Bijlagen bij COM(2007)57 - Standpunt EG binnen de ACS-EG-Raad van ministers met betrekking tot een besluit tot wijziging van Besluit nr. 3/2001 van de ACS-EG-Raad van ministers betreffende de toewijzing van middelen aan Somalië uit het achtste en het negende Europees Ontwikkelingsfonds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Ontwerp

BESLUIT VAN DE ACS-EG-RAAD VAN MINISTERS

tot wijziging van besluit nr. 3/2001 van de ACS-EG-Raad van Ministers van 20 december 2001 betreffende de toewijzing van middelen aan Somalië uit het achtste en het negende Europees Ontwikkelingsfonds

DE ACS-EG-RAAD VAN MINISTERS,

Gelet op de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000[5], gewijzigd bij de overeenkomst van 25 juni 2005, ondertekend in Luxemburg[6], en met name op artikel 93, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Op grond van artikel 93, lid 6, van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst kan de ACS-EG-Raad van Ministers kan besluiten speciale steun toe te kennen aan ACS-staten die de vorige ACS-EG-overeenkomsten hebben ondertekend en die door het ontbreken van normaal opgerichte overheidsinstellingen de Overeenkomst niet hebben kunnen ondertekenen of bekrachtigen. Deze steun kan zowel betrekking hebben op institutionele opbouw als activiteiten in verband met de economische en sociale ontwikkeling, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de behoeften van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen. Deze bepaling is van toepassing op Somalië.

2. Bij Besluit nr. 3/2001 van 20 december 2001[7] van de ACS-EG-Raad van Ministers werd aan Somalië een bedrag van 149 miljoen euro uit hoofde van het negende EOF toegekend voor financiële en technische samenwerking. De taak van nationale ordonnateur voor de programmering en uitvoering van deze toewijzing werd toevertrouwd aan de hoofdordonnateur van het EOF.

3. Op grond van artikel 3, lid 5, van bijlage IV bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst kan de Gemeenschap de toewijzing aan een land verhogen in verband met bijzondere behoeften of uitzonderlijke prestaties.

4. Op grond van artikel 5, lid 2, van bijlage IV kan een evaluatie worden uitgevoerd in de uitzonderlijke omstandigheden zoals bedoeld in de bepalingen inzake humanitaire bijstand en spoedhulp. Gezien de conclusies van de ad-hocevaluatie van het samenwerkingsprogramma met Somalië zijn extra middelen uit hoofde van het negende EOF nodig met het oog op de continuïteit van de steun aan de bevolking van Somalië tot de inwerkingtreding van het tiende EOF,

BESLUIT:

Enig artikel

(1) In Besluit nr. 3/ 2001 van de ACS-EG-Raad van Ministers wordt het volgende artikel 3 bis ingevoegd:

"Artikel 3 bis

Gezien de conclusies van de ad-hocevaluatie wordt een extra bedrag van € 36 144 798 uit hoofde van het negende EOF toegekend aan Somalië voor financiële en technische samenwerking, uit de kredieten voor langetermijnontwikkeling als bedoeld in artikel 3, onder a) van het financieel protocol als bedoeld in bijlage I bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst.”

(2) Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Gedaan te Brussel,

Voor de ACS-EG-Raad van Ministers

De voorzitter

[1] PB L 56 van 27.2.2002, blz. 23.

[2] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

[3] PB L 287 van 28.10.2005, blz. 4.

[4] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 354.

[5] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

[6] PB L 287 van 28.10.2005, blz. 4.

[7] PB L 56 van 27.2.2002, blz. 23.