Bijlagen bij COM(2014)537 - Jaarverslag over het beleid van de EU inzake humanitaire hulp en civiele bescherming en de uitvoering daarvan in 2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Agreements for Indirect Management).

Tot de belangrijkste activiteiten behoorden de ontwikkeling van duidelijke richtsnoeren inzake thematische en algemene onderwerpen zoals weerbaarheid, rampenrisicovermindering, water, sanitaire voorzieningen en hygiëne, genderkwesties, voedsel en andere onderwerpen, alsmede gerichte verspreiding, opleiding en monitoring van de uitvoering van projecten. Deze activiteiten helpen om te waarborgen dat op efficiënte en doeltreffende wijze in de behoeften van de meest kwetsbare door een crisis getroffen bevolkingsgroepen wordt voorzien. Ook werden concrete stappen gezet om de uitvoering van de mededeling van de Commissie over weerbaarheid en het verband tussen humanitaire en ontwikkelingsacties te sturen en te ondersteunen.

Er werd in 2013 overeenstemming bereikt over herziene wetgeving inzake civiele bescherming. Dit zal de planning van Europese rampenbestrijdingsoperaties verder verbeteren en zorgen voor meer doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van de rampenbeheersing in de komende jaren. De nieuwe wetgeving maakt de oprichting mogelijk van een vrijwillige pool van middelen (teams, uitrusting) van de lidstaten die beschikbaar zijn om onmiddellijk te worden ingezet als onderdeel van een gemeenschappelijke Europese interventie. De herziene wetgeving heeft tevens betrekking op preventie en paraatheid.

Eind 2013 werd een politiek akkoord bereikt over de verordening tot instelling van het EU Aid Volunteers. Het doel van dit initiatief voor humanitaire hulp is om bij te dragen aan de versterking van de capaciteit van de EU om door behoeften aangestuurde humanitaire hulp te verstrekken die gericht is op het redden van mensenlevens, het voorkómen van menselijk lijden en het verhogen van de weerbaarheid van kwetsbare of door rampen getroffen gemeenschappen, in het bijzonder door middel van rampenparaatheid, rampenrisicovermindering en door de versterking van het verband tussen hulp, wederopbouw en ontwikkeling.

In december 2013 publiceerden de hoge vertegenwoordiger en de Commissie de gezamenlijke mededeling "De alomvattende benadering van de EU ten opzichte van externe conflicten en crises", waarin een aantal stappen uiteen wordt gezet die de EU, als collectief, zou moeten nemen op het gebied van vroegtijdige waarschuwing en paraatheid, conflictpreventie, crisisrespons en -beheersing voor vroegtijdig herstel, stabilisatie en vredesopbouw. Hoewel de diensten van de Commissie, met inbegrip van ECHO, in deze context in nauw overleg staan met de EDEO, wordt de specifieke aard van humanitaire hulp (waaraan humanitaire beginselen en de behoeften van de getroffen bevolking ten grondslag liggen) volledig erkend.

Een versterking van de coherentie en de coördinatie tussen de EU en haar lidstaten bij een reactie op een ramp of een langdurige crisis is cruciaal voor de verbetering van de doeltreffendheid van de totale bijdrage van de EU aan de hulpverlening. Sinds 2009 komt de coördinatie met de EU-lidstaten hoofdzakelijk tot stand in de werkgroep humanitaire hulp en voedselhulp van de Raad (COHAFA), waaraan de Commissie deelneemt. Op strategisch niveau draagt de COHAFA aanzienlijk bij aan de samenhang en de complementariteit van de door de Commissie en de lidstaten opgezette activiteiten op het vlak van humanitaire hulpverlening. Zoals in vorige jaren vond in 2013 de jaarlijkse gedachtewisseling plaats over het beleid en de strategieën en de door de Commissie verstrekte informatie en analyse. De Commissie heeft in 2013 ook haar inspanningen opgevoerd op het vlak van de follow-up en de bijdrage aan de werkzaamheden van de commissies van het Europees Parlement. Bij het Europees Parlement werd verslag uitgebracht over zowel beleidsinitiatieven en -prioriteiten als de reactie van de Commissie op specifieke crisissituaties.

In december 2012 heeft de Commissie een openbare raadpleging gehouden om de standpunten van de betrokken partijen in te winnen over de problemen, doelstellingen en mogelijkheden voor het versterken van de doeltreffendheid en de impact van de humanitaire hulpverlening van de EU. Hierbij heeft zij rekening gehouden met de veranderende mondiale context aan het begin van de 21e eeuw. De raadpleging getiteld "De humanitaire hulp van de Unie: geschikt voor het beoogde doel?" werd in maart 2013 gesloten met 55 antwoorden, die meer dan honderd betrokken partijen vertegenwoordigden. Als follow-up werd in juni 2013 een conferentie voor betrokken partijen gehouden, waarbij bijna honderd deelnemers bijeenkwamen. De bedoeling is dat de resultaten van de raadpleging als input zullen dienen voor de respectieve beleidsgebieden zoals weerbaarheid, innovatie en civiele bescherming.

Internationale samenwerking is van cruciaal belang in een wereld van humanitaire hulpverlening die met steeds meer problemen wordt geconfronteerd. Gedurende het hele jaar 2013 is de EU zich uit blijven spreken op multilaterale fora. Door een leidende rol op zich te nemen binnen de Transformatieve agenda streeft de EU ernaar de collectieve humanitaire respons te verbeteren via verbeterde mondiale coördinatie, leiderschap en verantwoordingsplicht. Onder het motto "Acting together for those in need" heeft de EU via de Commissie opgetreden als voorzitter van de "OCHA Donor Support Group" (ODSG), die in juli 2013 van start is gegaan (het mandaat duurt tot juli 2014). De ODSG is een belangrijk mechanisme voor donoren van humanitaire hulp om overleg te plegen over de activiteiten van het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) van de Verenigde Naties.

De uitvoering van het humanitaire voedselhulpbeleid werd ook voortgezet. Het streven van de EU om doeltreffende humanitaire voedselhulp tot stand te brengen blijkt uit haar werk ten behoeve van het Voedselhulpverdrag. De EU heeft als doel een leidende rol op zich te nemen in de uitvoering van het Voedselhulpverdrag en daarbij de centrale rol die zij had in de onderhandelingen over het verdrag te consolideren. Het Voedselhulpverdrag is beleidsmatig gezien verschoven van directe naar indirecte voedselhulp en geeft de voorkeur aan hulpverlening in de vorm van contant geld, indien passend, en gebruikt het verdrag als een platform om de beleidsagenda verder te ontwikkelen en innovatieve ideeën en benaderingen op internationale fora onder de aandacht te brengen.

Voorts bleef de Commissie zich inzetten voor de ondersteuning van de ontwikkeling en versterking van de collectieve mondiale humanitaire paraatheid en responscapaciteit. In 2013 is 21 miljoen EUR vrijgemaakt voor programma's op het vlak van de verbetering van de humanitaire responscapaciteit, waardoor 18 nieuwe projecten voor capaciteitsopbouw maximaal twee jaar gesteund kunnen worden. Deze programma's werden opgezet in samenwerking met VN-agentschappen, ngo's en de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maan-verenigingen. De programma's zijn toegespitst op:

· Verbetering van de mondiale humanitaire architectuur: de nadruk werd gelegd op de versterking van het systeem voor humanitaire respons, bijvoorbeeld door synergieën tussen partners en bundeling van middelen en instrumenten (zoals snelleresponsteams) aan te moedigen ter ondersteuning van geïntegreerde, door clusters aangestuurde bemiddelingsfuncties.

· Voedselhulp en voeding: initiatieven steunen die de uitvoering van het EU-beleid voor humanitaire voedselhulp bevorderen en de coördinatie in dit verband.

              Conclusie

In 2013 heeft de Commissie doeltreffend gereageerd op de almaar toenemende mondiale behoefte aan noodmaatregelen en noodhulp, waarbij meer dan 120 miljoen mensen werden bereikt. De EU handhaafde het hoge niveau van de in 2012 verleende bijstand (ruim 1,3 miljard EUR[22]) en intervenieerde bij alle belangrijke noodsituaties (Syrië, Centraal-Afrikaanse Republiek, Filipijnen, Sahel, enz.) en verstevigde haar rol als wereldwijd leidende donor van humanitaire hulp.

Het aantal rampen blijft wereldwijd toenemen en deze ontwikkeling zal zich met de klimaatverandering voortzetten. Dit vraagt om humanitaire actie van een nog grotere doeltreffendheid. Tegen de achtergrond van de economische crisis zijn nog meer inspanningen geleverd om elke euro zo doeltreffend mogelijk te besteden. Dit betekent niet alleen dat ernaar gestreefd wordt dat de juiste hulp tijdig degenen bereikt die het meest behoefte eraan hebben, maar ook dat gezocht wordt naar een werkwijze waarmee meer kan worden bereikt met minder middelen. In 2013 werd veel belang gehecht aan een sneller en efficiënter optreden en het verminderen van het aantal overlappingen in de processen en acties.

Belangrijke vooruitgang is geboekt op het gebied van civielebeschermingsacties, met inbegrip van de opening van het Europees coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) en de aanneming van de nieuwe EU-wetgeving inzake civiele bescherming, waardoor de samenwerking tussen lidstaten bij de respons in noodsituaties in grote mate versterkt wordt. De noodsituatie op de Filipijnen was in het bijzonder een voorbeeld van de geslaagde combinatie van humanitaire hulp- en civielebeschermingsoperaties, en van de nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten. In de onmiddellijke nasleep van de ramp reageerden alle lidstaten positief op de verzoeken om bijstand, die door het ERCC werden gecoördineerd en aangevuld door de prompte humanitaire en andere hulp die door de EU werd verstrekt.

Algemene informatie over ECHO is beschikbaar op de volgende website:

http://ec.europa.eu/echo/index_en.htm

Financiële gegevens over het optreden van de Commissie in 2013 met betrekking tot humanitaire hulp en civiele bescherming zijn te vinden op:

http://ec.europa.eu/echo/funding/key_figures/echo_en.htm

Operationele informatie van voorgaande jaren is te vinden op:

http://ec.europa.eu/echo/about/annual_reports_en.htm

[1]           Volgens de meest recente (2013) beschikbare gegevens (Global Humanitarian Assistance: http://www.globalhumanitarianassistance.org).

[2]           1 326 miljoen EUR voor humanitaire hulp en 27 miljoen EUR voor civiele bescherming (20 miljoen EUR binnen de EU, 7 miljoen EUR buiten de EU).

[3]           Van wie 106 miljoen mensen werden geholpen met humanitaire hulp en voedselhulp en 18 miljoen via programma's voor rampenparaatheid.

[4]        Verordening (EU) nr. 375/2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening ("EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp") is op 3 april 2014 aangenomen. Ongeveer 18 000 mensen zullen in de periode 2014-2020 aan het initiatief deelnemen, via de inzet van EU-burgers als vrijwilligers, de opleiding van mensen die afkomstig zijn uit door rampen getroffen derde landen, evenals mogelijkheden om online vrijwilligerswerk te doen. Meer informatie: http://ec.europa.eu/echo/en/what/humanitarian-aid/eu-aid-volunteers.

[5]           In 2013 namen aan het EU-mechanisme voor civiele bescherming (EUCPM) 32 landen deel (28 EU-lidstaten plus de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen), die samenwerken op het gebied van civiele bescherming. Het mechanisme is in het leven geroepen ter ondersteuning van de inspanningen van deze landen op het gebied van de preventie van, voorbereiding op en respons op door de natuur of de mens veroorzaakte rampen binnen en buiten de EU. De bijstand kan de vorm aannemen van steun in natura, uitrusting en teams, of kan betrekking hebben op het sturen van deskundigen om de behoeften te evalueren. Bijstand wordt gefinancierd met overheidsmiddelen. Indien aan derde landen bijstand moet worden verleend, gaat deze meestal gepaard met humanitaire hulp. De operationele kern van het EUCPM is het Europees coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC), dat 24 uur per dag, zeven dagen per week bereikbaar is. Een land binnen of buiten de EU dat wordt getroffen door een ramp en dat is overweldigd door de omvang van deze ramp, kan om bijstand verzoeken via het ERCC.

[6]           www.cred.be.

[7]           www.unisdr.org.

[8]           Volgens dezelfde bronnen waren er in 2012 310 natuurrampen van uiteenlopende omvang.

[9]           Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp.

[10]         Deze consensus is een gezamenlijke verklaring van de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement waarin een gemeenschappelijke visie uiteen wordt gezet ter verbetering van de samenhang, doeltreffendheid en kwaliteit van de humanitaire respons van de EU.

[11]        Artikel 214, lid 6, VWEU.

[12]        AGIR - Sahel: Wereldwijde Alliantie voor het weerbaarheidsinitiatief in de Sahel.

[13]          DIPECHO (Disaster Preparedness ECHO) is een specifiek programma voor rampenparaatheid. Het is toegespitst op zeer kwetsbare gemeenschappen in enkele van de meest rampgevoelige regio's ter wereld.

[14]         De Commissie heeft multisectorale humanitaire hulp verstrekt aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in buurlanden alsmede aan getroffen bevolkingsgroepen in Syrië, waarbij huisvesting/non-foodproducten, voedsel, water en sanitaire voorzieningen, medische hulp en bescherming de belangrijkste sectoren waren.

[15]         ENPI – Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument; DCI – financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking; IFS – stabiliteitsinstrument; IPA – instrument voor pretoetredingssteun.

[16]         Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede.

[17]          Koppeling van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling (LRRD, Linking Relief, Rehabilitation and Development).

[18]         Dit is een vereenvoudigde opsplitsing, waarbij projecten aan één werkterrein worden toegewezen. In de praktijk hebben de meeste projecten betrekking op meer dan één werkterrein. Het cijfer voor rampenparaatheid (5,49 %) heeft bijvoorbeeld betrekking op door de EU gefinancierde projecten die in de eerste plaats gericht zijn op rampenparaatheid. Indien rekening wordt gehouden met alle contracten waarbij rampenparaatheid een belangrijk onderdeel is, maar die evenwel niet primair hierop zijn toegespitst, komt het aandeel voor dit werkterrein in totaal neer op 15 %.

[19]          SHARE - Supporting Horn of African Resilience.

[20]          Voor civiele bescherming zijn de in de tabel vermelde cijfers niet uitgesplitst per land/regio.

[21]          Eén operatie wordt rechtstreeks uitgevoerd, namelijk het Flight-programma van ECHO in de Democratische Republiek Congo en Kenia voor het verstrekken van logistieke steun in een regio die te kampen heeft met toegangsproblemen.

[22]          Alleen Commissie, bijdragen van EU-lidstaten niet inbegrepen.