Bijlagen bij COM(2019)264 - Bevindingen geschiktheidscontrole van de meest relevante wetgeving inzake chemische stoffen (uitgezonderd Reach) en daarbij vastgestelde uitdagingen, lacunes en zwakke punten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 4 bij het werkdocument van de diensten van de Commissie over de geschiktheidscontrole van de meest relevante wetgeving inzake chemische stoffen (uitgezonderd Reach) en de gerelateerde aspecten van de wetgeving die van toepassing zijn op downstreambedrijven.

(4)

   COM(2012) 746 final.

(5)

   Met uitzondering van bijlage XIII bij deze verordening waarin criteria voor de identificatie van persistente, bioaccumulerende en toxische stoffen en zeer persistente en zeer bioaccumulerende stoffen zijn vastgelegd. De bevindingen van de tweede evaluatie van Reach zijn te vinden in het "Algemeen verslag van de Commissie over de werking van Reach en evaluatie van bepaalde elementen" (COM(2018) 116 final) en de bijbehorende werkdocumenten van de diensten van de Commissie (SWD(2018) 58 final).

(6)

   Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik.

(7)

   Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.

(8)

   Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven.

(9)

   De wetgeving inzake geneesmiddelen, diergeneesmiddelen en levensmiddelenadditieven is in de geschiktheidscontrole buiten beschouwing gelaten, omdat daarin bij de beoordeling van de gevaren en risico's wordt uitgegaan van andere overwegingen (nl. een beoordeling van de risicoverhouding tussen de voordelen voor de gezondheid van het product in kwestie versus potentiële ongewenste bijwerkingen). Zo is de belangrijkste doelstelling van de richtlijn inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik (Richtlijn 2001/83/EG) de bescherming van de volksgezondheid, d.w.z. het voorkomen of behandelen van ziekten bij de mens, het herstellen, verbeteren of wijzigen van fysiologische functies of het stellen van een medische diagnose.

(10)

   Zie bijlage 3 bij het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie.

(11)

   Zie bijlage 2 bij het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie.

(12)

   Mededeling over opties om te werken aan het snijvlak van chemicaliën-, product- en afvalwetgeving (COM(2018) 32 final); Mededeling over de werking van Reach en evaluatie van bepaalde elementen (COM(2018) 116 final); "Een alomvattend EU-kader voor hormoonontregelende stoffen" (COM(2018) 734 final); "De strategische aanpak van de Europese Unie van geneesmiddelen in het milieu" (COM(2019) 128 final).

(13)

   REFIT-beoordeling van de communautaire wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en residuen van bestrijdingsmiddelen; Geschiktheidscontrole inzake de verslaglegging van en het toezicht op het EU-milieubeleid; Beoordeling van Verordening (EG) nr. 648/2004 (detergentiaverordening); Geschiktheidscontrole van de algemene levensmiddelenwetgeving; REFIT-beoordeling van de EU-richtlijnen betreffende veiligheid en gezondheid op het werk. Zie tabel 3 van bijlage 4 voor de verschillende informatiebronnen die voor deze geschiktheidscontrole zijn geraadpleegd.

(14)

   Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen.

(15)

   Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006.

(16)

   Bijvoorbeeld het mondiaal geharmoniseerd classificatie- en etiketteringssysteem voor chemische stoffen (GHS) en de verdragen van Bazel, Minamata, Rotterdam en Stockholm, alsook het verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (OSPAR).

(17)

   In het bijzonder de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling 3.9, 6.3, 12.4.

(18)

   COM(2015) 614 final.

(19)

   COM(2017) 479 final.

(20)

   Onderzoek naar de cumulatieve voordelen voor de volksgezondheid en het milieu van de wetgeving inzake chemische stoffen, pagina 324.

(21)

   Speciale Eurobarometer 456.

(22)

   Hoewel dit buiten de reikwijdte van deze geschiktheidscontrole valt, is dit bedrag inclusief de EU-bijdrage aan het ECHA ten behoeve van toepassing van de Reach-verordening, en de EU-bijdragen voor andere wetgevingsinstrumenten die ressorteren onder de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en die niet bij deze geschiktheidscontrole zijn inbegrepen.

(23)

   Financiering afkomstig van het zevende en achtste EU-kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, ten bedrage van gemiddeld 35 miljoen EUR per jaar.

(24)

   Dit bedrag heeft mede betrekking op de Reach-verordening die geen deel uitmaakt van deze geschiktheidscontrole.

(25)

   Zie bijvoorbeeld het Europees initiatief voor menselijke biomonitoring (HBM4EU). De EU-bijdrage bedraagt circa 50 miljoen EUR. https://cordis.europa.eu/project/rcn/207219_en.html

(26)

   In de periode 20142016 bedroeg de LIFE-bijdrage aan diverse projecten op het gebied van chemische stoffen circa 5 miljoen EUR. Zie bijvoorbeeld de volgende projecten: FLAREX , VERMEER , MATHER , COMBASE , CHEREE , EXTRUCLEAN

(27)

   Een project gericht op bevordering van de contacten tussen oplossingenverschaffers en bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf die geïnteresseerd zijn in de vervanging van zorgwekkende gevaarlijke chemische stoffen. De tweede fase van dit project is in 2019 van start gegaan.

(28)

    http://www.unece.org/trans/danger/publi/ghs/ghs_welcome_e.html

(29)

   Het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV), het Wetenschappelijk Comité voor gezondheids- en milieurisico's (WCGM) en, voorheen, het Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia (SCOEL), wier bevoegdheden wat betreft beroepsmatige blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen sinds 2019 zijn overgegaan naar het Comité risicobeoordeling (RAC) van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA).

(30)

   Uit hoofde van de CLP-verordening moet de industrie zorgen voor "zelfindeling" van alle stoffen die op de markt worden gebracht, ongeacht het volume. De indeling en etikettering van bepaalde chemische stoffen, waaronder de meest zorgwekkende stoffen (stoffen die carcinogeen, mutageen of reproductietoxisch zijn (CMR's) en inhalatieallergenen) moet in de hele EU worden geharmoniseerd, en dat vereist dat de lidstaten daarover overeenstemming bereiken.

(31)

   Met name wat betreft online verkoop heeft de Commissie onlangs diverse initiatieven ontplooid voor markttoezichtautoriteiten (middels het sinds 2017 organiseren van jaarlijkse zogenoemde "e-enforcement academies" ter verbetering van het online toezicht), consumenten (informatiecampagnes over veilig online winkelen) en online ondernemers (door hen te bewegen tot actieve naleving van hun verplichtingen door middel van ondertekening van een " productveiligheidsbelofte " bij belangrijke online verkoopplatformen).

(32)

   Het "extrapolatieprincipe" is een methode die wordt toegepast wanneer een mengsel niet is getest om de gevaarlijke eigenschappen daarvan vast te stellen, maar er wel voldoende gegevens beschikbaar zijn over soortgelijke geteste mengsels en de individuele gevaarlijke bestanddelen om een adequate beschrijving te geven van de gevaren van het mengsel. In het geval van detergentia is deze methode bijvoorbeeld een manier ter voorkoming van een te strenge indeling van producten, die het gevolg kan zijn van toepassing van de berekeningsmethode die bij kleinere ondernemingen uit kostenoverwegingen doorgaans de voorkeur geniet. Het gebrek aan duidelijkheid over de toepassing van het extrapolatieprincipe beperkt de effectiviteit van de methode en leidt bovendien tot discrepanties in de interpretatie en goedkeuring van de indeling door de lidstaten.

(33)

   COM/2018/0179 final – 2018/088 (COD).

(34)

   Wat betreft passende risicobeheersing van chemische stoffen, kan een stof worden beoordeeld in een geïsoleerde context (stofspecifiek; risicobeoordelingen van bepaalde stoffen uitgevoerd onder bepaalde omstandigheden) of als onderdeel van een groep stoffen (d.w.z. chemische stoffen met soortgelijke eigenschappen).

(35)

   Speciale Eurobarometer 468.

(36)

   COM(2018) 734 final.

(37)

    http://europa.eu/rapid/press-release_IP-11-664_en.htm ; Verordening (EU) 2018/213 van de Commissie van 12 februari 2018 betreffende het gebruik van bisfenol A in vernissen en coatings bestemd om met levensmiddelen in contact te komen, en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 10/2011 wat betreft het gebruik van die stof in materialen van kunststof die met levensmiddelen in contact komen, zoals van kracht sinds 6 september 2018.

(38)

   In Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, wordt onder meer de ontwikkeling, validering en invoering van alternatieve (dierproefvrije) testmethoden bepleit.

(39)

   COM/2012/0252 final.

(40)

    https://www.efsa.europa.eu/en/press/news/130712 ; https://www.efsa.europa.eu/en/press/news/180626

(41)

    https://www.efsa.europa.eu/en/consultations/call/161024a

(42)

   COM(2019) 190 final.

(43)

   De omzet van chemische stoffen binnen de EU is gestegen van 219 miljard EUR in 2006 naar 280 miljard EUR in 2016 (+ 28 %). De binnenlandse omzet (d.w.z. de omzet in het land van productie) is gedaald van 184 miljard EUR in 2006 naar 81 miljard EUR in 2016 (– 56 %). De omzet van de uitvoer naar landen buiten Europa is gestegen van 102 miljard EUR in 2006 naar 146,2 miljard EUR in 2016 (+ 43 %). Bron: CEFIC Facts and Figures Report, 2017.

(44)

   Ibidem.

(45)

   COM/2017/0479 final.

(46)

   Discussienota "Naar een duurzaam Europa in 2030" van 30 januari 2019.

(47)

   De Strategische aanpak voor het internationaal beheer van chemische stoffen van de Verenigde Naties (SAICM); http://www.saicm.org

(48)

   In overeenstemming met de mededeling van de Commissie: "Het goederenpakket: Het vertrouwen in de eengemaakte markt versterken" (COM(2017/0787 final).

(49)

    http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Chemicals_production_and_consumption_statistics

(50)

   COM(2019) 190 final.

(51)

   Onder groene chemie wordt verstaan de toepassing van een reeks beginselen voor het verminderen of uitbannen van het gebruik of de productie van gevaarlijke chemische stoffen in de ontwerp-, productie- en toepassingsfase van chemische producten. Definitie van Anastas and Warner (1998).