Bijlagen bij COM(2004)331 - Standpunt van de EG ten aanzien van het voorstel om de TIR-Overeenkomst van 1975 te wijzigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Ontwerp

VOORGESTELDE WIJZIGINGEN VAN DE TIR-OVEREENKOMST

"Artikel 42 ter

De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen zullen bevoegde organisaties zo nodig de informatie verstrekken die deze nodig hebben om de verbintenis van bijlage 9, eerste deel, punt 1, onder f), iii) na te komen.

In bijlage 10 wordt vermeld welke informatie in bijzondere gevallen moet worden verstrekt."

"Artikel 60

Bijzondere procedure voor het wijzigen van de bijlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10

1. Ieder voorstel tot wijziging van de bijlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 dat is onderzocht overeenkomstig artikel 59, leden 1 en 2, treedt in werking op de datum die de Commissie van beheer bij de goedkeuring van de wijziging vaststelt, tenzij op een tegelijkertijd door de Commissie van beheer vast te stellen eerdere datum een vijfde van de staten die overeenkomstsluitende partij zijn of vijf staten die overeenkomstsluitende partij zijn, indien dit minder is, de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties hebben medegedeeld dat zij bezwaar maken tegen de wijziging. In dit lid bedoelde data worden door de Commissie van beheer vastgesteld met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen."

"Bijlage 10

INFORMATIE DIE OP GROND VAN ARTIKEL 42 TER DOOR OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN MOET WORDEN MEDEGEDEELD AAN BEVOEGDE ORGANISATIES EN EEN INTERNATIONALE ORGANISATIE

Op grond van artikel 6, lid 1, en bijlage 9, deel 1, punt 1, onder f), iii) van deze overeenkomst, moeten bevoegde organisaties zich ertoe verbinden om voortdurend te controleren of personen aan wie machtiging tot toegang tot de TIR-procedure is verleend, aan de in bijlage 9, deel II, van deze overeenkomst vastgestelde minimumvoorwaarden en minimumeisen voldoen.

Een internationale organisatie moet namens de bij haar aangesloten garantieverlenende organisaties en uit hoofde van haar verantwoordelijkheid als een op grond van artikel 6, lid 2bis, gemachtigde internationale organisatie een controlesysteem voor TIR-carnets invoeren om de door de douaneautoriteiten toegezonden gegevens over de beëindiging van TIR-operaties, die voor de garantieverlenende organisaties en de douanediensten toegankelijk zijn, bij de douanekantoren van bestemming op te slaan. Om de organisaties in staat te stellen om hun verbintenis daadwerkelijk na te komen, moeten de overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig de volgende procedure informatie verstrekken aan het controlesysteem:

(1) De douaneautoriteiten moeten aan een internationale organisatie of aan de nationale garantieverlenende organisaties, zo mogelijk via centrale of regionale kantoren, met de snelst mogelijke communicatiemiddelen (fax, elektronische post enz.), en zo mogelijk dagelijks, ten minste de volgende gegevens in een standaardformaat meedelen voor alle TIR-carnets die zijn aangeboden bij de douanekantoren van bestemming in de zin van artikel 1, lid 1, van de overeenkomst:

(a) nummer van het TIR-carnet;

(b) datum en nummer in het douaneregister;

(c) naam of nummer van het douanekantoor van bestemming;

(d) datum en nummer van het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie (rubrieken 24-28 van strook nr. 2) bij het douanekantoor van bestemming (indien afwijkend van de onder b) gevraagde gegevens);

(e) gedeeltelijke of algehele beëindiging;

(f) beëindiging van de TIR-operatie, met of zonder voorbehoud, bij het douanekantoor van bestemming, onverminderd de artikelen 8 en 11 van de overeenkomst;

(g) andere informatie of documenten (facultatief);

(h) nummer bladzijde.

(2) Het in het aanhangsel hierbij gevoegde Model-bemiddelingsformulier (MBF) kan door de nationale organisaties of door een internationale organisatie aan de douaneautoriteiten worden toegestuurd:

* bij verschillen tussen de verstuurde gegevens en die van de stam in het gebruikte TIR-carnet; of

* wanneer geen gegevens zijn doorgegeven terwijl het gebruikte TIR-carnet aan de nationale organisatie is teruggezonden.

de douaneautoriteiten reageren zo mogelijk op de verzoeken om bemiddeling door het ingevulde MBF zo spoedig mogelijk terug te zenden.

(3) De douaneautoriteiten en de nationale garantieverlenende organisaties moeten inzake de bovengenoemde gegevensuitwisseling een overeenkomst sluiten volgens de nationale wetgeving.

(4) Een internationale organisatie moet de douaneautoriteiten toegang geven tot de gegevensbank van beëindigde TIR-carnets en tot de gegevensbank van ongeldig gemaakte TIR-carnets."


Bijlage

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* Deze gegevens hebben betrekking op het douanekantoor van bestemming waar het TIR-vervoer werd beëindigd