Bijlagen bij COM(1998)295 - Voorstel voor een richtlijn van de Raad ertoe strekkende in de EG een minimum van effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente te garanderen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE


BESLUIT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN van . . . op het gebied van de belastingregeling voor spaargelden


DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

BEVESTIGENDE dat, om rekening te houden met de noodzaak de concurrentiepositie van de financiële markten wereldwijd in stand te houden, het aangewezen is dat de elementen waarover in de tekst inzake een belastingregeling voor spaargelden in het kader van de conclusies van de Raad Ecofin van 1 december 1997 overeenstemming werd bereikt, in een zo ruim mogelijk verband worden ingevoerd;

ERKENNENDE dat het op 20 mei 1998 door de Commissie ingediende voorstel voor een richtlijn om een minimum van effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente in de Gemeenschap te garanderen, op de genoemde elementen is gebaseerd;

ONDER BEVESTIGING VAN het akkoord dat in de Raad Ecofin van 1 december 1997 werd bereikt over het feit dat de lidstaten zich ertoe zouden moeten verbinden om parallel met de bespreking van het genoemde voorstel voor een richtlijn de invoering van met de maatregelen van de richtlijn gelijkwaardige maatregelen te bevorderen in derde landen alsmede in hun afhankelijke of geassocieerde gebieden of in gebieden waar de lidstaten een bijzondere verantwoordelijkheid of fiscale voorrechten hebben en die niet binnen de werkingssfeer van de richtlijn vallen,

BESLUITEN:


Artikel 1

Met inachtneming van hun respectieve bevoegdheden en van die van de Gemeenschap verbinden de lidstaten zich ertoe om parallel met de bespreking van het op 20 mei 1998 door de Commissie ingediende voorstel voor een richtlijn om een minimum van effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente in de Gemeenschap te garanderen, de invoering van gelijkwaardige maatregelen in derde landen met betrekking tot rente-uitkeringen aan ingezetenen van de Gemeenschap te bevorderen.


Artikel 2

Lidstaten die afhankelijke of geassocieerde gebieden hebben of die een bijzondere verantwoordelijkheid of fiscale voorrechten in andere gebieden hebben, verbinden zich ertoe in voorkomend geval in het kader van hun constitutionele bepalingen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat bepalingen betreffende rente-uitkeringen aan ingezetenen van de Gemeenschap die gelijkwaardig zijn met de bepalingen van de richtlijn wanneer deze eenmaal is vastgesteld, in die gebieden kunnen worden toegepast.