Bijlagen bij COM(2013)23 - Vrijwillige regeling voor het ecologisch ontwerp van beeldverwerkingsapparatuur

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage VIII van de richtlijn ecologisch ontwerp.

2. Door de bedrijfssector voorgestelde vrijwillige regeling voor beeldverwerkings­apparatuur

Overeenkomstig artikel 16, lid 2, onder a), van de richtlijn ecologisch ontwerp stelt de Commissie uitvoeringsmaatregelen vast voor kantoorapparatuur en productgroepen in de sector consumentenelektronica die een grote bijdrage kunnen leveren tot de kosteneffectieve beperking van broeikasgasemissies.

De Commissie heeft de aanzet gegeven tot voorbereidende studies voor kantoorapparatuur en productgroepen in de sector consumentenelektronica, inclusief beeldverwerkingsapparatuur.

De voorbereidende studie inzake beeldverwerkingsapparatuur[2] heeft bevestigd dat deze productgroep voldoet aan de criteria van artikel 15 van de richtlijn ecologisch ontwerp. Met name kent de productgroep significante omzet- en handelsvolumes, zijn er significante milieueffecten en is er een groot verbeteringspotentieel. Voor de desbetreffende apparatuur moet dus hetzij een uitvoerings- hetzij een zelfreguleringsmaatregel worden vastgesteld.

Ondernemingen die actief zijn op de markt van beeldverwerkingsapparatuur hebben een vrijwillige regeling voorgesteld voor de productgroep in de EU en hebben te dien einde een vrijwillige overeenkomst gesloten waarin specifieke eisen zijn neergelegd voor het ecologisch ontwerp van beeldverwerkingsapparatuur die in de EU in de handel wordt gebracht. Over deze vrijwillige regeling is op 16 februari 2011 overeenstemming bereikt.

Naar wordt geraamd zullen de verbintenissen van de partijen bij de vrijwillige overeenkomst resulteren in een energiebesparing in 2020 van 15 TWh, wat neerkomt op 4,1 Mt CO2-emissies, en tussen 2011 en 2020 van 130 TWh, wat neerkomt op 36 Mt CO2-emissies.

De Commissie heeft een volledige effectbeoordeling[3] uitgevoerd met betrekking tot de door de bedrijfstak voorgestelde vrijwillige regeling en heeft de betrokken partijen geraadpleegd via het bij artikel 18 van de richtlijn ecologisch ontwerp opgerichte Overlegforum inzake ecologisch ontwerp[4].

De conclusie van de effectbeoordeling was dat de voorgestelde vrijwillige regeling het mogelijk maakt de beleidsdoelstellingen op snellere en goedkopere wijze te bereiken dan via bindende voorschriften. Bovendien werd geconcludeerd dat de voorgestelde regeling, zoals vereist krachtens bijlage VIII bij de richtlijn ecologisch ontwerp, voldoet aan alle bepalingen van het Verdrag (met name de regels betreffende de interne markt en de mededinging), de internationale verplichtingen van de EU (inclusief de multilaterale handelsregels), de doelstellingen van de richtlijn ecologisch ontwerp en de gespecificeerde beoordelingscriteria, namelijk: (i) een open deelneming, (ii) toegevoegde waarde, (iii) representativiteit, (iv) gekwantificeerde en gefaseerde doelstellingen, (v) betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, (vi) monitoring en verslaglegging, (vii) kosteneffectiviteit van het beheer van het zelfreguleringsinitiatief, (viii) duurzaamheid en (ix) verenigbaarheid van stimulansen.

3. Elementen van de vrijwillige overeenkomst

In de door de bedrijfssector gesloten vrijwillige overeenkomst zijn specifieke eisen neergelegd inzake het ecologisch ontwerp van in de EU in de handel gebrachte beeldverwerkingsapparatuur. De producten die onder de overeenkomst vallen, zijn tevens het voorwerp van het op vrijwilligheid gebaseerde ENERGY STAR-etiketteringsprogramma waarin energie-etiketteringseisen voor diverse kantoorapparaten, waaronder ook beeldverwerkingsapparatuur, zijn vastgesteld. Zoals vereist bij de richtlijn inzake ecologisch ontwerp vormen de ondertekenaars van deze vrijwillige overeenkomst de grote meerderheid van de desbetreffende economische sector. Krachtens deze overeenkomst zorgt elke partij ervoor dat minimaal 90 % van alle modellen van de door haar in de handel gebrachte beeldverwerkingsapparatuur voldoet aan de minimumefficiëntie-eisen in termen van typisch energieverbruik (TEC) en operationele stand (OM). Voorts moeten alle printers standaard in staat zijn tot 'N-printing'[5] en moeten zij voldoen aan de eisen voor inktcassettes (in de zin dat het ontwerp geen hergebruik/recycling of gebruik van cassettes van andere producenten mag belemmeren). Alle nieuwe producten moeten ook voldoen aan de eisen voor recycling (d.w.z. gemakkelijke demontage plus markering van kunststoffen). Ten slotte hebben de fabrikanten zich ertoe verbonden te voldoen aan specifieke eisen inzake informatieverstrekking (bv. informatie betreffende hulpmiddelen‑ en energie-efficiëntie).

Afgezien van deze eisen inzake ecologisch ontwerp zijn bij de overeenkomst ook twee administratieve instanties opgericht:

· een stuurgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van de ondertekenende partijen bij de overeenkomst en van de Europese Commissie die de overeenkomst[6] beheert, en

· een onafhankelijke verificateur die de inachtneming van de in de overeenkomst neergelegde verbintenissen door de afzonderlijke ondertekenende partijen evalueert en de Commissie verslagen over de inachtneming[7] toezendt.

In de overeenkomst zijn ook rapporteringsverplichtingen neergelegd die inhouden dat elke partij bij de overeenkomst bepaalde informatie moet verstrekken aan de onafhankelijke verificateur; zoniet verliest de desbetreffende partij het statuut van ondertekenaar van de overeenkomst.

Voorts voorziet de overeenkomst in een procedure die het voor de stuurgroep mogelijk maakt de bepalingen van de overeenkomst te wijzigen en met name de stringentheid van de eisen aan te passen aan de situatie op de markt. Overeenkomstig deze procedure worden de in de vrijwillige overeenkomst neergelegde eisen herzien drie maanden na de publicatie van elke nieuwe versie van de eisen van het ENERGY STAR-programma voor beeldverwerkings­apparatuur. In het geval van beeldverwerkingsapparatuur is een flexibele aanpak bij de vaststelling van de relevante parameters en van de geldende eisen bijzonder belangrijk omdat de functionaliteit van die toestellen zich snel ontwikkelt.

Om alle betrokken partijen, met name potentiële ondertekenaars, tijdig te voorzien van correcte en geactualiseerde informatie over de voor beeldverwerkingsapparatuur geldende eisen, wordt de meest recente versie van de vrijwillige overeenkomst altijd samen met de effectbeoordeling en dit verslag gepubliceerd op de aan het beleid voor ecologisch ontwerp[8] en de aan deze vrijwillige regeling gewijde website[9] van de Commissie.

4. Aanvaarding van de vrijwillige regeling

Aangezien met de door de sector voor beeldverwerkingsapparatuur voorgestelde vrijwillige regeling de beleidsdoelstellingen sneller en goedkoper kunnen worden bereikt dan met bindende voorschriften en aangezien deze regeling voldoet aan alle in bijlage VIII bij de richtlijn ecologisch ontwerp opgenomen criteria erkent de Commissie dat voor in de EU in de handel gebrachte beeldverwerkingsapparatuur de door de sector uitgewerkte vrijwillige regeling voor ecologisch ontwerp geldt. De voorwaarden voor toepassing van deze vrijwillige regeling zijn uiteengezet in de door de industrie gesloten vrijwillige overeenkomst.

De Commissie beschouwt deze vrijwillige regeling als een deugdelijk alternatief voor een uitvoeringsmaatregel inzake ecologisch ontwerp. De Commissie zal bijgevolg geen bindende voorschriften voor het ecologisch ontwerp van in de EU in de handel gebrachte beeldverwerkingsapparatuur vaststellen zolang de vrijwillige regeling en eventuele overeenkomstig deze regeling vastgestelde nieuwe versies naar het oordeel van de Commissie voldoen aan de in de richtlijn ecologisch ontwerp omschreven doelstellingen en algemene beginselen.

In het bijzonder moet de vrijwillige overeenkomst gedurende de gehele toepassingsperiode daarvan blijven voldoen aan de in de richtlijn ecologisch ontwerp omschreven algemene beginselen, zoals: bijdragen tot de beleidsdoelstellingen van de richtlijn ecologisch ontwerp; openheid van deelname door alle ondernemingen die actief zijn op de markt van beeldverwerkingsapparatuur; dekking van het overgrote deel van de desbetreffende economische sector[10]; duidelijkheid en ondubbelzinnigheid van de in de overeenkomst vervatte voorwaarden; transparantie; goed ontwerp van het monitoringssysteem; geen onevenredige administratieve belasting. Voorts moeten alle specifieke eisen inzake ecologisch ontwerp voor op de EU-markt in de handel gebrachte beeldverwerkingsapparatuur, die zijn omschreven in de vrijwillige overeenkomst of in eventuele overeenkomstig deze regeling vastgestelde nieuwe versies, een toegevoegde waarde opleveren, meer bepaald een verbetering van de totale milieuprestaties van de onder de overeenkomst vallende producten.

Zoals vereist door de Commissie en de betrokken partijen[11] zijn de ondertekenaars van de vrijwillige overeenkomst verplicht:

(1) continu de voortgang bij de uitvoering van de regeling te evalueren;

(2) samen te werken met de Commissiediensten, de lidstaten en de betrokken partijen om permanent de milieuprestaties van beeldverwerkingsapparatuur te verbeteren, met name door continu de in de vrijwillige overeenkomst opgenomen streefcijfers voor het energieverbruik te verlagen en door, wanneer passend, andere relevante milieuaspecten op te nemen;

(3) samen te werken met de Commissiediensten, lidstaten en betrokken partijen om het rapporteringsmechanisme en de monitoringsregels te verbeteren;

(4) binnen de in de vrijwillige overeenkomst vastgestelde termijnen de gegevens te verstrekken op basis waarvan de Commissie en de betrokken partijen de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst kunnen monitoren, waarbij elke partij bij de overeenkomst zich ertoe verbindt informatie te verstrekken over alle modellen van beeldverwerkingsapparatuur die door haar in de EU in de handel worden gebracht, alsook over het energieverbruik en andere milieukenmerken waarop de vrijwillige overeenkomst betrekking heeft (zoals gemakkelijke recycling en informatievereisten) voor elk onder de vrijwillige overeenkomst vallend model; en

(5) zich in te spannen om de actieve betrokkenheid van potentiële ondertekenaars van de regeling te waarborgen.

5. Monitoring van de vrijwillige regeling

Zoals vereist bij punt 6 van bijlage VIII bij de richtlijn ecologisch ontwerp zal de Commissie, bijgestaan door het Overlegforum inzake ecologisch ontwerp en het in artikel 19, lid 1, van de richtlijn ecologisch ontwerp bedoelde comité, toezien op de toepassing van de vrijwillige regeling, in het bijzonder op de inachtneming van de algemene beginselen en geschiktheid van de in de vrijwillige overeenkomst en eventuele toekomstige versies gespecificeerde eisen qua ecologisch ontwerp.

De Commissie zal bijzondere aandacht besteden aan de in de richtlijn ecologisch ontwerp, de bestaande richtsnoeren van de Commissie en de overeenkomst zelf vervatte rapporteringsverplichtingen en monitoringsregels. Met name zal zij nagaan of de bepalingen van de overeenkomst en de toepassing daarvan door de ondertekenaars het voor haar en de betrokken partijen (inclusief de nationale autoriteiten) mogelijk maakt de doeltreffendheid van de overeenkomst en de wijze waarop de desbetreffende doelstellingen worden bereikt, te monitoren.

Wanneer de Commissie concludeert dat de doelstellingen en algemene beginselen van de richtlijn ecologisch ontwerp, zoals vertaald in de vrijwillige regeling, niet in acht worden genomen en/of dat de ondertekenaars van de vrijwillige overeenkomst niet continu de streefcijfers voor het energieverbruik verlagen, de eisen met betrekking tot niet met het energieverbruik verband houdende aspecten verbeteren als gespecificeerd in de vrijwillige overeenkomst, of, wanneer passend, in latere versies andere relevante milieuaspecten opnemen, zal zij eisen voor het ecologisch ontwerp van beeldverwerkingsapparatuur vaststellen via een bindende uitvoeringsmaatregel.

6. Conclusies

De door de bedrijfssector voorgestelde vrijwillige regeling voor het ecologisch ontwerp van beeldverwerkingsapparatuur voldoet aan alle bepalingen van het Verdrag, de internationale verbintenissen van de EU en de specifieke beoordelingscriteria en wordt dus als geldig overeenkomstig de richtlijn ecologisch ontwerp beschouwd.

Uit de evaluatie van de Commissie blijkt dat via deze vrijwillige regeling voor ecologisch ontwerp de beleidsdoelstellingen op een snellere en goedkopere wijze kunnen worden bereikt dan via bindende voorschriften.

De Commissie erkent dat in de EU in de handel gebrachte beeldverwerkingsapparatuur moet onderworpen worden aan de vrijwillige regeling voor ecologisch ontwerp. De voorwaarden van deze regeling zijn neergelegd in de door de bedrijfstak gesloten vrijwillige overeenkomst.

De Commissie is van mening dat deze vrijwillige regeling een deugdelijk alternatief is voor een uitvoeringsmaatregel inzake ecologisch ontwerp en zal bijgevolg, voorlopig, geen bindende voorschriften voor het ecologisch ontwerp van op de EU-markt in de handel gebrachte beeldverwerkingsapparatuur vaststellen.

De Commissie zal op permanente wijze toezien op de tenuitvoerlegging van deze vrijwillige regeling. Als bij dit toezicht blijkt dat niet wordt voldaan aan de doelstellingen en algemene beginselen van de richtlijn ecologisch ontwerp, zal de Commissie overwegen eisen voor het ecologisch ontwerp van beeldverwerkingsapparatuur vast te stellen via een bindende uitvoeringsmaatregel.

[1]               PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10.

[2]               Voorbereidende studie 'Lot 4 — Imaging equipment, copiers, faxes, printers, scanners, MFD', uitgevoerd door een consortium van zes ondernemingen, namelijk Fraunhofer IZM, Öko-Institut, Bio Intelligence Service, Deutsche Umwelthilfe, PE Europe en CODDE. In december 2007 en mei 2008 werden eindverslagen gepubliceerd. Documentatie is beschikbaar op de website van de studie http://www.ecoimaging.org/ .

[3]               Het effectbeoordelingscomité heeft op 21 september 2012 een positief standpunt ingenomen over de effectbeoordeling.

[4]               De vrijwillige regeling voor beeldverwerkingsapparatuur is twee keer besproken op het Overlegforum inzake ecologisch ontwerp, nl. op de vergaderingen van 12 oktober 2009 en 9 oktober 2012.

[5]               Capaciteit om verscheidene pagina's van een document op één vel papier af te drukken met gebruikmaking van de oorspronkelijke officiële software van de fabrikant.

[6]               Vertegenwoordigers van de EU-lidstaten, EVA/EER-landen en ngo's hebben het statuut van waarnemer.

[7]               Verslagen over de tenuitvoerlegging zijn beschikbaar gemaakt voor en besproken met de betrokken partijen.

[8]               http://ec.europa.eu/energy/efficiency/labelling/agreements_en.htm.

[9]               www.eurovaprint.eu

[10]             Minimaal 70% van de in de handel gebrachte producten.

[11]             Vergadering van het Overlegformum inzake ecologisch ontwerp op 9 oktober 2012.