Bijlagen bij COM(2018)556 - Voorbereidingen treffen voor de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU op 30 maart 2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage) om de regels in herinnering te brengen die van toepassing zullen zijn wanneer het Verenigd Koninkrijk een derde land wordt.

De overheid kan ondersteuning en advies verstrekken om het wettelijk kader dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk zal regelen zoveel mogelijk te verduidelijken en kan de nodige wijzigingen in de wet- en regelgeving aanbrengen om ervoor te zorgen dat deze probleemloos kan blijven functioneren in een Europese Unie met 27 lidstaten, maar het wettelijk kader kan niet zo worden ingericht dat het voor alle individuele, specifieke commerciële kwesties een oplossing biedt.

Tal van bedrijven verhuizen naar de EU27 of breiden hun activiteiten in de EU27 uit. Andere bedrijven waarschuwen voor de impact van een wanordelijke brexit op hun activiteiten of bedrijfsmodellen.

In sommige gevallen maken bedrijven zich bijvoorbeeld zorgen over het feit dat zij een nieuwe vergunning moeten verkrijgen van een autoriteit of orgaan van de EU27 ter vervanging van een Britse. Individuele beroepsbeoefenaars zullen misschien hun Brits getuigschrift moeten inwisselen voor een getuigschrift dat is afgegeven in een EU27-lidstaat of erkenning van hun Britse beroepskwalificaties in een EU27-lidstaat moeten aanvragen. Daarom zijn zij door middel van kennisgevingen aan belanghebbenden (zie hieronder) aangemoedigd om zo snel mogelijk de nodige actie te ondernemen.

De Europese Unie, de nationale en regionale overheden en brancheorganisaties hebben nadere informatie gepubliceerd en hulpmiddelen ontwikkeld om personen en bedrijven bij te staan, maar er zijn nog meer inspanningen nodig, met name specifiek voor kleine en middelgrote ondernemingen.

Van EU-interne verkoop naar handel met het Verenigd Koninkrijk als derde land: zich voorbereiden op nieuwe procedures

Wie actief is in de internationale handel, weet wat handel drijven met derde landen buiten de Europese Unie met zich meebrengt qua douaneaangiften, sanitaire en fytosanitaire controles, enz. Die handelaren hebben ook kennis van de voorwaarden om producten uit derde landen in de interne markt van de Unie binnen te brengen, zoals de invoerformaliteiten, de toepasselijke wetgeving van de Unie en de conformiteitsbeoordelingsprocedures. Heel wat bedrijven hebben echter geen ervaring met handel met derde landen, aangezien zij alleen zaken doen binnen de interne markt zonder grenzen. Deze bedrijven begeleiden is dus bijzonder acuut, aangezien de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie hen voor de grootste uitdaging stelt: zij worden geconfronteerd met procedures die zij niet gewend zijn, maar die onvermijdelijk zijn om handel te drijven met derde landen 10 .

Informatie over handel met derde landen is beschikbaar op de website van de Commissie 11 . Daarnaast hebben nationale regeringen, bijvoorbeeld in Oostenrijk, Ierland en Nederland, speciale webpagina’s opgezet om ondernemingen te helpen de impact in te schatten en/of zich rekenschap te geven van de nieuwe procedures na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU (zie hieronder).

De lidstaten, de nationale en regionale overheden hebben een belangrijke rol te spelen...

Het feit dat het Verenigd Koninkrijk een derde land wordt, zal aanzienlijke gevolgen hebben voor de Europese Unie als geheel. Het effect van de brexit op individuele lidstaten zal echter sterk variëren naargelang van hun afstand tot en van de intensiteit van hun economische banden met het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld wat betreft gedeelde infrastructuur of de controle op het verkeer van goederen en personen.

De lidstaten delen de wetgevende bevoegdheid met de Europese Unie op heel wat beleidsterreinen, en hun nationale en regionale autoriteiten zijn belast met de uitvoering en handhaving van het acquis van de Unie. Er zullen aanpassingen van nationale voorschriften en richtsnoeren voor belanghebbenden nodig zijn, evenals aanzienlijke investeringen in personeel en infrastructuur (bv. voor douane, sanitaire en fytosanitaire controles aan de grenzen, autoriteiten bevoegd voor specifieke procedures enz.). Regionale autoriteiten, met name die met wetgevende bevoegdheden, maar ook de lokale overheden, moeten bij de voorbereidingen worden betrokken.

De details van de voorbereidingen en de praktische aspecten worden besproken door deskundigen van de EU27-lidstaten tijdens door de Commissie georganiseerde technische studiedagen. Deze informele studiedagen verschaffen de Commissie een platform om uitleg te geven over bijvoorbeeld de inhoud van de kennisgevingen en bieden de lidstaten de gelegenheid om punten van zorg aan de orde te stellen, vragen te behandelen en beste praktijken uit te wisselen. Zij zijn van essentieel belang om Europese oplossingen te vinden voor de geïdentificeerde kwesties.

Naast de besprekingen op EU-niveau hebben verschillende lidstaten een volledige screening uitgevoerd van de binnenlandse behoeften aan wijzigingen in de wetgeving en andere aanpassingen van hun wettelijke instrumenten. Verschillende lidstaten hebben instrumenten ontwikkeld om hun economische actoren te helpen zich voor te bereiden op de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk.

Op de Ierse website prepareforbrexit.com kunnen kleine en middelgrote ondernemingen nagaan in welke mate zij door de brexit zijn blootgesteld, informatie vinden over relevante evenementen en ondersteuning zoeken. Ierland verstrekt ook financiering aan kleine en middelgrote ondernemingen tot een bedrag van maximaal 5 000 EUR voor kosten ter voorbereiding op de brexit (bv. planning, bijwonen van evenementen, leggen van nieuwe contacten als er andere leveranciers nodig zijn, enz.).

De Nederlandse overheid heeft de webapplicatie Brexit Impact Scan opgezet die door kleine en middelgrote ondernemingen kan worden gebruikt om de mogelijke problemen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk te ontdekken.

... samen met de EU-instellingen, de Europese Commissie en de EU-agentschappen

De EU verenigt de soevereiniteit van de lidstaten en vormt een samenhangend kader waarbinnen de lidstaten en diverse stakeholders functioneren. Hoewel de Europese Unie de exclusieve bevoegdheid heeft om wetgeving aan te nemen op sommige gebieden (zoals douane, handel en visserij) en een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid op andere (bv. de interne markt, vervoer, energie, veiligheid), reiken haar bevoegdheden om voorbereidings- en noodmaatregelen te treffen in vele gevallen niet verder dan het bewust maken van betrokken partijen en het faciliteren van gesprekken en voorbereidende werkzaamheden.

De Commissie heeft een aantal werkterreinen geïdentificeerd waar acties binnen haar bevoegdheidssfeer liggen.

a)Wijzigingen in de wetgeving en andere instrumenten

Het eerste werkterrein bestaat uit een alomvattende screening van het acquis van de Unie om na te gaan welke maatregelen genomen moeten worden ten aanzien van de verschillende sectoren en beleidsterreinen opdat de EU-regels na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk in een Unie met 27 lidstaten probleemloos blijven functioneren.

In een eerste fase heeft de Commissie zich toegelegd op de noodzakelijke wetswijzigingen die door het Europees Parlement en de Raad moeten worden aangenomen en heeft zij acht maatregelen geïdentificeerd die zullen moeten worden aangepast ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen 12 . Vanwege het tijdschema dient snel vooruitgang te worden geboekt met deze wetgevingsvoorstellen en dienen zij ruim vóór 30 maart van volgend jaar te worden aangenomen.

Er zij op gewezen dat het wettelijk niet nodig is alle verwijzingen naar het Verenigd Koninkrijk of zijn instellingen en actoren in bestaande EU-wetgeving te wijzigen of te schrappen. Deze verwijzingen zullen na de terugtrekking eenvoudigweg achterhaald en overbodig worden. Relevante wijzigingen kunnen worden aangebracht wanneer de betrokken rechtshandelingen om andere redenen in de toekomst herzien en bijgewerkt worden.

Voorts kan de Commissie aanvullende maatregelen nemen door gebruik te maken van de bevoegdheden die het Europees Parlement en de Raad haar in basiswetgevingsinstrumenten hebben verleend om uitvoeringshandelingen of gedelegeerde handelingen vast te stellen. Dit gebied wordt momenteel aan een grondig onderzoek onderworpen door de Commissie.

Voorbeelden van wetswijzigingen die nodig zijn als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk

·Voorstel inzake de verdeling tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU27 van tariefcontingenten die zijn opgenomen in het schema van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Dit voorstel gaat vergezeld van een aanbeveling voor een onderhandelingsmandaat van de Raad om onderhandelingen te voeren met andere WTO-leden (op 26 juni 2018 heeft de Raad een mandaat aangenomen). De verdeling is een noodzakelijke aanpassing om rechtszekerheid en het ononderbroken vlotte verloop van de invoer in het kader van de tariefcontingenten naar de Unie van 27 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk te waarborgen 13 .


·Voorstel voor een verordening tot aanvulling van de wetgeving inzake EU-typegoedkeuring in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. Hierdoor kunnen houders van Britse typegoedkeuringen op basis van de documenten en testrapporten die in het kader van eerdere typegoedkeuringen van het VK zijn ingediend, aanvragen voor nieuwe typegoedkeuringen voor dezelfde typen aanvragen bij de typegoedkeuringsinstanties van de EU27 14 .


·Inzake energie-efficiëntie zal de omzetting van de (in procenten uitgedrukte) doelstelling van de Unie voor 2030 in absolute waarden moeten worden aangepast om rekening te houden met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk.


·Wijziging van de bestaande verordening waarin de landen worden opgesomd waarvan de onderdanen in het bezit moeten zijn van een visum bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten en de landen waarvan de onderdanen zijn vrijgesteld van de visumplicht voor een verblijf van ten hoogste drie maanden. Het Verenigd Koninkrijk zal op een van beide lijsten geplaatst moeten worden 15 .


·Voorstel tot wijziging van de verordening inzake de Connecting Europe Facility om het tracé van de corridor Noordzee-Middellandse Zee aan te passen en een nieuwe zeeroute uit te stippelen om Ierland te verbinden met het continentale deel van de corridor.


·Voorstel tot wijziging van de verordening inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties om ervoor te zorgen dat de taak van deelname aan de regelmatige evaluatie van twee erkende organisaties wordt overgedragen van het Verenigd Koninkrijk naar de EU27.


De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad deze voorstellen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk een prioritaire behandeling te geven.

b)Kennisgevingen ter voorbereiding, opgesteld door de diensten van de Commissie

De Commissie brengt de gebieden waarop actie van de lidstaten of belanghebbenden vereist is sinds eind 2017 onder de aandacht, middels de publicatie van een groot aantal technische kennisgevingen waarin de juridische en praktische gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU worden geschetst. De kennisgevingen zijn door de diensten van de Commissie opgesteld, in voorkomend geval in samenwerking met het bevoegde EU-agentschap. Ze zijn stuk voor stuk gepubliceerd op de Europa-website 16 en zijn dus voor het publiek toegankelijk.

In de kennisgevingen wordt uiteengezet hoe de situatie in de betrokken sector zal zijn na de terugtrekking. Het uitgangspunt is de feitelijke en juridische situatie zoals die zich zou voordoen na de terugtrekking zonder akkoord; er wordt niet gespeculeerd over de uitkomst van de onderhandelingen of het effect ervan op de regels in een welbepaalde sector. Mocht de juridische situatie veranderen als gevolg van de sluiting van een terugtrekkingsakkoord met het Verenigd Koninkrijk of een wijziging van de betrokken wetgeving, dan zullen de kennisgevingen worden aangepast of ingetrokken als zij niet langer relevant zijn.

Tot op heden heeft de Commissie 68 kennisgevingen gepubliceerd, die bijvoorbeeld betrekking hebben op gezondheid en voedselveiligheid, vervoer, financiële stabiliteit en financiële diensten, milieu, interne markt, douane, civiel recht, vennootschapsrecht en beroepskwalificaties. Op verschillende gebieden gaan de kennisgevingen vergezeld van vragen en antwoorden die gepubliceerd zijn op de website van de respectieve directoraten-generaal en diensten van de Commissie of van de EU-agentschappen.

c)De verhuizing van EU-agentschappen en -instanties

Institutionele en budgettaire kwesties zijn eveneens belangrijke gebieden waarop de Commissie de behoeften onder de loep neemt en in sommige gevallen al de nodige stappen heeft genomen. Een voorbeeld hiervan is de verhuizing van de twee in Londen gevestigde agentschappen – het Europees Geneesmiddelenbureau en de Europese Bankautoriteit – die respectievelijk naar Amsterdam en Parijs zullen verhuizen en van daaruit zullen werken vanaf 30 maart 2019.

Soortgelijke dossiers waarin een verhuizing of het herschikken van taken noodzakelijk is ten gevolge van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, zijn de verhuizing van het Galileo-centrum voor de beveiligingscontrole en de toewijzing van de taken van EU-referentielaboratoria voor bepaalde dierziekten en voedselveiligheid in het Verenigd Koninkrijk aan andere laboratoria in EU27-lidstaten. De verhuis- en herschikkingswerkzaamheden moeten uiterlijk 30 maart 2019 zijn afgerond, aangezien zoals gezegd, zelfs bij een overgangsregeling, een derde land na de terugtrekkingsdatum dergelijke taken niet voor de Unie kan uitoefenen en evenmin als gastland voor organen van de Unie kan fungeren.

d)Andere werkterreinen

De Commissie is ook actief op andere terreinen, onder andere wat betreft een zeer praktisch intern voorbereidingsaspect, namelijk het loskoppelen en aanpassen van gegevensbanken en IT-systemen en andere platformen voor communicatie en informatie-uitwisseling waartoe het Verenigd Koninkrijk niet langer toegang dient te hebben.

Voorts analyseert de Commissie de implicaties waar het gaat om externe voorbereidingen, onder meer de gevolgen van de terugtrekking voor de internationale overeenkomsten waarbij de EU (direct, samen met EU-lidstaten of via EU-lidstaten) partij is en die in werking zijn op een groot aantal beleidsdomeinen die onder het recht van de Unie vallen. De EU is voornemens haar internationale partners in kennis te stellen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zodra zij voldoende zekerheid heeft over de uitkomst van de lopende onderhandelingen over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk.

Tot slot zal de vertegenwoordiging van de Commissie in het Verenigd Koninkrijk worden gesloten en zal een delegatie van de Europese Unie in het Verenigd Koninkrijk worden geopend op 30 maart 2019.


4. Conclusie

Zich voorbereiden op de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, in welk scenario ook, is een zaak van iedereen. De terugtrekking zal de relatie veranderen en voor burgers en ondernemingen van de EU van 27 lidstaten aanzienlijke gevolgen hebben, waarvan sommige niet te verhelpen zijn.

Daarom is het van belang dat tijdig de nodige actie wordt ondernomen en dat iedereen – burgers, bedrijven, lidstaten en instellingen van de EU – de nodige initiatieven neemt om er klaar voor te zijn en om de negatieve gevolgen van de terugtrekking zoveel mogelijk te beperken.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om wetgevingsvoorstellen die betrekking hebben op de terugtrekking een prioritaire behandeling te geven, zodat de besluiten op de datum van de terugtrekking van kracht kunnen zijn.

De Commissie zal de hoogste prioriteit blijven hechten aan de voorbereiding en haar werkzaamheden op dit gebied nog intensiveren. Zij is steeds bereid zich aan te passen aan de ontwikkelingen in de onderhandelingen om de belangen van de 27 lidstaten, haar burgers en ondernemingen optimaal te behartigen. Zij zal de situatie na de Europese Raad (artikel 50) in oktober 2018 opnieuw bekijken.


Sectorspecifieke illustraties van de uitdagingen en acties op het vlak van de voorbereiding

Vervoer, met inbegrip van de luchtvaart – voorbereiding op de brexit


De EU stelt voor de verschillende vervoerswijzen (lucht, weg, spoor, zee, binnenvaart) regels vast voor de veiligheid en de beveiliging, en voor de toegang tot de markt van de EU. Deze regels maken gewoonlijk een onderscheid tussen exploitanten uit de EU en exploitanten uit derde landen en verschaffen toegang aan degenen die aan de EU-voorschriften voldoen.


EU-vervoersondernemingen dienen zorgvuldig na te gaan of de statusverandering van het Verenigd Koninkrijk van lidstaat in derde land gevolgen heeft voor hun activiteiten en de nodige voorbereidingen te treffen.


De Commissie heeft 10 kennisgevingen gepubliceerd die relevant zijn voor de vervoerssector (luchtvervoer, veiligheid van de luchtvaart, beveiliging van lucht- en scheepvaart, wegvervoer, spoorvervoer, kwalificaties van zeevarenden, zeevervoer, consumentenbescherming en passagiersrechten, binnenwateren, industrieproducten). Daarin wordt in duidelijke bewoordingen beschreven welke gevolgen het zal hebben wanneer het Verenigd Koninkrijk zich uit het wettelijk en regelgevend kader van de EU terugtrekt, bijvoorbeeld op het gebied van luchtvaartveiligheid, zonder een specifiek akkoord, zodat de belanghebbenden de nodige duidelijkheid krijgen over de uitgangssituatie waarmee zij rekening zullen moeten houden.


De Commissie zal in de nabije toekomst twee voorstellen aannemen tot wijziging van bestaande verordeningen waarin ongeacht het scenario aanpassingen nodig zullen zijn. Wijziging van de verordening inzake de erkenning op het niveau van de Unie van organisaties die belast zijn met taken in verband met inspectie en onderzoek van schepen zal de rechtszekerheid vergroten, de bedrijfscontinuïteit voor de getroffen scheepseigenaren verzekeren en het concurrentievermogen van de vlaggen van de EU27-lidstaten vrijwaren. Het voorstel tot wijziging van de verordening tot vaststelling van de Connecting Europe Facility is bedoeld om de situatie te rectificeren na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, wanneer de Britse vervoersinfrastructuur niet meer in de Unie zal zijn gelegen, teneinde een ononderbroken aaneensluiting van het EU-netwerk te waarborgen.


Douane – voorbereiding op de brexit


Wanneer het Verenigd Koninkrijk een derde land wordt, zullen de douanediensten in de EU, d.w.z. de nationale douaneautoriteiten, bij gebreke van een andersluidende overeenkomst de EU-voorschriften moeten handhaven voor zowel de uitvoer naar als de invoer uit het Verenigd Koninkrijk. Dit betekent dat de formaliteiten die momenteel moeten worden vervuld bij handel met niet-EU-lidstaten van toepassing zullen zijn, inclusief indiening van douaneaangiften voor goederenzendingen en de bijbehorende overeenstemmingscontroles. Er zullen rechten en taksen (met name btw en accijns) in rekening worden gebracht. Dit staat in contrast met de huidige situatie waarin dergelijke grensformaliteiten of heffingen niet van toepassing zijn voor de handel tussen het Verenigd Koninkrijk en de rest van de EU.


Douaneformaliteiten brengen extra papierwerk en gegevensvereisten voor bedrijven en bewerkingen en controles voor de douanediensten met zich mee, en creëren infrastructuurbehoeften voor beide, onder andere inzake IT en fysieke infrastructuur om passende risicogebaseerde controles mogelijk te maken.


Alle belanghebbenden moeten zich voorbereiden op een situatie waarin goederenzendingen van en naar het Verenigd Koninkrijk aan douaneprocedures en -controles worden onderworpen.


De nationale overheden zijn begonnen zich op deze nieuwe situatie voor te bereiden, met name door nieuwe indienstnemingen te plannen.


De Commissie van haar kant, heeft het huidige wettelijke kader en de toepassing ervan zorgvuldig onderzocht. Een ander accent van haar werkzaamheden lag op het attenderen van de lidstaten op de verplichtingen uit hoofde van het EU-recht inzake handel met derde landen, naast het publiceren van de kennisgevingen aan belanghebbenden. Er zijn met de EU27-lidstaten technische studiedagen georganiseerd om het bewustzijn te bevorderen en knelpunten te identificeren, en er hebben gesprekken plaatsgevonden met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, met name via de Trade Contact Group van de Commissie.


De douaneautoriteiten in de EU zijn sterk afhankelijk van geavanceerde en geïntegreerde IT-systemen. De Commissie heeft een proces op gang gebracht dat ervoor moet zorgen dat op het niveau van de EU en in de lidstaten de nodige aanpassingen worden doorgevoerd ter weerspiegeling van de statusverandering van het Verenigd Koninkrijk.


Tot slot bevordert de Commissie de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Overeenkomst gemeenschappelijk douanevervoer. Dit zou een belangrijke handelsfacilitatiemaatregel zijn die het mogelijk maakt dat goederen onder douanetoezicht betrekkelijk vrij kunnen circuleren in verschillende rechtsgebieden, wat vooral relevant is wanneer goederen van de ene naar de andere EU-lidstaat worden vervoerd via het Verenigd Koninkrijk.

Financiële diensten – voorbereiding op de brexit


Het Verenigd Koninkrijk in het algemeen, en de Londense City in het bijzonder, is door de jaren heen uitgegroeid tot een belangrijk centrum voor financiële diensten, mede dankzij de eengemaakte markt. Tal van firma’s, ook uit derde landen, hebben zich in het Verenigd Koninkrijk gevestigd en zijn in de rest van de eengemaakte markt actief op grond van de paspoortrechten waarin de EU-wetgeving inzake financiële diensten voorziet.


Deze paspoortrechten zullen na de terugtrekking komen te vervallen. Dit betekent dat het verstrekken van financiële diensten vanuit het Verenigd Koninkrijk aan de EU27 zal worden gereguleerd door de voor derde landen geldende regels in het EU-recht en in de nationale rechtskaders van de respectieve lidstaten van cliënten in de EU. Er zal geen toegang tot de eengemaakte, interne markt zijn. Marktdeelnemers in alle financiëledienstensectoren moeten zich op dit scenario voorbereiden indien zij zich ervan willen verzekeren dat hun huidige bedrijfsmodel niet wordt verstoord en dat zij hun cliënten kunnen blijven bedienen. Voor contracten lijkt er op dit moment geen algemeen continuïteitsprobleem te zijn aangezien bestaande verplichtingen, ook na de terugtrekking, in principe gewoon kunnen worden nagekomen. Elke type contract moet echter afzonderlijk worden bekeken.


De Commissie heeft voor dit terrein acht kennisgevingen gepubliceerd. De Europese toezichthoudende autoriteiten hebben via een serie adviezen uitgebreide aanvullende richtsnoeren verstrekt aan de nationale bevoegde autoriteiten en aan de marktdeelnemers. De Commissie heeft ook wijzigingen voorgesteld voor een aantal van de huidige toezichtregelingen om rekening te houden met mogelijke gevolgen voor de financiële stabiliteit na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk. De medewetgevers worden aangemoedigd deze voorstellen 17 zo snel mogelijk goed te keuren.


Gezien de mogelijke gevolgen voor de financiële stabiliteit is een technische werkgroep opgericht, die gezamenlijk wordt voorgezeten door de Bank of England en de Europese Centrale Bank, en die regelmatig bijeenkomt; het zwaartepunt zal liggen op het beheren van risico’s in de periode rond 30 maart 2019 op het gebied van financiële diensten. Andere autoriteiten nemen afhankelijk van het onderwerp aan de analyse deel. De groep zal over haar werkzaamheden verslag uitbrengen aan de Commissie en aan de verantwoordelijke autoriteit in het Verenigd Koninkrijk.

Voedselveiligheid – voorbereiding op de brexit


Wanneer het Verenigd Koninkrijk een derde land wordt, en bij gebreke van een andersluidende overeenkomst, zijn de strikte EU-regels inzake sanitaire en fytosanitaire (SPS) voorwaarden en controles betreffende dieren, planten en afgeleide producten van toepassing op het Verenigd Koninkrijk zoals op eender welk ander derde land.


Voor de invoer in de Europese Unie van dieren, planten en afgeleide producten uit het Verenigd Koninkrijk zullen de volgende regels gelden:

·handel kan plaatsvinden wanneer de sanitaire en fytosanitaire voorwaarden voor de betrokken agrovoedingsmiddelen en de overeenkomstige vereisten inzake certificering en controle eenmaal zijn vastgesteld.

·Er zal fysieke infrastructuur moeten worden geïnstalleerd om alle verplaatsingen van levende dieren en dierlijke producten (inclusief levensmiddelen van dierlijke oorsprong) en bepaalde planten en plantaardige producten mogelijk te maken, via grensinspectieposten (GIP’s) in zeehavens, op luchthavens of op het land, zoals de EU-regels vereisen. Het is mogelijk dat de capaciteit van bestaande posten moet worden uitgebreid en er zullen nieuwe posten nodig zijn.


Er zijn 10 kennisgevingen gepubliceerd om het bedrijfsleven hiervan bewust te maken en voor te lichten. Daarnaast zijn een technische studiedag met deskundigen van de EU27-lidstaten en vergaderingen met belanghebbenden georganiseerd.

Geneesmiddelen – voorbereiding op de brexit


De geneesmiddelenwetgeving van de EU vereist dat de houder van de vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel in de EU gevestigd is. Bovendien worden in een derde land vervaardigde geneesmiddelen bij invoer aan specifieke controles onderworpen.


Vergunninghouders en actoren in de toeleveringsketen moeten zich hierop voorbereiden, met name door ervoor te zorgen dat de nodige testfaciliteiten in de EU beschikbaar zijn.


De diensten van de Commissie hebben in nauwe samenwerking met het Europees Geneesmiddelenbureau een kennisgeving en een aantal aanvullende documenten in vraag-en-antwoord-vorm gepubliceerd ter ondersteuning. Daarnaast zijn een technische studiedag met deskundigen van de EU27-lidstaten en vergaderingen met belanghebbenden georganiseerd. Tot slot heeft het Europees Geneesmiddelenbureau als onderdeel van zijn ruimere voorbereidingen een onderzoek uitgevoerd van kritische geneesmiddelen.

Persoonsgegevens – voorbereiding op de brexit

Momenteel kunnen persoonsgegevens vrij worden uitgewisseld tussen de lidstaten van de EU met inachtneming van de algemene verordening gegevensbescherming (GDPR, Verordening 2016/679). Zodra het EU-recht niet meer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing is, zal de doorgifte van persoonsgegevens van de EU naar het Verenigd Koninkrijk nog steeds mogelijk zijn, zij het onder specifieke, in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden.

Bedrijven en autoriteiten van de lidstaten die momenteel persoonsgegevens verstrekken aan het Verenigd Koninkrijk, moeten zich er dus van bewust zijn dat dit een “doorgifte” van persoonsgegevens naar een derde land wordt, en nagaan of dit volgens de toepasselijke bepalingen van de EU-wetgeving toegestaan is. Indien het niveau van bescherming van persoonsgegevens in het Verenigd Koninkrijk in wezen gelijkwaardig is aan dat van de EU, zou de Commissie een adequaatheidsbesluit nemen op grond waarvan persoonsgegevens zonder beperkingen naar het Verenigd Koninkrijk kunnen worden doorgegeven. Dit besluit zal echter pas kunnen worden genomen wanneer het Verenigd Koninkrijk effectief een derde land is. Ondernemingen moeten daarom beoordelen of er bij gebrek aan een adequaatheidsbesluit maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat deze doorgiften mogelijk blijven. De gegevensbeschermingsautoriteiten van de lidstaten moeten de bedrijven hierbij helpen.


Beroepskwalificaties – voorbereiding op de brexit

De EU-wetgeving voorziet in een vereenvoudigde erkenning van beroepskwalificaties verkregen door EU-burgers in andere lidstaten van de EU.

Burgers met een beroepskwalificatie verkregen in het Verenigd Koninkrijk moeten afwegen of het raadzaam is erkenning van hun beroepskwalificatie in de EU27 aan te vragen terwijl het Verenigd Koninkrijk nog een lidstaat is.

De Commissie heeft een kennisgeving gepubliceerd over de EU-regels inzake gereglementeerde beroepen en over de erkenning van beroepskwalificaties. Daarin wordt met name EU-onderdanen met vóór de brexit in het VK verkregen beroepskwalificaties aangeraden om bij de bevoegde lidstaatautoriteiten na te vragen of het nodig is de erkenning vóór 30 maart 2019 aan te vragen.


(1)

    http://www.consilium.europa.eu/media/21763/29-euco-art50-guidelinesen.pdf .

(2)

    http://www.consilium.europa.eu/media/33458/23-euco-art50-guidelines.pdf .

(3)

    https://www.consilium.europa.eu/media/35966/29-euco-art50-conclusions-en.pdf .

(4)

     Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Dit betekent dat, tenzij in een geratificeerd terugtrekkingsakkoord een andere datum wordt vastgesteld of de Europese Raad, overeenkomstig artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met instemming met het Verenigd Koninkrijk met eenparigheid van stemmen besluit dat de Verdragen vanaf een latere datum niet meer van toepassing zijn, alle primaire en secundaire wetgeving van de Unie vanaf 30 maart 2019, 00:00 (MET) niet meer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn. Op dit ogenblik heeft de Commissie geen aanwijzingen dat het Verenigd Koninkrijk langer lid van de EU zou willen blijven.

(5)

    http://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2018/06/29/20180629-euco-conclusions-art-50/ .

(6)

      https://ec.europa.eu/commission/publications/draft-agreement-withdrawal-united-kingdom-great-britain-and-northern-ireland-european-union-and-european-atomic-energy-community-0_en . https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/draft_agreement_coloured.pdf

(7)

      https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/joint_statement.pdf

(8)

     Tijdens de overgangsperiode blijft het Verenigd Koninkrijk gebonden door de verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten waarbij de EU partij is. De EU zal de andere partijen bij deze overeenkomsten ervan in kennis stellen dat het Verenigd Koninkrijk tijdens de overgangsperiode voor de toepassing van deze overeenkomsten als lidstaat dient te worden behandeld.

(9)

     De bijzondere regeling die de associatie van landen en gebieden overzee (LGO’s) in het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie regelt, zal bijgevolg evenmin van toepassing zijn op Britse LGO’s.

(10)

     Sanitaire en fytosanitaire kwesties zijn besproken met de brancheorganisaties in de EU tijdens een vergadering van de Adviesgroep voor de voedselketen en de gezondheid van dieren en planten op 1 juni 2018.

(11)

      http://madb.europa.eu/madb/servicesForSME.htm , die te zijner tijd zal worden geactualiseerd met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk, afhankelijk van de uitkomst van de onderhandelingen.

(12)

      https://ec.europa.eu/info/files/brexit-legislative-preparedness-proposals_en

(13)

     COM(2018) 312 final

(14)

     COM(2018) 397 final

(15)

     De Raad zal hierover een besluit nemen naargelang van de uitkomst van de onderhandelingen.

(16)

      https://ec.europa.eu/info/brexit/brexit-preparedness_en  

(17)

     COM (2017) 331 final en COM (2017) 536 final.