10 . De financiële discipline die in de begroting 2021 werd toegepast, bedroeg 883 miljoen EUR, waarvan 487,6 miljoen EUR voor de vorming van de crisisreserve en nog eens 395,4 miljoen EUR om het voor rechtstreekse betalingen beschikbare bedrag te verlagen om het ELGF-nettosaldo in acht te nemen. Overeenkomstig artikel 12, lid 2, punt d), van het Financieel Reglement zou het overschot van 2021 naar 2022 worden overgedragen voor terugbetaling aan de landbouwers ter gedeeltelijke compensatie van deze extra verlaging in het kader van de financiële discipline in 2021. De ongebruikte kredieten van 487,6 miljoen EUR van de landbouwcrisisreserve van 2021, die niet zullen worden opgevraagd, zullen worden overgedragen voor terugbetaling aan landbouwers die in 2022 onder de financiële discipline vallen.

Als gevolg van deze actualiseringen stelt de Commissie voor de uitgavenramingen voor landbouw met 70 miljoen EUR te verhogen in vergelijking met de OB 2022. 40 368,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, waarvan 497,3 miljoen EUR voor de Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector, zijn nodig om de ELGF-behoeften voor 2022 te dekken. Dit totale bedrag blijft onder het ELGF-nettosaldo van 40 639 miljoen EUR, waardoor er een marge van 270,1 miljoen EUR overblijft. Dit betekent dat het mechanisme voor financiële discipline uitsluitend zal worden toegepast om de crisisreserve voor de landbouw voor het begrotingsjaar 2022 te bepalen 11 .

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
08 02 05 01Posei en kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (rechtstreekse betalingen)00
08 02 05 02Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)-41 000 000-41 000 000
08 02 05 03Herverdelingsbetaling3 000 0003 000 000
08 02 05 04Basisbetalingsregeling (BBR)86 000 00086 000 000
08 02 05 05Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken-4 000 000-4 000 000
08 02 05 06Betaling voor landbouwers in gebieden met natuurlijke beperkingen00
08 02 05 07Betaling voor jonge landbouwers-39 000 000-39 000 000
08 02 05 08Gewasspecifieke betaling voor katoen00
08 02 05 09Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun5 000 0005 000 000
08 02 05 10Regeling voor kleine landbouwbedrijven60 000 00060 000 000
08 02 05 11Reserve voor crises in de landbouwsector00
08 02 05 12Terugbetaling van rechtstreekse betalingen aan landbouwers uit kredieten die zijn overgedragen in verband met financiële discipline00
Totaal    70 000 00070 000 000

5. Actualisering van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij

Overeenkomstig deel II, punt C, van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) 12 heeft de Commissie de meest recente beschikbare informatie over partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV) onderzocht en heeft zij de verwachte behoeften voor 2022 geëvalueerd op basis van de ontwikkelingen in de onderhandelingsprocessen met de betrokken derde landen. Op grond van deze evaluatie stelt de Commissie voor 54 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 51 miljoen EUR aan betalingskredieten over te schrijven van de reserve (begrotingsartikel 30 02 02) naar het operationele artikel (08 05 01 Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten). Deze begrotingsneutrale overschrijving heeft betrekking op de visserijovereenkomsten met Gabon, Mauritanië en de Cookeilanden, waarvoor de overeenkomsten zijn gesloten en medio november voorlopig zullen worden toegepast.

De beschikbare vastleggingskredieten, die zowel de reserve (58,3 miljoen EUR) als het belangrijkste beleidsonderdeel (84,3 miljoen EUR) omvatten, bedragen 142,6 miljoen EUR. Gezien het resultaat van de onderhandelingen en de volgende overeenkomsten met de Cookeilanden, Mauritanië en Gabon bedragen de uiteindelijke totale behoeften 153,5 miljoen EUR. Daarom is een aanvullend bedrag van 10,9 miljoen EUR nodig om aan de contractuele verplichtingen te kunnen voldoen.

Wat de betalingskredieten betreft, inclusief zowel de reserve (55,3 miljoen EUR) als het belangrijkste beleidsonderdeel (84 miljoen EUR), bedragen de beschikbare kredieten 139,3 miljoen EUR. Gezien de betalingsbehoeften van 160,7 miljoen EUR voor de financiering van bestaande protocollen en rekening houdend met de overeenkomsten met de Cookeilanden, Mauritanië en Gabon, overtreffen de totale betalingsbehoeften het beschikbare budget met 21,4 miljoen EUR.

in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-

kredieten
08 05 01Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten64 925 00072 425 000
30 02 02Gesplitste kredieten (reserve voor begrotingsartikel 08 05 01)-54 000 000-51 000 000
Totaal    10 925 00021 425 000

6. Programma Digitaal Europa

Wegens vertragingen bij het vaststellen van de werkprogramma’s ter uitvoering van het programma Digitaal Europa als gevolg van de goedkeuring met vertraging van de desbetreffende basishandeling 13 moeten verschillende oproepen tot het indienen van voorstellen naar eind 2022 worden opgeschoven. Bijgevolg kan het niveau van de betalingskredieten in de OB 2022 als volgt worden verlaagd met 216 miljoen EUR:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
02 04 01 10Cyberbeveiliging-5 000 000
02 04 01 11Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging-118 000 000
02 04 03Artificiële intelligentie-49 000 000
02 04 04Vaardigheden-5 000 000
02 04 05 01Uitrol-39 000 000
Totaal    0-216 000 000

7. Actualisering van de IPA III-bijdrage aan Erasmus+

Een IPA III-bijdrage aan Erasmus+ van 3,7 miljoen EUR werd oorspronkelijk toegewezen voor steun aan Bologna-activiteiten die via de IPA-comitéprocedure moesten worden geprogrammeerd, waarvan 2,2 miljoen EUR in 2022 en 1,5 miljoen EUR in 2025. Vanwege de vertraging bij de vaststelling van de IPA III-basishandeling en de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen over de internationale dimensie van het Erasmus+-programma zal het bedrag van 2,2 miljoen EUR in 2022 echter niet kunnen worden gebruikt zoals gepland voor de Bologna-activiteiten en zal dit bedrag daarom worden geherprogrammeerd voor andere IPA-activiteiten. Deze wijzigingen zijn van invloed op de OB 2022 en op de financiële programmering voor het in 2025 geplande bedrag. De voorgestelde wijziging ten opzichte van de OB 2022 heeft de volgende – over het geheel genomen neutrale – gevolgen voor de IPA-begrotingslijnen:

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
15 02 01 02Erasmus+ — IPA III bijdrage-2 200 0000
15 02 01 01Voorbereiding op de toetreding2 200 0000
Totaal    00

8. Gedecentraliseerde agentschappen en Europees Openbaar Ministerie (EOM)

8.1    Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

Het voorstel voor ReFuelEU Aviation 14 is erop gericht een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer te waarborgen. In het kader van het voorstel zal het EASA aan de bevoegde nationale autoriteiten gegevens moeten verstrekken over de hoeveelheid vliegtuigbrandstof die op luchthavens in de Unie aanwezig is. Vanaf 2025 zal het EASA ook technische verslagen moeten publiceren over de naleving door marktdeelnemers van de verplichtingen uit hoofde van ReFuelEU Aviation. Om het EASA in staat te stellen deze extra taken uit te voeren, stelt de Commissie voor één AD5-post toe te voegen aan het aantal posten in de ontwerpbegroting 2022 en de EU-bijdrage aan het EASA op het reserveonderdeel met 1,8 miljoen EUR te verhogen in 2022, te compenseren met een overeenkomstige verlaging van de CEF-begroting voor vervoer (artikel 02 03 01).

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
02 03 01Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer-1 800 000-1 800 000
30 02 02Gesplitste kredieten (reserve voor begrotingsartikel 02 10 01)1 800 0001 800 000
Totaal    00

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

8.2    Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Overeenkomstig artikel 33, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 van 5 juni 2019 heeft de Commissie beoordeeld of ACER dankzij de financiële en personele middelen waarover het beschikt, zijn rol in het kader van de herschikte verordening, namelijk werken aan een interne energiemarkt en bijdragen tot de energiezekerheid ten voordele van de consumenten in de Unie, kan vervullen. De beoordeling werd één jaar uitgesteld vanwege de impact van de COVID-19-pandemie. Uit de beoordeling is gebleken dat het agentschap nog eens 18 posten in de personeelsformatie, 1 arbeidscontractant en 6 gedetacheerde nationale deskundigen nodig heeft om zijn taken in de periode 2022-2027 volledig uit te voeren, waarvan 4 posten in de personeelsformatie, 1 arbeidscontractant en 6 gedetacheerde nationale deskundigen in 2022. Van de 25 extra VTE die nodig zijn, zullen er 15 worden gefinancierd uit de door het agentschap geïnde vergoedingen, terwijl de resterende 10 uit de EU-bijdrage worden gefinancierd. De extra middelen zullen het agentschap in staat stellen de taken die het krachtens de reeds bestaande EU-wetgeving heeft gekregen, volledig uit te voeren. Het extra personeel zal worden ingezet voor de verbetering van de juridische kwaliteit van de besluiten van ACER, voor de integratie van de Europese elektriciteitsmarkt en voor REMIT. Voor elk van de jaren van de periode kan het extra personeel worden gefinancierd binnen de EU-bijdrage aan ACER zoals uiteengezet in de financiële programmering in de ontwerpbegroting 2022, rekening houdend met hogere inkomsten uit vergoedingen.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

8.3    Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

In de ontwerpbegroting 2022 was in de personeelsformatie van Eiopa voor 2022 geen AD 15-post meer opgenomen. Bij zijn herbenoeming voor een tweede ambtstermijn van vijf jaar werd de uitvoerend directeur van Eiopa echter heringedeeld van AD14 naar AD15. De personeelsformatie van Eiopa voor 2022 moet daarom dienovereenkomstig worden aangepast.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

8.4    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) 

In gewijzigde begroting 2/2021 15 en DEC5/2021 stelde de Commissie voor om het ECDC met in totaal 106 miljoen EUR te versterken om het hoofd te bieden aan de genoomsequencingproblematiek als gevolg van de COVID-19-pandemie. Het Agentschap is erin geslaagd het grootste deel van de aanvullende financiering uit te voeren, maar bij het ontwerp van gewijzigde begroting 6/2021 is een overschot van 20 miljoen EUR teruggestort. In 2022 zal nog 10 miljoen EUR nodig zijn om de COVID-19-acties die in 2021 zijn begonnen, voort te zetten. Daarom stelt de Commissie voor de begroting van het ECDC in 2022 met 10 miljoen EUR te verhogen. De Commissie zal de resterende behoeften voor 2023 evalueren in het kader van de voorbereiding van de ontwerpbegroting 2023.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
06 10 01Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding10 000 00010 000 000
Totaal    10 000 00010 000 000

8.5    Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

In het pakket voor de gezondheidsunie van 11 november 2020 heeft de Commissie voorgesteld de rol van het EMA op het gebied van crisisparaatheid en -beheer structureel te versterken, met name om ervoor te zorgen dat kritieke tekorten aan geneesmiddelen en medische hulpmiddelen in een noodsituatie op gezondheidsgebied in de hele Unie worden vermeden. In het kader van het voorstel zou in 2021 een nieuw IT-systeem worden ontwikkeld om tekorten aan geneesmiddelen en medische hulpmiddelen te monitoren en daarover verslag uit te brengen. De noodzakelijke aanbestedingsprocedure voor het IT-systeem heeft echter meer tijd gekost dan oorspronkelijk was voorzien, en daarom is 17,8 miljoen EUR teruggestort bij ontwerp van gewijzigde begroting 6/2021, waarvan 14 miljoen EUR in 2022 opnieuw ter beschikking zou worden gesteld via deze nota van wijzigingen. De Commissie zal de resterende behoeften voor 2023 evalueren in het kader van de voorbereiding van de ontwerpbegroting 2023.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
06 10 03 01Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau14 000 00014 000 000
Totaal    14 000 00014 000 000

8.6    Europees Openbaar Ministerie (EOM)

Het EOM is op 1 juni 2021 met zijn werkzaamheden begonnen en de werklast in de eerste operationele maanden lijkt in overeenstemming te zijn met zijn eerste inschatting: het aantal achterstallige en nieuwe zaken in het kader van de EOM-procedure neemt maandelijks toe. Daarom stelt de Commissie voor de begroting en de personele middelen van het EOM aan te passen met 76 posten in de personeelsformatie (waarvan 62 AD en 14 AST-posten), 13 arbeidscontractanten en 29 gedetacheerde nationale deskundigen. Deze verhoging wordt voorgesteld voor een periode van drie jaar (2022-2024) om het EOM in staat te stellen de achterstand binnen een redelijke termijn aan te pakken. De Commissie zal daarom de personeelssituatie van het EOM opnieuw beoordelen eind 2023, tegen welk tijdstip de onvermijdelijke achterstand vanaf het begin van de werkzaamheden zou moeten zijn weggewerkt, waardoor een duidelijker beeld zou ontstaan van wanneer dit nieuwe orgaan op kruissnelheid komt. Deze analyse zal als input dienen voor de voorgestelde begroting en het voorgestelde personeel voor de komende jaren. Om de extra personeelskosten in 2022 te dekken, in aanmerking genomen dat indienstneming gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt, stelt de Commissie voor de kredieten met 7,5 miljoen EUR te verhogen ten opzichte van de OB 2022.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
07 10 08Europees Openbaar Ministerie (EOM)7 500 0007 500 000
Totaal    7 500 0007 500 000

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

8.7    Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

De verdeling van de posten over de rangen van de personeelsformatie van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO), zoals meegedeeld door het EASO in het kader van de voorbereiding van de ontwerpbegroting 2022, maakt het niet mogelijk het personeel de nodige loopbaanontwikkeling door middel van herindeling te geven. Na een herziening van de rangen in overleg met het agentschap stelt de Commissie voor de indeling van de rangen in de personeelsformatie dienovereenkomstig aan te passen. Het totale budget en het totale aantal posten van het EASO blijven ongewijzigd.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

8.8        Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

In mei 2018 16 heeft de Commissie voorgesteld aan eu-LISA extra taken toe te vertrouwen in verband met de actualisering van het Visuminformatiesysteem (VIS). Het in juli 2021 bereikte akkoord over de nieuwe verordening bevestigt de door de Commissie voorgestelde extra taken voor eu-LISA, maar de timing van het politieke akkoord laat het agentschap niet voldoende tijd om de oorspronkelijk voor 2021 geplande kredieten en personeelsleden goed te gebruiken. Daarom stelt de Commissie voor de in het oorspronkelijke financieel memorandum geplande middelen voor elk van de jaren van de MFK-periode met één jaar uit te stellen, zodat de uitvoering vanaf 2022 kan plaatsvinden. Het agentschap heeft de vastleggingskredieten teruggestort die voor 2021 zijn begroot (17,2 miljoen EUR) bij overschrijving DEC18/2021 van de begrotingsautoriteit, en de daartoe in de ontwerpbegroting 2022 gevraagde kredieten kunnen via deze nota van wijzigingen met 13,1 miljoen EUR worden verlaagd.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
11 10 02Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)-13 100 000-13 100 000
Totaal    -13 100 000-13 100 000

9. Europees Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid

Begin 2021 werd het Europees Uitvoerend Agentschap voor Gezondheid en Digitaal (HaDEA) opgericht als een nieuw uitvoerend agentschap. De personeelsformatie in de ontwerpbegroting bevatte een prognose van gedetacheerde ambtenaren van de Commissie. De daadwerkelijk aangeworven ambtenaren behouden hun indeling bij de Commissie en daarom moet de personeelsformatie van HaDEA voor 2022 dienovereenkomstig worden aangepast, terwijl de EU-bijdrage aan het agentschap ongewijzigd blijft.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

10. Aanpassingen van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”

10.1    Bestemming van de inkomsten uit de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de pensioenuitgaven voor het personeel

Overeenkomstig artikel 142 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (“het terugtrekkingsakkoord”) 17 zal het Verenigd Koninkrijk jaarlijks zijn bijdrage van de pensioenuitkeringen die EU-personeel tot en met 31 december 2020 heeft verworven, aan de EU-begroting overmaken. De eerste Britse betaling in verband met de pensioenen van het personeel is verschuldigd in 2022. In de ontwerpbegroting 2022 wordt deze bijdrage gepresenteerd aan de ontvangstenzijde van de begroting als onderdeel van het algemene onderdeel waarop alle bijdragen van het Verenigd Koninkrijk in verband met het terugtrekkingsakkoord worden geboekt (ontvangstenpost 6 6 0 2).

Vanwege het onmiddellijke verband tussen de bijdrage van het VK enerzijds, die wordt berekend op basis van de individuele rechten van gepensioneerde personeelsleden en de jaarlijkse pensioenuitkeringen en andere personeelsbeloningen uit de EU-begroting, en de desbetreffende uitgaven anderzijds, stelt de Commissie voor de bijdrage van het VK (ongeveer 225 miljoen EUR in 2022) rechtstreeks als bestemmingsontvangsten toe te wijzen aan het desbetreffende begrotingsonderdeel 18 . De bedragen op de begrotingslijn kunnen dienovereenkomstig worden verlaagd.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
21 01 01Pensioenen en toelagen-225 000 000-225 000 000
Totaal    -225 000 000-225 000 000

De toelichting bij de begroting wordt dienovereenkomstig bijgewerkt in de begrotingsbijlage.

10.2    Aanpassingen van de personeelsformaties

10.2.1    Commissie en Raad: overdracht van taken in verband met ongevallenverzekering

In juni 2021 is overeengekomen de taken in verband met het beheer van de ongevallenverzekeringsdossiers van het secretariaat-generaal van de Raad (SGR) over te dragen van het SGR aan PMO 19 . De overeenkomst tussen het SGR en PMO voorziet in de overdracht van 1 AST-ambt naar PMO, samen met de bijbehorende kredieten.

De overeenkomstige gevolgen voor de afdeling Europese Raad en Raad van de ontwerpbegroting 2022 zijn weergegeven in onderstaande tabel:

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling II — Europese Raad en Raad
1 1 0 0Basissalarissen-37 052-37 052
1 1 0 2Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid-13 000-13 000
1 1 0 3Sociale zekerheid-1 000-1 000
Totaal    -51 052-51 052
Afdeling III - Commissie
20 03 16 01

O3 01 01 01
Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de rechten van werknemers — Bezoldiging en vergoedingen46 00046 000
Totaal    46 00046 000

10.2.2    Verdeling van de ambten over de functiegroepen

De Commissie heeft zich verbonden tot een stabiel personeelsbestand in het kader van het huidige MFK. De belangrijke politieke uitdagingen die moeten worden aangepakt, variërend van de maatregelen om de COVID-19-pandemie aan te pakken tot de bestrijding van klimaatverandering, vergroten de behoefte aan hooggekwalificeerde beleidsmedewerkers, met de juiste profielen in de functiegroep voor administrateurs. In plaats van extra middelen te vragen om deze uitdagingen het hoofd te bieden, wordt voorgesteld 90 extra AST6-ambten om te zetten in 90 AD5-ambten voor 2022. Dit zal leiden tot een besparing van 0,956 miljoen EUR op het centrale begrotingsonderdeel voor salarissen.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
20 01 02 01Salarissen en vergoedingen — Centrale diensten en vertegenwoordigingen-955 000-955 000
20 01 02 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst — Centrale diensten en vertegenwoordigingen-1 000-1 000
Totaal    -956 000-956 000

De geactualiseerde personeelsformaties zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

10.2.3    Aanpassingen van de personeelsformaties van de EDEO en de Commissie in het licht van de overdracht van de EDEO naar de Commissie van internemarktdossiers met betrekking tot de West-Europese landen die geen EU-lidstaat zijn

Zoals overeengekomen in recente correspondentie tussen de secretarissen-generaal van de Commissie en de EDEO 20 , zal de Commissie een aantal taken in verband met de interne markt overnemen van de EDEO. De EDEO zal derhalve de overeenkomstige middelen (1 AD11, 2 AD10 en 1 AST9-ambtenaar) overdragen aan de Commissie en zijn personeelsformatie en zijn begroting dienovereenkomstig verlagen. Voor drie van de ambtenaren zal de overplaatsing reeds plaatsvinden in 2021 en uiterlijk op 1 januari 2022 voor de vierde ambtenaar.

De cijfers zijn gebaseerd op de aanname dat deze vier ambtenaren door de Commissie voor het gehele jaar 2022 zullen worden betaald, ook al kunnen zij in de eerste zes maanden worden gedetacheerd. De overgeschreven begrotingsmiddelen omvatten ook bepaalde infrastructuur- en IT-begrotingsposten.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling X — Europese Dienst voor extern optreden
1 1 0 0Basissalarissen-444 000-444 000
1 1 0 2Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid-110 000-110 000
1 1 0 3Sociale zekerheid-17 000-17 000
1 4 0Dienstreizen-18 800-18 800
2 0 1 0Schoonmaak en onderhoud-9 900-9 900
2 0 1 1Water, gas, elektriciteit en verwarming-3 000-3 000
2 0 1 2Beveiliging en bewaking van de gebouwen-14 200-14 200
2 1 0 0Informatie- en communicatietechnologie-26 000-26 000
Totaal    -642 900-642 900
Afdeling III - Commissie
20 01 02 01Salarissen en vergoedingen — Centrale diensten en vertegenwoordigingen603 000603 000
20 01 02 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst — Centrale diensten en vertegenwoordigingen1 0001 000
20 02 06 01Dienstreizen18 80018 800
20 03 01 02Uitgaven voor gebouwen12 90012 900
20 03 07 02Bewaking van gebouwen — Brussel14 20014 200
20 04 02Digitale werkplek26 00026 000
Totaal    675 900675 900

11. Actualisering van de ontvangsten

11.1    Actualisering van de prognose van de eigen middelen van niet-recycleerbare kunststoffen

Het nieuwe eigenmiddelenbesluit (Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 21 ) is op 31 mei 2021 door alle lidstaten goedgekeurd. Bijgevolg is zij op 1 juni 2021 in werking getreden. Bij het eigenmiddelenbesluit is een nieuwe bron van eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval vastgesteld, die de Commissie in de ontwerpbegroting 2022 heeft opgenomen.

Niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval resulteert uit het verschil tussen kunststof verpakkingsafval en de hoeveelheid daarvan die wordt gerecycled. De door de Commissie gebruikte prognose van kunststof verpakkingsafval is gebaseerd op de volgende methode: de jaarlijkse groeipercentages van het bni in constante prijzen voor 2017/2018-2021 volgens de meest recente economische prognoses van de Commissie worden toegepast op de meest recente feitelijke gegevens voor kunststof verpakkingsafval.

Aangenomen wordt dat de recyclingpercentages van de lidstaten een lineair convergentieproces volgen tussen het recyclingpercentage op basis van de meest recente beschikbare feitelijke gegevens (uit 2017/2018) en het EU-recyclingstreefcijfer van 50 % dat tegen 2025 moet worden gehaald. De stijging van de recyclingpercentages wordt beperkt tot 2 procentpunten per jaar om een realistisch convergentietraject te waarborgen. Het recyclingpercentage van de lidstaten die het streefcijfer in 2017/2018 al hebben bereikt of overschreden, wordt constant gehouden.

De prognose voor alle lidstaten is op basis van deze methode en met inbegrip van de door Luxemburg, Portugal en Roemenië verstrekte geactualiseerde prognosegrondslagen tijdens de 181e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM) op 26 mei 2021 goedgekeurd.

Overeenkomstig artikel 15 van de terbeschikkingstellingsverordening voor de eigen middelen op basis van kunststof 22 werd de lidstaten verzocht de Commissie uiterlijk op 31 juli 2021 hun geactualiseerde prognoses van de hoeveelheid niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval te verstrekken.

Duitsland, Hongarije, Italië, Kroatië, Oostenrijk, Slowakije, Spanje en Tsjechië hebben hun geactualiseerde prognoses van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval voor 2021 en 2022 aan de Commissie verstrekt. België, Bulgarije, Polen en Zweden bevestigden de tijdens de RCEM-vergadering op 26 mei 2021 overeengekomen prognosegrondslagen. De overige lidstaten hebben geen geactualiseerde prognoses van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval voor 2021 en 2022 verstrekt.

In deze context en als uitzondering op de jaarlijkse RCEM-prognoseprocedure die eenmaal per jaar in mei plaatsvindt, heeft de Commissie tijdens de RCEM-vergadering van september met alle lidstaten overeenstemming bereikt over een geactualiseerde reeks prognoses voor 2021 en 2022 uitsluitend voor de eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof.

In vergelijking met de resultaten van de RCEM-vergadering in mei leidt de geactualiseerde prognose tot veranderingen voor een beperkt aantal lidstaten, maar de eigen middelen voor niet-gerecycled kunststofverpakkingsafval zullen in totaal slechts 2 miljoen EUR lager zijn als gevolg van een iets lagere basis van kunststoffen (in ton).

2022 – Eigen middelen op basis van kunststof verpakkingsafval - Gevolgen in vergelijking met eerdere prognose
Kunststof EM brutobijdrageKunststof EM forfaitaire correctieKunststof EM nettobijdrage (RCEM mei/OGB4)Kunststof EM nettobijdrage (RCEM sept)Verschil in bijdrage kunststof EMBni-bijdrage (RCEM mei/OGB4)Bni-bijdrage (RCEM sept)Verschil in bni-bijdrage als gevolg van herziene kunststof EM-prognose 23Totaal verschil (kunststof EM + bni-bijdrage)
RCEM meiRCEM septΔ% Δ
BE15315300,0 %015315303 8643 8640.080,1
BG464600,0 %22242405175170,010,0
CZ9588-8-8,1 %326355-81 7831 7830,04-7,6
DK12412400,0 %012412402 6772 6770,050,1
DE1 3651 392261,9 %01 3651 3922628 78028 7810,5727,0
EE272700,0 %4232302302300,000,0
IE15015000,0 %015015002 3892 3890,050,0
EL848400,0 %33515101 4061 4060,030,0
ES671663-6-0,9 %142529521-89 9629 9620,20-7,8
FR1 2581 25800,0 %01 2581 258019 83419 8340,400,4
HR303125,5 %13171824364360,011,6
IT955945-10-1,1 %184771761-1014 17214 1720,28-9,9
CY7700,0 %34401711710,000,0
LV212100,0 %6151502512510,010,0
LT212100,0 %9121204034030,010,0
LU141400,0 %0141403543540,010,0
HU189183-6-3,0 %30159153-61 1791 1790,02-5,6
MT9900,0 %18801031030,000,0
NL21321300,0 %021321306 6886 6880,130,1
AT14915332,2 %014915333 1643 1640,063,3
PL49849800,0 %11738138104 2964 2960,090,1
PT20120100,0 %3117017001 7071 7070,030,0
RO18318300,0 %6012312301 8771 8770,040,0
SI171700,0 %6111103883880,010,0
SK5553-2-3,8 %173836-27797790,02-2,1
FI696900,0 %0696901 9941 9940,040,0
SE10610600,0 %010610604 2414 2410,080,1
EU276 7116 709-0,20,0 %7116 0005 997-2,3113 646113 6482,30,0

11.2    Actualisering van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk 

Overeenkomstig artike 148 van het terugtrekkingsakkoord verricht het Verenigd Koninkrijk betalingen aan de Unie ter dekking van zijn aandeel in de uitstaande verplichtingen van vóór 2021 die in 2022 moeten worden betaald, alsmede in de verplichtingen van de Unie (zoals pensioenen) en voorwaardelijke financiële verplichtingen. De totale bijdrage van het Verenigd Koninkrijk zal ook de betalingen omvatten die de Unie aan het Verenigd Koninkrijk moet verrichten in verband met de correcties en aanpassingen van de eigen middelen voor de begrotingsjaren vóór 2021.

In vergelijking met de bedragen in de ontwerpbegroting 2022 resulteert de geactualiseerde raming van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk in een stijging van 326 659 051 EUR tot in totaal 11 016 705 653 EUR. Deze stijging is het gevolg van: a) de geactualiseerde bedragen in verband met de rekening van september, die op 16 september 2021 aan het Verenigd Koninkrijk is toegezonden, te vereffenen in vijf termijnen in 2022, en b) de prognose van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de pensioenen van het personeel en andere arbeidsgerelateerde uitkeringen van 2021, die voor het eerst in 2022 moet worden betaald, zoals uiteengezet in punt 11.1 hierboven. Deze laatste raming is gebaseerd op het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de uitgaven voor personeelspensioenen en andere aan arbeid gerelateerde voordelen die EU-personeel tot en met 31 december 2020 heeft verworven (artikel 142, lid 6, van het terugtrekkingsakkoord).

De geraamde bijdrage van het Verenigd Koninkrijk wordt opgenomen aan de ontvangstenzijde van de begroting als onderdeel van het begrotingsonderdeel dat alle bijdragen van het Verenigd Koninkrijk ontvangt die voortvloeien uit het terugtrekkingsakkoord (inkomstenpost 6 6 0 2).

Verwijzing naar het artikel van het terugtrekkingsakkoord2022
Totale voorlopige bijdrage van het VK voor 2022, waarvan:11 016 705 653
1. RAL van vóór 2021 (inclusief financiële nettocorrecties)
Art. 14010 818 886 434
2. Verplichtingen van de Unie/pensioenen*
Art.142253 964 699
3. Correcties en aanpassingen van de eigen middelen, waarvan:
18 872 784
3.1 Overschot/tekort van 2020Art. 136, lid 3, punt a)-136 604 402
3.2 Bijstellingen van de Britse correctie (2018-2019)Art.136p.m.
3.3. Btw & bniArt.136137 400 327
3.4. TEMArt. 136, art. 140, lid 418 076 859
4. Geldboeten
Art.141-33 609 512
5. Voorwaardelijke verplichtingen, waarvan:
5.1 ELM, EFSI, EFDO, leningen (garantiefondsen)Art.143p.m.
5.2 Financiële instrumentenArt.144p.m.
5.3 Rechtszaken (incl. geldboeten)Art.147p.m.
6. Netto activa van de EGKS
Art.145-36 656 456
7. EIF-investeringen
Art.146-6 609 097
8. Toegang tot netwerken/systemen/databases**
Art. 49, lid 2, art. 50 en 53, art. 62, lid 2, art. 63, lid 1, onder e), art. 63, lid 2, art. 99, lid 3, art. 100, lid 21 856 801
* het bedrag van 225 miljoen EUR zal als bestemmingsontvangsten in de EU-begroting worden opgenomen

** in de EU-begroting op te nemen als bestemmingsontvangsten

11.3    Overdracht van de nettoactiva van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

In artikel 145 van het terugtrekkingsakkoord is bepaald dat de Unie tegenover het Verenigd Koninkrijk aansprakelijk is voor zijn aandeel in de nettoactiva van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in liquidatie op 31 december 2020 (183 282 282 EUR). De desbetreffende terugbetaling vindt plaats in vijf gelijke jaarlijkse tranches (van 36 656 456 EUR) van 2021 tot en met 2025.

Deze terugbetalingen moeten volledig worden gecompenseerd door de overdracht van het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de netto activa van het EGKS aan de begroting van de Unie in de vorm van jaarlijkse bijdragen van 2021 tot en met 2025. Daartoe wordt de ontvangstenpost (6 6 0 4) gebruikt voor de registratie van de bijdragen van de EGKS in liquidatie die tot doel hebben de gevolgen van de overeenkomstige verlagingen van de bijdragen van het Verenigd Koninkrijk aan de jaarlijkse begroting van de Unie, zoals geboekt onder post 6 6 0 2, volledig te compenseren.

EUR
Onderdeel ontvangstenNaamBedrag
6 6 0 4Bijdragen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in liquidatie36 656 456
Totaal    36 656 456

12. Aanvullende wijziging begrotingsnomenclatuur en begrotingstoelichting

12.1    Europees Jaar van de jeugd

Met het oog op het Europees Jaar van de jeugd 2022 en de komende wetgevingsvoorstellen stelt de Commissie voor om in de begrotingstoelichting verwijzingen op te nemen naar de voorbereiding en afwikkeling van de overeenkomstige concrete acties met het oog op de geplande activiteiten in 2022, zowel in het kader van Erasmus+ als in het kader van het Europees Solidariteitskorps, op het niveau van de hoofdstukken.

De desbetreffende toelichtingen zijn in de begrotingsbijlage te vinden.

12.2    In OGB 6/2021 voorgestelde wijzigingen

In ontwerp van gewijzigde begroting 6/2021 24 heeft de Commissie voorgesteld de begrotingstoelichting en de begrotingsnomenclatuur aan te passen in verband met verzoeken van sommige lidstaten om middelen over te schrijven overeenkomstig de artikelen 14 en 26 van de verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening 25 ) Met deze nota van wijzigingen stelt de Commissie voor dezelfde wijzigingen in de ontwerpbegroting 2022 in te voeren.

De desbetreffende toelichtingen zijn in de begrotingsbijlage te vinden.

12.3    Aanpassingen naar aanleiding van de vaststelling van sectorale rechtsgrondslagen

Voorgesteld wordt de begrotingstoelichting bij te werken naar aanleiding van de recente vaststelling van sectorale rechtsgrondslagen die niet in de OB 2022 zijn verwerkt. Daarnaast wordt de EVA-bijlage bij de EU-begroting bijgewerkt om rekening te houden met de definitieve deelname van EER-EVA-staten aan EU-programma’s overeenkomstig i) Protocol 31 bij de EER-Overeenkomst en de vaststelling van opeenvolgende besluiten van het Gemengd Comité van de EER, en ii) toekomstige wijzigingen van Protocol 32 bij de EER-Overeenkomst, waarin de financiële voorwaarden voor de uitvoering van artikel 82 van de EER-Overeenkomst zijn vastgesteld, met inbegrip van een uitzonderlijke bijdrage van EER-EVA-staten in verhouding tot de NextGenerationEU-kredieten voor Horizon Europa en het Uniemechanisme voor civiele bescherming, en een herziene berekening van de financiële bijdrage van de EVA voor voltooiingsonderdelen, rekening houdend met de gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk.

De desbetreffende aanpassingen zijn in de begrotingsbijlage te vinden.

12.4    Proefprojecten en voorbereidende acties

Zoals uiteengezet in de “uitvoerbaarheidsbrief” van 17 november 2020 26 was de Commissie van mening dat de vastleggings- en betalingskredieten in verband met op de begroting 2021 goedgekeurde proefprojecten en voorbereidende acties die door de Commissie waren beoordeeld als “categorie C”, d.w.z. volledig gedekt door een rechtsgrondslag of waarvan de ideeën op een andere manier worden uitgevoerd, naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van de bestaande programma’s konden worden overgeschreven ter financiering van de voorgestelde activiteiten. Deze daarmee verband houdende kredieten in de begroting 2021 zijn overgeschreven via besluit van de begrotingsautoriteit DEC1/2021, dat in april 2021 door het Europees Parlement en de Raad is aangenomen.

Aangezien het niveau van de betalingskredieten voor de bestaande programma’s in de OB 2022 reeds de financiering van deze initiatieven in 2022 omvat, wordt als technische correctie voorgesteld om in deze nota van wijzigingen de betalingskredieten voor PP 09 21 03 te schrappen.

in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-

kredieten
PP 09 21 03Proefproject — Gebruik van waterstof in de scheepvaart0-135 000
Totaal    0-135000

Wat de begrotingsnomenclatuur betreft, moeten deze overschrijvingen ook in de begrotingsdocumenten voor 2022 tot uiting komen. De Commissie stelt daarom voor de begrotingsnomenclatuur aan te passen door de voorbereidende actie en acht proefprojecten die in 2021 zijn opgezet, over te dragen en te schrappen.

Begrotings-onderdeelNaam
VA 03 21 01Voorbereidende actie — Europees mechanisme voor crisismanagement voor de toeristische sector
PP 04 21 01Proefproject — Uniebreed pandemiebeheer
PP 07 21 06Proefproject — Mogelijkheden scheppen voor meer genderbudgettering in het volgende meerjarig financieel kader door middel van een gendereffectbeoordeling
PP 07 21 10Proefproject — Onderwijsplatform over de rechtsstaat
PP 07 21 12Proefproject — Betere werkgelegenheid voor personen met een handicap door middel van het model van de inclusieve onderneming
PP 07 21 13Proefproject — Huiselijk geweld — Beoordeling van de effecten van programma’s voor de doelgroep van geweldplegers als instrument om herhaling te voorkomen in verschillende Europese landen
PP 07 21 15Proefproject —Een EU-app ontwikkelen voor slachtoffers van huiselijk geweld
PP 09 21 03Proefproject — Gebruik van waterstof in de scheepvaart
PP 14 21 01Proefproject — Europees waarnemingscentrum voor de strijd tegen straffeloosheid
Totaal    

Met betrekking tot voorbereidende acties VA 03 20 05 “Beoordeling van vermeende verschillen in de kwaliteit van op de interne markt verkochte producten” en VA 07 20 06 “Roma Civil Monitor — Versterking van de capaciteit en betrokkenheid van de Roma en het maatschappelijk middenveld ten behoeve van de Roma bij het toezicht op en de herziening van het beleid” zullen de desbetreffende begrotingsonderdelen worden geschrapt zodra de reeds in 2020 gedane vastleggingen volledig zijn betaald.

Aangezien titel 05 (Regionale ontwikkeling en cohesie) de hoofdtitel is voor grensoverschrijdende samenwerking via het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, zal proefproject 07 21 03 — Geïntegreerd initiatief voor grensoverschrijdende crisisrespons (CB-CRII) bovendien volledig worden overgeheveld naar het nieuwe proefproject 05 21 01 — Geïntegreerd initiatief voor grensoverschrijdende crisisrespons (CB-CRII).


13. Samenvatting per MFK-rubriek

In EUR
Ontwerpbegroting 2022Nota van wijzigingen nr. 1/2022Ontwerpbegroting 2022 (incl. NvW 1/2022)
VKBKVKBKVKBK
1.Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid21 644 141 84021 729 301 276-216 000 00021 644 141 84021 513 301 276
Maximum21 878 000 00021 878 000 000
Marge233 858 160233 858 160
2.Cohesie, veerkracht en waarden56 098 583 54862 219 351 65831 500 00031 500 00056 130 083 54862 250 851 658
Maximum56 200 000 00056 200 000 000
Marge101 416 45269 916 452
2a.Economische, sociale en territoriale cohesie49 706 125 00756 349 452 460800 00049 706 125 00756 350 252 460
Maximum49 739 000 00049 739 000 000
Marge32 874 99332 874 993
2b.Veerkracht en waarden6 392 458 5415 869 899 19831 500 00030 700 0006 423 958 5415 900 599 198
Maximum6 461 000 0006 461 000 000
Marge68 541 45937 041 459
3.Natuurlijke hulpbronnen en milieu56 097 406 71656 508 073 96380 925 00091 290 00056 178 331 71656 599 363 963
Maximum56 519 000 00056 519 000 000
Marge421 593 284340 668 284
Waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen40 298 859 30540 323 039 13270 000 00070 000 00040 368 859 30540 393 039 132
ELGF-submaximum41 257 000 00041 257 000 000
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge800 000800 000
Netto-overdrachten tussen ELGF en Elfpo-618 000 000-618 000 000
Voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar nettosaldo (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen ELGF en Elfpo)40 639 000 00040 639 000 000
ELGF-submarge340 140 695270 140 695
4.Migratie en grensbeheer3 123 967 3873 120 985 566-13 100 000-13 100 0003 110 867 3873 107 885 566
Maximum3 191 000 0003 191 000 000
Marge67 032 61380 132 613
5.Veiligheid en defensie1 785 291 9451 237 861 1851 785 291 9451 237 861 185
Maximum1 868 000 0001 868 000 000
Marge82 708 05582 708 055
6.Nabuurschap en internationaal beleid16 698 442 91812 407 051 93771 000 000265 000 00016 769 442 91812 672 051 937
Maximum16 802 000 00016 802 000 000
Marge103 557 08232 557 082
7.Europees openbaar bestuur10 845 262 17410 845 362 174-225 928 052-225 928 05210 619 334 12210 619 434 122
Maximum11 058 000 00011 058 000 000
Marge212 737 826438 665 878
Waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen8 288 083 5618 288 183 561-928 052-928 0528 287 155 5098 287 255 509
Submaximum8 528 000 0008 528 000 000
Submarge239 916 439240 844 491
Kredieten voor rubrieken166 293 096 528168 067 987 759-55 603 052-67 238 052166 237 493 476168 000 749 707
Maximum167 516 000 000169 209 000 000167 516 000 000169 209 000 000
Waarvan flexibiliteitsinstrument248 033 174248 033 174
Marge1 222 903 4721 389 045 4151 278 506 5241 456 283 467
Thematische speciale instrumenten1 500 251 3821 323 919 0001 298 919 0001 298 919 0002 799 170 3822 622 838 000
Totaal kredieten167 793 347 910169 391 906 7591 243 315 9481 231 680 948169 036 663 858170 623 587 707


(1) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
(2) PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
(3) COM(2021) 300 final van 9.7.2021.
(4) Verordening (EU) 2021/1755 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2021 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit (PB L 357 van 8.10.2021, blz. 1).
(5) COM(2021) 955 final van 8.10.2021.
(6) PB L XX van XX.XX.2021.
(7) COM(2021) 460 van 9.7.2021.
(8) De behoeften bedragen 40 368,9 miljoen EUR aan verse kredieten plus 551,0 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten.
(9) Volgens de cijfers die de betrokken lidstaten overeenkomstig artikel 7, lid 2, artikel 11, lid 6, en artikel 14, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 hebben gemeld, is 1 144,2 miljoen EUR extra overgedragen van het ELGF naar het Elfpo en 525,4 miljoen EUR extra van het Elfpo naar het ELGF. De resulterende netto-overdracht van het ELGF naar het Elfpo, zijnde 618,8 miljoen EUR, wordt in mindering gebracht op het ELGF-submaximum voor 2022 van 41 257 miljoen EUR van het nieuwe MFK 2021-2027 en toegevoegd aan de respectieve nationale totaalbedragen voor het Elfpo in 2022. Per saldo zijn dergelijke overdrachten tussen de twee pijlers budgettair neutraal wat betreft het maximum van rubriek 3.
(10) Deze raming is gebaseerd op de aangiften van de werkelijke uitgaven van de lidstaten ontvangen voor de periode 16.10.2020 tot en met 31.8.2021, en op prognoses voor de periode 1.9.2021 tot en met 15.10.2021. Kleine correcties met betrekking tot deze declaraties en uitgaven onder direct beheer moeten tot het einde van het jaar nog worden verricht.
(11) Het aanpassingspercentage voor rechtstreekse betalingen in verband met het mechanisme voor financiële discipline voor het kalenderjaar 2021 is vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/951 van de Commissie van 11 juni 2021: 1,658907 % op basis van de OB 2022. In het licht van de kleine wijzigingen voor rechtstreekse betalingen die in deze NvW 1/2022 worden voorgesteld, is geen aanpassing van het reeds vastgestelde percentage nodig.
(12) Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433 van 20.12.2020, blz. 28).
(13) Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het programma Digitaal Europa en tot intrekking van Besluit (EU) 2015/2240 (PB L 166 van 11.5.2021).
(14) COM(2021) 561 van 14.7.2021.
(15) PB L 322 van 13.9.2021.
(16) COM(2018) 302 van 16.5.2018.
(17) Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).
(18) Begrotingsartikel 21 01 01 “Pensioenen en toelagen”.
(19) Besluit (EU) 2021/1027 van de Raad van 22 juni 2021.
(20) Ares(2021)5607239 en Ares(2021)5342554
(21) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie, PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1.
(22) Verordening (EU, Euratom) 2021/770 van de Raad van 30 april 2021 betreffende de berekening van de eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval, de methoden en procedures voor de terbeschikkingstelling van die eigen middelen, de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien en bepaalde aspecten van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen (PB L 165 van 11.5.2021, blz. 15).
(23) Enkel rekening houdende met de gevolgen van de verandering in de kunststof-EM-prognose voor de bni-middelen.
(24) COM(2021) 955 van 8.10.2021.
(25) PB L 231 van 30.6.2021.
(26) Ares(2020)6821998 – synthesenota punt 7 + bijlage 3.