Bijlagen bij COM(2007)855 - Standpunt met betrekking tot de oprichting van een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid in het samenwerkingscomité EG-Georgië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

HET SAMENWERKINGSCOMITÉ,

Gelet op de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, (hierna "de overeenkomst" genoemd), en met name op artikel 83,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 10 van het reglement van orde van het samenwerkingscomité[3] kan het samenwerkingscomité subcomités instellen en de opdrachten daarvoor omschrijven.

(2) Hoofdstuk 5 van het ENB-actieplan EU-Georgië bepaalt dat de gemengde organen die bij de overeenkomst zijn vastgesteld, de tenuitvoerlegging van het actieplan moeten bevorderen en controleren en dat de bij de overeenkomst vastgestelde structuren moeten worden getoetst om ervoor te zorgen dat alle prioriteiten van het Europees nabuurschapsbeleid terdege in aanmerking worden genomen.

(3) De gebieden justitie, vrijheid en veiligheid vertegenwoordigen essentiële prioriteiten van het ENB-actieplan EU-Georgië,

BESLUIT:

Enig artikel

Er wordt een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid opgericht. De taakomschrijving van het subcomité is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te

Voor het samenwerkingscomité EU-Georgië Voor Georgië

Voor de Europese Gemeenschap

Taakomschrijving van het subcomité justitie, vrijheid en veiligheid dat is opgericht bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds

HET SAMENWERKINGSCOMITÉ,

Gelet op de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds,

Gelet op het reglement van orde van het samenwerkingscomité, dat de samenwerkingsraad op 12 oktober 1999 als bijlage bij zijn eigen reglement van orde heeft vastgesteld, en met name op artikel 10,

Heeft een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid met de volgende taakomschrijving opgericht:

Artikel 1

Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst en het daarmee verband houdende ENB-actieplan op de volgende gebieden:

- grensbeheer;

- beheer van legale en illegale migratie (met inbegrip van terugname, visa, beveiliging van reisdocumenten en asiel);

- ontheemden;

- bestrijding van georganiseerde misdaad (met inbegrip van mensensmokkel en mensenhandel, drugs, witwassen van geld, computercriminaliteit, corruptie en andere vormen van illegale activiteit);

- terrorismebestrijding (met inbegrip van de bestrijding van terrorismefinanciering);

- wetshandhaving en justitiële samenwerking;

- rechtsstaat en hervorming van justitie;

- bescherming van persoonsgegevens;

- ontwikkeling van grensoverschrijdende en regionale samenwerking op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid.

Bovenstaande lijst is niet limitatief en kan door het samenwerkingscomité worden uitgebreid.

Artikel 2

Het subcomité werkt onder het gezag van het samenwerkingscomité. Na iedere vergadering brengt het subcomité verslag uit bij en zendt het zijn conclusies aan het samenwerkingscomité.

Artikel 3

Het subcomité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de partijen.

Met de instemming van beide partijen kunnen deskundigen waar nodig worden gehoord in verband met specifieke agendapunten van de vergaderingen van het subcomité.

Artikel 4

Het subcomité wordt om beurten door de partijen voorgezeten overeenkomstig de regels inzake alternerend voorzitterschap van het samenwerkingscomité[4].

Artikel 5

Een ambtenaar van de Europese Commissie en een ambtenaar van de regering van Georgië treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité. Alle mededelingen betreffende het subcomité worden gezonden naar de permanente secretaris van het subcomité.

Artikel 6

Het subcomité komt op schriftelijk verzoek van een partij na instemming van de partijen bijeen wanneer de omstandigheden dat vereisen en in ieder geval minstens één keer per jaar. Plaats en tijd van de bijeenkomsten worden door beide partijen vastgesteld.

Na ontvangst van een verzoek om een bijeenkomst van het subcomité antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen.

In bijzonder dringende gevallen kunnen de bijeenkomsten van het subcomité op kortere termijn worden bijeengeroepen, op voorwaarde dat beide partijen hun instemming verlenen.

De voorzitter wordt voor iedere bijeenkomst in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

De bijeenkomsten van het subcomité worden gezamenlijk bijeengeroepen door de twee permanente secretarissen, die optreden in overleg met de secretarissen van het samenwerkingscomité.

Artikel 7

Agendapunten worden minstens vijftien werkdagen voor de betrokken bijeenkomst van het subcomité bij de permanente secretarissen ingediend. Bijbehorende stukken worden minstens tien werkdagen van tevoren aan de permanente secretarissen voorgelegd.

Op basis van de agendapunten wordt uiterlijk vijf werkdagen voor de bijeenkomst van het subcomité een voorlopige agenda opgesteld en met de bijbehorende stukken aan de secretarissen van het samenwerkingscomité en de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten gezonden. Onder uitzonderlijke omstandigheden kunnen agendapunten met de schriftelijke instemming van beide permanente secretarissen op kortere termijn aan de agenda worden toegevoegd.

Artikel 8

Het subcomité kan op zijn bijeenkomsten sommige of alle van de in artikel 1 genoemde terreinen behandelen.

Artikel 9

Tenzij anders wordt beslist, zijn de bijeenkomsten van het subcomité niet openbaar.

Artikel 10

Van elke bijeenkomst worden notulen opgesteld. Een kopie van de notulen en de conclusies van iedere bijeenkomst van het subcomité wordt naar de secretarissen van het samenwerkingscomité gezonden. Er worden ook kopieën naar de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten gezonden.

[1] PB L 205 van 4.8.1999, blz. 1.

[2] PB L 297 van 18.11.1999, blz. 38.

[3] PB L 297 van 18.11.1999, blz. 38.

[4] PB L 297 van 18.11.1999, blz. 38.