Bijlagen bij COM(2017)669 - Voortgangsverslag over de Europese migratieagenda

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2017)669 - Voortgangsverslag over de Europese migratieagenda.
document COM(2017)669 NLEN
datum 15 november 2017
bijlagen een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen sinds de meest recente verslagen van 6 september 5 . Het brengt ook de belangrijkste maatregelen in kaart waarvoor de betrokken actoren actie moeten ondernemen, met name in de aanloop naar de volgende Europese Raad in december.


2. SITUATIE LANGS DE BELANGRIJKSTE MIGRATIEROUTES

Centrale Middellandse Zeeroute

Langs de oostelijke Middellandse Zeeroute zijn de migratiebewegingen nu beperkt in vergelijking met de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van de verklaring EU-Turkije in maart 2016. Sinds het begin van deze zomer is er echter wel een stijging van het aantal aankomsten op de Griekse eilanden, wat strookt met de seizoensgebonden tendensen. De migratiedruk is vanaf half augustus verder toegenomen, tot gemiddeld 198 irreguliere grensoverschrijdingen per dag in september en oktober. In dezelfde periode vorig jaar waren dat er 99 6 . De meest frequente landen van herkomst van de migranten die in 2017 de Griekse eilanden hebben bereikt, zijn Syrië (39 %), Irak (17 %), Afghanistan (10 %) en Pakistan (6 %) 7 .

Er zijn ook aanwijzingen dat migranten Turkije proberen te verlaten via andere routes dan de Egeïsche Zee. Het aantal gevallen van irreguliere overschrijding van de landgrens tussen Turkije en Bulgarije blijft laag, maar recentelijk is wel een stijging vastgesteld van het aantal irreguliere overschrijdingen van de landgrens tussen Turkije en Griekenland (gemiddeld 29 irreguliere grensoverschrijdingen per dag tussen 4 september en 9 november, in vergelijking met 20 in de zes voorgaande maanden). De meest frequente landen van herkomst van de personen die in 2017 het Griekse vasteland hebben bereikt, zijn Turkije (37 %), Syrië (27%), Pakistan (15 %) en Irak (12 %). Anderzijds lijkt er voorlopig een einde te zijn gekomen aan de irreguliere grensoverschrijdingen tijdens de zomermaanden van Turkije naar Roemenië, langs de Zwarte Zee 8 . Er hebben ook beperkte maar regelmatige irreguliere grensoverschrijdingen plaatsgevonden van Turkije naar Italië (3 676 sinds begin 2017). Ook zijn er in 2017 al een aantal irreguliere grensoverschrijdingen van Turkije naar Cyprus vastgesteld (917 sinds begin 2017).


Westelijke Balkanroute 

Hoewel het aantal irreguliere grensoverschrijdingen aan de punten van binnenkomst op de Westelijke Balkanroute stabiel op een laag niveau blijft, melden sommige lidstaten aan het eind van de route dat er nog steeds een groot aantal migranten en asielzoekers hun grondgebied bereikt. Een groot deel van deze personen is nog niet in Eurodac geregistreerd, wat aangeeft dat een aantal irreguliere migranten erin slaagt onopgemerkt te reizen. Om hier iets aan te doen, moeten de betrokken lidstaten, Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap samenwerken. De situatie moet voortdurend worden gevolgd, onder meer via de tweewekelijkse videoconferenties die door de Commissie worden voorgezeten.

Centrale Middellandse Zeeroute

Het merendeel van de aankomsten over zee vindt nog steeds plaats langs de centrale Middellandse Zeeroute. De algehele migratiesituatie is de afgelopen maanden gestabiliseerd en het aantal personen dat uit Libië vertrekt, is sinds midden juli gedaald. Het aantal aankomsten in Italië lag merkbaar hoger in het begin van de zomer, maar het totale aantal aankomsten blijft sinds september gestaag afnemen en is met 30 % gedaald in vergelijking met 2016. Met meer dan 114 000 aankomsten dit jaar, blijft het cijfer echter hoog. De drie meest frequente landen van herkomst van de migranten zijn Nigeria (15 %), Guinee (8 %) en Ivoorkust (8 %). Voorts is een significante stijging vastgesteld van het aantal personen dat vanuit Tunesië naar Italië reist. De cijfers van 2017 liggen zeven keer hoger dan de cijfers van 2016, maar uit Tunesië vertrekken nog steeds veel minder mensen dan uit Libië 9 . Het aantal West-Afrikaanse migranten dat van Niger naar Libië en Europa trekt, blijft dalen, maar er wordt verder gebruik gemaakt van alternatieve routes naar Algerije.


Het aantal personen dat dit jaar al op zee is omgekomen of vermist is geraakt, wordt op 2 750 geraamd, in vergelijking met 4 581 in 2016 10 . Meer dan 285 100 migranten zijn gered in het kader van EU-operaties ter ondersteuning van de Italiaanse kustwacht 11 . Voorts had de Libische kustwacht volgens eigen schattingen op 6 oktober al meer dan 18 400 personen kunnen redden in de Libische territoriale wateren, mede dankzij de teruggave van vaartuigen na afloop van de opleiding van bemanningsleden 12 . Via het EU-trustfonds voor Afrika 13 wordt steun verleend aan de Internationale Organisatie voor Migratie en de Nigerese autoriteiten voor de uitvoering van opsporings- en reddingsmissies in de woestijn. In 2017 zijn nu al meer dan 1 100 migranten gered die door smokkelaars waren achtergelaten.

Westelijke Middellandse Zeeroute

In de loop van 2017 is een stijging vastgesteld van de irreguliere migratie op de route langs het westelijke Middellandse Zeegebied/de Atlantische route. In totaal volgden 22 031 personen deze route om Spanje te bereiken, d.w.z. bijna 94 % meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit jaar waren tot eind augustus de belangrijkste drie landen van herkomst van migranten Marokko (21 %), Ivoorkust (18 %) en Guinee (14 %).

Tendensen in het aantal asielverzoeken

Tegen eind september 2017 waren al 535 609 asielverzoeken ingediend in de EU en de geassocieerde landen, in vergelijking met 1 010 839 in dezelfde periode vorig jaar 14 . In de eerste helft van 2017 waren er 275 710 positieve besluiten in eerste aanleg 15 , tegenover 293 315 in dezelfde periode vorig jaar.


3. OPERATIONELE STEUN VAN DE EU LANGS DE ROUTES

De hotspot-aanpak die sinds 2015 wordt toegepast, blijft de hoeksteen van de EU-steun. De Commissie heeft de werking van de hotspots in Griekenland en Italië geanalyseerd en heeft in nauwe samenwerking met de agentschappen beste praktijken inzake de toepassing van de hotspot-aanpak verzameld 16 .

De inzet van uitgezonden Europol-functionarissen is van essentieel belang geweest voor het vaststellen van risicoprofielen en het aanpakken van netwerken van mensensmokkelaars. De functionarissen zullen verder tweedelijnsveiligheidscontroles blijven uitvoeren op de Griekse en Italiaanse hotspots.

Een andere belangrijke prioriteit bij de werkzaamheden van de EU is aandacht voor de behoeften van migrerende kinderen 17 . De beste praktijken inzake de toepassing van de hotspot-aanpak omvatten specifieke maatregelen die nodig zijn om kinderen en andere kwetsbare groepen te helpen. Het 11e Europees Forum voor de rechten van het kind van 7-8 november bood de gelegenheid om de noodzaak van alternatieven voor detentie van migrerende kinderen te onderzoeken.

Oostelijke Middellandse Zeeroute

De steun van het Europees Grens- en kustwachtagentschap, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en Europol en de inzet van twaalf vaartuigen in maritieme operaties zijn van cruciaal belang geweest voor het operationeel maken van de hotspots in Griekenland. Er wordt momenteel gewerkt aan een preciezer beeld van het aantal migranten en hun behoeften, onder meer in de hotspots. De Griekse overheid zal naar verwachting tegen eind november een eerste samenvatting klaar hebben.

Ondanks de regelingen in het kader van het nationale programma van het Fonds voor asiel, migratie en integratie zijn er nog steeds te weinig opvangplaatsen in de hotspots. De recente aankomst van een groot aantal personen zorgt voor steeds meer druk, die nog verder kan toenemen. Er moet nog steeds dringend werk worden gemaakt van een betere beschikbaarheid 18 en kwaliteit van de opvangplaatsen, bijvoorbeeld door meer aandacht te schenken aan de specifieke behoeften van kwetsbare groepen. De Griekse autoriteiten moeten onmiddellijk actie ondernemen om de tekortkomingen van de opvangfaciliteiten op de eilanden aan te pakken en voorbereidingen te treffen voor de winter. De Commissie is bereid om de nodige steun te bieden.

De EU blijft Griekenland ook aanzienlijke financiële steun verstrekken voor het aanpakken van de problemen ten gevolge van de crisis. Uit het instrument voor noodhulp in de EU is 440 miljoen EUR vrijgemaakt waarmee 15 humanitaire partners worden ondersteund. Via dit instrument is voor voldoende opvangcapaciteit op het vasteland gezorgd, waarbij de beschikbare capaciteit is afgestemd op de behoeften, met maximaal 40 000 plaatsen. Het instrument heeft ook bijgedragen aan het creëren van extra capaciteit op de eilanden. Op dit gebied is het voor de Griekse autoriteiten een prioriteit om zo veel mogelijk vluchtelingen van kampen over te brengen naar gehuurde accommodatie. Er loopt inmiddels ook een programma voor multifunctionele bijstand in contanten 19 . Het programma inzake gehuurde accommodatie en contacten is vooral bedoeld om waardige omstandigheden te creëren voor hulpbehoevenden. Op 7 november waren er 19 447 plaatsen beschikbaar in deze accommodatie, maar het aantal vluchtelingen dat in gehuurde accommodatie wordt gehuisvest, schommelt. Momenteel gaat het om 15 458 vluchtelingen. Iedere maand ontvangen gemiddeld 32 500 vluchtelingen bijstand in contanten.

Er wordt momenteel met Griekenland overleg gepleegd over de goedkeuring van een financieel plan voor 2018 waarin de essentiële behoeften, activiteiten en overeenkomstige financieringsbronnen zullen worden vastgelegd. Verdere maatregelen zijn genomen om duurzamere steun te garanderen, waarbij van noodhulp wordt overgestapt naar de financiële middelen die aan Griekenland worden toegekend voor zijn nationale programma’s. De middelen worden onder meer gebruikt voor diensten in de hotspots, zoals catering, accommodatie en schoonmaak, en voor diensten in opvangcentra voor niet-begeleide minderjarigen. In het kader van deze programma’s worden al overeengekomen prioriteiten gefinancierd, onder meer op het gebied van opvangdiensten op de eilanden en onderdak voor niet-begeleide minderjarigen. De EU-steun (ca. 27 miljoen EUR tot dusver) voor het programma inzake begeleide vrijwillige terugkeer en re-integratie van de Internationale Organisatie voor Migratie is ook van cruciaal belang gebleken om de druk voor een deel te verlichten. In 2017 zijn via deze regeling meer dan 4 800 personen teruggekeerd naar hun land van herkomst.

In Griekenland helpen teams van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken de Griekse autoriteiten bij de identificatie en registratie van personen die mogelijk internationale bescherming willen aanvragen en verstrekken zij de migranten informatie over het Griekse systeem voor internationale bescherming en de herplaatsingsprocedure. Er zijn ook deskundigen aanwezig die advies geven over nationaliteitsbepaling en mogelijke uitsluitingskwesties en helpen bij het opsporen van mogelijke documentfraude. Op 9 november werden via het Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken 18 deskundigen van de lidstaten ingezet om te helpen bij de herplaatsingsprocedure, en werd één persoon ingezet om de Griekse opvang- en identificatiedienst te ondersteunen. Op 8 november werden door het Europees Grens- en kustwachtagentschap 21 deskundigen ingezet aan de grens tussen Griekenland en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië.

Ook Bulgarije krijgt significante financiële steun om de uitdagingen op migratiegebied aan te pakken. De noodbijstandsubsidies die in het najaar van 2016 aan Bulgarije zijn toegekend, zijn onlangs met een jaar verlengd, om volledige uitvoering mogelijk te maken. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap blijft Bulgarije helpen bij de controle van zijn landgrens, onder meer om secundaire bewegingen te voorkomen. Momenteel worden 143 functionarissen en een verscheidenheid aan uitrusting ingezet. In het kader van het nationaal programma van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (2014-2020) heeft Bulgarije 4,5 miljoen EUR toegekend voor terugkeermaatregelen zoals begeleide vrijwillige terugkeer. Daarnaast is met noodhulp de begeleide vrijwillige terugkeer van 800 personen ondersteund (situatie op 10 november 2017).


De verklaring EU-Turkije

De verklaring EU-Turkije is een belangrijke rol blijven spelen om te waarborgen dat de EU en Turkije de migratieproblematiek in het oostelijke Middellandse Zeegebied gezamenlijk en doeltreffend aanpakken. De verklaring blijft concrete resultaten opleveren wat betreft het terugdringen van het aantal gevallen van irreguliere en gevaarlijke grensoverschrijding en het redden van levens op de Egeïsche Zee. Via de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije zorgt de verklaring ook voor de praktische ondersteuning van Syrische vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije en de hervestiging van Syriërs in Turkije naar Europa. Voor de volledige en duurzame uitvoering van de verklaring zijn aanhoudende inspanningen en politieke vastberadenheid van alle partijen nodig.


De Commissie en de EU-agentschappen blijven gerichte inspanningen leveren voor de uitvoering van de verklaring (zie bijlage 2), onder meer door de Griekse asieldienst sterk te ondersteunen 20 . De in de vorige verslagen vermelde tekortkomingen zijn echter nog steeds aanwezig 21 . Met name het tempo van de terugkeer naar Turkije in het kader van de verklaring blijft zeer laag: sinds maart 2016 22 zijn nog maar 1 969 personen teruggestuurd. Daarvan ging het in 439 gevallen om terugkeer na een negatief besluit over een asielverzoek in tweede aanleg. De daadwerkelijke terugkeer van personen na afloop van de gerechtelijke procedure is een van de hoekstenen van de verklaring. De uitvoering van dit onderdeel van de verklaring is sterk afhankelijk van de middelen die ter beschikking worden gesteld voor de verschillende stappen in het Griekse asielstelsel. Op 22 september 2017 heeft de Griekse Raad van State een beslissing gepubliceerd waarbij het beroep van twee Syriërs werd verworpen en werd geconcludeerd dat Turkije een veilig land is voor de terugkeer van migranten in het kader van de verklaring, onder voorbehoud van een individuele toetsing. Toch is er geen significante stijging van het aantal besluiten van de commissies van beroep en blijft het aantal gevallen van terugkeer bijgevolg laag, onder meer door het aantal administratieve beroepen dat wordt aangetekend. Hierdoor blijft de druk op de faciliteiten en activiteiten op de Griekse eilanden hoog en neemt deze verder toe: op 9 november bevonden er zich naar schatting 15 169 migranten op de eilanden.

De hervestiging in het kader van de verklaring wordt voortgezet en het is belangrijk dat een hoog tempo wordt aangehouden. Sinds 4 april 2016 zijn al 11 354 personen vanuit Turkije hervestigd 23 . Wat de vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden betreft, hebben de Commissie en Turkije de operationele standaardprocedures afgewerkt, die nu door de lidstaten moeten worden goedgekeurd. Een spoedige beslissing over de activering van de procedures zal de uitvoering van de verklaring een nieuw elan geven en Syriërs een veilig en legaal alternatief bieden voor irreguliere migratie naar de EU.

Er wordt op migratiegebied verder operationeel overleg gepleegd met Turkije, in het bijzonder over terugkeer, informatie-uitwisseling en hervestiging. Met betrekking tot de uitvoering van het stappenplan voor visumliberalisering blijft de Commissie de inspanningen aanmoedigen die Turkije moet leveren om zo snel mogelijk aan alle resterende criteria van het stappenplan te voldoen.

Een ander belangrijk onderdeel van de verklaring is de steun die via de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije wordt verstrekt om directe resultaten te boeken op het terrein (zie bijlage 3). De EU ligt goed op schema om tegen eind 2017 voor het volledige bedrag van 3 miljard EUR contracten te sluiten. Er zijn reeds contracten ondertekend voor 55 projecten, voor een totaalbedrag van 1,78 miljard EUR 24 . Al deze contracten worden momenteel uitgevoerd. Het totale uitgekeerde bedrag is gestegen tot 908 miljoen EUR. Er worden projecten uitgevoerd die bijna een half miljoen Syrische kinderen toegang tot onderwijs garanderen en bijna twee miljoen personen toegang tot gezondheidszorg bieden. Sinds september 2017 ontvangen een miljoen bijzonder kwetsbare vluchtelingen maandelijks op elektronische wijze een bedrag om in hun dagelijkse behoeften te voorzien. Dit is een belangrijke mijlpaal.


Jordanië en Libanon

De EU biedt ook steun aan andere landen die ten gevolge van de Syrische crisis onder druk staan en om te helpen bij het aanpakken van de aanzienlijke uitdagingen van de aanhoudende vluchtelingencrisis. Jordanië en Libanon blijven inspanningen doen om de bestaansmiddelen van vluchtelingen en hun gastgemeenschappen veilig te stellen. Zowel Jordanië als Libanon hebben recentelijk belangrijke stappen ondernomen om het onderwijs open te stellen voor alle vluchtelingenkinderen. Uit het Regionaal Trustfonds van de Europese Unie in respons op de Syrische crisis is tot dusver 290 miljoen EUR toegewezen voor projecten in Libanon (waarvan al voor 152,3 miljoen EUR contracten zijn gesloten) en 141 miljoen EUR voor projecten in Jordanië (waarvan al voor 96,5 miljoen EUR contracten zijn gesloten). De EU zal verder voorrang geven aan maatregelen ter bescherming en ter ondersteuning van de meest kwetsbare personen. De behoefte aan aanzienlijke internationale financiële hulp zal blijven bestaan.

Belangrijke toekomstige maatregelen


·om de situatie op de Griekse eilanden te verbeteren, zouden de Griekse autoriteiten dringend het percentage van terugkeer van personen die geen recht hebben op verblijf in Griekenland, moeten verhogen, in volledige overeenstemming met de EU- en internationale voorschriften. Dit geldt ook voor de terugkeer van Syriërs op grond van de recente uitspraak van de raad van State;

·de opvangvoorzieningen en -capaciteit op de eilanden zouden moeten worden verbeterd;

·er zou snel overeenstemming moeten worden bereikt over de vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden en de inwerkingtreding ervan, overeenkomstig de in de verklaring EU-Turkije opgenomen voorwaarden;

·tegen het einde van het jaar zouden contracten moeten zijn gesloten voor de resterende humanitaire programma’s in het kader van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije;

·de tendensen zouden verder in het oog moeten worden gehouden en er zou verder actie moeten worden ondernomen tegen mensensmokkel langs de Westelijke Balkanroute, onder meer via samenwerking tussen lidstaten en instanties;

·de lidstaten zouden de relevante EU-agentschappen verder moeten ondersteunen en de agentschappen zouden de duurzaamheid van de lopende operaties moeten garanderen;

·er zou moeten worden voorzien in voldoende financiering om Jordanië en Libanon te kunnen helpen bij het opvangen van een groot aantal vluchtelingen, ook in aanloop naar de conferentie over de crisis in Syrië en de regio, die in het voorjaar van 2018 in Brussel wordt georganiseerd.



Centrale Middellandse Zeeroute

In de conclusies van de Europese Raad van oktober 25 is benadrukt dat het van gemeenschappelijk belang is de problemen langs de centrale Middellandse Zeeroute aan te pakken. Ook werd een aantal prioritaire maatregelen belicht, zoals doeltreffende inspanningen op het gebied van terugkeer, hervestiging en het garanderen van humane omstandigheden. De EU heeft haar operationele respons in het centrale Middellandse Zeegebied om levens te redden, mensensmokkel aan te pakken, betere bescherming te bieden, gemeenschappen te stabiliseren en capaciteit op te bouwen, verder uitgebreid, in nauwe samenwerking met de Italiaanse autoriteiten 26 . Het volledige bedrag van 264,58 miljoen EUR voor het onderdeel Noord-Afrika van het EU-trustfonds voor Afrika is inmiddels vastgelegd. Er zijn voor 131,1 miljoen EUR contracten gesloten en er is reeds 57 miljoen EUR uitgekeerd (voor 11 programma’s).

In Italië heeft de Commissie gewerkt aan nieuwe manieren om de steun in overeenstemming te brengen met het actieplan van 4 juli 27 en de briefwisseling tussen voorzitter Juncker en de Italiaanse premier Gentiloni van augustus 2017. Voor de korte termijn heeft de Commissie onmiddellijk aangegeven bereid te zijn in het kader van het Fonds voor interne veiligheid (grenzen) tot 35 miljoen EUR aan noodhulp uit te trekken voor een aantal maatregelen die het Italiaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken als prioriteit heeft aangemerkt. Het gaat om maatregelen die het mogelijk moeten maken de procedures in de hotspots doeltreffender te maken en te voldoen aan de behoeften van de mensen die in Italië arriveren 28 . De Commissie staat ook klaar om, indien nodig, 100 miljoen EUR extra aan noodhulp vrij te maken uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie. Met deze extra middelen zou Italië verdere vorderingen kunnen maken op het gebied van de interne aspecten van het actieplan, zoals het bespoedigen van de asiel- en terugkeerprocedures en het aanzienlijk verhogen van de detentiecapaciteit.

Op 30 september 2017 is in Messina een vijfde hotspot geopend (een centrum voor eerste hulp, bijstand en identificatie), dat een capaciteit van 250 plaatsen heeft. Toch blijft de totale opvangcapaciteit in de hotspots onvoldoende 29 . In Italië is het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken aanwezig op meer dan 45 locaties, in de hotspots en daarbuiten. Deskundigen verstrekken er informatie en helpen bij de registratie van personen die internationale bescherming aanvragen, met het oog op deelname aan de herplaatsingsprocedure. Op 9 november waren er in Italië via het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken 53 nationale deskundigen, 55 culturele bemiddelaars en 18 eigen personeelsleden van het agentschap aan het werk.

De bewakingsoperaties op zee zijn voortgezet. Voor de gezamenlijke operatie Triton en de operatie Sophia worden respectievelijk acht activa en vijf vaartuigen ingezet. Via deze operaties zijn al 119 vermeende mensensmokkelaars en -handelaars aangehouden en al meer dan 497 activa geneutraliseerd.

De EU is de Libische kustwacht blijven ondersteunen. In het kader van de operatie Sophia heeft inmiddels, op zee en in de faciliteiten van de lidstaten, een eerste opleidingsprogramma plaatsgevonden. In totaal hebben 142 personen deze opleiding gevolgd, onder wie 39 bemanningsleden van patrouillevaartuigen. Er zijn ook opleiders opgeleid 30 . Na een uitgebreide screening zijn onlangs 66 Libische personeelsleden met hun opleiding gestart in Taranto. Naar verwachting zullen in de komende weken nog meer modules worden georganiseerd in Spanje, Griekenland en Italië. Belangrijke recente ontwikkelingen zijn de recente teruggave van kustwachtvaartuigen en de instelling van een monitoringsysteem. Het monitoringsysteem is bedoeld om de capaciteitsopbouw te volgen en de opleidingseisen aan te passen. Het zal Libië ook helpen de veiligheid in zijn territoriale wateren te verzekeren en zal voor een betere bescherming en eerbiediging van de mensenrechten zorgen. Het eerste verslag over de monitoringactiviteiten staat gepland voor begin 2018. Recentelijk is ook de laatste opleiding van het Seahorse-programma afgerond, dat gericht was op het verhogen van de capaciteit van de Libische kustwacht, met het oog op werk voor de langere termijn voor het operationeel maken van het Seahorse-netwerk Middellandse Zee.

Hoewel de inspanningen op zee belangrijke resultaten blijven opleveren, wordt nu ook meer nadruk gelegd op activiteiten aan land om de vaak erbarmelijke omstandigheden voor migranten in Libië te verbeteren en gestrande migranten en slachtoffers van mensenhandel alternatieven te bieden. Het programma van 90 miljoen EUR dat in april in het kader van het trustfonds is goedgekeurd, wordt nu uitgevoerd en omvat specifieke maatregelen voor de bescherming van migranten in Libië. De Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen en de Internationale Organisatie voor Migratie hebben inspanningen gedaan om migranten in detentiecentra en ontschepingsplaatsen beter te helpen. Bijna 4 000 migranten krijgen medische zorg en basisondersteuning en er wordt gewerkt aan een betere monitoring van de beschermingsstatus in detentiecentra. De Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen en de Internationale Organisatie voor Migratie hebben ook bijstand geboden aan meer dan 2 000 ontheemde Libische gezinnen. In de nasleep van de gevechten tussen milities in Sabratha worden aan meer dan 14 000 migranten in detentiecentra medische hulp en steun verstrekt. Het trustfonds voorziet op deze manier rechtstreeks in de onmiddellijke behoeften van migranten.

Er zijn infrastructuurwerken gepland om banen te scheppen voor Libiërs en migranten en er wordt steun verleend om de ontwikkeling van kleinschalige bedrijven en veiligheid en stabiliteit in de samenleving te bevorderen. Er gaat ook bijzondere aandacht naar kinderen, met speciale maatregelen voor het herstel van scholen, niet-formeel onderwijs voor Libiërs en migranten, opleiding van onderwijzers en ondersteuning van transnationale zorginstellingen voor niet-begeleide en van hun ouders gescheiden kinderen. Er zullen kindvriendelijke ruimten worden ingericht of ondersteund, onder meer in bestaande structuren en gemeenschapscentra. Het programma bestrijkt ook de bredere economische sectoren, te beginnen met kleine infrastructuurwerken, en capaciteitsopbouw op het gebied van lokaal bestuur. Door het huidige klimaat in Libië blijft het moeilijk voor de EU om snel hulp te bieden, maar de Commissie werkt actief samen met haar partners ter plaatse om zo snel mogelijk te kunnen werken.

De EU-missie voor bijstandsverlening zal ten laatste vanaf eind november in beperkte mate aanwezig zijn in Tripoli. Tegen het voorjaar van 2018 zal het personeelsbestand stapsgewijs worden uitgebreid, om tot een meer systematische samenwerking met de Libische autoriteiten te komen op gebieden als grensbeheer, rechtshandhaving en strafrecht. Bij deze samenwerking zullen ook de civiele en de kustpolitie worden betrokken. De EU-missie werkt ook mee aan de voorbereiding van een studiebezoek naar het zuiden van Libië, dat dit najaar onder leiding van Italië wordt georganiseerd, met volledige betrokkenheid van de Libische grenswachtautoriteiten. De focus zal daarbij liggen op grensbeheer en migratie.

Er worden nieuwe inspanningen geleverd met betrekking tot de zuidelijke landgrens. In juli is een programma van 46,3 miljoen EUR goedgekeurd, waarvoor in november een contract zal worden gesloten. De maatregelen ter bestrijding van mensensmokkel gaan vergezeld van economische alternatieven voor mensensmokkel. Dit is een van de belangrijke doelstellingen van het onderdeel voor gemeenschapsstabilisering van het programma van 90 miljoen EUR dat in april is goedgekeurd 31 .

De EU blijft actief samenwerken met de Internationale Organisatie voor Migratie via het gezamenlijk initiatief inzake de bescherming en re-integratie van migranten. De programma’s van dit gezamenlijke initiatief omvatten steun voor begeleide vrijwillige terugkeer en re-integratie op de centrale Middellandse Zeeroute. In 2017 zijn meer dan 10 000 in Libië gestrande migranten geholpen om terug te keren naar hun land van herkomst. In de meeste gevallen ging het om Nigeria, Senegal, Guinee, Mali en Gambia. Samen met de in Niger, Mali en Mauritanië gestrande migranten gaat het om ruim 15 000 personen. Voorts wordt ook intensiever samengewerkt met de buurlanden van Libië, om ervoor te zorgen dat een groter aantal migranten in Libië naar huis kan terugkeren of door de internationale gemeenschap kan worden hervestigd, met de steun van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen. De EU-delegaties in de betrokken landen van herkomst en doorreis hebben contacten gelegd om de consulaire ondersteuning te verbeteren en zo het aantal gevallen van terugkeer op te drijven.

De EU blijft achter een inclusieve politieke overgang staan, overeenkomstig de conclusies van de Raad van juli 2017 32 , zodat het beheer van de migratiestromen in en via Libië op een degelijke en duurzame wijze kan worden verbeterd. Dit zal bijdragen tot de inspanningen om tot een permanente EU-aanwezigheid te komen, overeenkomstig de desbetreffende oproep van de Europese Raad, zodat in de toekomst een doeltreffende respons mogelijk is.

Het aantal migranten dat vanuit Egypte vertrekt, blijft zeer beperkt. Recentelijk is een overeenkomst ondertekend over de financiering van een programma van 60 miljoen EUR waarmee de economische drijfveren voor irreguliere migratie worden aangepakt, de inzetbaarheid wordt verhoogd en de weerbaarheid van gemeenschappen die sterk met migratie worden geconfronteerd, te bevorderen. De migratiedialoog met Egypte zal naar verwachting in december van start gaan.


Samen met de Italiaanse autoriteiten wordt gewerkt aan maatregelen om de stijging van het aantal aankomsten uit Tunesië aan te pakken door het aantal aankomsten te beperken en het terugkeerpercentage te verhogen. Er zijn verdere contacten geweest met Algerije en de EU heeft voorgesteld intensiever overleg te plegen en samen te werken via bilaterale en regionale structuren. 

De Europese Raad heeft bijzondere nadruk gelegd op het belang van voldoende en gerichte financiering voor het onderdeel Noord-Afrika van het EU-trustfonds voor Afrika. 

Er is op de korte termijn een financieringskloof van 110 miljoen EUR voor het voortzetten van het programma inzake gemengde migratie. Het verlengde programma zal in samenwerking met de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen en de Internationale Organisatie voor migratie belangrijke steun omvatten op het gebied van begeleide vrijwillige terugkeer en re-integratie, betere leefomstandigheden voor migranten in detentiecentra, gemeenschapsstabilisering en ondersteuning van gemeenten onder meer met betrekking tot nieuwe tewerkstellingsmogelijkheden en het voorzien in basisdiensten. Gezien het grote belang van de werkzaamheden in Noord-Afrika voor het algemene beleid van de EU zullen in 2018 nog meer programma’s moeten worden opgezet in Libië en andere Noord-Afrikaanse landen. De lidstaten zullen hiervoor extra bijdragen moeten doen aan het trustfonds. De Europese Raad zal de vorderingen op dit gebied in december 2017 evalueren.

Westelijke Middellandse Zeeroute 33

Omdat de migratie langs deze route toeneemt, zijn de contacten met Marokko geïntensiveerd. Op een bijeenkomst van de ministers van Binnenlandse Zaken van de G6 in oktober 34 heeft de Commissie aangegeven bereid te zijn verdere hulp te bieden bij het migratiebeheer.

Belangrijke toekomstige maatregelen


·de lidstaten zouden meer moeten bijdragen aan het onderdeel Noord-Afrika van het trustfonds om de dringende financieringskloof van 110 miljoen EUR voor Libië te dichten en er zouden nog meer belangrijke programma’s moeten worden ontwikkeld in 2018;

·er zou een permanente EU-aanwezigheid in Libië moeten worden ingesteld, zodra de veiligheidssituatie dat toestaat;

·er zou verder moeten worden samengewerkt met Afrikaanse landen van herkomst en doorreis in de context van het partnerschapskader, onder meer met betrekking tot de zuidelijke Libische grens, en er zou nauwer moeten worden samengewerkt met de buurlanden van Libië om de terugkeer en hervestiging te bevorderen;

·de migratiebewegingen vanuit Tunesië zouden in het oog moeten worden gehouden en de noodzaak van maatregelen en ondersteuning zou moeten worden geëvalueerd;

·de ontwikkelingen langs de westelijke Middellandse Zeeroute zouden moeten worden gemonitord en mogelijke bijstand zou moeten worden voorbereid.



4. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN MENSENSMOKKEL

Er is veel moeite gedaan om het bedrijfsmodel van mensensmokkelaars langs alle belangrijke migratieroutes naar Europa te ontwrichten. Op de route door de Westelijke Balkan hebben de lidstaten via het door Europol ondersteunde bureau voor gezamenlijke operaties in Wenen een aantal acties uitgevoerd waarbij tot dusver 185 aanhoudingen hebben plaatsgevonden. In oktober heeft het Europees Centrum tegen migrantensmokkel van Europol met lidstaten en buurlanden in de Westelijke Balkan een gezamenlijke actiedag georganiseerd. Daarbij zijn meer dan 760 irreguliere migranten ontdekt en 24 vermeende mensensmokkelaars aangehouden.

De strijd tegen mensensmokkel is een essentieel onderdeel van het partnerschapskader. De Nigerese overheid is in haar vaste opzet geslaagd om de irreguliere migratie via Agadez terug te dringen, met de hulp van de EU. Het aantal personen dat via Agadez reist, is gedaald van gemiddeld 340 per dag in 2016 tot 40 à 50 per dag in 2017. Op dit moment vindt in het kader van het EU-trustfonds een proefproject plaats dat de operationele en justitiële capaciteit van de Nigerese politie moet versterken (gemeenschappelijk onderzoeksteam). In de eerste helft van 2017 zijn 101 personen aangehouden en voor de rechter gebracht. Voorts werden 66 voertuigen en 8 motorfietsen in beslag genomen en verzegeld (er werden ook 79 personen aangehouden voor strafbare feiten die verband houden met mensensmokkel). Dit model zal naar andere landen worden uitgebreid, zoals tijdens de Europese Raad van oktober 2017 is voorgesteld. Om te zorgen voor andere inkomstenbronnen dan mensensmokkel, voorziet de EU in inkomenssteun voor lokale gemeenschappen in het noorden van Niger 35 .

De EU zal in Brussel een internationale conferentie op hoog niveau organiseren over veiligheid en ontwikkeling in het Sahelgebied. De conferentie zal worden gewijd aan de stabiliteit en stabilisatie van de perifere, grensoverschrijdende en kwetsbare zones van het Sahelgebied. De EU heeft via de Vredesfaciliteit voor Afrika 50 miljoen EUR 36 vrijgemaakt voor de gezamenlijke troepenmacht van de Sahel G5 en zal internationale steun voor de troepenmacht helpen te mobiliseren, voor de strijd tegen terrorisme, drugs, migrantensmokkel en mensenhandel. Voorts breidt de EU haar opleiding en advies uit om de capaciteiten van de plaatselijke veiligheidstroepen te bevorderen 37 . De civiele missie van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (EUCAP Sahel Niger) zal vaker ter plaatse gaan in de verschillende regio’s om projecten uit te voeren, opleiding te organiseren en verdere behoeften van rechtshandhavingsautoriteiten te identificeren en zal verder bijdragen tot het in kaart brengen van de irreguliere migratiestromen. De missie heeft in september 2017 een tweede bezoek gebracht aan Madama, een belangrijke plaats wanneer het gaat om mensenhandel. De missie zal verder worden versterkt en er zal meer aandacht gaan naar het ondersteunen van de strijd tegen mensenhandel en -smokkel en de handel en smokkel op het gebied van drugs en wapens. Daarnaast zal de missie de Nigerese veiligheids- en defensietroepen verder ondersteunen en bijdragen tot de verdere ontwikkeling van gedecentraliseerde activiteiten in het land.

Samenwerking is van cruciaal belang om smokkel en mensenhandel tegen te gaan. In september is bij Europol een Information Clearing House inzake mensensmokkel ingericht. Het bestrijkt al de operatie Sophia en vijf lidstaten (met nationale deskundigen gedetacheerd door Duitsland, Griekenland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) en zou steun moeten ontvangen van nog meer lidstaten 38 . Het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Interpol zullen proberen om tegen eind november via verbindingsfunctionarissen onderling contacten aan te knopen. Er worden specifieke inspanningen geleverd om consulaire ambtenaren van de EU te helpen mensensmokkel via visumfraude aan te pakken 39 . In Nigeria en Pakistan zijn al EU-samenwerkingsplatforms inzake migrantensmokkel gelanceerd, die het mogelijk maken interventies beter te richten op plaatsen met een hoge prioriteit 40 . Deze aanpak zal naar andere plaatsen worden uitgebreid op basis van een operationeel actieplan inzake facilitering van irreguliere migratie dat de lidstaten tegen eind november in de context van de beleidscyclus betreffende georganiseerde criminaliteit, zullen goedkeuren.

Belangrijke toekomstige maatregelen


·de informatie-uitwisseling binnen de EU, tussen lidstaten, EU-agentschappen, GBVD-missies en -operaties, zou moeten worden bevorderd en de operationele gemeenschappelijke onderzoeksteams zouden met belangrijke West-Afrikaanse partners moeten worden uitgebreid;

·de uitrol van de gezamenlijke troepenmacht van de Sahel G5 zou moeten worden ondersteund.



5. DE DIEPERE OORZAKEN VAN IRREGULIERE MIGRATIE AANPAKKEN

De drie onderdelen “de Sahel en het gebied rond het Tsjaadmeer”, “de Hoorn van Afrika” en “Noord-Afrika” van het EU-trustfonds voor Afrika 41 hebben gezorgd voor een nieuwe focus op migratie. Inmiddels zijn al 117 programma’s voor in totaal 2 miljard EUR goedgekeurd en zijn al voor iets meer dan 1,3 miljard EUR contracten gesloten 42 . De Europese Raad heeft Noord-Afrika als prioriteit aangemerkt, maar ook voor de andere onderdelen van het trustfonds is het van cruciaal belang dat er vorderingen worden gemaakt.


De trustfonds-projecten in de Hoorn van Afrika zullen 44 000 nieuwe banen scheppen in Ethiopië, Kenia en Somalië en zullen 30 000 banen in Zuid-Sudan rechtstreeks financieren. De projecten zorgen ook voor passende capaciteit om ruim 1,6 miljoen personen toegang tot sociale basisvoorzieningen te garanderen. In West-Afrika en het Sahelgebied worden inspanningen geleverd om 114 000 banen te creëren en bijna 10 000 micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen. De meeste maatregelen omvatten re-integratiesteun aan terugkerende migranten.


Met betrekking tot Azië heeft de Commissie in september een bijzondere maatregel van 196 miljoen EUR goedgekeurd om de problemen ten gevolge van langdurige gedwongen ontheemding en migratie in Azië en het Midden-Oosten aan te pakken. De maatregel betreft Afghanistan, Pakistan, Iran, Irak en Bangladesh 43 en zal bijdragen tot de dialoog die de EU met deze vijf landen voert inzake migratie. Belangrijke doelstellingen van de maatregel zijn het versterken van de weerbaarheid en zelfredzaamheid van onder meer de lokale en gastgemeenschappen, het bevorderen van een duurzaam levensonderhoud en het garanderen van een betere bescherming van rechten en duurzame re-integratie.


Voorts zullen de investeringsprojecten met een langetermijnfocus voor het aanpakken van de diepere oorzaken binnenkort ook worden ondersteund door het plan voor externe investeringen en het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling ervan, dat op 28 september 2017 in werking is getreden. Het actieplan heeft als doel innovatieve financiële partnerschappen in Afrika en de nabuurschap te stimuleren, om inclusieve groei, werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling te bevorderen. Er worden voorbereidingen getroffen om het fonds snel operationeel te maken. Voorafgaand aan de top van het Oostelijk Partnerschap en de top van de Afrikaanse Unie en de Europese Unie zal de Commissie een besluit goedkeuren waarbij vijf specifieke investeringsvensters worden vastgesteld 44 . Dit zal het pad effenen om nog voor het eind van dit jaar de eerste oproep tot het indienen van blijken van belangstelling te publiceren 45 .


Om de langetermijnuitdagingen op het gebied van migratie aan te pakken, moet op wereldvlak worden opgetreden. Het mondiale pact inzake migratie dat een loopduur van twee jaar heeft, is nu halverwege. Met de overlegfase die in december wordt afgerond, is een eerste stap gezet in de richting van de bekrachtiging van het pact op een intergouvernementele conferentie in 2018. De informele thematische besprekingen met betrekking tot het mondiale pact inzake vluchtelingen zouden in november 2017 moeten worden beëindigd. Tijdens de dialoog van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen, die op 12 december in Genève plaatsvindt, zal de geboekte vooruitgang worden beoordeeld, zullen uit de voorbereiding lessen worden getrokken en zal de basis worden gelegd voor het mondiale pact inzake vluchtelingen.

Deze werkzaamheden zullen het belang van migratie onderstrepen in de context van de top van de Afrikaanse Unie en de Europese Unie die eind november plaatsvindt. Deze top zal voortbouwen op de follow-up van de top van Valletta door voor een evenwichtige samenhang te zorgen voor het aanpakken van diepere oorzaken, het bieden van ontwikkelingshulp, het bestrijden van mensensmokkel en -handel en het bevorderen van legale migratie en doeltreffende overname en re-integratie.

Belangrijke toekomstige maatregelen


·in december zou een akkoord moeten worden bereikt over een nieuwe reeks projecten in het kader van de onderdelen “de Sahel en het gebied rond het Tsjaadmeer” en “de Hoorn van Afrika” van het EU-trustfonds voor Afrika;

·op de top tussen de Europese Unie en de Afrikaanse Unie zou moeten worden gestreefd naar de verdere ontwikkeling van de partnerschapsbenadering met het oog op een gezamenlijk migratiebeheer met andere Afrikaanse landen;

·de eerste oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in het kader van het plan voor externe investeringen zou tegen eind 2017 moeten worden gepubliceerd.



6. TERUGKEER EN OVERNAME

Zoals uiteengezet in de conclusies van de Europese Raad van vorige maand moet er in het kader van de Europese migratieagenda worden gezorgd voor een hoger terugkeerpercentage van personen die geen verblijfsrecht hebben. Alle betrokkenen moeten zich hiervoor inzetten. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het nemen van individuele terugkeerbesluiten, en hun inspanningen ter uitvoering van de aanbeveling en het vernieuwd actieplan inzake terugkeer 46 zijn van essentieel belang om ervoor te zorgen dat personen jegens wie een terugkeerbesluit wordt uitgevaardigd, daadwerkelijk terugkeren. Het Europees Grens-en kustwachtagentschap heeft nu specifiek de opdracht terugkeer te ondersteunen. Tot slot zijn er de derde landen, die aan hun verplichtingen op het gebied van overname moeten voldoen. 

Zoals aangekondigd in de tussentijdse evaluatie van de uitvoering van de Europese migratieagenda in september, zal de Commissie regelmatig verslag uitbrengen over de vorderingen. Dit verslag biedt een eerste gelegenheid daartoe, en de Commissie is van plan om de monitoring en feedback op dit gebied verder uit te breiden.

Het is belangrijk dat er snel kwalitatieve gegevens beschikbaar zijn op dit gebied. In dat verband zouden de lidstaten volledige medewerking moeten verlenen voor de toepassing voor geïntegreerd terugkeerbeheer (IRMA), zodat die zijn potentieel kan waarmaken en regelmatig een betrouwbare stand van zaken over terugkeer kan geven. Voorts zal Eurostat niet jaarlijks maar elk kwartaal gegevens over terugkeer verzamelen, om een meer actuele monitoring te garanderen.


De Europese Raad heeft in zijn conclusies van oktober 2017 bijzondere nadruk gelegd op de werkzaamheden van het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Het agentschap zal eind november een beslissing nemen over verdere operationele stappen om de lidstaten beter te ondersteunen op het gebied van terugkeer. Het agentschap zal opleiding organiseren, beste praktijken bevorderen 47 en proactiever te werk gaan met betrekking tot terugkeer vanuit lidstaten, zodat het zich ontwikkelt tot een contactpunt voor de operationele werkzaamheden op het gebied van terugkeer. De lidstaten moeten het uitvoeringskader van het agentschap inzake terugkeer ten volle onderschrijven en ondersteunen, zodat het zijn opdracht met succes kan vervullen. Op basis daarvan moeten tegen het einde van het eerste kwartaal van 2018 operationele plannen worden opgesteld.

Steun van het agentschap ten behoeve van terugkeeroperaties 48

Totale aantal gecoördineerde terugkeeroperaties

279 49 : bij 54 % van de operaties was er iemand aanwezig om toezicht te houden (tegenover 41 % in dezelfde periode vorig jaar). Binnen de verslagperiode heeft het agentschap uit de pool van toezichthouders voor gedwongen terugkeer 70 toezichthouders ingezet voor 70 operaties.
Totale aantal personen dat met behulp van het agentschap is teruggestuurd11 698

Vijf meest voorkomende landen van herkomst1. Albanië: 87 operaties, 3 416 personen

2. Tunesië: 47 operaties, 1 187 personen

3. Kosovo 50 : 46 operaties, 1 597 personen

4. Servië:  36 operaties, 1 508 personen

5. voormalige Joegoslavische republiek Macedonië: 26 operaties, 962 personen

Vijf meest voorkomende bestemmingen van terugkeeroperaties, met uitzondering van de landen van de Westelijke Balkan1. Tunesië: 47 operaties, 1 187 personen

2. Georgië: 16 operaties, 502 personen

3. Afghanistan: 16 operaties, 237 personen

4. Nigeria: 14 operaties, 522 personen

5. Armenië: 9 operaties, 168 personen
Top tien van landen wat deelname aan terugkeeroperaties betreft (ongeacht het aantal teruggekeerde personen) 51  1. Duitsland: 103 operaties

2. Italië: 51 operaties

3. Frankrijk: 39 operaties

4. Oostenrijk: 29 operaties

5. Zweden: 10 operaties

6. Spanje: 8 operaties

7. België: 8 operaties

8. Griekenland: 7 operaties

9. IJsland: 6 operaties

10. Finland: 6 operaties


Sinds de zomer is verdere vooruitgang geboekt voor het tot stand brengen van een meer gestructureerde praktische samenwerking inzake terugkeer met een aantal derde landen. De operationele standaardprocedures die in september met Bangladesh zijn overeengekomen, zijn op 25 september 2017 door de Raad goedgekeurd. De lidstaten beschikken nu over een duidelijk kader om standvastig samen te werken met Bangladesh, het vijfde meest voorkomende land van herkomst van migranten dit jaar. De Commissie bereidt momenteel gelijksoortige regelingen voor met een aantal belangrijke Afrikaanse partners. Om ervoor te zorgen dat de regelingen een reële impact hebben op het terrein, moeten de lidstaten ten volle gebruikmaken van de beste praktijken en operationele voorschriften waarover overeenstemming is bereikt. Op 28 november vindt een nieuwe onderhandelingsronde plaats over de overnameovereenkomst met Tunesië, parallel met de onderhandelingen over de visumversoepelingsovereenkomst.

Met een aantal belangrijke landen is vooruitgang geboekt, maar met andere landen blijft de situatie moeilijk. Wat Nigeria, Ivoorkust, Senegal en Mali betreft, is er geen vooruitgang geboekt op het gebied van migratiebeheer en overname. Toch zal er verder worden gestreefd naar nauwere samenwerking met deze landen. Er zal in alle gevallen en naargelang de behoeften verder actief worden onderzocht hoe de stimulansen en pressiemogelijkheden die op EU- en nationaal niveau beschikbaar zijn, hiertoe kunnen bijdragen.

Belangrijke toekomstige maatregelen


·het Europees Grens- en kustwachtagentschap zal op de volgende raad van bestuur de volgende stappen in de richting van een geïntegreerd beheersysteem voor terugkeer presenteren;

·de lidstaten zouden gegevens inzake terugkeer moeten verzamelen en verstrekken zodat de doeltreffendheid van de terugkeer op EU-niveau beter kan worden beoordeeld;

·Eurostat zou niet jaarlijks, maar per kwartaal gegevens over terugkeer moeten verstrekken;

·de lidstaten zouden de regelingen die met derde landen zijn vastgesteld ter vergemakkelijking van de terugkeer, in de praktijk moeten toepassen, en de Commissie zou moeten toezien op de toepassing van deze regelingen;

·de operationele overeenkomsten met belangrijke landen van herkomst zouden zo snel mogelijk moeten worden afgerond, met inbegrip van de onderhandelingen over overnameovereenkomsten met Nigeria en Tunesië.



7. HERPLAATSING, HERVESTIGING EN ANDERE LEGALE MOGELIJKHEDEN 

De herplaatsing van in aanmerking komende personen door de lidstaten speelt nog steeds een waardevolle rol voor het helpen van personen die duidelijk behoefte hebben aan internationale bescherming en voor het verlichten van de druk op de asielstelsels van Italië en Griekenland. Op 9 november waren al 31 503 personen herplaatst (10 265 uit Italië en 21 238 uit Griekenland). Sinds het meest recente verslag over herplaatsing en hervestiging zijn nog 3 807 personen herplaatst 52 . Cyprus, Estland, Kroatië en Litouwen zijn blijven bijdragen aan de herplaatsingsregeling door ook na 26 september plaatsen toe te zeggen. De lidstaten moeten dringend de overige in aanmerking komende kandidaten herplaatsen.


In totaal moeten nog 758 herplaatsingskandidaten uit Griekenland worden herplaatst (waarvan 369 naar Ierland). De huidige toezeggingen voor Griekenland zijn nu wel voldoende, maar de lidstaten moeten dringend de herplaatsing van de overige in aanmerking komende kandidaten afronden. Ierland moet met name accommodatie vinden en de personen voor wie al een notificatie is verzonden, uit Griekenland overbrengen. Duitsland en Zwitserland moeten van hun kant reageren op de herplaatsingsverzoeken die Griekenland heeft verzonden. Alle andere lidstaten waaraan al personen zijn gematcht en notificaties zijn verzonden, moeten het tempo van de overbrengingen uit Griekenland opvoeren. 

Uit Italië moeten nog 3 110 herplaatsingskandidaten worden overgebracht. Italië blijft echter nieuwe in aanmerking komende kandidaten registreren en zou de registratie zo snel mogelijk moeten afronden zodat het aantal herplaatsingskandidaten zich stabiliseert. Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en Oostenrijk moeten sneller reageren op herplaatsingsverzoeken van Italië en alle lidstaten moeten het tempo van de overbrengingen van personen die al aan een lidstaat zijn toegewezen en voor wie al een notificatie is verzonden, opdrijven. De lidstaten moeten ook dringend reageren op de 190 openstaande verzoeken die Italië heeft ingediend voor niet-begeleide minderjarigen. Voorts moeten zij ten minste 200 extra plaatsen bieden voor de herplaatsing van in aanmerking komende niet-begeleide minderjarigen voor wie al een herplaatsingsprocedure is gestart, maar die bij gebrek aan toegezegde plaatsen nog niet aan een lidstaat zijn toegewezen.

In de verslagen over herplaatsing en hervestiging die de Commissie regelmatig presenteert, zijn de lidstaten herhaaldelijk herinnerd aan hun wettelijke verplichtingen uit hoofde van de besluiten van de Raad, en werd aan de lidstaten die nog geen plaatsen hebben toegezegd en nog niemand uit Griekenland Italië hebben herplaatst, gevraagd daar onmiddellijk verandering in te brengen. Ondanks herhaaldelijke verzoeken hebben Hongarije en Polen nog geen enkele persoon herplaatst en heeft Tsjechië nog maar enkele personen herplaatst en al meer dan een jaar geen enkele plaats meer toegezegd. In het licht van het bovenstaande heeft de Commissie op 14 juni 2017 besloten een inbreukprocedure te starten tegen deze drie lidstaten. Na ontvangst van hun antwoorden op de aanmaningsbrief heeft de Commissie op 26 juli 2017 besloten over te gaan naar de volgende fase en de betrokken lidstaten een met redenen omkleed advies toe te zenden. Het Hof van Justitie van de EU heeft in zijn uitspraak van 6 september 2017 de geldigheid van het tweede besluit van de Raad inzake herplaatsing bevestigd en de Commissie had verwacht dat de drie lidstaten zich naar deze beslissing zouden schikken. Toch hebben Tsjechië, Hongarije en Polen tot op heden geen maatregelen genomen om tegemoet te komen aan de grieven die de Commissie in haar met redenen omkleed advies heeft opgenomen. De inbreukprocedures worden bijgevolg voortgezet.

De huidige regelingen lopen ten einde, maar de EU moet solidariteit blijven tonen met Italië en Griekenland. De lidstaten worden er daarom toe aangemoedigd ook buiten deze regelingen om verder mensen te herplaatsen uit Italië en Griekenland. De Commissie is bereid financiële steun te verstrekken aan de lidstaten die verdere herplaatsingsinspanningen leveren. De steun van de EU-agentschappen aan Italië en Griekenland zal ook worden voorgezet, en zal indien nodig verder worden versterkt.

Het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken heeft sinds de start van de herplaatsingsregeling in september 2015 een cruciale rol gespeeld voor de uitvoering ervan, onder meer door deskundigen van de lidstaten in te zetten, tools te ontwikkelen ter ondersteuning van specifieke stappen van de herplaatsingsprocedure en een communicatiepakket over herplaatsing uit te voeren. Het is zeer belangrijk dat de lidstaten het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken blijven ondersteunen.

Via hervestiging kunnen de EU en haar lidstaten voldoen aan de dwingende noodzaak personen die internationale bescherming nodig hebben, te helpen, en de drijfveren voor irreguliere migratie te verminderen. In 2015 werd overeengekomen 22 504 personen te hervestigen 53 en deze doelstelling is al voor ruim 81 % behaald. Op 10 november 2017 waren al 18 366 personen hervestigd in 20 lidstaten en vier geassocieerde staten 54 , in de meeste gevallen uit Turkije, Jordanië en Libanon. Aangezien een aantal landen die een groot aantal personen moesten hervestigen, al aan hun verplichtingen hebben voldaan of dit zeer binnenkort zullen doen, blijven de inspanningen vooral gericht op hervestiging in het kader van de verklaring EU-Turkije. In het kader van de twee EU-hervestigingsregelingen zijn al 25 739 personen hervestigd.

Volgend op de aanbeveling van de Commissie waarin de lidstaten zijn opgeroepen tegen 31 oktober 2017 minstens 50 000 hervestigingsplaatsen ter beschikking te stellen 55 , hebben 16 lidstaten in totaal ruim 34 400 plaatsen toegezegd. De betrokken lidstaten zijn België, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Verschillende andere lidstaten hebben aangekondigd dat zij zeer binnenkort plaatsen zullen toezeggen en een aantal andere lidstaten die al plaatsen hebben toegezegd, zullen mogelijk nog extra inspanningen leveren. De Commissie roept de lidstaten, en met name de lidstaten die nog geen toezeggingen hebben gedaan, ertoe op zo snel mogelijk extra plaatsen toe te zeggen, zodat het doel van 50 000 hervestigde personen op zijn minst wordt bereikt en de EU kan starten met de concrete planning van de hervestigingsprocedure, waaronder de evacuaties uit Libië, in samenwerking met de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen.

Zoals aangekondigd in de tussentijdse evaluatie van september, zijn al vorderingen gemaakt op het gebied van de proefprojecten inzake legale migratie die met derde landen worden uitgevoerd. De meeste lidstaten zijn tevreden over het concept en verschillende lidstaten zijn bereid om hiermee aan de slag te gaan 56 .

Belangrijke toekomstige maatregelen


·Italië zou de registratie van in aanmerking komende herplaatsingskandidaten moeten afronden;

·de lidstaten zouden de herplaatsing van de overige in aanmerking komende kandidaten uit Italië en Griekenland dringend moeten uitvoeren en er zouden dringend extra plaatsen moeten komen voor de herplaatsing van in aanmerking komende niet-begeleide minderjarigen uit Italië; de Commissie is bereid de lidstaten die verder, buiten de huidige regelingen om, personen uit Italië en Griekenland herplaatsen, te blijven ondersteunen;

·de lidstaten zouden extra plaatsen moeten toezeggen om tot minimaal 50 000 hervestigingsplaatsen te komen;

·de Commissie en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen zouden het project voor de evacuatie van vluchtelingen uit Libië met het oog op hervestiging moeten afronden;

·samen met de geïnteresseerde lidstaten zou de reikwijdte van de proefprojecten inzake legale migratie moeten worden bepaald en er zou moeten worden nagegaan welke derde landen kunnen deelnemen.



8. VERDERE VERSTERKING VAN HET BEHEER VAN DE BUITENGRENZEN

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap, dat een jaar geleden operationeel is geworden, ondersteunt de lidstaten via gezamenlijke operaties langs de belangrijkste migratieroutes in het oostelijke, centrale en westelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan. In totaal worden meer dan 1 500 grenswachters en ander personeel ingezet. Omdat steeds meer mensen in Spanje aan land komen, is de operatie Indalo, die normaal gezien enkel in piekperiodes in de zomer plaatsvindt, verlengd tot eind 2017. Het agentschap biedt ook steun bij de voorbereiding van kwetsbaarheidsbeoordelingen en aanbevelingen voor de lidstaten op dit gebied.

De lopende gezamenlijke operaties ter ondersteuning van de lidstaten die onder druk staan, hebben nog steeds te kampen met lacunes. De toezeggingen zijn onvoldoende wat duur en omvang betreft, en zijn niet geheel afgestemd op de specifieke behoeften. Alleen voor de gezamenlijke operatie Poseidon zijn al genoeg toezeggingen gedaan om tot medio november voort te kunnen.

Er zijn verdere vorderingen gemaakt om de permanente capaciteit van de snel inzetbare pools te garanderen. Op 9 november 2017 hadden al 26 lidstaten hun grenswachten aangewezen en was de pool al voor 74 % ingevuld (met 1 100 van de 1 500 vereiste functionarissen). Er is sinds september geen nieuwe vooruitgang meer geboekt op het gebied van de pool van snel inzetbare technische uitrusting 57 en er is nog steeds een groot tekort aan de meeste soorten uitrusting. Slechts 14 lidstaten leveren al een bijdrage en er zijn sinds april geen nieuwe toezeggingen meer gedaan. Ter ondersteuning van de uitrusting die aan het agentschap ter beschikking wordt gesteld, heeft de Commissie in augustus 2017 in het kader van de specifieke acties 58 van het Fonds voor interne veiligheid 76 miljoen EUR extra toegekend voor de aankoop van maritieme middelen door de lidstaten. Dit bedrag komt ter aanvulling van de 132 miljoen EUR die in 2015 al hiervoor is toegekend. De lidstaten moeten hun inspanningen voor de uitvoering van de projecten nu opvoeren, zodat deze middelen beschikbaar worden voor het agentschap. Het agentschap heeft ook een strategie goedgekeurd om in de periode 2017-2020 zelf middelen aan te schaffen en werkt nu aan een langetermijnstrategie voor de periode tot 2027.

Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van het agentschap bestaat erin kwetsbaarheidsbeoordelingen uit te voeren om mogelijke tekortkomingen bij het grenstoezicht door de lidstaten, op te sporen. Als volgende stap moeten de lidstaten de aanbevelingen van juli 2017 uitvoeren en moet het agentschap een doeltreffend monitoringmechanisme ontwikkelen om erop toe te zien dat de lidstaten de actieplannen die zij in september 2017 hebben ingediend, ook echt uitvoeren. Het agentschap zal binnenkort na simulatieoefeningen de beoordelingen afronden 59 . Op basis daarvan kunnen er nog nieuwe aanbevelingen komen. De gemeenschappelijke methode voor kwetsbaarheidsbeoordelingen zal naar verwachting op de volgende bijeenkomst van de raad van bestuur, op 22-23 november 2017, worden herzien. Voorts worden stappen genomen voor de uitrol van verbindingsfunctionarissen 60 in de lidstaten. Het agentschap zou dit proces tegen februari 2018 moeten afronden.

Samenwerking met derde landen is van essentieel belang voor de activiteiten van het agentschap. Met Servië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië wordt momenteel onderhandeld met het oog op het sluiten van de statusovereenkomsten. Op 16 oktober 2017 heeft de Raad toestemming verleend om ook met Albanië, Montenegro en Bosnië en Herzegovina over dergelijke overeenkomsten onderhandelingen te starten.

De ontwikkeling van een Europese strategie voor geïntegreerd grensbeheer waarbij de werkzaamheden op nationaal en EU-niveau worden samengebracht, is op 17 oktober 2017 op een bijzondere vergadering met het Europees Parlement en de lidstaten besproken. Deze besprekingen zullen worden meegenomen voor de verdere stappen die worden gezet voor het bepalen van de sleutelelementen van de gemeenschappelijke strategie voor geïntegreerd grensbeheer voor de EU in haar geheel 61 .

Belangrijke toekomstige maatregelen


·de lidstaten zouden hun bijdrageplicht moeten nakomen wat betreft de snel inzetbare pools die door het Europees Grens- en kustwachtagentschap zijn ingesteld;

·de lidstaten zouden de op de kwetsbaarheidsbeoordelingen gebaseerde aanbevelingen tijdig moeten uitvoeren en het Europees Grens- en kustwachtagentschap zou de uitvoering van deze aanbevelingen doeltreffend moeten monitoren;

·de lidstaten zouden ten volle gebruik moeten maken van alle verschillende ondersteuningsmogelijkheden die het agentschap biedt.



9. CONCLUSIES EN VOLGENDE STAPPEN

Dit verslag brengt de verschillende werkstromen bijeen die plaatsvinden ter uitvoering van de Europese migratieagenda. In dit verslag wordt de brede aard van de werkzaamheden uiteengezet en wordt benadrukt dat de EU op alle terreinen verdere inspanningen moet leveren. De Commissie zal ook in de toekomst één breed verslag presenteren waarin wordt ingegaan op de kwesties die bijzondere aandacht vragen.

In dit verslag worden de belangrijke operationele acties beschreven die nodig zijn wil de EU de huidige migratieproblematiek doeltreffend aanpakken. Deze acties vereisen de onmiddellijke aandacht en duurzame inspanningen van de lidstaten, EU-instellingen en EU-agentschappen. Zij zullen ook het pad helpen te effenen voor meer convergentie met het oog op een akkoord over de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel. Op de Europese Raad van december zullen de vorderingen kunnen worden bekeken en zal een beslissing kunnen worden genomen over de volgende stappen, overeenkomstig de leidersagenda die door de Europese Raad van oktober is goedgekeurd.


(1)

     COM(2015) 240 final van 13.5.2015.

(2)

     COM(2017) 558 final van 27.9.2017.

(3)

     Conclusies van de Europese Raad van 19.10.2017, EUCO 14/17, document CO EUR 17, CONCL 5.

(4)

     Er werden zeven verslagen opgesteld over de uitvoering van de verklaring EU-Turkije, vijftien over herplaatsing en hervestiging, vijf over het operationeel maken van de Europese grens- en kustwacht en vijf over het partnerschapskader met derde landen.

(5)

     Er worden in het document ook langetermijntendensen uiteengezet en vergelijkingen gemaakt.

(6)

     In de maanden voorafgaand aan de verklaring EU-Turkije waren er dagelijks gemiddeld 1 700 aankomsten.

(7)

     De meest voorkomende landen van herkomst sinds 1 augustus zijn Syrië (40 %), Irak (22 %), Afghanistan (12 %) en Turkije (8 %).

(8)

     Gezien het aantal aanhoudingen door de Turkse kustwacht is het mogelijk dat de inzet van extra bewakingsmiddelen op de Zwarte Zee in de tweede helft van augustus hier samen met slechtere weersomstandigheden toe heeft bijgedragen.

(9)

     Circa 98 % van de migranten die uit Tunesië vertrekken, heeft de Tunesische nationaliteit. Dit jaar hebben al 5 749 personen deze route gevolgd.

(10)

     Bron: project van de IOM over vermiste migranten (https://missingmigrants.iom.int/region/mediterranean).

(11)

     Situatie op 5 november.

(12)

     Deze vaartuigen waren voorheen in handen van de Italiaanse autoriteiten.

(13)

     Het noodtrustfonds van de Europese Unie voor stabiliteit en de aanpak van de diepere oorzaken van irreguliere migratie en ontheemding in Afrika (het EU-trustfonds voor Afrika). Besluit van de Commissie C(2015) 7293 final.

(14)

     Meest recente gegevens van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken.

(15)

     Bron: Eurostat. Meest recente update: 26 oktober 2017.

(16)

     SWD(2017) 372 van 14.11.2017.

(17)

     Mededeling over de bescherming van migrerende kinderen, COM(2017) 211 final van 12.4.2017.

(18)

     Op dit moment bevinden er zich op de Griekse eilanden bijna 15 000 migranten, terwijl er maar opvangcapaciteit is voor 7 000 personen.

(19)

     Via het contantenprogramma in Griekenland krijgen vluchtelingen en migranten met humanitaire behoeften iedere maand een vast bedrag om voedsel en andere noodzakelijke goederen te kopen.

(20)

     De lidstaten detacheren 107 nationale deskundigen naar het EASO om steun te bieden bij de uitvoering van de verklaring EU-Turkije in Griekenland.

(21)

     Zie COM(2017) 470 final van 6.9.2017.

(22)

     Sinds 20 maart 2016 zijn er 1 380 personen naar Turkije teruggestuurd op grond van de verklaring EU-Turkije en 589 personen op grond van het bilaterale protocol tussen Griekenland en Turkije.

(23)

     Tot op heden hebben 15 EU-lidstaten Syrische vluchtelingen uit Turkije hervestigd: België, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta (eerste hervestigingsoperatie in het kader van de verklaring EU-Turkije), Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Zweden. Voorts heeft Noorwegen sinds 4 april 2016 al 814 Syriërs vanuit Turkije hervestigd. Kroatië heeft in oktober een eerste verificatiemissie in Turkije uitgevoerd en zal naar verwachting in de komende weken met hervestiging starten.

(24)

     In december 2017 zullen twee belangrijke contracten worden getekend voor de uitbreiding van het sociale vangnet voor noodgevallen en het project inzake voorwaardelijke overdracht van fondsen voor onderwijs.

(25)

     Conclusies van de Europese Raad van 19.10.2017, EUCO 14/17, document CO EUR 17, CONCL 5.

(26)

     Meest recentelijk via een operationele workshop in november over het verbeteren van de doeltreffendheid van de terugkeer.

(27)

     SEC(2017) 339 van 4.7.2017.

(28)

     Italië heeft voor zijn nationale programma’s in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid voor 2014-2020 in totaal 634 miljoen EUR ontvangen. De Europese Commissie heeft Italië sinds 2014 al 149,1 miljoen EUR aan noodhulp verstrekt.

(29)

     Zie blz. 4 voor meer informatie over beste praktijken voor hotspots.

(30)

     In het kader van de operatie Sophia is eind januari 2017 in Griekenland en Malta een tweede opleidingspakket aan land van start gegaan, waarbij nog eens 40 personen zijn opgeleid.

(31)

     Tegelijkertijd is met operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid gezorgd voor verdere capaciteitsopbouw in partnerlanden. De EU-missie voor bijstandsverlening in Libië ondersteunt de ontwikkeling van een nieuwe strategie voor geïntegreerd grensbeheer.

(32)

     Conclusies van de Raad over Libië, 17.7.2017 (doc. 11155/17).

(33)

     In het kader van de gezamenlijke operatie langs de westelijke Middellandse Zeeroute worden momenteel drie activa ingezet.

(34)

     Sevilla (Spanje), 16 oktober 2017.

(35)

     Evenzo wordt in Sudan een programma voor beter migratiebeheer uitgevoerd, waarbij het nationale en regionale beleid aan elkaar worden gekoppeld. Dit heeft al geleid tot de instelling van gespecialiseerde instanties voor de vervolging van mensenhandel.

(36)

     Aankondiging van de HV/VV op de ministeriële vergadering van de EU en de Sahel G5 op 5 juni 2017 in Bamako.

(37)

     De missie neemt ook deel aan een platform voor de uitwisseling van informatie over irreguliere migratie, samen met de Europese migratieverbindingsfunctionaris, de verbindingsfunctionaris van het Europees Grens- en kustwachtagentschap en de Internationale Organisatie voor Migratie.

(38)

     In het kader van operationeel actieplan 2018 van EMPACT (Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging) inzake het tegengaan van de facilitering van irreguliere migratie.

(39)

     De eerste consulaire EU/Schengen-workshop over het bestrijden van visumfraude is gepland voor 30 november - 1 december en zal plaatsvinden in Moskou.

(40)

     De tweede formele bijeenkomst van het samenwerkingsplatform van Pakistan en de EU inzake migrantensmokkel zal in Islamabad plaatsvinden op 23 november.

(41)

     Besluit van de Commissie C(2015) 7293 final; het noodtrustfonds van de Europese Unie voor stabiliteit en de aanpak van de diepere oorzaken van irreguliere migratie en ontheemding in Afrika (het EU-trustfonds voor Afrika).

(42)

     Onder meer Estland, Oostenrijk, Tsjechië en Italië hebben recentelijk extra bijdragen geleverd. Kroatië, Letland en Italië hebben bijdragecertificaten verzonden en Bulgarije en andere donors bereiden hun formele toezeggingen voor.

(43)

De EU zet zich ook actief in om de humanitaire behoeften van de Rohingya en hun gastgemeenschappen in Bangladesh en Myanmar aan te pakken. Op de internationale donorconferentie in Genève op 23 oktober 2017 heeft de EU 30 miljoen EUR extra toegezegd, wat de totale steun voor deze crisis in 2017 op 51 miljoen EUR brengt. De humanitaire hulp betreft met name voedsel, ziektebestrijding, het voorkomen van seksueel en gendergerelateerd geweld en het aanbieden van noodonderwijs.

(44)

     Duurzame energie en duurzame connectiviteit; financiering van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen; duurzame landbouw, ondernemers op het platteland en de agro-industrie; duurzame steden; digitalisering met het oog op duurzame ontwikkeling.

(45)

     Ook op 28 september is de eerste vergadering van de strategische raad van het EFDO gehouden. Op 7 november heeft voorts de gezamenlijke vergadering van de operationele raden voor de twee geografische platforms (nabuurschap en Afrika) plaatsgevonden, waarbij de vijf actiedomeinen in detail zijn besproken.

(46)

     Mededeling over een doeltreffender terugkeerbeleid in de Europese Unie – Een vernieuwd actieplan, COM(2017) 200 final van 2.3.2017.    

(47)

     Meest recentelijk via de ondersteuning van een workshop die op 6 november in Italië is georganiseerd over het bevorderen van de doeltreffendheid van het terugkeerbeleid.

(48)

     Verslagperiode 01/01/2017-15/10/2017.

(49)

     Bij 153 operaties betrof het andere landen dan de landen van de Westelijke Balkan.

(50)

     Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(51)

     De cijfers hebben betrekking op gezamenlijke terugkeeroperaties, nationale terugkeeroperaties en terugkeeroperaties waarbij personen zijn opgehaald.

(52)

     COM(2017) 465 final van 6.9.2017.

(53)

     Conclusies van de Raad betreffende het hervestigen middels multilaterale en nationale regelingen van 20 000 personen die duidelijk internationale bescherming behoeven, van 20.7.2015, document 11130/15.

(54)

     België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Spanje, Finland, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

(55)

     Aanbeveling van de Commissie van 27 september 2017 inzake de versterking van legale migratiemogelijkheden voor personen die internationale bescherming nodig hebben; C(2017) 6504.

(56)

     Op 29 november 2017 staat een vergadering gepland van de geïnteresseerde lidstaten en de Commissie.

(57)

     COM(2017) 467 final van 6.9.2017.

(58)

     De specifieke acties vormen een aanvullende financieringsregeling in het kader van het Fonds voor interne veiligheid. De betrokken middelen zijn bedoeld voor de medefinanciering van uitrusting die door de lidstaten wordt aangeschaft en in de pool van technische uitrusting van het agentschap moeten worden geregistreerd, om op verzoek van het agentschap te worden ingezet aan de buitengrenzen, met name in geval van snelle grensinterventies.

(59)

     Voor Bulgarije, Griekenland, Italië en Kroatië zal dit tegen eind november gebeuren, en voor Frankrijk en Spanje in december.

(60)

     Zie artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht van 14 september 2016 (PB L 251/1 van 16.9.2016). Verbindingsfunctionarissen zullen voornamelijk voor clusters van lidstaten worden ingezet.

(61)

Zie artikel 4 van de verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht.