Bijlagen bij COM(2018)816 - Europese structuur- en investeringsfondsen 2014-2020 Samenvattend verslag van 2018 over de jaarlijkse uitvoeringsverslagen van de programma's voor de periode 2014-2017

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

annex and addition of the reference to the Staff Working Document SWD(2019)145 linked to the Report
The text shall read as follows

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Europese structuur- en investeringsfondsen 2014-2020

Samenvattend verslag van 2018 over de jaarlijkse uitvoeringsverslagen van de programma's

voor de periode 2014-2017


{SWD(2019) 145 final}


Europese structuur- en investeringsfondsen 20142020
Samenvattend verslag van 2018 over de jaarlijkse uitvoeringsverslagen van de programma's
voor de periode 20142017

1.Inleiding

De doelstelling van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) is het bevorderen van duurzame sociaaleconomische convergentie, veerkracht en territoriale cohesie. De ESI-fondsen zijn de grootste bron van EU-steun op belangrijke gebieden waarvoor investeringen nodig zijn die vallen onder de beleidsprioriteiten van de commissie-Juncker. Die investeringen komen ten goede aan de werkgelegenheid en groei, de digitale interne markt en de energie-unie, en versterken de interne markt en het economisch bestuur, zodat zij in de behoeften van de reële economie voorzien en structurele veranderingen en hervormingen die zijn vastgesteld in het kader van het Europese semester, bevorderen.

Dit verslag bevat het derde jaarlijkse overzicht van de uitvoering van de meer dan 530 gezamenlijk beheerde (nationale en regionale) programma's op basis van de halverwege 2018 ontvangen jaarlijkse programmaverslagen 1 . Het geeft met name een samenvatting van de beschikbare informatie over de resultaten van de uitvoering in de jaren 2014 tot en met 2017 2 .

Na de tussentijdse evaluatie van het meerjarig financieel kader 20142020 en de technische aanpassing van het bbp in 2017 is het EU-aandeel van de begroting van de ESI-fondsen met 6 miljard EUR toegenomen. Het bedraagt nu in totaal 460 miljard EUR. Met de bijbehorende toenamen van de nationale medefinanciering is de totale geplande investering met 9 miljard EUR gestegen naar een totaal van 647 miljard EUR.

Eind 2017 waren er ruim 1,7 miljoen projecten geselecteerd in heel Europa, waarmee in totaal 338 miljard EUR aan investeringen is gemoeid. Dit is 53 % van het geplande totaal. De in 2017 geselecteerde projecten vertegenwoordigden op zichzelf al een waarde van 158 miljard EUR, de grootste jaarlijkse stijging tot nu toe. Daaruit blijkt duidelijk dat de lidstaten bezig zijn de investeringsplannen om te zetten in concrete projecten voor duurzame sociale en economische voordelen.

Er wordt goede vooruitgang geboekt met investeringen op veel van de thematische gebieden die als EU-prioriteit zijn aangemerkt. Zo is 55 % van de totale geplande investering in kmo's toegewezen aan projecten. Terwijl de selectie van investeringen in sommige thema's nog altijd lager is dan het algemene gemiddelde, lopen de selectiepercentages nu minder uiteen. Een voorbeeld is dat de selectiepercentages voor klimaatmaatregelen en investeringen in de digitale economie eind 2017 een verbetering laten zien. Recentere verslagen van programma's in het kader van het cohesiebeleid wijzen op een aanhoudend sterke vooruitgang in de selectie van projecten tot 30 september 2018: 67 % van de fondsen is aan projecten toegewezen. Dit is een toename van 66 miljard EUR in negen maanden, waarmee het totaal aan investeringen waartoe is besloten, op ruim 400 miljard EUR komt.

De totale uitgaven van de geselecteerde projecten bedragen volgens de verslagen eind 2017 bijna 96 miljard EUR, een versnelde stijging en meer dan een verdubbeling in twaalf maanden. Aan het eind van 2017 was 16 % van de totale, voor de periode beschikbare fondsen uit de EU-begroting aan de lidstaten betaald. (Dat percentage is eind oktober 2018 opgelopen tot 23 %.) De uitvoering van programma's voor plattelandsontwikkeling ligt evenwel op schema. In het najaar van 2018 hebben begunstigden van het Elfpo ruim 33,8 miljard EUR ontvangen, bijna 33 % van het totale beschikbare bedrag voor de programmeringsperiode.

De tot eind 2017 gerapporteerde algehele prestatiegegevens laten zien dat

-1 miljoen ondernemingen steun hebben ontvangen om hun productiviteit en groei te verbeteren of om banen te scheppen;

-Er zijn 15,3 miljoen mensen geholpen met het vinden van een baan, opleiding of onderwijs of hun voordeel hebben gedaan met maatregelen voor sociale insluiting;

-15 % van het totale landbouwgebied wordt bestreken door aan het klimaat en milieu gerelateerde maatregelen voor de verbetering van de biodiversiteit en het bodem- en waterbeheer.

In deel 2 hierna wordt een overzicht gegeven van de voortgang met de uitvoering tot eind 2017. In deel 3 wordt dieper ingegaan op de voortgang op elk van de belangrijkste thematische gebieden. Deel 4 bevat een samenvatting van de evaluaties die tot nu toe door de lidstaten zijn verricht.

2.Overzicht van de geboekte voortgang

Het ESI Funds Open Data Platform 3 is in overeenstemming gebracht met dit verslag en laat nu het financiële volume van de projectselectie zien, evenals de prognoses en resultaten voor gemeenschappelijke indicatoren volgens de jaarlijkse verslagen van 2018 over de uitvoering van de programma's. De gegevens zijn beschikbaar per lidstaat, programma, thema en ESI-fonds. Het platform toont de meest recentelijk gerapporteerde waarden. Deze kunnen verschillen van de gegevens die beschikbaar waren bij afronding van deze tekst.

2.1.Overzicht van financiële voortgang

In 2017 viel de totale geplande investering in het kader van de ESI-fondsen na een aantal wijzigingen netto hoger uit. De tussentijdse evaluatie van het meerjarig kader voor 20142020 leidde tot een hogere toewijzing aan het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (Youth Employment Initiative – "YEI") (zie kader 2). Een technische correctie op grond van de herberekening van financiële toewijzingen in het kader van het cohesiebeleid leidde tot een netto hogere begroting voor het EFRO en het ESF. In het kader van het Elfpo hebben er op nationaal niveau opnieuw enkele overdrachten plaatsgevonden van de eerste pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ("GLB") naar de programma's voor plattelandsontwikkeling.

In hun jaarlijkse verslagen van 2018 hebben de lidstaten verhoogde financiële toewijzingen aan geselecteerde projecten gerapporteerd. Het totale volume van de projecten die voor ondersteuning zijn geselecteerd, bedroeg 338 miljard EUR, ofwel 53 % van het totale geplande investeringsvolume voor de periode 20142020. De EU-bijdrage aan de geselecteerde projecten wordt geraamd op 240 miljard EUR. Dat algehele percentage van projectselectie is vergelijkbaar met dat over dezelfde periode van de vorige programmeringsperiode.

In de bijlagen 1.1 en 1.2 zijn de volumes van de geselecteerde projecten voor respectievelijk eind 2017 en najaar 2018 uitgesplitst naar fonds. In de bijlagen 2.1 en 2.2 staan dezelfde financiële gegevens per lidstaat. (In de negen maanden van eind 2017 tot najaar 2018 is het totale financiële volume van het cohesiebeleid voor de geselecteerde projecten met 66 miljard EUR toegenomen, waarmee het is uitgekomen op 67 % van de geplande investeringen.)

Een vergelijking van deze twee momentopnamen met vorige jaren maakt duidelijk dat de uitvoeringstrends dynamisch zijn. In het najaar van 2018 waren de projectselectiepercentages voor de diverse thematische doelstellingen in het algemeen homogener. De eerdere vertragingen in de selectiepercentages in sommige thema's en sommige lidstaten komen echter nog tot uiting in een uitgavenniveau dat onder het gemiddelde ligt. In onderstaande grafiek is te zien dat de selectie- en uitgavenpercentages eind 2017 per lidstaat sterk verschillen ten opzichte van de gemiddelden van de ESI-fondsen.

Grafiek: ESI-fondsen: spreidingsdiagram van selectie- en uitgavenpercentages van de lidstaten 2017


Bron: ESI Funds Open Data Platform, Europese Commissie
Opmerkingen: Verticale as = selectiepercentage; Horizontale as = uitgavenpercentage

De grafiek laat zien dat een hoog selectiepercentage zich niet automatisch vertaalt in een snelle uitgave. De uitgave zal langzamer plaatsvinden als de projecten nog moeten worden gepland of aanbesteed, als de meeste projecten meerjarig van aard zijn of als de projecten anderszins onrijp zijn.

Wat betalingen uit de EU-begroting aan de lidstaten betreft, was eind 2017 in totaal 75 miljard EUR betaald (16 % van het geplande totaal, met inbegrip van voorfinanciering en tussentijdse betalingen van gedeclareerde uitgaven). De regelgeving voor de periode 20142020 (bv. de N+3-regel, het niveau van voorfinanciering) heeft de lidstaten beperkte prikkels geboden om snel met de uitvoering te beginnen. Ondanks het in het algemeen lage uitvoeringspercentage betrof de N+3-annuleringsexercitie in 2017 slechts enkele in 2014 aangenomen programma's. In totaal is in verband met programma's van het cohesiebeleid slechts 30 miljoen EUR geannuleerd. De annuleringsregel moet in 2018 echter aanzetten tot financiële discipline. Voor een groot aantal in 2015 aangenomen programma's van de ESI-fondsen zullen de uitgaven veel sneller moeten worden gedeclareerd.

2.2.Voortgang bij de verwezenlijking van de programmadoelstellingen

De jaarlijkse verslagen van 2018 verschaffen informatie over de voortgang bij de verwezenlijking van de programmadoelstellingen. Aan het eind van 2017 waren door de lidstaten en regio's circa 1,7 miljoen projecten geselecteerd, variërend van grote investeringen in infrastructuur tot steun aan landbouwbedrijven.

FondsTotaalaantal eind 2017 geselecteerde projecten
EFRO160 000
Elfpo 41 000 000
ESF/ Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief505 000
Cohesiefonds8 600
EFMZV18 500
Totaal1 692 100


De totaalcijfers die door die projecten zijn gerapporteerd per eind 2017 voor gemeenschappelijke indicatoren, zijn als volgt:

-De geselecteerde projecten zullen ten goede komen aan 1 miljoen ondernemingen (50 % van het streefdoel). Voor 450 000 ondernemingen is de steun al voltooid 5 .

-Er hebben 15 miljoen deelnemers geprofiteerd van door het ESF en het YEI gesteunde projecten.

-Er is tot dusver steun verleend aan 1 miljoen projecten om de landbouwsector en landbouwbedrijven te helpen concurrerender te worden en om op het platteland werkgelegenheid te scheppen en te behouden.

-Er is 26 miljoen hectare landbouwgrond, 15 % van de oppervlakte cultuurgrond (OCG), geselecteerd voor ondersteuning van landbeheer om de biodiversiteit beter te beschermen.

-56 % van de totale plattelandsbevolking (163 miljoen inwoners) valt in het kader van het Elfpo onder ruim 2 700 geselecteerde plaatselijke Leader-actiegroepen.

-70 % van de 368 geselecteerde plaatselijke actiegroepen voor de visserij is operationeel.

De nadruk op de motieven voor interventie en op de bredere toepassing van voor een fonds specifieke gemeenschappelijke indicatoren in de programma's voor 20142020 leidt tot meer robuuste en coherente prestatierapportage. De programmaverslagen van 2018 bieden in de meeste gevallen een veel rijkere bron van informatie over prestaties, in de zin van gemeenschappelijke indicatoren, dan in voorgaande jaren. In het algemeen laten de gerapporteerde waarden een plausibel verband tussen de streefindicatoren en waarden uit geselecteerde projecten zien. Bij constatering van inconsistenties in de verslaglegging worden deze getoetst aan de programma's. De controle op de kwaliteit van de jaarlijkse verslagen heeft geleid tot de correctie van bepaalde fouten in de verslaglegging. De Commissie verwacht dat de resterende gebreken kunnen worden weggenomen door de verslaglegging van de programma's te verbeteren en/of de streefdoelen aan te scherpen.

Het verkrijgen van zekerheid over aan de Commissie gerapporteerde prestatiegegevens is cruciaal voor toekenning van de prestatiereserve in 2019. In 2017 zijn de Commissie en de nationale auditinstanties al begonnen met het onderzoeken van de bestaande systemen en de tot dusver gerapporteerde gegevens. Tijdens de audits van de gecontroleerde systemen is gekeken naar het beheer en de verslaglegging van prestatiegegevens door de programma-instanties. Voor het overgrote deel van de audits die de Commissie tot dusver heeft uitgevoerd, is de beoordeling van de betrouwbaarheid van de geteste systemen over het algemeen positief, op een enkel programma na waarbij ernstige systeemgebreken of ernstige gegevensfouten zijn vastgesteld. De uitkomsten van de Commissie-audits worden aangevuld met werk van de nationale audit-instanties waarover zij in hun jaarlijkse controleverslagen van februari 2019 rapporteren.

3.Uitvoeringsoverzicht volgens belangrijkste thema's

Dit verslag geeft een overzicht van de voortgang met de uitvoering van meer dan 530 programma's van ESI-fondsen in de periode 20142017, aan de hand van het financiële volume van de geselecteerde projecten en de voortgang met het verwerven en verwezenlijken van gemeenschappelijke outputs en resultaten. Voor deze gegevens is geput uit de jaarlijkse programmaverslagen van 2018.

De bijlagen verschaffen een overzicht van het financiële volume en het percentage van de projectselectie per thematische doelstelling en lidstaat die voor de ESI-fondsen zijn gerapporteerd per eind 2017 en tot najaar 2018. Met betrekking tot de indicatoren bevat dit verslag een samenvatting van de resultaten in het kader van de gemeenschappelijke indicatoren per fonds en de verwachte bijdrage van de geselecteerde projecten. Er worden tevens voorbeelden van de reeds gesteunde projecten verstrekt.

3.1.O&O, ICT en concurrentievermogen van kmo's

In totaal is ongeveer 184 miljard EUR aan steun gepland voor investeringen op dit gebied, voornamelijk uit het EFRO en het Elfpo. Eind 2017 zijn projecten geselecteerd die samen goed zijn voor circa 51 % van dit bedrag (ruim 97 miljard EUR 6 ), waarbij naar schatting 13 % of 24 miljard EUR aan uitgaven is gerapporteerd.

3.1.1.Onderzoek en innovatie 7

Er is 34 miljard EUR toegewezen aan specifieke onderzoeks- en innovatieprojecten in het kader van het EFRO en het Elfpo. Dit is 51 % van het geplande totaalbedrag voor 20142020. De gerapporteerde uitgaven maken slechts 8 % van dit totaal uit.

Eind 2017 zouden naar verwachting 43 500 ondernemingen profiteren van geselecteerde EFRO-regelingen ter bevordering van de samenwerking met onderzoeksinstellingen (69 % van het streefdoel). Er waren al 7 000 samenwerkingsacties voltooid. Investeringen in verbeterde OTO-infrastructuur zullen naar verwachting ten goede komen aan 71 500 onderzoekers (55 % van het streefdoel), van wie er 15 000 al over kunnen beschikken. Uit de bewaking van de steun voor nieuwe producten (inclusief diensten) blijkt eveneens belangrijke voortgang, met 35 450 beoogde producten die "nieuw voor de onderneming" zijn in geselecteerde activiteiten (55 % van het streefdoel), waarvan er 3 700 al zijn voltooid.

Eind 2017 bedroeg de Elfpo-financiering van geselecteerde projecten 8 miljard EUR. Op het gebied van O&O ontwikkelt het Europees Innovatiepartnerschap voor landbouw zich tot een doeltreffend vehikel voor innovatie door landbouwers, onderzoekers, adviseurs en ondernemingen samen te brengen in 3 097 projecten voor praktische innovatie. Deze projecten bieden grote mogelijkheden voor het creëren van innovatieve oplossingen om de landbouw slimmer, doelmatiger en duurzamer te maken. Voor de landbouwgemeenschap zijn de resultaten van deze projecten, die bekend worden gemaakt via het EIP-AGRI-platform, een bron van nieuwe ideeën en inspiratie. Eind 2017 waren er 667 interactieve innovatieprojecten gestart (21 % van het streefdoel).

•In Tsjechië is in het kader van de tweede fase van het project voor duurzame energie SUSEN de installatie van technologische instrumenten in een onderzoeks- en ontwikkelingscentrum voor duurzame energie gefinancierd met EFRO-steun. Het centrum houdt zich primair bezig met de toepassing van ioniserende straling en kernenergie. Het centrum is goed voor 128 banen. Daarnaast worden elk jaar circa 55 studenten en afgestudeerden bij de activiteiten van het centrum betrokken.

•Van de digitale opleidingscursussen die worden georganiseerd door het Ländliches Fortbildungsinstitut (LFI), dat valt onder het Oostenrijkse landbouwschap, is door 10 000 landbouwers gebruikgemaakt. Omdat de cursussen online zijn, wordt vermeden dat de deelnemers urenlang onderweg zijn naar een lesgebouw en dat het milieu onnodig wordt belast. Het Elfpo financiert 196 000 EUR van de totale projectkosten van 245 000 EUR.

3.1.2.Digitale economie

Eind 2017 was naar schatting 9,8 miljard EUR toegewezen aan projecten in het kader van de thema's inzake digitale economie (48 % van het geplande totaalbedrag). De selectie van projecten heeft in 2017 een belangrijke verbetering laten zien. Met 5 % van het geplande totaal blijven de uitgaven nog altijd achter bij het EU-gemiddelde, wat verband houdt met de trage start van de uitvoering in het kader van dit thema.

De selectie van door het EFRO gesteunde projecten voor een betere breedbandtoegang is inmiddels duidelijk gevorderd. De verwachting is dat 4,3 miljoen huishoudens daarvan zullen kunnen profiteren (30 % van het streefdoel), hoewel vooralsnog slechts 227 000 huishoudens toegang hebben gekregen dankzij uitgevoerde projecten. Gezien de late selectie en de lange uitvoeringstijd, zal het pas later in de verslagperiode duidelijker worden hoe groot de kans is dat het streefdoel wordt bereikt. Wat verbetering van de toepassing van IT en de betrokkenheid bij e-handel betreft, worden inmiddels 16 000 ondernemingen beoogd door geselecteerde projecten (19 % van het streefdoel).

De uit het Elfpo verleende steun is bedoeld om de toegang tot ICT-diensten en -infrastructuur te verbeteren voor 18 miljoen burgers op het platteland. Dat krijgt zijn beslag in de vorm van 4 400 investeringsprojecten. Tot dusver is 36 % van de fondsen voor verbetering van ICT-diensten in plattelandsgebieden toegewezen aan projecten en inmiddels maken 1 255 000 plattelandsbewoners (7 % van het streefdoel) gebruik van verbeterde diensten.

•Het RO-NET-project levert breedband aan de bewoners van 783 van de 2 268 plaatsen die in Roemenië zijn aangemerkt als "witte gebieden": gebieden zonder netwerktoegang. Het project brengt breedband dichterbij voor circa 400 000 mensen, 8 500 ondernemingen en 2 800 openbare instellingen. De investeringskosten van het project bedragen in totaal 67 miljoen EUR, waarvan 46 miljoen EUR wordt betaald uit het EFRO.

•Het Elfpo heeft in de regio Zuid-Karelië (Finland) een netwerk van maatschappelijk en gezondheidswerkers ondersteund bij het opzetten van een informatiesysteem voor het beheer van risico's bij mensen thuis in plattelandsgebieden. Dankzij een combinatie van sociale en digitale componenten is het project een succes geworden. Het Elfpo heeft 122 000 EUR gefinancierd op een totale begroting van 290 000 EUR.

3.1.3.Verbetering van het concurrentievermogen van kmo's

De concurrentiekracht van kmo's is een prioriteit in het kader van EFRO-, Elfpo- en EFMZV-programma's. De EU heeft eind 2017 circa 53 miljard EUR aan steun toegewezen aan specifieke projecten (55 % van het geplande totaalbedrag). De uitgaven van ruim 17 miljard EUR vertegenwoordigen 18 % van het geplande totaal, waarmee de resultaten van de investeringen bovengemiddelde voortgang laten zien.

Het EFRO steunt allerlei maatregelen om te voldoen aan specifieke behoeften van kmo's. Belangrijke doelstellingen zijn bevordering van werkgelegenheid, ondersteuning van start-ups, stimulering van productiviteit, ondersteuning van internationalisering en handelsuitbreiding en de verschaffing van toegang tot financiering. De al verstrekte financiering dient ter ondersteuning van:

·427 000 kmo's (52 % van het streefdoel); voor 127 000 kmo's is de steun al voltooid;

·280 000 banen die naar verwachting rechtstreeks worden gecreëerd in de beoogde ondernemingen (67 % van het streefdoel); er zijn al 42 000 banen gecreëerd;

·het opzetten van start-ups: er hebben 74 000 start-ups steun ontvangen in het kader van geselecteerde projecten (46 % van het streefdoel); voor 19 400 is de steun al voltooid.

Het Elfpo steunt oplossingen om het ondernemerschap en de werkgelegenheid in de landbouw en landbouwbedrijven te stimuleren en hun economische levensvatbaarheid en veerkracht te verbeteren. Eind 2017

·hadden meer dan 112 000 landbouwbedrijven investeringssteun ontvangen voor herstructurering en modernisering en voor verhoging van de productiviteit (25 % van het streefdoel) en was ruim 49 % van de begroting voor hulp aan start-ups en steun voor investering in niet-landbouwactiviteiten in plattelandsgebieden vastgelegd;

·hadden 51 000 jonge landbouwers die voor nieuwe energie zorgen en het potentieel hebben om technologie ten volle te benutten voor een grotere productiviteit en duurzaamheid, steun ontvangen voor het opzetten van hun activiteiten;

·hadden 125 200 landbouwbedrijven steun ontvangen in de vorm van instrumenten voor risicobeheer om de onzekerheid over de toekomst te verminderen en daarmee beter in staat te zijn om concurrerend te blijven;

·waren 57 200 landbouwbedrijven geholpen om deel te nemen aan kwaliteitsregelingen.

In het kader van het EFMZV is 62 % van de tot eind 2017 geselecteerde projecten gericht op de ontwikkeling van kmo's.

•Kroatië biedt plaatselijke kmo's essentiële toegang tot financiering via financiële instrumenten die worden gesteund door het EFRO. De EU-steun van 280 miljoen EUR, die wordt aangevuld met nationale bijdragen van de overheid en de particuliere sector, leidt naar verwachting tot ruim 1 miljard EUR aan investeringen door ondernemingen. Er hebben al meer dan 1 200 kmo's steun ontvangen ten bedrage van circa 150 miljoen EUR.

•In Estland heeft een jonge landbouwer met Elfpo-financiering zijn koeienstal gerenoveerd door een nieuw voedersysteem en extra melkplaatsen te installeren, samen met een doelmatiger systeem voor mestverwerking om te beantwoorden aan de toenemende productievraag. Als gevolg van de investering is de winst van het bedrijf inmiddels verdubbeld en zijn dierenwelzijn en werkomstandigheden aanzienlijk verbeterd. Het Elfpo heeft 184 000 EUR gefinancierd op een totale begroting van 600 000 EUR.

•In Nederland heeft het EFMZV steun verleend aan het eerste aquacultuurbedrijf in het land dat erin is geslaagd om uit eigen kweek tarbotlarven te produceren op semicommerciële schaal. De volgende stap is de kweek van eenoogkreeftjes, rotiferen en algen om visvoeder te produceren op locatie en te zorgen voor de hoogste kwaliteit en winstgevendheid in een duurzame en herleidbare productiecyclus.

3.2.Koolstofarme economie, klimaatverandering, milieu en vervoer- en energienetwerken

De ESI-fondsen investeren meer dan 264 miljard EUR op het gebied van duurzame ontwikkeling. Eind 2017 was al meer dan 142 miljard EUR toegewezen aan specifieke projecten, hetgeen ongeveer 54 % van het totale bedrag van EFRO, CF, Elfpo en EFMZV uitmaakt 8 . Er is naar schatting 50 miljard EUR aan uitgaven gerapporteerd, wat gemiddeld neerkomt op 19 %, met sterke verschillen per thematische doelstelling.

Kader 1: Integratie van klimaatactie in de ESI-fondsen

In de periode 20142020 wordt volgens de planning 25 % van de ESI-fondsen besteed aan projecten met klimaatactiedoelstellingen. Daarmee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de ambitie om ten minste 20 % van de EU-begroting aan die doelstellingen te wijden. Per fonds wordt een specifieke methode gebruikt om de steun op het gebied van klimaatverandering te berekenen 9 . Aan de hand van die methoden worden specifieke categorieën voor steun aan klimaatmaatregelen vastgesteld, waarbij een weging van 0 %, 40 % of 100 % wordt toegekend. Alle ESI-fondsen dragen in verschillende mate bij tot klimaatactie. Het EFRO en het Elfpo leveren de grootste bijdrage in absolute cijfers.

Zie bijlage 3 voor een overzicht van de bedragen die zijn geprogrammeerd en toegewezen aan klimaatactieprojecten. Door een snellere uitvoering van de programma's zijn de aan klimaatactiedoelstellingen toegewezen bedragen in 2017 sterk gestegen. Hoewel de betrokken bedragen in het kader van het EFRO en het Cohesiefonds het afgelopen jaar zijn verdubbeld, ligt het aandeel ervan in het totaal van de aan projecten toegewezen bedragen nog iets onder het geplande volume. Het ESF presteert boven de geplande toewijzing aan klimaatdoelstellingen.

3.2.1.Koolstofarme economie

Wat de prioriteiten ten aanzien van de koolstofarme economie betreft, is een bedrag van 28 miljard EUR toegewezen (45 % van de geplande investering) waarvan 4,6 miljard EUR is uitgegeven (7 %). Terwijl het selectiepercentage is verbeterd en nu het gemiddelde nadert, weerspiegelt het lage uitgavenniveau het trage begintempo waarin projecten worden goedgekeurd en de uitdagingen waarmee het uitbreiden van de investeringsactiviteit in sommige specifieke thema's zoals energie-efficiëntie gepaard gaat.

Het verwachte resultaat van de investeringsinspanning in energie en een koolstofarme economie is een verbetering van de prognoses voor geselecteerde projecten:

·wat betreft hernieuwbare energie wordt met de tot eind 2017 geselecteerde projecten beoogd een capaciteit van 6 300 MW te installeren (80 % van het streefdoel), waarvan tot dusver 590 MW is verwezenlijkt;

·er worden projecten geselecteerd om 330 000 huizen te renoveren en zo de energieprestaties te verbeteren (39 % van het streefdoel); tot eind 2017 zijn er 84 000 renovaties uitgevoerd;

·wat het streefdoel voor energiebesparing in openbare gebouwen betreft, leveren geselecteerde projecten volgens de planning een besparing op van meer dan 3 TWh (59 % van het streefdoel).

Onder Elfpo-steun vallen investeringsmaatregelen, landbeheermaatregelen, kennisoverdracht en advisering. Eind 2017 was 75 % van de maatregelen voor koolstofopslag en instandhouding van landbouw- en bosgrond voltooid. Dit komt overeen met 73 % van het bijbehorende streefdoel. 16,6 % van de projecten op het gebied van hernieuwbare energie is goedgekeurd.

•Het gastransportsysteem in de Poolse provincie Neder-Silezië is gemoderniseerd door de aanleg van twee nieuwe gasleidingen, met een totale lengte van 59 km, en een gascompressiestation. In het door de investeringen bestreken gebied profiteren rond de 3 miljoen mensen nu van een veilige, duurzame, concurrerende en betaalbare energievoorziening. Er is meer dan 20 miljoen EUR geïnvesteerd in de aanleg van de gasleidingen en het compressiestation, waarvan 9 miljoen EUR afkomstig is uit het EFRO.

•Met steun uit het Elfpo heeft een melkveebedrijf in Wallonië een biogaseenheid van 33 kW geïnstalleerd om uit mest hernieuwbare energie op te wekken. Het belangrijkste winstpunt is dat er nu groene energie wordt gebruikt voor elektriciteit op het bedrijf, vooral tijdens het melken, dat volautomatisch verloopt en veel energie verbruikt. De totale investeringskosten bedragen 222 000 EUR, waarvan 16 000 EUR is gefinancierd uit het Elfpo.

3.2.2.Aanpassing aan klimaatverandering en risicopreventie

Voor de aanpassing aan klimaatverandering en risicopreventie zijn projecten geselecteerd met een volume van in totaal 24 miljard EUR (58 % van het geplande totaal), waarvan circa 14 miljard EUR is uitgegeven (33 %).

Met name twee gemeenschappelijke indicatoren van het EFRO dienen om de voortgang te meten van investeringen in maatregelen om aan het klimaat gerelateerde risico's te bestrijden. Eind 2017

·waren er voor 17,5 miljoen mensen geselecteerde maatregelen ter bescherming tegen overstromingen genomen;

·waren er voor 19 miljoen mensen geselecteerde maatregelen ter bescherming tegen bosbranden genomen.

Beide cijfers liggen boven de gestelde streefdoelen 10 . Er is dus duidelijk sprake van vooruitgang in de bestrijding van risico's in verband met klimaatverandering.

In plattelandsgebieden biedt het Elfpo steun voor behoud en versterking van de biodiversiteit, verbetering van het water- en bodembeheer en vermindering van de uitstoot van broeikassen en ammoniak door landbouwactiviteiten. Van elk programma voor plattelandsontwikkeling wordt ten minste 30 % bestemd voor maatregelen die ten goede komen aan het milieu en aan de beperking van, en aanpassing aan de klimaatverandering. De bedragen die lidstaten daadwerkelijk hebben toegewezen aan projecten op dit gebied, liggen ver boven dit minimum. In de EU is gemiddeld 57,6 % toegewezen aan maatregelen in verband met milieu en klimaat.

•Het Portugese Instituut voor de zee en de atmosfeer (IPMA) heeft een nieuwe weerradar ontwikkeld en geïnstalleerd in de autonome regio Madeira. Met de radar kunnen de weersomstandigheden worden bewaakt en de huidige weermodellen geoptimaliseerd, zodat het mogelijk wordt een robuust gegevensplatform op te zetten voor technisch en wetenschappelijk gebruik. Dit is onontbeerlijk voor aanpassing aan de klimaatverandering. De investering bedraagt in totaal 3,4 miljoen EUR, waarvan 3,1 miljoen EUR uit het Cohesiefonds.

•In Slowakije wordt met Elfpo-steun een waterreservoir aangelegd voor de bestrijding van extreme weersomstandigheden zoals zware regen en bosbranden die als gevolg van klimaatverandering vaker voorkomen. De kleinere waterstromen die daardoor ontstaan, zijn bevorderlijk voor de biodiversiteit, koolstofopslag en aanpassing aan klimaatverandering. Het reservoir draagt bij tot duurzaam bosbeheer, aangezien het bodemerosie voorkomt en water vasthoudt in het bos. Met het project is in totaal 530 000 EUR gemoeid, waarvan 397 000 EUR uit het Elfpo.

3.2.3.Milieu en efficiënt hulpbronnengebruik

Wat de prioriteiten ten aanzien van milieu en efficiënt hulpbronnengebruik betreft, is een bedrag van 45 miljard EUR aan projecten toegewezen (52 % van het geplande totaal), waarvan circa 19 miljard EUR is uitgegeven (22 %).

Na eerdere vertragingen in de selectie is nu een capaciteit van 1,8 miljoen ton aan afvalrecycling geselecteerd voor steun (34 % van het streefdoel). Er is ook goede voortgang gemaakt met het selecteren van projecten om de afvalwaterbehandeling te verbeteren voor 14,5 miljoen mensen (85 % van het streefdoel) en om de watervoorziening te verbeteren voor 7,3 miljoen mensen (58 % van het streefdoel).

Elfpo heeft projecten voor een betere biodiversiteit op 26 miljoen hectare landbouwgrond gesteund (87 % van het streefdoel). In totaal valt 40 % van alle landbouwgrond onder maatregelen in verband met klimaat en milieu, waaronder land met natuurlijke beperkingen. Daarnaast zijn er plannen om 18 % van de landbouwgrond in de EU te onderwerpen aan beheersvereisten ten behoeve van de biodiversiteit, 15 % voor beter bodembeheer en 15 % voor beter waterbeheer. Verder is er belangrijke vooruitgang geboekt naar het streefdoel om voor 3,3 % van de landbouwgrond beheersovereenkomsten te sluiten om de uitstoot van broeikasgassen en ammoniak te verlagen; voor bijna 2 % zijn er inmiddels overeenkomsten. Evenzo is met een voltooiingspercentage van 33 % goede voortgang gemaakt met de beoogde verplichte investeringen voor grootvee-eenheden om de uitstoot van broeikassen en ammoniak te bestrijden.

Van alle projecten die eind 2017 waren geselecteerd voor EFMZV-steun, bevordert ongeveer 24 % een efficiënt gebruik van hulpbronnen en de bescherming van het milieu. De meeste van deze projecten zijn gericht op de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit door de fysieke controle van aanlandingen sterk te verbeteren en het volume van ongewenste vangsten te verminderen, en zo bij te dragen aan de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

•Bulgarije heeft zijn eerste door het cohesiebeleid gesteunde financiële instrument opgezet voor de water- en afvalwatersector. Met de financiering kunnen zestien regionale waterbedrijven hun installaties voor de levering van water, de zuivering van afvalwater en de behandeling van drinkwater vernieuwen. Met deze regeling, bedoeld om een hoogwaardige dienstverlening mogelijk te maken, is een investering van 230 miljoen EUR gemoeid, waarvan 115 miljoen EUR uit het Cohesiefonds.

•In Zweden zijn in het agrarische landschap wetlands tot stand gebracht om te bereiken dat er minder nutriënten in oppervlaktewateren wegvloeien. Het project bevordert de biodiversiteit, terwijl de wetlands door beheersing van de waterdoorstroom indien nodig kunnen dienen om water op te slaan voor irrigatiedoeleinden. Het Elfpo heeft 26 000 EUR gefinancierd op een totale begroting van 64 000 EUR.

3.2.4.Strategische netwerken

Wat investeringen in strategische netwerken betreft, zijn er in het kader van het EFRO en het Cohesiefonds belangrijke TEN-T-investeringen en andere investeringen in vervoer gepland. Eind 2017 bedroeg de algehele projectselectie 44 miljard EUR (62 % van het geplande totaal), waarvan 12 miljard EUR is uitgegeven (17 %).

Onder de vervoersindicatoren is belangrijke vooruitgang geboekt met projecten voor spoor- en wegvervoer:

·heraanleg van spoorverbindingen over 2 700 km, waaronder TEN-T-lijnen (45 % van het streefdoel); de uitgevoerde projecten vertegenwoordigen tot dusver een bescheiden 5 % van het streefdoel;

·de heraanleg van wegen over 7 500 km (75 % van het streefdoel), waarvan 690 km TEN-T (90 % van het streefdoel). De heraanleg van TEN-T-wegen is over 300 km voltooid (30 % van het streefdoel).

•In Griekenland is op de as Athene-Thessaloniki de aanleg van een 106 km lange, dubbelsporige geëlektrificeerde hogesnelheidslijn tussen Tithorea en Domokos voltooid. De reistijd tussen Athene en Thessaloniki is teruggebracht tot 3,5 uur, zodat de treinverbinding nu concurrerend is. Het EFRO, het Cohesiefonds en het CEF hebben bijna 1 miljard EUR bijgedragen.

3.3.Werkgelegenheid, sociale inclusie en onderwijs

Op dit gebied is meer dan 172 miljard EUR gepland, met name uit het ESF, maar ook uit het EFRO, het Elfpo en het EFMZV. Eind 2017 waren er projecten geselecteerd voor een totaal bedrag van naar schatting 85 miljard EUR. Dit is bijna 50 % van de geplande totale toewijzing. De uitgaven bedroegen in totaal bijna 23 miljard EUR of 13 % van het geplande totaal.

De programma's van het ESF en het YEI hebben gezamenlijk al de volgende resultaten opgeleverd:

·steun aan 15,3 miljoen deelnemers, onder wie 7,9 miljoen werklozen en 4,9 miljoen inactieve deelnemers;

·steun aan 2,8 miljoen langdurig werkloze deelnemers;

·van alle deelnemers hadden er 1,4 miljoen werk, hebben er 1,9 miljoen een diploma gehaald en volgden er 870 000 onderwijs of een opleiding dankzij de steun in het kader van het ESF of het YEI.

Van deze deelnemers was 46 % laagopgeleid; 16 % waren migranten, mensen met een buitenlandse achtergrond of leden van minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma).

De verdubbeling van het aantal ESF- en YEI-deelnemers sinds eind 2016 is een duidelijk teken van de aanzienlijk snellere uitvoering van projecten in het veld.

3.3.1.Werkgelegenheid

Tot eind 2017 is een bedrag van naar schatting 30 miljard EUR toegewezen aan projecten voor duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid, overwegend uit het ESF en het YEI. Dit komt overeen met 51 % van de geplande 60 miljard EUR. In het kader van de werkgelegenheidsdoelstelling hadden eind 2017:

·7,4 miljoen deelnemers steun ontvangen;

·722 000 deelnemers een diploma gehaald;

·1,1 miljoen deelnemers werk, waaronder als zelfstandige.

Investeringen op dit gebied laten goede resultaten zien, behalve die in verband met de modernisering van arbeidsmarktinstellingen, waarvoor het projectselectiepercentage eind 2017 nog onder de 20 % lag.

Eind 2017 was in het kader van het Elfpo ruim 246 miljoen EUR uitgegeven ten behoeve van de werkgelegenheid in de landbouw en plattelandsgebieden, voor sociale inclusie en ter bevordering van een leven lang leren en beroepsonderwijs in de land- en bosbouw.

Ongeveer 11 % van alle projecten die eind 2017 waren geselecteerd voor EFMZV-steun, bevordert duurzame en hoogwaardige werkgelegenheid en ondersteunt arbeidsmobiliteit. De meeste van deze projecten hebben als doel het menselijk kapitaal, de sociale dialoog en netwerken te bevorderen.

•In Luxemburg is het door het ESF gefinancierde project "Fit4Entrepreneurship" specifiek bestemd voor 200 werkzoekenden die bereid zijn een eigen bedrijf op te richten. Het project, dat wordt geleid door de Chambre de Commerce, het arbeidsbureau en de Chambre des Métiers, omvat een diagnose van ondernemingsvaardigheden, een opleidingsprogramma, individuele ondersteuning door ondernemers en hulp eens het bedrijf is opgericht.

•In Andalusië (Spanje) heeft de overheid een proefopleiding pastoralisme in het leven geroepen om de traditionele extensieve begrazing door schapen en runderen in stand te houden. In het kader van dit project hebben 100 deelnemers de opleiding gevolgd als voorbereiding om professioneel als herder te kunnen werken. Na de opleiding was 60 % van de deelnemers professioneel actief in de veehouderij. Het Elfpo heeft 34 000 EUR bijgedragen in de totale projectkosten van 38 000 EUR.


Kader 2: Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI)

Het YEI heeft opnieuw belangrijke financiële steun verleend aan jongeren in de in aanmerking komende lidstaten. Eind 2017 was er naar schatting 7 miljard EUR toegewezen aan 162 000 projecten. Dit is 67 % van de geplande 10,3 miljard EUR. De door begunstigden gedeclareerde uitgaven kwamen uit op 31 % (3,2 miljard EUR) van de totale YEI-toewijzing, waaruit een degelijke uitvoering in het veld blijkt. Er hebben in deze periode 2,4 miljoen jongeren steun gekregen vanuit het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief. Voor 1,5 miljoen deelnemers was de YEI-interventie afgerond en 776 000 deelnemers volgden onderwijs of een opleiding, behaalden een diploma of waren aan het werk, waaronder als zelfstandige.

In 2017 zijn de EU-medewetgevers in het kader van de tussentijdse MFK-evaluatie overeengekomen om de middelen van het YEI te verhogen voor de rest van de programmeringsperiode (20172020). De YEI-specifieke toewijzing is verhoogd met 1,2 miljard EUR, verdeeld over vier jaar, waarvan elf lidstaten profiteren die nog voor steun in aanmerking komen. Daarom hebben lidstaten hun operationele programma's en partnerschapsovereenkomsten eind 2017 in overeenstemming gebracht met de verhoging en bijbehorende ESF-steun.

In het kader van de begrotingsprocedure van 2018 zijn de medewetgevers in november 2018 overeengekomen de nieuwe YEI-middelen verder te vervroegen door de vastleggingskredieten voor 2018 te verhogen en die voor 2020 te verlagen. Het totale bedrag voor 2018 wordt daarmee van 116 miljoen EUR op 350 miljoen EUR gebracht. De elf betrokken lidstaten zullen hun programmeringsdocumenten waar van toepassing hiermee in overeenstemming brengen.

•In Griekenland worden in samenwerking met bedrijfsverenigingen sectorale opleidingsprogramma's uitgevoerd om de vaardigheden en inzetbaarheid van werklozen in de leeftijd 1824 jaar te vergroten. De programma's bieden plaats aan 15 000 deelnemers en zijn dan ook bedoeld voor sectoren met een hoog groeipotentieel, zoals ICT, de uitvoerhandel, de detailhandel en logistiek. Een programma is opgebouwd uit 120 uur theorie en 260 uur praktijk, vijf sessies voor individuele begeleiding en certificering van de kwalificatie. De bedrijfsverenigingen zijn belast met het selecteren van aanbieders van het theoretische onderdeel en het vinden van stageplaatsen bij ondernemingen voor het praktische onderdeel.

3.3.2.Sociale inclusie

Eind 2017 was naar schatting 30 miljard EUR toegewezen aan projecten voor sociale inclusie. Dit is 46 % van de geplande 63,7 miljard EUR, die overwegend wordt gefinancierd door ESF-programma's, met EFRO-steun voor infrastructuur op het gebied van gezondheidszorg en sociale voorzieningen. In het kader van deze doelstelling:

·hebben 3,3 miljoen deelnemers steun ontvangen;

·hadden 220 000 deelnemers werk, waaronder als zelfstandige;

·hebben 152 000 deelnemers een diploma gehaald;

·zijn 164 000 inactieve deelnemers op zoek gegaan naar een baan;

·zullen naar verwachting 42,5 miljoen burgers profiteren van de EFRO-steun die is toegewezen voor de modernisering van gezondheidsstelsels.

In 2017 zijn de investeringen in de sociaaleconomische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma aangetrokken. Investeringen op het gebied van sociaal ondernemerschap en plaatselijke ontwikkeling onder leiding van lokale gemeenschappen liggen echter nog altijd achter.

In plattelandsgebieden steunt het Elfpo plaatselijke ontwikkelingsstrategieën ter bevordering van sociale inclusie, ter bestrijding van armoede en ter stimulering van de economische ontwikkeling op basis van de aanpak in het kader van Leader. Tot dusver is 58 % van de bewoners van plattelandsgebieden (ongeveer 111 % van het streefdoel) bereikt door ruim 3 400 plaatselijke ontwikkelingsstrategieën die zijn uitgevoerd door plaatselijke actiegroepen met behulp van 18 % van de beschikbare overheidsmiddelen.

•Het ESF-project "Tweedekansschool" in Gijón (Spanje) biedt kwetsbare jongeren (laagopgeleide jongeren, voortijdige schoolverlaters, jongeren zonder steun vanuit de omgeving en het gezin, jongeren met gezondheidsproblemen enz.) praktische maatwerkopleidingen om vaardigheden en bekwaamheden te leren, zodat zij opnieuw onderwijs kunnen volgen (of onderwijs kunnen blijven volgen) of werk kunnen vinden. In de periode 2009 tot en met 2017 hebben 1 400 jongeren aan het project deelgenomen.

•In Luxemburg zijn in het kader van het project "World City" zomeractiviteiten georganiseerd voor kinderen van 712 jaar die in het gebied Miselerland wonen. De activiteiten hadden culturele diversiteit als centraal thema en waren bedoeld om gedeelde attitudes en waarden die bijdragen tot een aangenamer "samenleven", te bevorderen. Iedere dag namen ongeveer driehonderd kinderen uit de regio deel, van wie gemiddeld 10 % kinderen van vluchtelingen waren. Het project is voor 223 000 EUR gefinancierd door het Elfpo - Leader.

•In de Brusselse wijken Molenbeek en Kuregem (België) bieden twee nieuwe centra geïntegreerde sociale diensten, geestelijke gezondheidszorg en basisgezondheidszorg voor de plaatselijke bevolking (3,7 miljoen EUR steun van het EFRO). Er is in het bijzonder aandacht voor de toegankelijkheid voor kwetsbare groepen, zoals migranten. Een team werkt aan een mobiel programma met "Medibus" om mensen te kunnen bereiken.

3.3.3.Onderwijs

Eind 2017 was naar schatting 25 miljard EUR toegewezen aan projecten voor onderwijs en beroepsopleiding. Dit is 52 % van de geplande 49 miljard EUR, die overwegend wordt gefinancierd door ESF-programma's, met EFRO-steun voor infrastructuur op onderwijsgebied. De uitgaven bedroegen circa 6 miljard EUR (13 % van het geplande totaal). In het kader van deze doelstelling:

·hebben 4,5 miljoen deelnemers steun ontvangen;

·hebben 1 miljoen deelnemers een diploma gehaald;

·is door 583 000 deelnemers onderwijs of een opleiding gevolgd;

·zouden investeringen in onderwijsinfrastructuur in het kader van EFRO-projecten ten goede moeten komen aan 1,8 miljoen studenten (26 % van het streefdoel).

Met een projectselectiepercentage van 52 % liggen de investeringen op dit gebied op schema. Wat zowel projectselectie als uitvoeringspercentage betreft, zijn de activiteiten op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding het verst gevorderd.

•In Letland heeft een door het ESF gefinancierd project als doel het aantal gekwalificeerde leerlingen in beroepsopleiding en - onderwijs te vergroten door hen te laten deelnemen aan werkplekleren en stage te laten lopen bij ondernemingen. In mei 2018 waren bij het project 1 400 ondernemingen, 34 instellingen voor beroepsonderwijs en 2 900 leerlingen in beroepsopleiding en - onderwijs betrokken, van wie 640 BPV-leerlingen en 2 275 stagiairs.

•In Åland (Finland) heeft het uit het ESF gefinancierde project "Welcome! – Välkommen in!" als doel het inzicht in en de kennis van de e-handel in de dienstensector te vergroten om de kwaliteit van de dienstverlening aan de klant te verbeteren en ondernemingen te helpen de uitdagingen van de wereldwijde concurrentie in de detailhandel het hoofd te bieden. In totaal hebben 472 mensen van 100 ondernemingen deelgenomen aan het project en meer dan 8 000 uur opleiding gevolgd. In 2017 zagen de deelnemende ondernemingen hun omzet stijgen met 75 % ten opzichte van 2015.

•In Beieren (Duitsland) is met steun van het EFRO een kantoorgebouw omgebouwd tot een onderwijscentrum. Het biedt op 1 100 vierkante meter plaats voor nog eens 250 mensen die aan seminars willen deelnemen. Het gemoderniseerde opleidingscentrum zal een belangrijke rol spelen bij de vorming van geschoolde werknemers.

3.4.Bevordering van de institutionele capaciteit en een efficiënte overheidsadministratie

Eind 2017 was naar schatting 3 miljard EUR toegewezen aan projecten voor institutionele capaciteit en hervormingen. Dit is 48 % van de geplande 6,4 miljard EUR (hoofdzakelijk uit de ESF-programma's, met EFRO-steun ook in Estland, Italië, Roemenië en in Interreg-programma's). De uitgaven in het veld bedroegen 370 miljard EUR (6 % van het geplande totaal). In het kader van deze doelstelling:

·hebben 117 000 deelnemers steun ontvangen uit het ESF;

·zijn 734 projecten voor overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of plaatselijk niveau gesteund door het ESF.

Tot een derde van de gesteunde projecten is bedoeld voor digitalisering. Andere belangrijke thema's betreffen dienstverlening, algemene opleiding, overheidsdienst en beheer van personele middelen, evenals organisatie en beheer van de overheid. Van de steun voor overheden in lidstaten wordt overwegend gebruik gemaakt op nationaal niveau. Slechts een klein deel gaat naar regionale en plaatselijke overheden.

De uitvoering van projecten voor de vergroting van de capaciteit om te voorzien in onderwijs, levenslang leren, opleiding en werkgelegenheid en sociaal beleid loopt achter (1 % van uitgaven gedeclareerd). De oorzaken van de vertragingen verschillen per lidstaat en variëren van voor de uitvoering relevante wetswijzigingen tot problemen met de innovatieve en complexe kenmerken van de interventie.

•In Bulgarije wordt met een ESF-project dat wordt uitgevoerd door het Nationale Instituut voor Justitie (NIJ), steun verleend aan hoogwaardige beroepsopleiding om de doelmatigheid van de rechterlijke macht te vergroten. In 2017 zijn er door in totaal 5 600 magistraten en medewerkers van gerechtelijke en opsporingsinstanties NIJ-opleidingen gevolgd. De innovatieve aard van de projecten ligt in de ontwikkeling van regionale en onlineopleidingen, op specifieke regionale behoeften afgestemde thematische opleidingen en interinstitutionele samenwerking en "kennispartnerschappen".

•In Litouwen wordt met een ESF-project beoogd de doelmatigheid van aanbestedingen te verhogen door corruptie moeilijker te maken. De geplande maatregelen zorgen voor meer bewustzijn en vaardigheden onder de medewerkers van het aanbestedingsbureau en andere aanbestedende organisaties en voor ondersteunende documentatie (bv. richtsnoeren) over aanbestedingsmethoden. Er worden opleidingen voor vertegenwoordigers van aanbestedende organisaties en conferenties in diverse Litouwse instellingen georganiseerd.

3.5.Voortgang bij de uitvoering van financiële instrumenten

De jaarlijkse verslagen van 2018 bevatten uitgebreide gegevens over financiële instrumenten tot eind 2017 voor 24 lidstaten. De voortgang is over het algemeen bevredigend: in de financieringsovereenkomsten is een bedrag van 13,5 miljard EUR vastgelegd. Dit is 65 % van de indicatieve toewijzingen, overwegend uit het EFRO. Van de vastgelegde bedragen is 1,5 miljard EUR (11 %) al uitbetaald aan de eindontvangers, met substantiële verschillen tussen de lidstaten. Een meer gedetailleerde presentatie is te vinden in de door de Commissie gepubliceerde samenvattingen van gegevens.

3.6.Territoriale en stedelijke ontwikkeling

In 20142020 is ongeveer 32 miljard EUR toegewezen aan geïntegreerde territoriale ontwikkeling en duurzame stedelijke ontwikkeling. De aanvankelijk trage uitvoering van deze strategieën komt nu op gang. Uit fondsen in het kader van het cohesiebeleid is rond de 10,7 miljard EUR aan projecten toegewezen. Dit is 33 % van de geplande toewijzing. Hoewel inmiddels betrekkelijk goede vorderingen worden gemaakt met de projectselectie, lopen de uitgaven nog achter: eind 2017 was slechts 1 miljard EUR uitgegeven (3,2 % van het geplande totaal).

De geselecteerde strategieën voor geïntegreerde ontwikkeling, hoofdzakelijk voor sociale integratie, bereiken volgens de verslaglegging 39 miljoen burgers (87 % van het streefdoel). Wat fysieke werkzaamheden betreft, wordt 50 % van de streefdoelen van de geselecteerde projecten voor de renovatie van gebouwen en wooneenheden bereikt. Volgens de prognoses worden 1,1 miljoen vierkante meter en 10 500 wooneenheden gerenoveerd. Er wordt meer dan 21 miljoen vierkante meter stedelijke open ruimte (73 % van het streefdoel) gerenoveerd om de kwaliteit van leven en de veiligheid in stedelijke gebieden te verbeteren.

3.7.Interreg

De uit het EFRO gefinancierde Interreg-programma's die onder de doelstelling voor territoriale samenwerking vallen, hebben eind 2017 een financieel volume van 7,1 miljard EUR voor geselecteerde projecten gegenereerd (57 % van het geplande totaal). De uitgaven in het veld zijn echter nog beperkt (5 % van het geplande totaal).

Gegevens over de materiële voortgang in het kader van Interreg worden hierboven weergegeven in de geaggregeerde indicatoren onder belangrijke investeringsthema's en op het Open Data Platform 11 .

4.Voortgang van de evaluatie van de programma's

In de wetgeving voor de programmeringsperiode 20142020 wordt met nadruk gewezen op de noodzaak de bijdrage van de ESI-fondsprogramma's aan groei, duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid te evalueren. In de programma's zijn doelstellingen vastgesteld die specifiek zijn en die de op bepaalde gebieden nagestreefde veranderingen omschrijven. De evaluaties zijn essentieel om vast te stellen of die veranderingen hebben plaatsgevonden en, zo ja, hoe de programma's daaraan hebben bijgedragen.

Het werkdocument bij dit verslag bevat een samenvatting van het evaluatiewerk dat sinds 2016 is verricht. Van een klein aantal evaluaties is vastgesteld dat zij vooral ingaan op het proces van uitvoering en de voortgang naar de gestelde streefdoelen. Die evaluaties zijn door de bank genomen duidelijker van opzet dan in het verleden en de beschikbaarheid en het gebruik van gegevens zijn beter.

Voor de periode 20142020 is het vanwege het beperkte volume van voltooide projecten nog te vroeg om de resultaten en effecten van de programma's te evalueren. Het ligt in de aard van effectevaluaties dat er later in de programmacyclus mee wordt begonnen, waarbij vertraging te verwachten is als de uitvoering in bepaalde lidstaten of voor bepaalde thematische doelstellingen achterloopt op de planning.

Veel van de in 20172018 verrichte nationale evaluaties gaan evenwel over programma's in de periode 20072013, en dan met name over de effecten. In het algemeen kunnen de uitkomsten van effectevaluaties voor beide programmeringsperioden slechts voor een beperkt aantal evaluaties als betrouwbaar worden beschouwd, wat aangeeft dat de kwaliteit van het geleverde werk moet worden verbeterd.

Uit een bijgewerkte analyse van de herziene nationale evaluatieplannen die de Commissie in juni 2018 heeft ontvangen, blijkt dat er nog enkele verbeterpunten zijn ten aanzien van benodigde vaardigheden, te volgen methoden en vereiste gegevens.

Volgens de evaluatieplannen zal het aantal voltooide evaluaties in 20182019 sterk toenemen. De betrokken evaluaties zijn hoofdzakelijk gericht op uitvoering en processen. Bijna de helft van de effectevaluaties staat pas op de agenda voor na 2020, wanneer de programmaresultaten worden verwacht.

Het werkdocument bij dit verslag beschrijft ook de diverse gebieden waarop de Commissie de werkzaamheden van de lidstaten steunt (netwerken, begeleiding, helpdesks enz.) en de evaluatiewerkzaamheden die door de Commissie zijn gepland.

5.Conclusies

De programma's van de ESI-fondsen zijn een belangrijk investeringsinstrument van de Europese Unie en elke regio in de Europese Unie heeft baat bij het beleid. Het thans beschikbare materiaal, in de vorm van gegevens over de financiële uitvoering en gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren, biedt een overzicht van de voortgang met de uitvoering dat vollediger is dan in alle vorige perioden.

In 2017 is de algehele uitvoering van door de ESI-fondsen medegefinancierde programma's duidelijk versneld. Het projectselectiepercentage is met ruim 52 % van de totale financiering bijna tweemaal zo hoog als eind 2016. De door de projecten gegenereerde uitgaven zijn nu ook ingelopen op de planning, evenals de waarden van de output- en uitkomstindicatoren van de programma's in verband met belangrijke sociale en economische voordelen. De versnelling heeft zich in 2018 doorgezet en op 30 september 2018 was het selectiepercentage van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid 67 %.

Het beeld van de uitvoering dat ontstaat uit de jaarlijkse programmaverslagen is divers, zowel tussen regio's als tussen lidstaten en de verschillende investeringsthema's. Afgaande op eerdere ervaringen verwacht de Commissie dat de uitvoeringspercentages voor investeringsuitgaven en de verwezenlijking van outputs en resultaten in 2019 zullen blijven stijgen. De komende prestatie-evaluatie in 2019 zal verder aanzetten tot een zodanig gebruik van ESI-fondsen dat de programmadoelstellingen beter kunnen worden verwezenlijkt.

Naarmate de uitvoering in het kader van de ESI-fondsen vordert, ontstaat er materiaal aan de hand waarvan de effecten kunnen worden geëvalueerd. Voor een aanzienlijk aantal evaluaties door de lidstaten geldt evenwel dat de aanvang en voltooiing ervan en de beschikbaarheid van resultaten nog op zich laten wachten.

Wat de toekomst betreft: voor eind 2018 zijn belangrijke financiële doelen gesteld (N+3-regel). Er zijn risico's dat bepaalde programma's EU-financiering verliezen.

De rapportagecyclus voor volgend jaar omvat uitvoerige programmaverslagen in juni 2019 en nationale voortgangsverslagen aan het eind van augustus 2019. In die verslagen zal een volledig kwantitatief en kwalitatief overzicht van de uitvoering van beleggingsdoelstellingen worden gegeven. Er zal op allerlei belangrijke zaken worden ingegaan. Met name zullen de lidstaten verslag doen over financiële en materiële mijlpalen volgens het prestatiekader op grond waarvan de prestatiereserve wordt toegekend in 2019. Een synthese van de verslagen wordt door de Commissie opgesteld in een eind 2019 uit te brengen strategisch verslag.

(1) Zoals is bepaald in artikel 53, Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen.
(2) Dit verslag is een aanvulling op het verslag over de begrotingsuitvoering van de ESI-fondsen     http://ec.europa.eu/budget/library/biblio/publications/2018/AnalysisBudgImplem_ESIF_2017_EN.pdf  
(3) Het Open Data Platform van de Europese structuur- en investeringsfondsen: https://cohesiondata.ec.europa.eu/  
(4) Dit cijfer betreft alleen investeringsprojecten. Het cijfer voor door het Elfpo gesteunde niet-investeringsprojecten is 2 664 000.
(5)

     Alle ESI-fondsen zijn gericht op de steun aan ondernemingen. De geselecteerde projecten zullen steun bieden (of hebben steun geboden) aan 598 000 ondernemingen in het kader van het EFRO, 162 400 micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in het kader van het ESF en 248 600 landbouwbedrijven in het kader van het Elfpo (106 600 jonge landbouwers en investeringen in materiële activa in 142 000 landbouwbedrijven).

(6) Een deel van het volume van de selectie in het kader van "meerdere thematische doelstellingen" valt onder dit gebied – zie bijlage 1.1).
(7) https://cohesiondata.ec.europa.eu/themes  
(8) Het ESF draagt bij tot de verwezenlijking van doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (d.w.z. groene vaardigheden) via de secundaire doelstellingen van de steun in het kader van met name de thematische doelstellingen 8 en 10.
(9) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie van vrijdag 7 maart 2014 (PB L 69 van 8.3.2014, blz. 65).
(10) Er wordt gezocht naar manieren om deze indicatoren consequent toe te passen bij het stellen van streefdoelen en het uitsluiten van dubbeltellingen.
(11) https://cohesiondata.ec.europa.eu/countries/TC