Bijlagen bij COM(2021)67 - Uitvoering van Verordening 295/2008 betreffende structurele bedrijfsstatistieken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlagen van de metadata van Eurostat 11 .

6.NALEVING VAN DE SBS-VERORDENING

De naleving van de SBS-verordening in 2016 door de lidstaten wordt beoordeeld op basis van de volledigheid van de ingediende gegevens, het aantal ontvangen versies vóór de bekendmaking van de definitieve gegevens en de vraag of de gegevens binnen de gestelde termijnen zijn ingediend.

Wat de naleving betreft, zijn de landen (EU-28, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) in vier categorieën onderverdeeld:

·ZG    =    Zeer goede naleving: met kleine uitzonderingen werden alle vereiste gegevens tijdig ingediend (scores van 90 % of hoger).

·G    =    Goede naleving: er ontbraken enkele elementen of er zijn kleine vertragingen bij de indiening van de gegevens (scores van 70 tot en met 89 %).

·M    =    Matig: de gegevens waren gedeeltelijk beschikbaar, maar belangrijke onderdelen van de vereiste informatie ontbraken of termijnen werden overschreden (scores van 10 tot en met 69 %).

·N    =    Niet nageleefd: een groot deel van de gegevens ontbrak of er was veel vertraging bij de indiening van de gegevens (scores van minder dan 10 %).


Over het algemeen zijn de nalevingsniveaus in de meeste lidstaten “goed” tot “zeer goed”. Vijfentwintig landen hebben een zeer goed nalevingsniveau. Vijf andere landen hebben een goed nalevingsniveau en één land voldoet gedeeltelijk. In vergelijking met het referentiejaar 2015 hebben twaalf landen hun algehele nalevingsscore verbeterd; elf landen hadden dezelfde nalevingsscore.

Eurostat dient regelmatig een nalevingsverslag in bij de werkgroep structurele bedrijfsstatistieken, met als doel kwaliteitsaspecten vast te stellen waarop een potentiële lidstaat vooruitgang moet boeken om een ​​maximale naleving van de SBS-verordening te bereiken en om de samenhang, relevantie, tijdigheid, toegankelijkheid en vergelijkbaarheid van de gegevens te garanderen.

Bovendien heeft Eurostat een hulpmiddel voor gegevensvalidatie ontwikkeld waarmee de lidstaten vóór verzending naar Eurostat de nauwkeurigheid en vertrouwelijkheid van hun gegevens kunnen controleren. De overgrote meerderheid van de lidstaten maakt gebruik van dit instrument voor validatie. Het instrument heeft bijgedragen tot een vermindering van het aantal versies en tot een verbetering van de kwaliteit van de door de lidstaten verstrekte gegevens.

7.BELASTING VOOR DE ONDERNEMINGEN

De lidstaten hebben hun gegevensverzamelingsprocessen voortdurend verbeterd om de lasten voor ondernemingen te verminderen. Reeds in 2016 maakten 26 van de 31 landen gebruik van steekproefenquêtes in combinatie met administratieve gegevens bij het verzamelen van gegevens. Zo werden in de meeste landen alle grotere ondernemingen — boven een branchespecifieke werkgelegenheidsdrempel — in de enquête opgenomen, terwijl kleinere ondernemingen werden geselecteerd als onderdeel van een steekproef.

In veel lidstaten is er een sterke en toenemende focus op het ontwikkelen van samenhangende en goed onderbouwde strategieën, zodat administratieve gegevensbronnen ten volle kunnen worden benut in de statistische processen. De nationale bureaus voor de statistiek zijn vaak betrokken bij het ontwerp van administratieve gegevens om administratieve gegevens beter geschikt te maken voor statistische doeleinden. In een aanzienlijk aantal gevallen hebben landen schattingen gebruikt of enquêtegegevens aangevuld met administratieve gegevens om de relevante indicatoren voor structurele bedrijfsstatistieken vast te stellen.

8.INGEVOERDE EN VOORGENOMEN WIJZIGINGEN VAN DE STATISTISCHE BEDRIJFSSTATISTIEKEN 

8.1.INTEGRATIE VAN DE PRODUCTIE VAN STRUCTURELE BEDRIJFSSTATISTIEKEN MET DE ANDERE DOMEINEN VAN BEDRIJFSSTATISTIEKEN

Bij Verordening (EU) 2019/2152 is een transversaal rechtskader voor Europese bedrijfsstatistieken ontwikkeld 12 voor de ontwikkeling, productie en verspreiding ervan en zijn tien bestaande rechtshandelingen op het gebied van handels- en bedrijfsstatistieken vervangen, waaronder Verordening (EG) nr. 295/2008, met ingang van 1 januari 2021.

Het omvat statistische vereisten zoals de structuur, economische activiteiten en prestaties van Europese bedrijven, hun onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatieactiviteiten en hun ICT-gebruik, hun aanwezigheid op het gebied van elektronische handel (e-handel) en wereldwijde waardeketens.

De goedkeuring van Verordening (EU) 2019/2152 in 2019 was een belangrijke stap richting een meer geïntegreerd systeem van Europese bedrijfsstatistieken. Het wetgevende werk wordt nog steeds voortgezet met de voorbereiding van de nodige technische uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen.

De eerste voorlopige structurele bedrijfsstatistieken zullen volgens de nieuwe gegevensvereisten worden verzonden in oktober 2022. Voor het domein structurele bedrijfsstatistieken zal Verordening (EU) 2019/2152 belangrijke wijzigingen 13 teweegbrengen, zoals een bredere meting van de economische sectoren, een betere dekking van de dienstensector, een beter geïntegreerde gegevensverzameling en gegevensverwerking tussen sectoren en domeinen, verschillende vereenvoudigende maatregelen voor gegevensvereisten om onnodige statistische lasten voor respondenten te verminderen en tot veel beter vergelijkbare, relevante, uniforme en samenhangende gegevens te komen.

8.2.DE TOEPASSING VAN DE ONDERNEMING ALS STATISTISCHE EENHEID IN DE STRUCTURELE BEDRIJFSSTATISTIEKEN

Met betrekking tot structurele bedrijfsstatistieken is de statistische eenheid de “onderneming” zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 696/93. Voor referentiejaar 2016 verschilde de uitvoering ervan echter nog tussen de landen.

Een onnauwkeurige identificatie van de statistische eenheid kan leiden tot een afwijking van de doelstelling om vergelijkbare en relevante statistische cijfers te produceren. Wat de samenhang en uniformiteit van het Europees statistisch systeem betreft, zijn statistische gegevens niet vergelijkbaar in een statistisch domein wanneer in verschillende EU-landen verschillende statistische eenheden worden gebruikt. Alle lidstaten zijn zich bewust van deze beperking en hebben zich ertoe verbonden om tegen referentiejaar 2018 nationale actieplannen op te stellen om de definitie van onderneming voor structurele bedrijfsstatistieken in te voeren. Ondertussen sponsorde Eurostat een meerjarenproject dat leidde tot een reeks aanbevelingen over hoe deze taak moest worden uitgevoerd.


(1) Verordening (EG) nr. 295/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 betreffende structurele bedrijfsstatistieken (herschikking) (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 13).
(2) COM(2014) 243 final.
(3)

   Verordening (EG) nr. 251/2009 van de Commissie van 11 maart 2009 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 295/2008 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft reeksen gegevens die moeten worden geproduceerd voor de structurele bedrijfsstatistieken en de aanpassingen die nodig zijn na de herziening van de statistische classificatie van producten, gekoppeld aan de economische activiteiten (CPA), PB L 86 van 31.3.2009, blz. 170.

(4) Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden, (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
(5) http://ec.europa.eu/eurostat/web/structural-business-statistics/data/database (uitsluitend beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(6) http://ec.europa.eu/eurostat (uitsluitend beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(7) https://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docoffic/official/reports/cohesion7/7cr.pdf
(8) https://ec.europa.eu/eurostat/documents/3217494/11348978/KS-HA-20-001-EN-N.pdf/f1ac43ea-cb38-3ffb-ce1f-f0255876b670 en online op
https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Eurostat_regional_yearbook
(9) Om de lasten voor het bedrijfsleven en de kosten voor de nationale bureaus voor de statistiek te minimaliseren, kunnen de lidstaten gegevens die alleen worden gebruikt als bijdrage aan Europese totalen (CETO) van een CETO-markeringsteken voorzien. Eurostat maakt dergelijke gegevens niet bekend en ze worden niet gemarkeerd als CETO wanneer de lidstaten ze als nationale gegevens publiceren. Het gebruik van de aanduiding CETO is als volgt afhankelijk van het aandeel van de lidstaat in de totale toegevoegde waarde in de economie van bedrijfsactiviteiten:grote landen: DE, FR, IT, UK;middelgrote landen: BE, DK, ES, GR, IE, NL, AT, PL, PT, FI, SE, NO; enkleine landen: BG, CZ, EE, HR, CY, LV, LT, LU, HU, MT, RO, SI, SK.
(10) https://ec.europa.eu/eurostat/web/structural-business-statistics/overview  
(11) https://ec.europa.eu/eurostat/cache/metadata/en/sbs_esms.htm  
(12) Europese bedrijfsstatistieken, tot intrekking van 10 rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken (
PB L 327 van 17.12.2019, blz. 1). Verordening (EU) nr. 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende
(13) https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=European_business_statistics_manual_-_data_requirements#cite_note-1