Bijlagen bij COM(1996)371 - Wijziging van Verordening 571/88 houdende organisatie van gemeenschappelijke enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage II omschreven procedure, hierna 'EUROFARM-project` genaamd.

De Lid-Staten vergewissen zich ervan dat de naar de standaardrecordbeschrijving van EUROFARM omgezette gegevens volledig en aannemelijk zijn door de door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, na raadpleging van de verantwoordelijke commissies en werkgroepen, vastgestelde uniforme controlevoorwaarden erop toe te passen; voor het controleren van de individuele gegevens dienen eveneens de in punt 9 van bijlage II vermelde controletabellen gebruikt te worden."

9. In Artikel 14 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

a) In de eerste zin worden de woorden "Voor de uitvoering van de basisenquête en van de in artikel 3 voorziene enquêtes" vervangen door "Voor de uitvoering van de in artikel 2 en 3 voorziene enquêtes."

b) Het maximumbedrag per enquête voor Oostenrijk, Finland en Zweden wordt toegevoegd en wel als volgt:

"- 600 000 ecu voor Zweden,

- 700 000 ecu voor Finland,

- 1 400 000 ecu voor Oostenrijk."

c) Tussen de eerste en de tweede alinea wordt het volgende toegevoegd:

"Voor het uitvoeren van de basisenquête van 1999/2000 worden de eerder genoemde bedragen met 50 % verhoogd."

d) De tweede alinea wordt de derde alinea; in deze alinea wordt het woord "vier" geschrapt.

10. In artikel 14 wordt lid 2 als volgt gewijzigd:

a) Na het woord "ontwikkeling" wordt "het onderhoud, de noodzakelijke aanpassingen" toegevoegd.

b) Na het woord "EUROFARM-project" wordt "met inbegrip van de verspreiding van de resultaten" toegevoegd.

c) De jaarlijkse maximumbedragen voor de ontwikkeling en het beheer van het Eurofarm-project voor het tijdvak van 1999 tot en met 2010 worden als volgt vastgesteld:

"- 700 000 ecu voor de jaren 1999 en 2000,

- 550 000 ecu voor de jaren 2001 tot en met 2010."

11. In artikel 15 worden in lid 2 de woorden "met een meerderheid van 54 stemmen" vervangen door "met een meerderheid van 62 stemmen".


Artikel 2

Bijlage II van de Verordening (EEG) nr. 571/88 wordt als volgt gewijzigd:

1. In punt 2 wordt de tekst achter het eerste gedachtenstreepje vervangen door:

"- de bank voor individuele gegevens (BDI) met de individuele gegevens, die onmogelijk direct te identificeren zijn, van hetzij alle bedrijven (bij de basisenquêtes), hetzij alle bedrijven of een representatieve steekproef van de bedrijven (bij de tussentijdse enquêtes) die groot genoeg is voor het maken van de analyses op het in artikel 4 van de verordening omschreven geografische niveau.".

2. In punt 3 worden de woorden "behalve voor Duitsland" vervangen door "behalve voor de individuele gegevens van Duitsland over het tijdvak van 1988 tot en met 1995".

3. Punt 6 wordt als volgt gewijzigd:

"In afwijking van het bovenstaande dient Duitsland geen individuele gegevens in, maar resultaten in tabelvorm overeenkomstig het in punt 2 genoemde BDT-tabellenprogramma. Deze afwijking vervalt na de enquêtes over het tijdvak van 1988 tot en met 1995.

Duitsland verplicht zich de individuele gegevens, binnen een termijn van twaalf maanden na beëindiging van het inzamelen van de gegevens in het veld, centraal, in één enkel centrum voor gegevensverwerking, op een magnetische gegevensdrager op te slaan."

4. Punt 16 wordt als volgt gewijzigd:

"16. In het kader van hun eigen verantwoordelijkheden en in overeenstemming met Verordening (Euratom, EEG) nr. 1588/90 van de Raad roepen het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen en de Lid-Staten een procedure voor spoedoverleg in het leven teneinde:

- de vertrouwelijkheid en de statistische betrouwbaarheid van de aan de hand van de individuele gegevens opgestelde informatie te garanderen;

- de Lid-Staten op de hoogte te stellen van het gebruik dat van deze gegevens wordt gemaakt."


Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

(1) PB nr. L 56 van 2. 3. 1988, blz. 1.

(2) PB nr. L 47 van 24. 2. 1996, blz. 23.

(3) PB nr. L 151 van 15. 6. 1990, blz. 1.

(4) PB nr. L 179 van 7. 8. 1972, blz. 1.