Bijlagen bij COM(2009)123 - Standpunt van de EG in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

1. BEGINSELEN

In het kader van de IOTC dient de Europese Gemeenschap:

1. te handelen overeenkomstig de door de Gemeenschap in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nagestreefde doelstellingen, met name door het hanteren van de voorzorgsaanpak om een duurzame exploitatie van de door de IOTC gereguleerde soorten te garanderen, de geleidelijke tenuitvoerlegging van een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer te bevorderen en het effect van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem zoveel mogelijk te beperken, alsmede door het bevorderen van een economisch levensvatbare en concurrerende visserijsector in de Gemeenschap, daarbij zorgend voor een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn en rekening houdend met de belangen van de consumenten;

2. erop toe te zien dat de maatregelen van de IOTC in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de IOTC-overeenkomst;

3. erop toe te zien dat de maatregelen van de IOTC in overeenstemming zijn met het internationaal recht en met name met de bepalingen van het VN-verdrag inzake het recht van de zee, de VN-overeenkomst betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden en de Overeenkomst om de naleving van de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen door vissersvaartuigen op de volle zee te bevorderen;

4. aan te sturen op consistentie van de standpunten die in de verschillende regionale organisaties voor visserijbeheer worden ingenomen;

5. te streven naar synergie met het beleid dat de Gemeenschap voert in het kader van haar bilaterale visserijrelaties met derde landen en te zorgen voor coherentie met haar beleid inzake buitenlandse betrekkingen;

6. erop toe te zien dat de internationale verbintenissen van de Gemeenschap worden nageleefd.

2. ORIËNTATIES

De Europese Gemeenschap zet zich waar passend in om ervoor te zorgen dat de IOTC werk maakt van de volgende acties:

7. strikte instandhoudings- en beheersmaatregelen voor de visbestanden, gericht op de duurzaamheid daarvan op lange termijn en rekening houdend met het beste beschikbare wetenschappelijk advies, met betrekking tot ringzegenvaartuigen die op grootoog-, geelvin- en gestreepte tonijn vissen, alsook soortgelijke maatregelen met betrekking tot beuglijnvaartuigen die op tonijn of zwaardvis vissen;

8. maatregelen ter regulering van de visserijinspanning om te garanderen dat deze op de bestaande vangstmogelijkheden is afgestemd;

9. maatregelen ter minimalisering van de effecten van de visserijactiviteiten op niet-doelsoorten, met name haaien;

10. ontwikkeling en tenuitvoerlegging van monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen, onder meer met betrekking tot de maatregelen van de havenstaten;

11. intensivering van de maatregelen ter bestrijding van IOO-activiteiten, met name bindende marktgerichte maatregelen om de naleving door landen die geen partij zijn, te stimuleren;

12. ontwikkeling van een gemeenschappelijke benadering met andere regionale organisaties voor visserijbeheer, waaronder de Commissie voor de visserij in het westelijke en het centrale deel van de Stille Oceaan en de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen;

13. voortgezette modernisering van de IOTC na een evaluatie van de prestaties van deze instantie, met inbegrip van de hervorming ervan en het opzetten van een onafhankelijke instantie buiten het kader van de Verenigde Naties.