Bijlagen bij COM(2011)706 - Actieprogramma voor belastingen en douane in de EU voor de periode 2014-2020 (FISCUS)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

I. Operationele doelstellingen van het programma

De operationele doelstellingen voor de tenuitvoerlegging van en het toezicht op een of meer van de in artikel 5 genoemde specifieke doelstellingen zijn de volgende:

1. het opzetten van acties ter versterking van een gemeenschappelijke interpretatie en tenuitvoerlegging van EU-wetgeving op het gebied van belastingen en douane;

2. het ondersteunen en faciliteren van gezamenlijke operationele activiteiten op het gebied van belastingen en douane;

3. het ontwikkelen en onderhouden van Europese informatiesystemen voor belastingen en douane;

4. het versterken van de vaardigheden en competenties van belasting- en douane­ambtenaren en externe deskundigen op het gebied van belastingen en douane;

5. het ondersteunen van de ontwikkeling tot e-overheid voor belasting- en douaneautoriteiten en externe stakeholders;

6. het opzetten van acties op het gebied van belastingen en douane met deelname van derde landen en externe deskundigen;

7. het ondersteunen van het in kaart brengen en delen van beste praktijken;

8. het opzetten van deskundigenteams voor het gezamenlijk uitvoeren van operationele taken.

II. Europese informatiesystemen en EU-componenten daarvan

Als bedoeld in artikel 6, onder d)

1. De gemeenschappelijke Europese informatiesystemen zijn de volgende:

a) het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI), CCN-mail3, CSI‑bridge, http-bridge, CCN LDAP en bijbehorende tools, CCN‑webportaal, CCN-toezicht;

b) ondersteunende systemen, met name de tool voor de applicatie­configuratie voor CCN, de tool voor het beheer van geautomatiseerde aanlevering (Tool for Automated Supply MANagement – TASMAN), de tool voor activiteitenrapportage (Activity Reporting Tool - ART2), het elektronische online-projectbeheer van Taxud (Taxud Electronic Management of Project Online - TEMPO), de tool voor dienstenbeheer (Service Management Tool - SMT), het gebruikersbeheersysteem (User Management system - UM), het BPM‑systeem, het beschikbaarheidsdashboard en AvDB, het portaal voor het IT-dienstenbeheer, het beheer van de directory en de gebruikerstoegang;

c) het informatie- en communicatieplatform van de programma's voor belastingen en douane (PICS).

2. De Europese informatiesystemen specifiek voor douane zijn de volgende:

a) de systemen voor het vervoer van goederen onder een douaneregeling, met name het (nieuwe) geautomatiseerde douanevervoersysteem ((N)CTS), NCTS TIR voor Rusland, het exportcontrolesysteem (ECS) en het invoercontrolesysteem (ICS). Deze systemen worden ondersteund door de volgende applicaties/componenten: het systeem voor de uitwisseling van inlichtingen met derde landen (SPEED-bridge), de SPEED Edifact Converter Node (SPEED-ECN), de standaard SPEED-testapplicatie (Standard SPEED Test Application - SSTA), de standaard testapplicatie voor douanevervoer (Standard Transit Test Application - STTA), de testapplicatie voor douanevervoer (Transit Test Application - TTA), centrale diensten/referentiegegevens (Central Services/Reference Data -CSRD), centrale diensten/managementinformatiesysteem (Central Services/Management Information System - CS/MIS);

b) het communautair systeem voor risicobeheer (Community Risk Management System – CRMS), dat de risico-informatieformulieren (RIF's) en de CPCA-functiedomeinen betreffende gemeenschappelijke profielen omvat;

c) het systeem van marktdeelnemers (EOS), dat de registratie en identificatie van marktdeelnemers (Economic Operator Registration and Identification - EORI), de geautoriseerde marktdeelnemers (Authorised Economic Operators - AEO), de lijnvaartdiensten (Regular Shipping Services - RSS) en de functiedomeinen betreffende de wederzijdse erkenning met partnerlanden omvat. De algemene webdienst (Generic Web Service) is een ondersteunende component voor dit systeem;

d) het tariefsysteem (TARIC3), dat een referentiegegevenssysteem is voor andere applicaties zoals het contingentbeheersysteem (QUOTA2), het beheer- en bewakingssysteem voor het toezicht (SURV2), het Europees informatiesysteem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI3) en de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS2). Met de applicaties voor de gecombineerde nomenclatuur (GN) en voor de schorsingen (Suspensions) worden juridische gegevens beheerd met een directe link naar het tariefsysteem;

e) de controleapplicaties, met name het specimenbeheersysteem (SMS) en het informatiesysteem voor veredelingsregelingen (ISPP);

f) het systeem voor de bestrijding van namaak en piraterij (COPIS);

g) het systeem voor gegevensverspreiding (DDS2), waarmee alle informatie die publiekelijk toegankelijk is via het internet, wordt beheerd;

h) het antifraude-informatiesysteem (AFIS).

3. De Europese informatiesystemen specifiek voor belastingen zijn de volgende:

a) de systemen betreffende de btw, met name het btw-informatie-uitwisselingssysteem (VIES) en het btw-teruggaafsysteem, inclusief de initiële VIES-applicatie, de toezichttool voor VIES, het statistische systeem voor de belastingen, VIES-on-the-Web, de configuratietool voor VIES-on-the-Web, de testtools voor VIES en de btw-teruggaaf, de btw-nummeralgoritmen, de uitwisseling van elektronische btw-formulieren, de btw-heffing op e-diensten (VAT on e-Services of VoeS); de testtool voor VoeS, de testtool voor elektronische btw-formulieren;

b) de systemen betreffende invordering, met name elektronische formulieren voor de invordering van schuldvorderingen, elektronische formulieren voor de uniforme executoriale titel (UET) en het uniform notificatieformulier (UNF);

c) de systemen betreffende de directe belastingen, met name het systeem betreffende de belastingheffing van inkomsten uit spaargelden, de testtool voor de belastingheffing van inkomsten uit spaargelden, elektronische formulieren voor directe belastingen, het fiscaal identificatienummer TIN-on-the-web, de uitwisselingen uit hoofde van artikel 8 van Richtlijn 2011/16/EU en daarmee verband houdende testtools;

d) andere systemen betreffende belastingen, met name de "Taxes in Europe"-databank (TEDB) en CCN/Mail met OESO-landen;

e) de accijnssystemen, met name het systeem voor de uitwisseling van accijnsgegevens (SEED), het systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen (EMCS), elektronische formulieren voor het accijnsgoederencontrolesysteem (MVS), testapplicatie (TA);

f) andere centrale systemen, met name de communicatie- en informatieapplicatie van de lidstaten (MSCIA), het selfservice-testsysteem (SSTS), het statistisch systeem voor belastingen, de centrale applicatie voor webformulieren, de centrale diensten /managementinformatiesysteem accijnzen (CS/MISE).

4. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn:

a) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur;

b) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen;

c) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen.

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

              1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

              1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

              1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

              1.4.    Doelstelling(en)

              1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

              1.6.    Duur en financiële gevolgen

              1.7.    Beheersvorm(en)

2. BEHEERSMAATREGELEN

              2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen

              2.2.    Beheers- en controlesysteem

              2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

              3.1.    Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

              3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven

              3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

              3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

              3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

              3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

              3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering

              3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN

1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een actieprogramma voor belastingen en douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (FISCUS) en tot intrekking van Beschikkingen nr. 1482/2007/EG en nr. 624/2007/EG

1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[34]

1404 Douanebeleid

1405 Belastingbeleid

1.3. Aard van het voorstel/initiatief

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[35]

X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

1.4. Doelstellingen 1.4.1. De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Het voorgestelde FISCUS-programma zal bijdragen aan de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei[36] door 1) de werking van de eengemaakte markt te versterken, 2) een kader te creëren ter ondersteuning van activiteiten die de productiviteit van de publieke sector verhogen, en 3) technische vooruitgang en innovatie bij de nationale en Europese belasting- en douanediensten te bevorderen.

Onderdeel belastingen

Het programma zal met name het kerninitiatief inzake de digitale agenda voor Europa[37], het kerninitiatief Innovatie-Unie[38] en het kerninitiatief voor een industriebeleid in een tijd van mondialisering[39] ondersteunen. Het zal de nationale belastingdiensten helpen zich te ontwikkelen tot volwaardige e-overheden en tevens de administratieve lasten voor belastingplichtigen helpen te verlagen door een "slimmere" tenuitvoerlegging van EU-belastingwetgeving.

Het programma zal ook de Single Market Act[40] ondersteunen, in het bijzonder op enkele in deze Act genoemde cruciale gebieden voor het belastingbeleid en op de gebieden die betrekking hebben op lastenverlaging voor de belastingplichtigen. De op stapel staande beleidsinitiatieven die het programma zal ondersteunen en ten uitvoer helpen leggen, zoals de voorgestelde energiebelastingrichtlijn, de nieuwe btw-strategie en de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor vennootschappen, alsook de initiatieven voor de opheffing van grensoverschrijdende obstakels voor de burgers zullen, zodra zij zijn aangenomen, een aanzienlijke bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Single Market Act.

Onderdeel douane

De douane-unie is een hoeksteen van de interne markt. De interne goederenmarkt zonder grenzen vereist dat goederen van oorsprong uit derde landen voldoen aan formaliteiten en andere voorschriften wanneer zij de EU worden binnengebracht of in de EU in het vrije verkeer worden gebracht; nadien kunnen zij vrij worden vervoerd binnen het grondgebied van de EU. De douane ondersteunt de ontwikkeling van eerlijke en concurrerende internemarktvoorwaarden door de uniforme toepassing van gemeenschappelijke voorschriften en regelingen. Zij ondersteunt de groei en innovatie op de interne markt, bijvoorbeeld door de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER) aan de grens (zie ook het Europese plan ter bestrijding van namaak en piraterij[41] en de onlangs door de Commissie aangenomen nieuwe IER-strategie voor de interne markt). Uit de antwoorden op een recente openbare raadpleging[42] over de toekomst van de interne markt blijkt dat brancheverenigingen hoge verwachtingen koesteren over verder EU-optreden tegen namaak en piraterij. De douane heeft een cruciale rol te spelen bij de effectieve handhaving van IER, zoals wordt bevestigd door statistieken over douaneacties met betrekking tot IER[43]. Voorts zal het programma een breed scala aan beleidsmaatregelen in het kader van de douane-unie ondersteunen. Zo zijn er de financiële belangen van de EU en haar lidstaten die worden beschermd door middel van de inning van rechten en diverse heffingen en belastingen op het handelsverkeer, of de gezamenlijke inspanningen die worden geleverd voor de fraudebestrijding. In 2010 vertegenwoordigden de traditionele eigen middelen[44] circa 12,3 % (15,7 miljard euro) van de EU-begroting. De douane-unie is ook de operationele tak van het gemeenschappelijk handelsbeleid, in het kader waarvan bilaterale en multilaterale handelsovereenkomsten worden uitgevoerd, rechten worden geïnd en handelsmaatregelen (zoals oorsprongsregels), embargo's en andere beperkingen worden toegepast. In het in november 2010 gepubliceerde discussiestuk Handel, groei en wereldvraagstukken - Handelsbeleid als kernelement van de Europa 2020-strategie[45] wordt de agenda voor de internationale douanesamenwerking in het kader van bilaterale overeenkomsten en binnen de Werelddouaneorganisatie onder de aandacht gebracht. Er wordt benadrukt dat efficiënte douaneprocedures de nalevingskosten voor bedrijven verlagen, de legitieme handel vergemakkelijken en de toenemende risico's voor de veiligheid van mensen en goederen en op het gebied van de IER helpen aan te pakken.

De douane-unie is een steeds prominentere rol gaan spelen bij de interne veiligheid van de EU, en zal dit in de toekomst in nog grotere mate doen, zoals tot uiting komt in het actieplan voor de interneveiligheidsstrategie[46] en het actieplan voor het programma van Stockholm[47]. Tot slot dragen het optreden van de douane en de samenwerking tussen de douane, de politie en andere handhavingsautoriteiten bij aan algemene veiligheidsdoelstellingen zoals de strijd tegen het witwassen van geld, de georganiseerde grensoverschrijdende misdaad en het terrorisme.

1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke doelstellingen en betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

De betrokken ABB-activiteiten zijn het douanebeleid (1404) en het belastingbeleid (1405). De specifieke doelstellingen van het programma zijn:

(1) steun verlenen aan de opstelling, coherente toepassing en effectieve uitvoering van EU-wetgeving op het gebied van belastingen en douane;

(2) bijdragen aan het efficiënte functioneren van belasting- en douaneautoriteiten door hun bestuurlijke capaciteit te versterken en de administratieve lasten te verlagen;

(3) fraude en belastingontduiking voorkomen alsmede het concurrentievermogen en de veiligheid verhogen door middel van sterkere samenwerking met internationale organisaties, andere overheidsinstanties, derde landen, marktdeelnemers en hun organisaties;

(4) het concurrentievermogen van Europese bedrijven verhogen door het handelsverkeer te vergemakkelijken en de nalevingskosten te verlagen;

(5) de financiële en economische belangen van de Europese Unie en haar lidstaten beschermen door fraude en belastingontduiking te bestrijden;

(6) de douane ondersteunen bij de bescherming van de burgers en de economie in termen van veiligheid, alsook bij de bescherming van het milieu.

1.4.3. Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.

Vanuit douaneperspectief bekeken hebben de lidstaten, door hun bevoegdheden over te dragen naar de EU (de douane-unie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de EU), er ipso facto mee ingestemd dat activiteiten op douanegebied beter ten uitvoer worden gelegd op EU-niveau. Het EU-wetgevingskader op zich is evenwel ontoereikend om de goede werking van de douane-unie te garanderen. Het moet worden ondersteund door begeleidende maatregelen zoals die in het Douane-programma zijn vastgesteld, om te garanderen dat EU-douanewetgeving op convergerende en geharmoniseerde wijze wordt toegepast, zodat de wijze waarop bedrijven worden behandeld, fraude wordt voorkomen en wettelijke verplichtingen worden nageleefd, overal hetzelfde is.

Vele activiteiten op het gebied van douane hebben bovendien een grensoverschrijdend karakter, waardoor ze betrekking hebben op en gevolgen hebben voor alle 27 lidstaten; ze kunnen derhalve niet effectief en efficiënt worden verwezenlijkt door de lidstaten afzonderlijk. Een EU-optreden is noodzakelijk om de Europese dimensie van de douane­werkzaamheden te onderbouwen, verstoringen op de interne markt te vermijden en de doeltreffende bescherming van de EU-grenzen te ondersteunen.

Solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid zijn de beginselen die ten grondslag liggen aan de financiering van de douane-unie. Omstandigheden waarin de behoefte aan doeltreffende maatregelen groter is dan de mogelijkheden van een bepaalde lidstaat om deze maatregelen te nemen, zijn nadelig voor de gehele Unie. Een EU-optreden is vereist om het openbaar belang van de EU te vrijwaren wanneer afzonderlijke lidstaten niet in staat zijn adequaat te voorzien in de behoeften van de EU (bv. aan veiligheid). In dergelijke gevallen neemt het EU-optreden de vorm aan van gemeenschappelijke financiering van de technische capaciteitsopbouw om, ondanks de beperkte capaciteit van specifieke lidstaten, te voldoen aan de behoeft van doeltreffende controles.

Het voorgestelde programma strekt ertoe de samenwerking tussen de belastingdiensten te verbeteren en mechanismen en instrumenten daarvoor ter beschikking te stellen, alsook de noodzakelijke financiële middelen voor de verwezenlijking van deze doelstellingen. Het programma zal dus niet, wanneer het door de Commissie wordt uitgevoerd, leiden tot een verdere harmonisatie van de nationale belastingstelsels, maar het zal wel de negatieve gevolgen helpen te ondervangen die samenhangen met het naast elkaar bestaan van 27 verschillende belastingstelsels, zoals fraude, concurrentieverstoringen, administratieve lasten voor de overheid en voor de bedrijven, fiscaal shoppen enz. De voorgestelde maatregel is derhalve onmiskenbaar een maatregel ter ondersteuning van de interne markt, omdat hij het mogelijk maakt de verschillende belastingstelsels op de interne markt beter te laten functioneren.

Ofschoon de lidstaten verantwoordelijk zijn om de werking van de nationale belastingstelsels te beheren, tonen de uitdagingen die in de effectbeoordeling van het voorstel in kaart zijn gebracht, aan dat sterkere administratieve samenwerking tussen de belastingautoriteiten – zelfs in nog grotere mate dan nu het geval is – noodzakelijk is. Door samen te werken over heel de EU kunnen de belastingautoriteiten synergieën ontwikkelen, duplicatie vermijden en goede praktijken uitwisselen op alle gebieden die verband houden met belastingheffing, zoals ontwikkeling van bedrijfsprocessen, IT, internationale samenwerking enz. De steun voor samenwerking op het gebied van belastingen uit hoofde van het huidige Fiscalis 2013-programma heeft zijn waarde bewezen, en deze ervaring zal uitstekend van pas komen om het hoofd te bieden aan toekomstige uitdagingen, met name de verouderde technologische architectuur, problemen om voor specifieke taken op een operationeel niveau samen te werken, ongelijke financiële middelen om de activiteiten van de belastingautoriteiten te ondersteunen, en moeilijkheden bij het opzetten van structurele samenwerking met de belangrijkste stakeholders van de belastingautoriteiten.

1.4.4. Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

Er zal toezicht op de programma-activiteiten worden uitgeoefend om te garanderen dat de regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van het programma correct zijn toegepast en na te gaan of de doelstellingen van het programma worden verwezenlijkt. Er zal een toezichtskader worden gecreëerd dat de volgende elementen omvat: een interventielogica, een uitgebreide reeks indicatoren, meetmethoden, een plan voor gegevensverzameling, een duidelijk en gestructureerd rapportage- en toezichtsproces en een tussentijdse en een eindevaluatie.

De prestaties van het programma zullen worden gemeten aan de hand van een samenstel van prestatie-, effect-, resultaat- en outputindicatoren die zijn gekoppeld aan de algemene, specifieke en operationele doelstellingen van het programma en het verband leggen met het beheerplan van de Commissie. De gedetailleerde lijst van de effect-, resultaat- en outputindicatoren is beschikbaar in de effectbeoordelingen van de desbetreffende programma's. DG Taxud heeft streefdoelen vastgesteld voor een aantal operationele doelstellingen van het programma. Voor een aantal andere is dit op dit ogenblik evenwel nog niet mogelijk. De streefdoelen van deze operationele doelstellingen zullen vóór de aanvang van het programma voor 2020 door DG Taxud worden vastgesteld en ter goedkeuring aan het programmacomité worden voorgelegd in het kader van de procedure voor het jaarlijkse werkprogramma.

De algemene doelstelling zal worden gemeten als de ontwikkeling van de opinie van alle relevante stakeholders bij het programma over de mate waarin het programma bijdraagt aan de werking van de douane-unie en de versterking van de interne markt door de belastingstelsels beter te laten functioneren, en het streefdoel zal erin bestaan dat de opinie van de stakeholders over de bijdrage van het programma aan deze doelstelling gelijk blijft of zich positief ontwikkelt.

De indicatoren voor het meten van de specifieke doelstellingen zijn vermeld in artikel 5, lid 2, van het voorstel.

1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Het voorstel draagt bij aan de Europa 2020-strategie en de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving op diverse andere beleidsterreinen zoals uiteengezet in hoofdstuk 1.4.1.

1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

Het levert meer voordelen op als acties worden opgezet op het niveau van de EU in plaats van op het niveau van 27 individuele lidstaten zoals nader beschreven in hoofdstuk 3.2 van de toelichting.

1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Uit economisch oogpunt bekeken is een optreden op EU-niveau veel efficiënter. De ruggengraat van de samenwerking op belasting- en douanegebied wordt gevormd door een sterk beveiligd en specifiek communicatienetwerk, dat operationeel is sinds de eerste programma's voor belasting- en douanesamenwerking begin jaren '90. Het verbindt de nationale belasting- en douanediensten met elkaar via zo'n 5 000 aansluitingspunten. Dit gemeenschappelijke IT-netwerk garandeert dat iedere nationale overheidsdienst slechts eenmaal verbinding hoeft te leggen met deze gemeenschappelijke infrastructuur om allerlei soorten inlichtingen te kunnen uitwisselen. Zonder een dergelijke infrastructuur zouden de lidstaten 26 maal een verbinding moeten maken met de nationale systemen van elk andere lidstaat.

Andere hoekstenen van het programma zijn activiteiten die belasting- of douane­ambtenaren samenbrengen om bijvoorbeeld beste praktijken uit te wisselen, van elkaar te leren, een probleem te analyseren of richtsnoeren op te stellen. Als de lidstaten van elkaar hadden moeten leren door eigen activiteiten op te zetten buiten het kader van het programma, zouden ze allemaal eigen instrumenten en werkmethoden hebben ontwikkeld. Synergieën tussen de activiteiten zouden verloren zijn gegaan en er zou geen sprake zijn geweest van systematische uitvoering van gemeenschappelijke activiteiten op het niveau van de 27 lidstaten. Het is veel efficiënter om de Commissie, met de ondersteuning van het programma, activiteiten te laten opzetten tussen de deelnemende landen.

Een andere belangrijke meerwaarde is van immateriële aard. Het programma heeft een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand brengen van een gevoel van gemeenschappelijk belang, het bevorderen van het wederzijdse vertrouwen en het creëren van een geest van samenwerking tussen de lidstaten onderling en de lidstaten en de Commissie op het gebied van belastingen en douane.

1.5.4. Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

Een van de beleidsscenario's die is ontwikkeld voor het onderdeel douane, voorziet in financiële steun voor de douaneautoriteiten bij de aanschaf van apparatuur en de opbouw van technische capaciteit. Hiervoor is geen financieringsplan opgesteld in het kader van het FISCUS-programma, maar de lidstaten hebben de mogelijkheid een beroep te doen op andere programma's, waaronder de regionale structuurfondsen, om aan deze behoefte te voldoen.

Volgens de tussentijdse evaluatie van de programma's van DG HOME betreffende "Preventie en bestrijding van criminaliteit" (ISEC) en "Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen" (CIPS)[48] biedt het beheersmodel van het Douane- en het Fiscalis-programma de beste vooruitzichten om het beheer van ISEC/CIPS te verbeteren, omdat met dit model onmiddellijk en flexibel kan worden gereageerd op operationele behoeften[49].

De ruggengraat van de trans-Europese IT-systemen is het CCN/CSI-netwerk, dat ook wordt gebruikt door OLAF voor de uitwisseling (en opslag) van informatie over onregelmatigheden en fraude. Beide DG's profiteren in dit verband van schaalvoordelen.

1.6. Duur en financiële gevolgen

X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

– ¨  Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 1.1.2014 tot en met 31.12.2020

– ¨  Financiële gevolgen vanaf 2014 tot en met 2023 (vanaf 2021 tot en met 2023 alleen voor betalingskredieten)

¨ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

– Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

– gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7. Beheersvorm(en)[50]

X Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie

¨ Indirect gecentraliseerd beheer door delegatie van uitvoeringstaken aan:

¨         uitvoerende agentschappen

¨         door de Unie opgerichte organen[51]

¨         nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

¨         personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement

¨ Gedeeld beheer met lidstaten

¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen

¨ Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

/

2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Er zal toezicht op de programma-activiteiten worden uitgeoefend om te garanderen dat de regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van het programma correct zijn toegepast (auditfunctie). Op de gemeenschappelijke acties wordt permanent toezicht uitgeoefend via een online-databank (Activity Reporting Tool – ART), waarin de voorstellen en de overeenkomstige activiteiten zijn opgenomen. Via dezelfde tool kunnen de begunstigden van de subsidies die uit hoofde van het programma worden verstrekt, namelijk de belasting-/douanediensten van de lidstaten, online de met de subsidie gefinancierde kosten voor deelname aan gemeenschappelijke acties, rapporteren. Via ART moeten de lidstaten de Commissie jaarlijks een financieel verslag toezenden.

Voor de via aanbesteding georganiseerde activiteiten voor de ontwikkeling van IT- en opleidingscapaciteiten gelden de standaardregels inzake toezicht en rapportage.

Het programma zal tweemaal worden geëvalueerd. De resultaten van de tussentijdse evaluatie zullen beschikbaar zijn medio 2018 en die van de eindevaluatie omstreeks eind 2021. Als hoofdbegunstigden van het programma zullen de lidstaten een grote rol spelen bij de verzameling van gegevens door informatie te verstrekken, ofwel op het niveau van de afzonderlijke tools (voornamelijk via ART), ofwel over de bredere gevolgen van het programma (door deelname aan perceptiemetingen of de opstelling van rapporten).

Tot dusver waren de evaluaties van de bestaande programma's hoofdzakelijk gericht op de belangrijkste stakeholders van het programma, namelijk de belasting-/douaneautoriteiten en hun deskundigen, die het doelpubliek van het programma zijn. Aangezien het belangrijk is om ook externe stakeholders (dat wil zeggen marktdeelnemers) te raadplegen over de gevolgen die het programma voor hen heeft en in hoeverre zij profijt trekken van bijvoorbeeld betere samenwerking tussen belasting-/douanediensten, zullen ook deze indirecte gevolgen in toekomstige evaluaties van het programma worden meegenomen.

2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's

De mogelijke risico's voor de tenuitvoerlegging van het programma houden verband met:

– tenuitvoerlegging van de subsidieovereenkomst die wordt ondertekend met het samenwerkingsverband van lidstaten en kandidaat-lidstaten. Het risiconiveau wordt als laag beschouwd, aangezien de begunstigden overheidsdiensten van de deelnemende landen zijn.

Tenuitvoerlegging van de aanbestedingscontracten die in het kader van het programma worden gesloten. Voorbeelden van risico’s zijn:

– de lidstaten declareren kosten voor een activiteit die niet is goedgekeurd in het kader van het programma;

– de lidstaten declareren dezelfde kosten tweemaal;

– de aanbestedingsregels worden niet nageleefd;

– facturen worden betaald voor niet-bestaande prestaties.

2.2.2. Controlemiddel(en)

De hoofdelementen van de toegepaste controlestrategie zijn de volgende:

Voor het plaatsen van opdrachten:

De in het Financieel Reglement vastgestelde procedures voor de controle op overheidsopdrachten worden toegepast. Opdrachten worden pas geplaatst nadat de diensten van de Commissie de standaardprocedure voor de verificatie van betalingen hebben verricht, rekening houdende met contractuele verplichtingen en goed financieel en algemeen beheer. In alle contracten die door de Commissie en de begunstigden worden gesloten, zullen fraudebestrijdingsmaatregelen (controles, rapporten enz.) worden opgenomen. Voor ieder contract wordt een afzonderlijk bestek opgesteld, dat als basis voor het contract zal dienen. Het opleveringsproces verloopt strikt volgens de TEMPO-methodologie van DG Taxud: de op te leveren goederen of diensten worden geëvalueerd, indien nodig aangepast en ten slotte uitdrukkelijk aanvaard (of geweigerd). Facturen kunnen niet worden betaald zonder een "brief van aanvaarding".

Technische verificatie bij overheidsopdrachten:

DG Taxud controleert de op te leveren goederen of diensten en oefent toezicht uit op de door de contractanten verrichte werkzaamheden of verleende diensten. Taxud voert ook regelmatig kwaliteits- en veiligheidscontroles bij zijn contractanten uit. Bij kwaliteits­controles wordt onderzocht of de contractanten daadwerkelijk handelen volgens de in hun kwaliteitsplannen vastgestelde regels en procedures. Bij veiligheidscontroles worden de specifieke processen, procedures en organisatie onderzocht.

Voor subsidies:

In de door de begunstigden van het programma (douanediensten in de lidstaten en kandidaat-lidstaten) ondertekende subsidieovereenkomst zijn de voorwaarden vastgelegd die van toepassing zijn op de financiering van onder de subsidie vallende activiteiten, met inbegrip van een hoofdstuk over controlemethoden. Alle deelnemende overheidsdiensten hebben zich ertoe verbonden om de financiële en administratieve uitgavenregels van de Commissie in acht te nemen.

De activiteiten waarvoor begunstigden een beroep kunnen doen op hun subsidie om hun deelname te financieren, zijn opgenomen in een online-databank (ART). De lidstaten brengen verslag uit over de door hen bestede middelen in dezelfde databank, waarin een aantal controlefuncties zijn geïntegreerd om fouten te beperken. Zo kunnen zij alleen maar uitgaven declareren voor activiteiten waarvoor zij zijn uitgenodigd, en dat slechts eenmaal. Naast deze geïntegreerde controles worden er ook door DG Taxud nog op steekproefbasis controles op stukken en controles ter plaatse verricht. Dankzij deze controlestrategie kunnen de administratieve lasten voor de begunstigden van subsidies zoveel mogelijk worden beperkt, in verhouding tot de toegewezen middelen en de risico-inschatting.

Bovenop voornoemde controles verricht DG Taxud ook de traditionele financiële controles:

Verificatie vooraf van vastleggingen:

Alle vastleggingen bij DG Taxud worden door het hoofd van de eenheid Personeel en financiën geverifieerd. Dit betekent dat 100 % van de vastgelegde kredieten aan verificatie vooraf wordt onderworpen. Deze procedure geeft een hoge mate van zekerheid voor wat betreft de wettigheid en de regelmatigheid van de verrichtingen.

Verificatie vooraf van betalingen:

Iedere week wordt willekeurig ten minste één betaling (uit alle uitgavencategorieën) geselecteerd voor een verificatie vooraf door het hoofd van de eenheid Personeel en financiën. Wat de dekking van de verificatie betreft, is geen streefcijfer vastgesteld, omdat het de bedoeling is om de betalingen "willekeurig" te controleren om na te gaan of alle betalingen zijn voorbereid volgens de regels. De overige betalingen worden op dagelijkse basis afgewikkeld volgens de geldende regels.

Verklaringen van de subgedelegeerde ordonnateurs:

Alle subgedelegeerde ordonnateurs ondertekenen verklaringen bij het jaarlijkse activiteitenverslag voor het jaar in kwestie. Deze verklaringen dekken de verrichtingen in het kader van het programma. De subgedelegeerde ordonnateurs verklaren dat de verrichtingen met betrekking tot de uitvoering van de begroting hebben plaatsgevonden in overeenstemming met de beginselen van goed financieel beheer, dat de opgezette beheers- en controlesystemen voldoende zekerheid bieden ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van de verrichtingen, en dat de aan deze verrichtingen verbonden risico's duidelijk geïdentificeerd zijn, er melding van is gemaakt en maatregelen zijn genomen om ze te ondervangen.

Dankzij deze controles heeft DG Taxud voldoende zekerheid omtrent de kwaliteit en de regelmatigheid van de uitgaven en wordt het risico van niet-naleving beperkt. De toetsing gebeurt op controleniveau drie[52] voor de gemeenschappelijke acties en controleniveau vier[53] voor de overheidsopdrachten. De hierboven beschreven controlestrategie elimineert de potentiële risico's nagenoeg volledig en bestrijkt alle begunstigden. Nog andere extra maatregelen om de risico's verder te beperken, zouden tot onevenredig hoge kosten leiden en zijn derhalve niet gepland. DG Taxud is van mening dat er geen onderscheid is tussen het voorgestelde en het bestaande programma wat controles betreft, en zal dezelfde controlestrategie toepassen voor het programma-2020. De kosten voor de uitvoering van deze controlestrategie zijn beperkt tot 2,60 % van het budget en zullen naar verwachting op dit niveau blijven.

De controlestrategie voor het programma wordt geacht doeltreffend te zijn om het risico van niet-naleving nagenoeg volledig te elimineren, alsook in verhouding te staan tot de aan het programma verbonden risico's.

2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen

Naast de toepassing van alle wettelijke controlemechanismen zal het DG ook een fraudebestrijdingsstrategie opzetten die aansluit bij de op 24 juni 2011 goedgekeurde nieuwe fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie (CAFS), om onder meer te garanderen dat zijn interne controles tegen fraude volledig in overeenstemming zijn met de CAFS en dat zijn frauderisicobeheer erop gericht is frauderisico's te onderkennen en daar passend op te reageren. Indien nodig zullen op netwerken gebaseerde groepen worden opgericht en passende IT-tools worden ontwikkeld die specifiek zijn gericht op de analyse van fraudegevallen in verband met het FISCUS-programma.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

· Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage

Nummer [Omschrijving …………………...……….] || GK/ NGK ([54]) || van EVA-landen[55] || van kandidaat-lidstaten[56] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

|| || || || || ||

· Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage

Nummer [Omschrijving………………….…………..] || GK/ NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

1 || 14.04.03 – FISCUS (onderdeel douane) || GK || NEE || JA || NEE || NEE

1 || 14.04.2004 – FISCUS (onderdeel belastingen) || GK || NEE || JA || NEE || NEE

1 || 14.01.04.05 FISCUS – Uitgaven voor administratief beheer || NGK || NEE || NEE || NEE || NEE

3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven[57] 3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

De kosten in verband met de eventuele invoering van een nieuw Europees IT-systeem voor de tenuitvoerlegging van het voorstel betreffende de belasting op financiële transacties (FTT), voor zover dit nodig zou zijn, zijn niet opgenomen in het budget van het FISCUS-programma, aangezien de behandeling van het FTT-voorstel nog in een vroeg stadium verkeert.

in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële kader: || 1 || Slimme en inclusieve groei

DG: Taxud || || || 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || 2021-2023 || TOTAAL

Ÿ Beleidskredieten || ||

14.0403 || Vastleggingen || (1) || 71,300 || 73,400 || 75,500 || 77,600 || 79,800 || 82,100 || 84,300 || || 544,000

Betalingen || (2) || 14,260 || 46,765 || 62,390 || 67,740 || 69,650 || 71,625 || 73,645 || 137,925 || 544,000

14.0404 || Vastleggingen || (1a) || 33,100 || 33,100 || 33,100 || 33,200 || 33,200 || 33,200 || 33,300 || || 232,200

Betalingen || (2a) || 9,268 || 24,163 || 27,473 || 29,818 || 29,863 || 29,873 || 29,908 || 51,834 || 232,200

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[58] || ||

14.010405 || || (3) || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || || 1,400

TOTAAL kredieten voor DG Taxud || Vastleggingen || =1+1a+3 || 104,600 || 106,700 || 108,800 || 111,000 || 113,200 || 115,500 || 117,800 || || 777,600

Betalingen || =2+2a+3 || 23,728 || 71,128 || 90,063 || 97,758 || 99,713 || 101,698 || 103,753 || 189,759 || 777,600

Ÿ TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || 104,400 || 106,500 || 108,600 || 110,800 || 113,000 || 115,300 || 117,600 || || 776,200

Betalingen || (5) || 23,528 || 70,928 || 89,863 || 97,558 || 99,513 || 101,498 || 103,553 || 189,759 || 776,200

Ÿ TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || || 1,400

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 1 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+6 || 104,600 || 106,700 || 108,800 || 111,000 || 113,200 || 115,500 || 117,800 || || 777,600

Betalingen || =5+6 || 23,728 || 71,128 || 90,063 || 97,758 || 99,713 || 101,698 || 103,753 || 189,759 || 777,600

Rubriek van het meerjarige financiële kader: || 5 || "Administratieve uitgaven"

in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

|| || || 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL

DG: Taxud ||

Ÿ Personele middelen || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 105,483

Ÿ Andere administratieve uitgaven || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 4,270

TOTAAL DG Taxud || || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 109,753

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 109,753

|| || || 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || 2021-2023 || TOTAAL

TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || 120,279 || 122,379 || 124,479 || 126,679 || 128,879 || 131,179 || 133,479 || || 887,353

Betalingen || 39,407 || 86,807 || 105,742 || 113,437 || 115,392 || 117,377 || 119,432 || 189,759 || 887,353

Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

– X  Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || 2014 || 2015 || 2016 || 2017 ||  2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL

OUTPUTS

Soort output[59] || Gem. kosten van de output || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Totaal aantal outputs || Totale kosten

Algemene doelstelling: versterking van de interne markt door de douane-unie en de belastingstelsels te verbeteren door middel van samenwerking tussen de deelnemende landen, hun belasting- en douanediensten, hun ambtenaren en externe deskundigen

Onderdeel douane || || || || || || || || || || || || || || || ||

Ontwikkeling IT-capaciteit || Aantal IT-contracten || || Circa 30 || 57,000 || || 59,100 || || 61,200 || || 63,300 || || 65,500 || || 67,800 || || 70,000 || || 443,900

Gemeenschappelijke acties || Aantal georganiseerde evenementen || || Circa 450 || 11,500 || || 11,500 || || 11,500 || || 11,500 || || 11,500 || || 11,500 || || 11,500 || || 80,500

Ontwikkeling personele kwalificaties || Aantal opleidingen || || Nog te bevestigen || 2,800 || || 2,800 || || 2,800 || || 2,800 || || 2,800 || || 2,800 || || 2,800 || || 19,600

Subtotaal voor het onderdeel douane || || 71,300 || || 73,400 || || 75,500 || || 77,600 || || 79,800 || || 82,100 || || 84,300 || || 544,000

Onderdeel belastingen || || || || || || || || || || || || || || || ||

Ontwikkeling IT-capaciteit || Aantal IT-contracten || || Circa 20 || 23,300 || || 23,300 || || 23,300 || || 23,300 || || 23,300 || || 23,300 || || 23,300 || || 163,100

Gemeenschappelijke acties || Aantal georganiseerde evenementen || || Circa 260 || 8,500 || || 8,500 || || 8,500 || || 8,500 || || 8,500 || || 8,500 || || 8,500 || || 59,500

Ontwikkeling personele kwalificaties || Aantal opleidingen || || Nog te bevestigen || 1,300 || || 1,300 || || 1,300 || || 1,400 || || 1,400 || || 1,400 || || 1,500 || || 9,600

Subtotaal voor het onderdeel belastingen || || 33,100 || || 33,100 || || 33,100 || || 33,200 || || 33,200 || || 33,200 || || 33,300 || || 232,200

TOTALE KOSTEN || || || || 104,400 || || 106,500 || || 108,600 || || 110,800 || || 113,000 || || 115,300 || || 117,600 || || 776,200

3.2.2. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.2.1. Samenvatting

– X  Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

|| 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL

RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || ||

Personele middelen || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 15,069 || 105,483

Andere administratieve uitgaven || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 0,610 || 4,270

Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 109,753

Buiten RUBRIEK 5[60] van het meerjarige financiële kader || || || || || || || ||

Personele middelen || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

Andere administratieve uitgaven || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

TOTAAL || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 15,679 || 109,753

3.2.2.2.  Geraamde personeelsbehoeften

– X  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

|| 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020

Ÿ Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

14 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 97 || 97 || 97 || 97 || 97 || 97 || 97

14 01 01 02 (delegaties) || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

14 01 05 01 (onderzoek door derden) || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

10 01 05 01 (eigen onderzoek) || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

Ÿ Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)[61]

14 01 02 01 (AC, AL, END en INT van de "totale financiële middelen") || 26 || 26 || 26 || 26 || 26 || 26 || 26

14 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

14 01 04 05 [62] || - zetel[63] || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

- delegaties || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

14 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden) || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden) || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

TOTAAL || 123 || 123 || 123 || 123 || 123 || 123 || 123

14 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken.

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Beheer van het programma sensu stricto[64] en uitvoering van het programma, zoals studies, ontwikkeling, onderhoud en exploitatie van Europese IT-systemen

Extern personeel || Bijstand ten behoeve van de uitvoering van het programma, zoals studies, ontwikkeling, onderhoud en exploitatie van Europese IT-systemen

3.2.3. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

– X  Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.4. Bijdrage van derden aan de financiering

– Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

– X  Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

[1]               COM(2011) 500 definitief van 29 juni 2011 – Een begroting voor Europa 2020.

[2]               COM(2010) 2020 definitief van 3 maart 2010. Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.

[3]               In 2010 vertegenwoordigden de traditionele eigen middelen circa 12,3 % (15,7 miljard euro) van de EU-begroting. Directoraat-generaal Begroting: themaverslag over de douanecontrolestrategieën in de lidstaten – controle van de traditionele eigen middelen, blz. 3.

[4]               Tussentijdse evaluatie van Fiscalis 2013: http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/common/publications/studies/fiscalis2013_mid_term_report_en.pdf Tussentijdse evaluatie van Douane 2013: http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/common/publications/studies/customs2013_mid_term_report_en.pdf

[5]               DELOITTE - The future business architecture for the Customs Union and Cooperative Model in the Taxation Area in Europe.

[6]               Verslag van de 9e bijeenkomst van het Fiscalis-comité van 3 mei 2011. Verslag van de 9e bijeenkomst van het Douane-comité van 11 april 2011.

[7]               Voorheen bekend als trans-Europese IT-systemen.

[8]               PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

[9]               The Evaluation Partnership, tussentijdse evaluatie van Douane 2013, blz. 72 tot en met 80. RAMBOLL, tussentijdse evaluatie van Fiscalis 2013, paragrafen 268-305.

[10]             COM(2010) 245 definitief/2 - Een digitale agenda voor Europa.

[11]             (COM(2010) 546 definitief van 6 oktober 2010 - Europa 2020-kerninitiatief Innovatie-Unie.

[12]             COM(2010) 682 van 23 november 2010 - Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen.

[13]             COM(2010) 614 - Europa 2020-kerninitiatief voor een geïntegreerd industriebeleid.

[14]             COM(2011) 206 definitief.

[15]             COM(2011) 287 - Een eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten - Creativiteit en innovatie bevorderen met het oog op economische groei, kwaliteitsjobs en eersteklasproducten en ‑diensten in Europa.

[16]             COM(2010) 612 - Handel, groei en wereldvraagstukken - Handelsbeleid als kernelement van de Europa 2020-strategie.

[17]             COM(2010) 673 definitief, Brussel, 22.11.2010 - Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - De EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa.

[18]             COM(2010) 171 definitief, Brussel, 20.4.2010 - Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht voor de burgers van Europa – actieplan ter uitvoering van het programma van Stockholm.

[19]             PB C […] van […], blz. […].

[20]             COM(2011) 500 definitief DEEL I.

[21]             COM(2010) 2020.

[22]             PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

[23]             PB L 316 van 31.10.1992, blz. 21.

[24]             PB L 176 van 5.7.2011, blz. 24.

[25]             PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.

[26]             PB L 84 van 31.3.2010, blz. 1.

[27]             COM(2004) 373.

[28]             [aan te vullen]

[29]             COM(2010) 700.

[30]             PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

[31]             PB L 330 van 15.12.2007, blz. 1.

[32]             PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25.

[33]             PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

[34]             ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based Budgeting.

[35]             In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement.

[36]             COM(2010) 2020 definitief van 3 maart 2010. Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.

[37]             COM(2010) 245 definitief/2 - Een digitale agenda voor Europa.

[38]             (COM(2010) 546 definitief van 6 oktober 2010 - Europa 2020-kerninitiatief Innovatie-Unie.

[39]             COM(2010) 614 - Europa 2020-kerninitiatief voor een geïntegreerd industriebeleid.

[40]             COM(2011) 206 definitief.

[41]             Aangenomen door de Raad in 2008 (2008/C 253/01).

[42]             SEC(2011) 467 definitief van 13.4.2011. Overzicht van de antwoorden op de openbare raadpleging over de mededeling "Naar een Single Market Act".

[43]             http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/customs/customs_controls/counterfeit_piracy/ statistics/statistics_2010.pdf

[44]             Directoraat-generaal Begroting: themaverslag over de douanecontrolestrategieën in de lidstaten – controle van de traditionele eigen middelen, blz. 3.

[45]             COM (2010) 612 - Handel, groei en wereldvraagstukken, blz. 12.

[46]             COM(2010) 673 definitief, Brussel, 22.11.2010 - Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - De EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa.

[47]             COM(2010) 171 definitief, Brussel, 20.4.2010 - Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht voor de burgers van Europa – actieplan ter uitvoering van het programma van Stockholm.

[48]             COM(2005) 124 van 6 april 2005. Deze programma's hebben een budget van 745 miljoen euro in het financiële kader voor de periode 2007-2013.

[49]             Economisti Associati, evaluatie van de programma's "Preventie en bestrijding van criminaliteit" en "Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen", 2 december 2010. blz. 89.

[50]             Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html

[51]             In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement.

[52]             Controleniveau drie: controle op basis van volledig onafhankelijk bevestigde informatie.

[53]             Controleniveau vier: controle op basis van en met inzage in de onderliggende stukken die beschikbaar zijn in de uitvoeringsfase.

[54]             GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

[55]             EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

[56]             Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

[57]             Deze bedragen zijn uitgedrukt in huidige prijzen.

[58]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

[59]             Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bijv.: aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).

[60]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

[61]             AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).

[62]             Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).

[63]             Vooral voor structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF).

[64]             Het aantal posten voor het programmabeheer sensu stricto is beperkt tot 18.