Bijlagen bij COM(2010)515 - Toevoegsel bij voorstel COM (2010) 459 voor een VERORDENING (EU) NR. …/2010 VAN DE RAAD betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage VI bij die verordening zou worden opgenomen.

3. De lijst van elementaire uitrusting en technologie voor de aardolie- en aardgasindustrie als bedoeld in artikel 8 moet alle uitrusting, materialen, programmatuur en technologieën omvatten die essentieel en onmisbaar zijn voor de exploratie, productie, raffinage en vloeibaarmaking in de aardolie- en aardgasindustrie in Iran. In de lijst moeten technische parameters worden vastgesteld om de reikwijdte van de controle te verduidelijken en overlapping met de lijsten in de bijlagen I, II en IV te vermijden.

4. De Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid stellen voor om de lijst van elementaire uitrusting en technologie in dit voorstel op te nemen als bijlage VI bij het voorstel voor de verordening.

2010/0240 (NLE)

Toevoegsel bij voorstel COM (2010) 459 voor een

VERORDENING (EU) NR. …/2010 VAN DE RAAD

betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2007

BIJLAGE VI

Lijst van de in artikel 8 bedoelde elementaire uitrusting en technologie

Algemene opmerkingen

1. De doelstelling van het verbod op de in deze bijlage vermelde goederen mag niet worden omzeild door de uitvoer van toegestane goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer verboden onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.

N.B.: Of de verboden onderdelen als voornaamste element moeten worden aangemerkt, dient te worden beoordeeld aan de hand van factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan de verboden onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kunnen worden aangemerkt.

2. Met "goederen" worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld.

Algemene technologieopmerking (ATO)

1. 'Technologie' die 'noodzakelijk' is voor de 'ontwikkeling', de 'productie' of het 'gebruik' van verboden goederen is ook verboden als deze technologie wordt toegepast op toegestane goederen.

3. Het verbod geldt niet voor de minimaal noodzakelijke 'technologie' voor installatie, bediening, onderhoud (controle) en reparatie van goederen die niet verboden zijn of waarvan de uitvoer op grond van Verordening (EG) nr. 423/2007 of onderhavige verordening is toegestaan.

4. Het verbod op de overdracht van 'technologie' is niet van toepassing op informatie die 'voor iedereen beschikbaar' is, op 'fundamenteel wetenschappelijk onderzoek' en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.

EXPLORATIE EN PRODUCTIE VAN RUWE AARDOLIE EN AARDGAS

1.A Uitrusting

1. Uitrusting voor geologische bestandsopnamen, voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen speciaal aangepast om gegevens voor de exploratie van aardolie en aardgas te vergaren, tezamen met de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

2. Sensoren die speciaal zijn ontworpen voor gebruik in boorputten van aardolie en aardgas, met inbegrip van sensoren voor het meten tijdens het boren, alsook de daarbij horende uitrusting die speciaal is ontworpen om gegevens van dergelijke sensoren te vergaren en op te slaan.

3. Booruitrusting ontworpen voor het boren in rotsformaties voor de exploratie of de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke koolwaterstofmaterialen.

4. Boorijzers, boorpijpen, boorkragen, centreeruitrusting, boorbehuizing, en andere uitrusting die speciaal is ontworpen voor gebruik in boorputten van aardolie en aardgas.

5. Boorputkoppen, veiligheidsafsluiters en kerstboom- of productiekleppen, alsook speciaal ontworpen onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de API- en ISO-specificaties voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.

Technische opmerkingen:

a. Een veiligheids- of eruptieafsluiter wordt tijdens het boorproces gewoonlijk op grondniveau gebruikt (of bij onderwaterboren, op de zeebodem) om ongecontroleerd ontsnappen van olie en/of gas uit de bron te voorkomen.

b. Een kerstboomklep of productieklep wordt gewoonlijk gebruikt om de uitstroom van vloeistoffen uit het gemaakte boorgat te controleren wanneer de olie- en/of gasproductie is gestart.

c. 'API- en ISO-specificaties' verwijzen naar de specificaties 6A, 16A, 17D en 11IW van het American Petroleum Institute en/of de specificaties 10423 en 13533 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor veiligheidsafsluiters, boorputkoppen en kerstboomkleppen voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.

6. Boor- en productieplatforms voor ruwe aardolie en aardgas

7. Vaartuigen en schepen voorzien van boor- en/of aardolieverwerkingsuitrusting die worden gebruikt voor de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke ontvlambare materialen.

8. Ondergrondse veiligheidskleppen die beantwoorden aan de API- en ISO-specificaties en speciaal zijn ontworpen voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.

Technische opmerking:

'API- en ISO-specificaties' verwijzen naar de specificatie 14A van het American Petroleum Institute en/of de specificatie 10432 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor ondergrondse veiligheidskleppen voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.

9. Vloeistof/gasafscheiders (overeenkomstig API-specificatie 12J), speciaal ontworpen voor de productie uit een aardolie- of aardgasbron, om de vloeibare olie te scheiden van water, en gas te scheiden van vloeistoffen.

10. Pijplijnkleppen overeenkomstig API- en ISO-specificaties voor gebruik in pijplijntransportsystemen in de aardolie- en aardgasindustrie.

Technische opmerking:

'API- en ISO-specificaties' verwijzen naar de specificaties 6D en 6DSS van het American Petroleum Institute en/of de specificaties 14313 en 14723 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor pijplijnkleppen.

11. Pompen en gascompressoren speciaal ontworpen voor gebruik bij de eerste verwerking en het transport van ruwe aardolie en aardgas, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

1.B Test- en inspectie-uitrusting

1. Uitrusting speciaal ontworpen voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van boorsuspensie, oliebroncement en andere materialen speciaal ontworpen en/of bereid voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.

2. Uitrusting speciaal ontworpen voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van steenmonsters, vloeistof- en gasmonsters en andere materialen afkomstig uit een aardolie- en/of aardgasbron hetzij tijdens of na het boren, hetzij van de daarmee verbonden installaties voor eerste verwerking.

3. Uitrusting speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van informatie over de fysische en mechanische toestand van een aardolie- en/of aardgasbron, alsook voor de bepaling van de lokale eigenschappen van de rotsformatie en het reservoir.

1.C Materialen

1. Boorsuspensie, additieven daarbij en componenten daarvan, speciaal bereid voor de stabilisatie van aardolie- en aardgasbronnen tijdens het boren, terugwinning van boorsel aan de oppervlakte, en het smeren en koelen van de booruitrusting in de bron.

2. Cement en andere materialen overeenkomstig de API- en ISO-specificaties voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.

Technische opmerking:

'API- en ISO-specificaties' verwijzen naar de specificatie 10A van het American Petroleum Institute of naar de specificatie 10426 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor oliebroncement en andere materialen die speciaal zijn bereid voor gebruik bij het cementeren van aardolie- en aardgasbronnen.

3. Corrosiewering, emulsiebehandeling, antischuimagentia, en andere chemicaliën die speciaal zijn bereid voor gebruik bij het boren naar en de eerste verwerking van aardolie uit aardolie- en/of aardgasbronnen.

1.D Programmatuur

1. Programmatuur speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van gegevens van seismische, elektromagnetische, magnetische of gravimetrische bestandsopnamen met het oog op prospectie van aardolie- en aardgasbronnen.

2. Programmatuur speciaal ontworpen voor het opslaan, analyseren en interpreteren van informatie die is verkregen door het boren en de productie met het oog op evaluatie van de fysische karakteristieken en het gedrag van aardolie- en aardgasvoorraden.

3. Programmatuur speciaal ontworpen voor het gebruik van aardolieproductie- en verwerkingsinstallaties of specifieke ondereenheden van dergelijke installaties.

1.E Technologie

1. Essentiële technologie die is vereist voor de exploratie en het testen, de productie, de eerste verwerking en het transport van natuurlijke aardolie en aardgas.

RAFFINAGE EN VLOEIBAARMAKING

2.A Uitrusting

1. Warmtewisselaars, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

a. Lamellen van warmtewisselaars met een oppervlakte/volume-ratio groter dan 500m²/m³, speciaal ontworpen voor de voorkoeling van aardgas.

b. Spiraalwarmtewisselaars, speciaal ontworpen voor de vloeibaarmaking of voorkoeling van aardgas.

2. Cryogene pompen voor het transport van media op een temperatuur van -120°C en met een transportcapaciteit van meer dan 500 m³/uur en speciaal hiervoor ontworpen onderdelen.

3. "Coldbox" en "coldbox"-uitrusting niet gespecificeerd in 2.A1.

Technische opmerking:

"Coldbox"-uitrusting verwijst naar een speciaal ontworpen constructie, die specifiek is voor LNG-installaties en het proces van vloeibaarmaking omvat. De "coldbox" omvat warmtewisselaars, pijpleidingen, andere instrumenten en thermische isolatoren. De temperatuur binnen de "coldbox" is ongeveer -120°C (nodig voor de condensatie van aardgas). De functie van de "coldbox" is de thermische isolatie van de hierboven beschreven uitrusting.

4. Uitrusting voor transportterminals van vloeibaar gas met een temperatuur beneden -120°C en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

5. Flexibele en niet-flexibele verbindingsbuizen met een diameter groter dan 50 mm voor het transport van media op een temperatuur -120°C.

6. Zeeschepen speciaal ontworpen voor het transport van LNG.

7. Verkooksers en raffinaderijeenheden voor C5-C6-isomerisatie, en raffinaderijeenheden voor het alkyleren van lichte olefinen, ter verbetering van de octaanindex van koolwaterstoffracties.

8. Elektrostatische ontzilters, speciaal ontworpen voor de verwijdering van contaminanten zoals zout, vaste stoffen en water uit ruwe aardolie, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

9. Alle kraakinstallaties, met inbegrip van hydrokraakinstallaties, speciaal ontworpen voor de omzetting van vacuüm gasoliën, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

10. Waterstof-ontzwavelaars, speciaal ontworpen voor het ontzwavelen van benzine en kerosine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

11. Katalytische reformatoren, speciaal ontworpen voor de omzetting van ontzwavelde benzine naar superbenzine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

Technische opmerking:

Katalytisch reformeren omvat niet alleen platforming maar ook isomerisatie.

12. Pompen, speciaal ontworpen voor het transport van ruwe aardolie en afgeleide producten, met een capaciteit van 50 m³/uur of meer, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

13. Buizen met een buitendiameter van 0,2 mm of meer en gemaakt uit een van de volgende materialen:

a. Roestvrij staal met 23 of meer gewichtspercenten chroom;

b. Roestvrij staal met een minimale elasticiteitsgrens van 210 N/mm² of meer;

c. Roestvrij staal en nikkellegeringen met een PREN-waarde (weerstand tegen putcorrosie) die hoger is dan 33.

Technische opmerkingen:

1) De "elasticiteitsgrens" is een mechanische druk waardoor een bepaald materiaal begint plastisch te vervormen.

2) De PREN-waarde (PREN - pitting resistance equivalent number) geeft de weerstand aan van roestvrij staal en nikkellegeringen tegen put- of spleetcorrosie. De PREN-waarde van roestvrij staal en nikkellegeringen wordt voornamelijk bepaald door hun samenstelling, voornamelijk: chroom, molybdeen en stikstof. De formule voor de berekening van de PREN is: PRE = Cr + 3,3% Mo + 30% N

14. Schrapers en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor.

Technische opmerking:

Schrapers worden gewoonlijk gebruikt voor de inwendige schoonmaak of inspectie van een pijplijn (corrosietoestand of barsten) en worden voortgestuwd door de druk van het product in de pijplijn.

15. Lanceer- en opvanginstallaties voor schrapers voor de integratie of wegname van schrapers.

16. Tanks voor de opslag van ruwe aardolie en afgeleide producten met een volume dat groter is dan 1000 m³ (1 000 000 liter), als volgt, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:

a. tank met vast dak

b. tank met drijvend dak

17. Flexibele onderwaterpijpen, speciaal ontworpen voor het transport van koolwaterstoffen en injectievloeistoffen, water of gas, met een diameter van meer dan 50 mm.

18. Flexibele pijpen gebruikt voor hogedruktoepassing aan de oppervlakte of onder water.

19. Isomerisatie-uitrusting, speciaal ontworpen voor de productie van superbenzine op basis van toevoer van lichte koolwaterstoffen.

2.B Materialen

1. Monoëthyleenglycol (CAS-nr.: 107-21-1)

2. N-Methylpyrrolidon (CAS-nr.: 872-50-4)

3. Zeolieten, van natuurlijke of synthetische oorsprong, speciaal ontworpen voor wervelbedkrakers.

4. Katalysatoren voor het kraken en de omzetting van koolwaterstoffen, als volgt:

a. Enkelvoudig metaal (platinagroep) op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch reformeren;

b. Gemengd metaal (platinagroep gecombineerd met andere edelmetalen) op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch reformeren;

c. Kobalt- en nikkelkatalysatoren met toegevoegd molybdeen op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch ontzwavelen;

d. Palladium-, nikkel-, chroom- en wolfraamkatalysatoren op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch hydrokraken.

5. Benzineadditieven speciaal bereid voor een groter octaangehalte van de benzine.

Opmerking:

Hieronder zijn begrepen ethyl-tertiair-butylether (ETBE) en methyl-tertiair-butylether (MTBE).

2.C Test- en inspectiënuitrusting

1. Uitrusting speciaal ontworpen voor het testen en analyseren van de kwaliteit (eigenschappen) van ruwe aardolie en afgeleide producten.

2. Interface-controlesystemen speciaal ontworpen voor de controle en verbetering van het ontziltingsproces.

2.D Programmatuur

1. Programmatuur speciaal ontworpen voor het gebruik van LNG-installaties of specifieke ondereenheden van dergelijke installaties.

2. Programmatuur speciaal ontworpen voor ontwikkeling, productie of gebruik van installaties (inclusief ondereenheden ervan) voor olieraffinage.

2.E Technologie

1. Technologie voor de zuivering van ruw aardgas.

2. Technologie voor de vloeibaarmaking van aardgas, met inbegrip van technologie die is vereist voor ontwikkeling, productie of gebruik van een LNG-installatie.

3. Technologie voor het transport van vloeibaargemaakt aardgas.

4. Technologie die is vereist voor ontwikkeling, productie of gebruik van zeeschepen die speciaal zijn ontworpen voor het transport van vloeibaargemaakt aardgas.

5. Technologie die is vereist voor ontwikkeling, productie of gebruik van een raffinaderij.

6. Technologie voor de opslag van ruwe aardolie en afgeleide producten.

7. Technologie voor de omzetting van lichte olefinen naar benzine.

8. Platforming- en isomerisatietechnologie.

9. Technologie voor thermisch kraken.

10. Claus-technologie voor de ontzwaveling van aardgas.

___